Pollen-allergie
In Nederland heeft ongeveer 30 procent van de bevolking een aangeboren
aanleg om allergisch te worden. Ongeveer 5 procent van de Nederlanders
heeft last van pollen-allergie. Allergie is een overgevoeligheid voor
stoffen die eigenlijk onschadelijk zijn, zoals huisstofmijt, bepaalde
soorten voedsel, kattenharen of stuifmeelkorrels. Bij overgevoeligheid
voor stuifmeel (pollen) spreken we van pollen-allergie (pollinose) of
hooikoorts.
Vooral in het voorjaar en de vroege zomer hebben veel mensen last van
hooikoorts. Bomen, struiken en grassen hebben dan hun bloeiperiode en
verspreiden hun stuifmeel in de lucht.
De verschijnselen van hooikoorts zijn: jeukende tranende ogen,
niesbuien, gezwollen slijmvliezen in de neus-keel-mondholte, soms
droge hoest of piepende ademhaling. Een enkele keer treden
huidklachten op zoals zwelling van mond en gezicht, en netelroos
(jeukende rode bulten).
Hooikoorts kan niet genezen worden, maar de verschijnselen van
hooikoorts kunnen wel bestreden worden met medicijnen. In overleg met
de huisarts kan vastgesteld worden voor welke pollen men allergisch
is. Van mei tot augustus wordt dagelijks op radio en teletekst het
hooikoortsbericht uitgezonden, met informatie over hoeveelheid en
soorten pollen die op dat moment in de lucht zitten.
Pollenallergie, het maandthema van maart 2005, wordt u aangeboden door
het lokale infopunt van de Gezondheidswijzer in de ZorgCentrale
Oirschot in samenwerking met GGD Zuidoost-Brabant.
Gemeente Oirschot