Openbaar Ministerie

Leeuwarden, 28 februari 2005

Uitbreiding project veelplegers naar minderjarigen

De aanpak van veelplegers wordt uitgebreid naar minderjarigen.

De provincie Fryslân telt op dit moment 30 minderjarige veelplegers, die aan de landelijke definitie voldoen: een jongere in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, die in het gehele criminele verleden meer dan 5 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar 2004. Het doel van de aanpak is om te voorkomen dat deze minderjarigen verder afglijden in crimineel gedrag en zo te bereiken dat de overlast door minderjarige veelplegers wordt teruggedrongen. Aantal minderjarige veelplegers per district:
Midden-Friesland (incl. Leeuwarden) 12
Drachten 2
Sneek 4
Heerenveen 3
Noordwest 8
Noordoost 1
Onder de 30 minderjarige veelplegers zijn 27 jongens en 3 meisjes. Het merendeel woont bij de ouders/verzorgers. Een aantal verblijft momenteel (tijdelijk) elders. Minderjarige veelplegers maken zich vooral schuldig aan vermogensdelicten, zoals winkeldiefstal en fietsendiefstal. Op de tweede plaats staan geweldsdelicten, zoals bedreiging, mishandeling en openlijk geweld. Achtergrondinformatie
Bij de aanpak van minderjarige veelplegers wordt samengewerkt door het Openbaar Ministerie, Regiopolitie Fryslân, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, Reclassering Nederland, Justitiële Jeugdinrichting Het Poortje en de gemeente Leeuwarden. De minderjarige veelplegers en hun ouders ontvangen een brief, waarin ze worden geïnformeerd over de speciale aanpak. De politie houdt deze jongeren extra scherp in de gaten. Als een minderjarige veelpleger wordt verdacht van het plegen van een strafbaar feit en als de ernst van de verdenking het toelaat wordt de minderjarige voorgeleid aan de rechter-commissaris. Na overleg tussen de politie Fryslân, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming wordt bepaald of het veelplegerstraject op dat moment inderdaad het gewenste traject voor betrokkene is. Als dat het geval is en de voorlopige hechtenis wordt door de rechter-commisaris bevolen, dan wordt betrokkene in jeugdinrichting Het Poortje in Groningen/Veenhuizen geplaatst. Binnen twee tot vier weken na deze plaatsing stelt de jeugdreclassering een plan van aanpak op voor een Intensieve Traject Begeleiding (ITB-traject). Op basis van dit plan van aanpak kan de voorlopige hechtenis worden geschorst en kan de jongere vanaf zijn woonadres het ITB-traject doorlopen; een zes maanden durend programma met een vaste dagbesteding. Betrokkene wordt gedurende deze periode intensief begeleid door de jeugdreclassering met als doel het onaanvaardbare gedrag om te buigen naar aanvaardbaar gedrag. Als betrokkene het ITB-traject met goed gevolg afsluit, wordt daarmee door de Officier van Justitie rekening gehouden bij het formuleren van de strafeis. Wanneer betrokkene de afspraken binnen het ITB-traject niet nakomt, of de aanpak bij voorbaat afwijst, zal hij/zij binnen twee weken worden gedagvaard voor de kinderrechter.