Goedkeuring van het voornemen tot
opzegging van het op 25 juni 1973 te Genève
totstandgekomen Verdrag betreffende de
havenarbeid, 1973 (Verdrag nr. 137,
aangenomen door de Internationale
Arbeidsconferentie in haar achtenvijftigste
zitting; Trb. 1974, 70)
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 25 juni 1973 te Genève
totstandgekomen Verdrag betreffende de havenarbeid, 1973 (Verdrag nr. 137,
aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar achtenvijftigste
zitting) op te zeggen en dat dit voornemen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de
Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-
Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan
bij deze:
Artikel 1
Het voornemen tot opzegging van het op 25 juni 1973 te Genève totstandgekomen
Verdrag betreffende de havenarbeid, 1973 (Verdrag nr. 137, aangenomen door
de Internationale Arbeidsconferentie in haar achtenvijftigste zitting; Trb. 1974, 70),
wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
2
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet
in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad
waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de
nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A.J. de Geus)
De Minister van Buitenlandse Zaken
(B.R. Bot)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid