Contactpersoon
-
Datum
28 februari 2005
Ons kenmerk
DGP/PBM/U.05.00411
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
204-024
Onderwerp
Verzoek kamerlid Duyvendak over Anders betalen voor Mobiliteit
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van het verzoek van kamerlid Duyvendak uit het ordedebat
van
24 februari 2005 over de aanleiding en achtergrond van mijn uitspraak over
betalen naar gebruik tijdens een CDA-bijeenkomst in Amersfoort, meld ik u
het volgende.
Tijdens de CDA-bijeenkomst over Mobiliteit werd mij een technische vraag
gesteld over betalen naar gebruik. Ik heb daarop een technisch antwoord
gegeven. Dat heeft geleid tot het artikel in het AD van 24 februari 2005,
waarin mijn antwoord gecombineerd is met gegevens en feiten uit andere
bronnen.
Mijn antwoord had geen betrekking op wat ik wil of wat ik kies. Daar gaat
het op dit moment nog niet om. Want ik kies voorlopig nog even niks. Eerst
wacht ik het advies van de heer Nouwen van het Platform Anders betalen voor
Mobiliteit af. Juist omdat de meningen en ideeën over Anders betalen voor
mobiliteit zo uiteenlopen, de discussies hierover vaak moeizaam en
emotioneel zijn, heb ik dit Platform ingesteld. Medio april komt de heer
Nouwen met een advies dat breed maatschappelijk draagvlak heeft, dat
concreet en uitvoerbaar is en dat zichtbaar wat aan de bereikbaarheid doet.
Vervolgens zal ik voortvarend met de besluitvorming aan de slag gaan, zodat
het kabinet in de zomer met haar besluit komt in de nota Mobiliteit.
Daarbij geldt: hoe concreter het advies, hoe concreter ook het besluit kan
zijn.
Wat mijn technisch antwoord op de technische vraag betreft. Ik heb
aangegeven dat betalen naar gebruik weliswaar het ideale en meest
rechtvaardige systeem is omdat je precies betaalt voor wat je gebruikt,
maar dat dit ook uiterst complex is. Het vraagt enerzijds een super
betrouwbaar systeem, want als het gaat om belastinggeld moet je zorgvuldig
zijn. Deze systemen zijn op dit moment nog erg duur. Anderzijds vergt het
een omvangrijke operatie. We hebben het niet over een half miljoen OBU's
(On-board Units) zoals bij de Duitse Maut, waar men ruim 2 jaar over gedaan
heeft om deze in te bouwen in de vrachtauto's. In Nederland rijden er nu al
zo'n 7 miljoen auto's rond. U kunt zich wel voorstellen dat een dergelijke
operatie nog meer tijd in beslag neemt. Nog los van de benodigde wetgeving
die gemaakt moet worden. Dat alles bij elkaar brengt mij tot een grove
inschatting van 2014. Overigens komt mijn Engelse collega Darling van
Transport tot dezelfde conclusie.
Dit staat los van of we dit in Nederland al dan niet willen. Daar is de
heer Nouwen nu mee aan de slag. Het betreft een praktische inschatting. In
de taakopdracht heb ik het Platform Anders betalen voor Mobiliteit
overigens ook gevraagd om een beoordeling van verschillende varianten te
geven. Waarbij een heffing per kilometer, naast andere varianten, ook
opgenomen is. Ik wacht de inzichten van het Platform daarom met spanning
af.
Als u mij om een kwalificatie vraagt, dan heb ik gepoogd tijdens een CDA-
bijeenkomst een CDA-lid de complexiteit van het dossier te laten zien. Niet
meer en niet minder. Ik ben het echter met de heer Nouwen eens dat je een
broedende kip niet moet storen. En dat was ook niet mijn bedoeling.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat