PERSBERICHT
28 februari 2005
NIGZ bepleit heldere norm: geen alcohol onder de 16
Jongeren beginnen op steeds jongere leeftijd met het drinken van alcohol. Ouders en andere opvoeders zetten onvoldoende de rem op deze ontwikkeling en moeten worden aangespoord hun verantwoordelijkheid te nemen. Zij zijn gebaat bij duidelijke boodschappen en handvatten hierbij. Het NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie) pleit voor een heldere norm: geen alcohol onder de 16 jaar.
Alcohol brengt schade toe aan lichaam en hersenontwikkeling. Jongeren onder de 16 die alcohol drinken, lopen gezondheidsrisico s aangezien lichaam en hersenfuncties nog volop in ontwikkeling zijn. Maar steeds meer jongeren starten op zeer jonge leeftijd met het drinken van alcohol. Dit blijkt uit recent onderzoek onder 4000 scholieren van het voortgezet onderwijs dat in opdracht van het NIGZ is uitgevoerd door het Instituut voor onderzoek naar leefwijzen & verslaving (IVO). Hiermee worden de in 2004 gerapporteerde resultaten van het Peilstationonderzoek van het Trimbos-instituut nog eens bevestigd.
Drinken met ouders
Twee op de drie jongeren (zowel jongens als meisjes) heeft volgens het IVO-onderzoek op 13-jarige leeftijd al kennis gemaakt met alcoholhoudende drank. Van de 12- en 13-jarigen in het onderzoek zegt 5% al voordat zij 10 jaar oud waren dit te hebben meegemaakt, 15% voor het bereiken van de 11-jarige leeftijd en eenderde voor het 12e jaar. Eenderde van de 13-jarigen die drinken doet dit zelfs op doordeweekse dagen. Naast maatregelen in de sfeer van de reclame en het handhaven van leeftijdsgrenzen in horeca en winkels zijn maatregelen nodig die gericht zijn op ouders en andere opvoeders. Zij hebben immers een grote invloed op het alcoholgebruik van vooral jonge tieners. Ruim tweederde van de 12- en 13-jarigen krijgt namelijk de alcohol in de familiesfeer aangereikt: moeder (meestal), vader, broer of zus of andere familie koopt deze dan. Dit geldt zowel voor degenen die het bekende slokje mogen proberen als voor de regelmatige drinkers. Degenen onder de jongste leeftijdsgroepen die regelmatig drinken, drinken vaker met hun ouders dan degenen die niet regelmatig drinken. Bovendien drinkt 90% van de regelmatige drinkers thuis.
Voorstel aan minister
Het onderzoek wordt in april definitief opgeleverd. Daarom kunnen ook nog geen vergelijkingen gemaakt worden met het periodieke Peilstationonderzoek van het Trimbos-instituut. Het NIGZ vindt het echter belangrijk dat alvast op een aantal onderwerpen gerapporteerd werd, zodat de resultaten op tijd ter kennis gebracht kunnen worden aan minister Hoogervorst van VWS. De minister stuurt immers zeer binnenkort een beleidsbrief Alcohol en jongeren naar de Tweede Kamer. Tevens brengt het NIGZ de Kamerleden op de hoogte van de belangrijkste onderzoeksresultaten.
De onderzoeksgegevens geven het NIGZ aanleiding bij de minister te pleiten voor een structureel te voeren alcoholbeleid dat ervoor moet zorgen dat het norm wordt onder de 16 jaar geen alcohol te drinken.
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie