Ministerie van Buitenlandse Zaken

uitvoering van het Stabiliteitsfonds in 2004

Kamerbrief inzake uitvoering van het Stabiliteitsfonds in 2004

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

`s Gravenhage

Directie Mensenrechten en Vredesopbouw & Directie Veiligheidsbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

2594 AC Den Haag

Datum

28 februari 2005

Auteur

Saïd Fazili / Astrid Zonneveld

Kenmerk

DMV/VG-05/0337

Telefoon

+31 (0)70-3485337

Blad


1/5

Fax

+31 (0)70-3484486

said.fazili@minbuza.nl

astrid.zonneveld@minbuza.nl

Betreft

Uitvoering van het Stabiliteitsfonds in 2004

Bijlage(n)

Financieel overzicht uitgaven Stabiliteitsfonds 2004

Met deze brief informeren wij u over de uitvoering in 2004 van het per
1 januari 2004 in werking getreden Stabiliteitsfonds. Over de doelstellingen, uitgangspunten en overige modaliteiten van het fonds bent U reeds geïnformeerd per brief van 3 oktober 2003 en 19 maart 2004 .

In deze brief zal ten eerste een verslag van het functioneren van het Stabiliteitsfonds worden gegeven. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de inzet van het fonds in de prioritaire regio en wordt kort ingegaan op enkele financiële aspecten. Tenslotte wordt vooruit gekeken naar de inzet van het Stabiliteitsfonds in 2005.

Algemene beoordeling
Het Stabiliteitsfonds is ontstaan uit de behoefte een brug te slaan tussen klassiek veiligheidsbeleid enerzijds en traditioneel ontwikkelingsbeleid anderzijds. Het Stabiliteitsfonds is bedoeld om activiteiten te financieren op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.

Het Stabiliteitsfonds heeft in het eerste jaar van zijn bestaan aan onze verwachtingen voldaan. In totaal zijn in 2004 78 activiteiten financieel ondersteund. De gefinancierde activiteiten richtten zich specifiek op genoemde thema's alsook op de uitvoering van

het beleid op het gebied van ontmijning en kleine wapens. In nauwe samenwerking met de Nederlandse ambassades is het mogelijk gebleken snel en flexibel activiteiten te financieren. Met deze inzet heeft Nederland een zichtbare bijdrage kunnen leveren aan de bevordering van stabiliteit in een groot aantal landen en gebieden. In totaal is ruim EUR 70 miljoen uitgegeven in 2004, ongeveer EUR 6 miljoen meer dan oorspronkelijk was gepland. Deze extra uitgaven kwamen vooral ten goede aan ondersteuning van de vredesmissie van de Afrikaanse Unie in Darfur (AMIS II).

Regionale besteding
Zoals aangekondigd in de genoemde kamerbrieven over de oprichting van het Stabiliteitsfonds was het voornemen de inzet met name te richten op de voor Nederland prioritaire gebieden (Hoorn van Afrika, Westelijke Balkan en de Grote Meren-regio) en Afghanistan. Als richtlijn werd gehanteerd een inzet van ongeveer driekwart van de te besteden middelen aan de genoemde gebieden. In 2004 is uiteindelijk ongeveer 62% van de middelen in de genoemde gebieden uitgegeven (zie bijlage). De volgende omstandigheden speelden hierbij een rol.

· Stagnerende voortgang in het vredesproces tussen Eritrea en Ethiopië waardoor voorziene uitgaven met name op het gebied van demobilisatie, ontwapening en reïntegratie niet konden worden gerealiseerd.

· Positieve ontwikkelingen in de landen van de Balkan, waardoor in deze regio minder noodzaak bestond voor financiering van activiteiten op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling.

· Geringere implementatiemogelijkheden voor effectieve inzet van middelen en activiteiten in de Grote Meren-regio (m.n. Oost-Congo) dan verwacht.

Mede door deze ontwikkelingen is er relatief meer uitgegeven aan activiteiten buiten de genoemde regio's en aan activiteiten die niet specifiek aan één land of regio zijn toe te schrijven.

Inzet in de prioritaire regio's

Afghanistan
De uitgaven ten aanzien van Afghanistan (ruim EUR 6 miljoen) hadden met name betrekking op demobilisatie en reïntegratie en het opruimen van landmijnen en kleine wapens. Daarnaast is een bijdrage geleverd aan het Afghanistan Stabilisation Program, een overheidsprogramma gericht op het bevorderen van veiligheid en goed bestuur op district- en provincieniveau.

Hoorn van Afrika
De inzet van het Stabiliteitsfonds heeft zich wat betreft de Hoorn van Afrika volledig gericht op Soedan (in totaal ruim EUR 7,7 miljoen). In 2004 zijn bijdragen ter beschikking gesteld ten behoeve van waarnemersmissies (het Verification and Monitoring Team voor Zuid-Soedan en de Joint Monitoring Commission voor de Nuba-mountains) in Soedan en voor het opruimen van landmijnen. Daarnaast is een bijdrage geleverd aan de voorbereiding van het komende demobilisatie- en reïntegratieprogramma in Soedan. Tot slot heeft Nederland de missie van de Afrikaanse Unie (AMIS II) in Darfur en de `Darfur Integrated Task Force' ondersteund.

Grote Meren-regio
In 2004 is ruim EUR 28 miljoen uitgegeven in de Grote Meren-regio. Vanuit het Stabiliteitsfonds is het demobilisatie- en reïntegratieprogramma voor de Grote Meren (MDRP) gefinancierd. Daarnaast is een bijdrage geleverd aan de eerste fase van de AU-VN Conferentie voor de Grote Meren, reïntegratie van rebellen in de Burundese krijgsmacht en aan het ruimen van mijnen in de Democratische Republiek Congo (DRC).

Westelijke Balkan
In de Westelijke Balkan richtte de inzet (ruim EUR 1,5 miljoen) zich op het opruimen van mijnen en kleine wapens in Bosnië-Herzegovina en de herstructurering van de strijdkrachten in Bosnië-Herzegovina en Kroatië. Daarnaast kwamen bijdragen ten goede aan de verbetering van de kwaliteit van uitvoeren van vredesoperaties door landen uit de regio en de opbouw van het Kosovo Protection Corps als civiele noodorganisatie in Kosovo.

Inzet buiten de prioritaire regio's
Een deel van de uitgaven in 2004 buiten de genoemde regio's vond plaats in Afrika (ongeveer EUR 3 miljoen). De inzet betrof zowel de kleine-wapensproblematiek in de bredere Afrikaanse context als specifiek op West-Afrika (Manu River Union) gerichte activiteiten. Daarnaast zijn vredesscholen in Mali (Ecole de maintien de la Paix) en Ghana (Kofi Annan International Peace Keeping Centre) gefinancierd. Door deze bijdragen wordt vergroting van de Afrikaanse inzet op het gebied van vrede en veiligheid gesteund.

Een ander deel van de inzet (EUR 8,5 miljoen) vond plaats in diverse andere landen. Deels ging het hier om ontmijning (in Laos, Cambodja, Jemen en Irak) en kleine wapens (in Cambodja en Brazilië), deels betrof het activiteiten die passen binnen een bredere Nederlandse inzet gericht op stabiliteit. Zo is in Irak een bijdrage geleverd aan de voorbereiding en organisatie van de verkiezingen. Daarnaast werd de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) ondersteund bij de verificatie van de demobilisatie van para-militairen in Colombia. Ook is actief bijgedragen aan een Europese civiele missie ter verbetering van de rechtsstaat in Georgië.

Een laatste deel van de inzet is niet toe te schrijven aan een specifiek land of regio (ongeveer EUR 15 miljoen); het gaat hier met name om steun aan organisaties actief op het gebied van ontmijnen en vernietiging van kleine wapens en aan het bureau voor crisispreventie en wederopbouw (BCPR) van het UNDP.

Financieel
De richtsnoerbedragen voor ontmijnen en vernietiging van kleine wapens, zoals bepaald door uw Kamer, zijn behaald. Op het gebied van ontmijnen is een bedrag van EUR 12,6 miljoen uitgegeven; op het gebied van kleine wapens een bedrag van EUR 2,8 miljoen.

Van de totale uitgaven in 2004 (EUR 70 miljoen) is EUR 57,4 miljoen toe te rekenen aan ODA.

Inzet van het Fonds in 2005
In 2005 is een bedrag van EUR 110 miljoen gereserveerd voor het Stabiliteitsfonds; een deel hiervan zal worden besteed aan lopende verplichtingen. De uitgangspunten voor het Stabiliteitsfonds blijven onveranderd. De inzet zal zich derhalve met name richten op de prioritaire regio's en Afghanistan, waarbij voldoende ruimte zal zijn om ook daarbuiten bij te dragen aan bevordering van de stabiliteit. Doelstelling is mede de verdere integratie van het beleid op het gebied van ontmijnen en vernietiging van kleine wapens in het bredere beleid gericht op vrede, veiligheid en ontwikkeling.

Een aandachtspunt betreft de verdere operationalisering van het regionale beleid inzake vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het blijkt in de praktijk niet eenvoudig hieraan uitvoering te geven wegens gebrek aan geschikte activiteiten én wegens gebrek aan uitvoerings- en beheerscapaciteit van de in de betreffende regio actieve (internationale) organisaties. Zoals in de regeringsreactie op het AIV-advies "Nederland en crisisbeheersing: drie aspecten" reeds is vermeld, is de regering ervan overtuigd dat op dit moment niet een tekort aan middelen het grootste obstakel voor een geïntegreerd ontwikkelings- en veiligheidsbeleid vormt, maar de complexiteit van en relatieve onbekendheid met deze problematiek en de manier waarop hieraan beleidsmatig en praktisch invulling moet worden gegeven. Er zullen in 2005 dan ook op actieve wijze activiteiten geïdentificeerd worden die in aanmerking komen voor financiering vanuit het Stabiliteitsfonds, in nauwe samenwerking met de Nederlandse ambassades in de regio's én het ministerie van Defensie in Den Haag. Tevens wordt in nauw overleg met het ministerie van Defensie bezien op welke wijze gezamenlijk eigen nationale capaciteit kan worden ontwikkeld, met name ten behoeve van hervormingen van de veiligheidssector.

Zoals toegezegd zal het Stabiliteitsfonds eind 2005 / begin 2006 worden geëvalueerd. Naar aanleiding hiervan kan de werking, uitvoering en omvang van het fonds eventueel nader worden bezien.

De Minister van De Minister voor

Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne - van der Hoeven

TK vergaderjaar 2003/2004, 29 200 V, nr. 10

TK vergaderjaar 2003/2004, 29 200 V, nr. 67

Kamerstuk II 2003-2004, 29521 nr. 5 (29-06-2004)