Titel: St. Leaseleed spant rechtszaak aan tegen Dexia en Spaarselect
STICHTING LEASELEED
Rubriek: Binnenland
Datum en tijd: 28-02-2005 10:31
PERSBERICHT
28 februari 2005
Stichting Leaseleed spant samen met 340 gedupeerde gezinnen een 2e
rechtszaak aan tegen Dexia en Spaar Select. Deze 2e rechtszaak heeft
betrekking op de zogenaamde spaarleasecontructie.
In juli 2004 heeft de Stichting Leaseleed samen met 426 gedupeerden een
rechtszaak aangespannen tegen Dexia en Spaar Select. Deze eerste
rechtszaak heeft betrekking op de zogenaamde Overwaarde Effect
Constructie. Dit is een constructie waarbij effectenlease is gecombineerd
met een beleggingsdepot. Het geld dat in het beleggingsdepot werd
gestort, was meestal verkregen doordat een tweede hypotheek op de
overwaarde van het huis werd gevestigd.
Nadat zich 340 gedupeerden met een zogenaamde Spaarleaseconstructie bij
de Stichting Leaseleed hadden gemeld, heeft de Stichting Leaseleed eerst
geprobeerd om in overleg met Dexia en Spaar Select een regeling te
treffen voor deze groep gedupeerden. Dit is helaas niet gelukt. Om deze
reden heeft de Stichting Leaseleed samen met 340 gedupeerden thans een
tweede rechtszaak aanhangig gemaakt tegen Dexia en Spaar Select.
Het was Spaar Select die de 340 gedupeerde gezinnen heeft geadviseerd een
constructie aan te gaan waarbij effecten werden geleasd in combinatie met
een vooruitbetaling van de leasetermijnen voor een periode van 36 of 60
maanden. Het gemiddeld vooruitbetaalde bedrag bedraagt EUR 31.000 en is
meestal verkregen door een (tweede) hypotheek op het huis. In eerste
instantie werden de leasetermijnen voldaan uit de vooruitbetaalde
bedragen. Omdat de vooruitbetaalde bedragen inmiddels opgesoupeerd zijn,
moeten de gedupeerden nu nog geruime tijd (tussen de 15 en 17 jaar) de
leasetermijnen uit eigen middelen te betalen. Naast het feit dat ze nu
uit eigen middelen de maandelijkse leasetermijnen moeten betalen, blijven
de gezinnen ook nog zitten met een restschuld. Bovendien moeten ze ook de
maandelijkse hypotheekrente blijven betalen, terwijl het tot slot de
vraag is of er aan het einde van het effectenlease-overeenkomst wel
voldoende geld is om de hypothecaire geldlening af te lossen. Verreweg de
meeste van de 340 gezinnen zullen met ook deze schuld blijven zitten. Op
genoemde ernstige consequenties zijn de gedupeerden nimmer gewezen. De
gemiddelde schade bedraagt EUR 50.000,- per gezin.
Zoals bekend procedeert ook de Stichting Leaseverlies tegen Dexia. Er
zijn echter grote verschillen met Leaseverlies. Die stichting procedeert
voor 90.000 Nederlanders die door de aandelenlease een schuld 'slechts'
gemiddeld 4.500 Euro hebben opgelopen. De bij de Stichting Leaseleed
aangesloten gedupeerden hebben echter een schuld opgelopen die vele malen
groter is. Een tweede verschil bestaat er in dat, in afwijking van het
proces van Leaseverlies, de 340 gezinnen bij Stichting Leaseleed zelf
partij in de procedure zijn en dus bijvoorbeeld ook direct
schadevergoeding kunnen vorderen. Een derde verschil met de door de
Leaseverlies aanhangig gemaakte rechtszaak, is dat de vorderingen van de
Stichting Leaseleed en de gedupeerden niet uitsluitend zijn gebaseerd op
misleidende reclame, maar op een groot aantal andere gronden zoals
dwaling, bedrog en misbruik maken van omstandigheden alsmede
wanprestatie. Tot slot zijn de vorderingen van de Stichting Leaseleed en
de 340 gezinnen niet alleen gericht tegen Dexia maar ook tegen Spaar
Select. Dexia en Spaar Select zijn met andere woorden samen gedagvaard.
De Stichting Leaseleed wil via de Amsterdamse rechter Dexia en Spaar
Select dwingen om de gedupeerden terug te brengen in dezelfde staat
waarin zij verkeerden voorafgaand aan het sluiten van de
spaarleaseconstructie.
Uiteraard is de Stichting Leaseleed ermee bekend dat de heer Duisenberg
zal gaan proberen om een minnelijke regeling te bewerkstelligen voor alle
effectenlease gedupeerden. De Stichting Leaseleed juicht dit nieuwe
initiatief toe. Gelet op zowel de omvang van de schade die de 340
gedupeerden hebben geleden als de houding van Dexia bij eerdere
schikkingsonderhandelingen, verwacht de Stichting Leaseleed evenwel niet
dat er een redelijke oplossing te realiseren valt. Overigens hoeft het
aanhangig maken van deze tweede procedure er niet aan in de weg te staan
dat Dexia, al dan niet op instigatie van de heer Duisenberg, vrijwillig
tegemoet komt aan de vorderingen van de gedupeerde gezinnen.
NOOT VOOR DE REDACTIE,