Gemeente Beuningen
Aanslag gemeentelijke heffingen en waardebeschikking WOZ
Met dagtekening 28 februari 2005 ontvangt u in het weekend van 25/26
februari a.s. de aanslag gemeentelijke belastingen 2005 met daarop
vermeld de nieuwe WOZ-waarde van uw pand. Het is voor het eerst dat de
aanslag samen met de WOZ-beschikking op één formulier wordt verstuurd.
Aanslag gemeentelijke heffingen 2005
Tarieven OZB 2005
De raad heeft in zijn vergadering van 1 februari j.l. de definitieve
tarieven voor de Onroerende Zaakbelastingen voor 2005 vastgesteld.
De tarieven bedragen voor elke volle EUR 2.268,-- van de
heffingsmaatstaf:
voor woningen:
* heffing voor eigenaren EUR 2,07
* heffing voor gebruikers EUR 1,66
voor niet-woningen:
* heffing voor eigenaren EUR 4,20
* heffing voor gebruikers EUR 3,36
Deze tarieven zijn vastgesteld aan de hand van de uitkomsten van de
hertaxatie van alle in de gemeente gelegen onroerende zaken. De
tarieven van de rioolrechten, de afvalstoffenheffing en de
hondenbelasting zijn door de raad vastgesteld in de vergadering van 9
november 2004.
Geen Zalmsnip meer
Het totaalbedrag van de gemeentelijke belastingaanslag 2005 valt hoger
uit dan het bedrag in 2004. Dit is, naast de tariefsverhoging van de
gemeentelijke heffingen, het gevolg van het kabinetsbesluit tot
afschaffing per 1 januari 2005 van de lokale lastenverlichting van EUR
45,38 (de zogenaamde Zalmsnip).
Kwijtschelding
Als u een minimuminkomen heeft kunt u aanmerking komen voor
kwijtschelding. Een aanvraagformulier kunt u ophalen bij de balie van
het gemeentehuis of aanvragen bij de afdeling Financiën. Het
aanvraagformulier moet wel binnen zes weken na dagtekening van de
aanslag bij de gemeente binnen zijn.
Waardebeschikking WOZ 2005
Elke eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak ontvangt eind
februari een aanslagbiljet met daarop een beschikkingsregel. Dat is
nieuw en wettelijk voorgeschreven.
Voorheen werd iedere vier jaar van alle onroerende zaken in Nederland
de waarde bepaald. Deze termijn is voor de huidige periode (2205 en
2006) verkort tot twee jaar om ingaande 2007 over te gaan op een
jaarlijkse herwaardering. Een onroerende zaak is bijvoorbeeld een
huis, een bedrijfsgebouw of een kavel grond. De vastgestelde waarde
wordt twee achtereenvolgende belastingjaren (2005 en 2006) gebruikt,
behalve als er wijzigingen optreden zoals sloop, nieuwbouw of een
verbouw.
De waardepeildatum voor de huidige taxatieronde is 1 januari 2003. De
op het aanslagbiljet 2005 vermelde waarde van uw onroerende zaak is
dus de waarde per deze datum. De gemiddelde stijging van de woningen
ten opzichte van de vorige peildatum (1 januari 1999) bedraagt 50,4%.
De gemiddelde stijging van de niet-woning ten opzichte van de oude
peildatum bedraagt 17,4%.
Zoals bekend gebruiken drie instanties de waarde van een onroerende
zaak voor de vaststelling van belasting en heffingen: de gemeenten
voor de OZB, de belastingdienst voor de aanslagen inkomsten-belasting
en vermogensbelasting en het waterschap voor de waterschapsheffing. De
gemeente heeft bij de vaststelling van de bovenstaande tarieven
bepaald, dat de totale opbrengst van de OZB niet hoger mag zijn dan
die van 2004, na verhoging van de voor 2005 vastgestelde
belastingverhoging ad. 6%. Een lagere vaststelling van de tarieven is
het gevolg.
De rijksoverheid heeft het huurwaardeforfait bij de inkomstenbelasting
als gevolg van de hogere taxatiewaarden teruggebracht van 0,80% naar
0,60%.
De taxaties zijn uitgevoerd door speciaal daarvoor opgeleide
taxateurs. De kwaliteit van de taxaties wordt door deskundigen
gecontroleerd. Zij letten bijvoorbeeld op onlogische verschillen
tussen taxaties van gelijkwaardige panden. Ook analyseren zij
marktgegevens en vergelijken die met de taxaties. Het doel is immers
om te komen tot een zo objectief mogelijke vaststelling van de waarde
van de in de gemeente gelegen onroerende zaken.
Verbetervoorstellen Wet WOZ
Om de taxaties en de afwikkeling van de taxaties efficiënter te laten
verlopen zijn er door het kabinet een aantal verbetervoorstellen
ingediend. Deze voorstellen zijn inmiddels door de 1e Kamer aangenomen
en zijn met ingang van 1 januari 2005 van kracht. Naast de hiervoor
vermelde veranderingen wordt ook nog de waardering van objecten in
aanbouw op grondwaarde en stichtingskosten naar een percentage op 1
januari van het belastingjaar vermeld.
Een ander verbeterpunt dat in is gegaan op 1 januari 2005 heeft
betrekking op de behandeling van bezwaar- en beroepsschriften. De
behandeling van de grote hoeveelheid WOZ bezwaar- en beroepschriften
brengt voor zowel gemeenten als rechterlijke macht veel kosten en een
hoge werkbelasting met zich mee. Veel bezwaar- en beroepsprocedures
gaan over relatief kleine verschillen en het grote aantal zorgt ervoor
dat de behandeltijden voor WOZ-procedures erg lang zijn. Het kabinet
heeft een kleine afwijkingsmarge bij de vaststelling van de WOZ-waarde
ingebouwd, waardoor het aantal ingediende WOZ-bezwaren zal afnemen;
het kabinet vindt dit bovendien niet onaanvaardbaar geacht vanuit het
oogpunt van rechtsbescherming.
De nieuwe systematiek met een aanvaardbaar geachte marge leidt ertoe
dat bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een waardebeschikking alleen
zin heeft als bij beschikking vastgestelde waarde meer dan de hier
bedoelde marge afwijkt van de, volgens de Wet WOZ, vastgestelde
waarde.
De vastgestelde marge is vijf procent bij objecten met een
vastgestelde waarde van niet meer dan EUR 200.000,-. Bij objecten met
een hogere vastgestelde waarde is de marge op een lager percentage
vastgesteld, omdat de belangen in absolute zin daarbij hoger zijn. Bij
een object met een vastgestelde waarde van bijvoorbeeld EUR 500.000,-
is de marge vier procent (EUR 20.000,--), bij een object van EUR
800.000,-- is de marge drie procent (EUR 24.000,--) en bij een object
van bijvoorbeeld EUR 2.000.000,-- is de marge twee procent (EUR
40.000,--). Het absolute maximum van de marge is gesteld op een bedrag
van EUR 100.000,-- geldend voor objecten met een bij beschikking
vastgestelde waarde van EUR 5.000.000,-- of meer.
Hoger beroep mogelijk bij beroepszaken belastingen
Tot 1 januari 2005 was het alleen mogelijk om, als men het niet eens
was met de uitspraak op het bezwaarschrift in beroep te gaan bij de
belastingkamer van de rechtbank. Was de uitspraak van de
belastingrechter niet bevredigend dan bestond nog de mogelijkheid in
cassatie te gaan bij de Hoge Raad. Cassatie is slechts mogelijk als de
rechtsregels niet goed zijn toegepast, inhoudelijk wordt er niet meer
beoordeeld.
Vanaf 1 januari 2005 bestaat dus de mogelijkheid om na het afwijzen
van het beroep bij de rechtbank in hoger beroep te gaan bij het
gerechtshof in belastingzaken. Ook de gemeente kan nu hoger beroep
instellen. Na deze rechtsgang blijft cassatie bij de Hoge Raad nog
mogelijk.
Nadere informatie
Meer informatie vindt u in de belastinggids die wordt meegestuurd met
uw aanslag/beschikking. U kunt natuurlijk ook altijd terecht bij de
medewerkers van de afdeling Financiën, telefoonnummer 024-6780800.