Algemeen ambtsbericht Eritrea
Inhoudsopgave Pagina
1 Inleiding 4
2 Landeninformatie 5
2.1 Basisgegevens 5
2.1.1 Land en volk 5
2.1.2 Geschiedenis 5
2.2 Politieke ontwikkelingen 8
2.3 Veiligheidssituatie 12
2.4 Staatsinrichting 15
2.5 Wetgeving 16
2.5.1 Nationaliteitswetgeving 16
2.6 Economische situatie 18
3 Mensenrechten 21
3.1 Inleiding 21
3.2 Waarborgen en Toezicht 21
3.3 Naleving en Schendingen 23
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid 23
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 25
3.3.3 Vrijheid van godsdienst 28
3.3.4 Bewegingsvrijheid 33
3.3.5 Rechtsgang 34
3.3.6 Arrestaties en detenties 35
3.3.7 Mishandeling en foltering 38
3.3.8 Verdwijningen 39
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden 39
3.3.10 Doodstraf 39
3.4 Posities van specifieke groepen 39
3.4.1 Ethiopiërs 39
3.4.2 Vrouwen 42
3.4.3 Etnische groepen en minderheden 44
3.4.4 Dienstplichtigen 45
4 Migratie 52
4.1 Inleiding 52
4.2 Opvang binnenlands ontheemden en terugkerende vluchtelingen 52
4.3 Minderjarigen 57
4.4 Activiteiten van internationale organisaties 60
4.5 Beleid andere landen 63
5 Samenvatting 66
Bijlage(n) 69
5 Samenvatting
In het grensconflict deden zich in de verslagperiode lange tijd geen nieuwe
ontwikkelingen voor. Eritrea blijft weigeren om de speciale gezant van de SGVN,
Lloyd Axworthy, te ontvangen.
In november 2004 presenteerde Ethiopië een nieuw vredesinitiatief. Ethiopië
verklaarde in principe de uitspraak van de Grenscommissie te accepteren en een
dialoog met Eritrea te willen aangaan om de beslissing van de Grenscommissie te
implementeren. Mede gelet op het door Ethiopië gemaakte voorbehoud, is het de
vraag of het Ethiopische initiatief een doorbraak betekent in het slepende conflict.
Het grondgebied van Eritrea is relatief veilig, al vinden soms incidenten plaats.
UNMEE sprak tot eind 2004 over een 'militair stabiele situatie' in de TSZ en
aangrenzende gebieden. De laatste maanden heeft echter met name aan
Ethiopische zijde van de grens een aanzienlijke troepenopbouw plaatsgevonden.
Hoewel er geen concrete aanwijzingen zijn dat één van beide partijen plannen
heeft voor een offensieve actie, is de situatie gespannen.
De humanitaire situatie in Eritrea blijft zorgelijk: internationale voedselhulp blijft
noodzakelijk. De economische prognoses zijn ronduit negatief, onder meer
vanwege macro-economische instabiliteit en slecht economisch beleid, het grote
aantal personen dat zich thans nog in het leger bevindt en het ontbreken van een
goed investeringsklimaat.
De houding van de regering tegenover binnenlandse politieke oppositie is in de
verslagperiode niet gewijzigd. De in september 2001 gearresteerde critici zitten
nog steeds vast en in de verslagperiode zijn opnieuw arrestaties verricht.
Onduidelijk blijft op welke termijn algemene verkiezingen zullen plaatsvinden en
of de grondwet van 1997 daadwerkelijk zal worden geïmplementeerd.
Gelet op het huidige politieke klimaat in Eritrea is het aannemelijk dat personen
die ervan verdacht worden aanhanger van een oppositionele beweging te zijn, bij
terugkeer de aandacht van de Eritrese autoriteiten zullen trekken en mogelijk
problemen (arrestatie en detentie) zullen ondervinden.
Het verschijningsverbod van de onafhankelijke media is nog steeds van kracht en
de sinds september 2001 gearresteerde journalisten zitten nog steeds om redenen
van 'nationale veiligheid' gevangen.
Vanaf februari 2003 begonnen de Eritrese autoriteiten op grote schaal leden van de
zogenaamde nieuwe religieuze groeperingen op te pakken en voor korte of langere
tijd te detineren. Ook leden van vernieuwingsbewegingen binnen de vier
gevestigde religies werden opgepakt. Jehova's getuigen die dienst weigeren
kunnen ernstige problemen ondervinden.
Er zijn berichten dat de politie zich in de verslagperiode van tijd tot tijd schuldig
maakte aan mishandeling en marteling van gevangenen. De (militaire) politie en
veiligheidsdiensten maakten zich in de verslagperiode ook schuldig aan (soms
ernstige) mishandeling van dienstplichtontduikers, deserteurs en leden van nieuwe
religieuze groeperingen. Dienstplichtontduikers, dienstweigeraars en deserteurs
werden bestraft met disciplinaire maatregelen als het langdurig blootstellen aan
hoge temperaturen of het langdurig binden van handen en voeten, hetgeen in
sommige gevallen leidde tot blijvend letsel. Het is onduidelijk in hoeverre
mishandeling en marteling door de Eritrese autoriteiten getypeerd kan worden als
een structureel verschijnsel.
Dienstplichtontduikers, dienstweigeraars en deserteurs worden in de praktijk
zonder proces bestraft. Hierbij kan worden gedacht aan taakstraffen, gedwongen
tewerkstelling, lijfstraffen en detentie alvorens zij alsnog/opnieuw in het leger
worden ingelijfd. Het is aannemelijk dat de bestraffing van dienstplichtontduikers,
dienstweigeraars en deserteurs sterk afhankelijk is van de specifieke
omstandigheden van betrokkene, bijvoorbeeld was er sprake van
dienstplichtontduiking, dienstweigering of desertie, vond het in vredestijd of
oorlogstijd plaats, was het destijds bekend bij de autoriteiten, wat was de
achtergrond van betrokkene, etc.
De nationaliteitskwestie is in Eritrea een complex onderwerp. De vigerende
Eritrese nationaliteitsverordening is qua regelgeving onvolledig en biedt ruimte
voor verschillende interpretaties.
Ethiopiërs in Eritrea hebben nog steeds te maken met hinder en discriminatie, met
name op het gebied van werk en voorzieningen.
Naar schatting 89% van alle vrouwen in Eritrea ondergaat, hetzij als baby, hetzij
later in hun jeugd, enigerlei vorm van genitale verminking. Genitale verminking
komt overal in het land en in vrijwel alle gemeenschappen voor.
Er bestaat in Eritrea een systeem van opvang van alleenstaande minderjarigen. In
samenwerking met internationale organisaties is een infrastructuur opgezet voor
hereniging van wezen met meer of minder directe familie dan wel plaatsing in
alternatieve opvang (groepstehuizen) en in laatste instantie weeshuizen.
UNHCR faciliteert de terugkeer van Eritrese vluchtelingen uit Sudan. Sinds mei
2001 zijn in totaal 120.000 vluchtelingen op vrijwillige basis met behulp van de
UNHCR vanuit Oost-Sudan teruggekeerd naar Eritrea.
De ons omringende landen behandelen asielverzoeken van Eritreeërs op
individuele basis. Wel geven de meeste landen extra aandacht aan een aantal
kwetsbare groepen. De ons omringende landen zien in het algemeen geen
beleidsmatige bezwaren tegen terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Eritrea.
Gedwongen verwijdering vanuit deze landen vindt echter voor zover bekend
nauwelijks plaats.
UNHCR acht gedwongen terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Eritrea niet
verantwoord.
Ministerie van Buitenlandse Zaken