Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht

Persbericht

25 februari 2005

Eén op de tien Nederlanders is probleemdrinker

Eerste landelijke onderzoek naar prevalentie van probleemdrinken

Uit het eerste landelijke onderzoek naar probleemdrinken blijkt dat 10,3% van de Nederlanders van 16-69 jaar veel drinkt en daar problemen van ondervindt.

Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport: De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek , uitgevoerd door de UM-onderzoekers drs. Daksha van Dijck en prof. Ronald Knibbe, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

In het rapport wordt iemand een probleemdrinker genoemd als hij/zij problemen ondervindt als gevolg van regelmatig óf stevig drinken. Voor regelmatig drinken wordt de norm gehanteerd van minstens 21 dagen per maand 4 of meer glazen bier, wijn of sterke drank. Stevig drinken is minstens 4 keer per maand 6 of meer glazen. De ondervonden problemen lopen uiteen van drinken om zorgen te vergeten of meer zelfvertrouwen te krijgen tot black-outs door drankgebruik, stiekem drinken, maaltijden overslaan, alcohol-ongevallen, regelmatige dronkenschap/katers en sociale problemen (waaronder problemen met partner, familie of werk).

Het onderzoek werd uitgevoerd onder bijna 8.000 Nederlanders van 16-69 jaar. Analyse van de gegevens leidt tot een aantal meer en minder verrassende conclusies. Zo blijkt probleemdrinken vaker voor te komen bij mannen en jongeren en minder vaak bij mensen met een partner en met kinderen. De hoogste prevalentie wordt gevonden bij jongeren van 16-24 jaar. Bij mannen in die leeftijdsgroep is meer dan eenderde (34,1%) probleemdrinker, bij vrouwen 9,4%. Bij zowel mannen als vrouwen in oudere leeftijdsgroepen is het percentage probleemdrinkers ruimschoots lager. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat bij jongeren met het stapsgewijs aangaan van structurele verplichtingen, zoals samenwonen, huwen en ouderschap het overmatig drankgebruik en daaraan gerelateerde problemen steeds verder vermindert.

In de Alcoholnota 2001-2003 heeft het ministerie van VWS bepaald dat beleid gericht moet zijn op het terugdringen van overmatig alcoholgebruik, en dan voornamelijk bij jongeren en (ex)probleemdrinkers. Het UM-onderzoek vloeit direct uit deze nota voort en biedt een eerste landelijke schatting van de prevalentie van probleemdrinken in Nederland. Op 14 februari jl. verscheen ook een UM-rapport voortvloeiend uit deze Alcoholnota: Daders en slachtoffers aan het woord; een exploratief onderzoek naar uitgaansgeweld .

Noot voor de pers:

Titel van het rapport: De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek, drs. Daksha van Dijck (onderzoeker) en prof. dr. Ronald Knibbe (projectleider). Exemplaren van dit rapport zijn te bestellen bij Universiteit Maastricht, Mevr. M. Arkenbout: 043 388 2204, of via e-mail: M.Arkenbout@zw.unimaas.nl

Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij Daksha van Dijck (tel. 043 388 4082; e-mail daksha.vandijck@zw.unimaas.nl), Ronald Knibbe (tel. 043 3882204;e-mail r.knibbe@zw.unimaas.nl) of het secretariaat van de afdeling Medische Sociologie (tel. 043 3882204). De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail pers@bu.unimaas.nl..Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992. De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: http://www.pers.unimaas.nl/

Zie ook het Research Magazine voor meer interessant onderzoek aan de UM: http://www.unimaas.nl/researchmagazine/default.asp?taal=nl