VPRO
CDA en VVD willen strenger visumbeleid
CDA en VVD willen strenger visumbeleid
Ook toeristen en zakenlui moeten 'goede bedoelingen' aantonen
CDA en VVD willen de bewijslast omkeren als het gaat om het verkrijgen
van een visum voor kort verblijf in Nederland. Op dit moment moet de
Nederlandse overheid bij visumweigering aannemelijk maken, dat de
visumaanvragen voornemens is niet tijdig te vertrekken. De Algemene
wet bestuursrecht biedt daarbij de nodige rechtsbescherming. Dat moet
veranderen, zeggen de twee grootste regeringspartijen vandaag in
Argos. Iedere niet-Schengenburger die in Nederland op familiebezoek,
vakantie of op zakenreis wil komen, moet zelf kunnen aantonen dat hij
weer binnen drie maanden naar huis zal terugkeren.
Nederlandse ondernemers, burgers en advocaten doen in Argos hun beklag
over de bureaucratische en stroperige wijze waarop de besluitvorming
tot het verlenen van een zogenaamd Schengen-visum voor kort verblijf
tot stand komt. Advocaten klagen over willekeur bij ambassades en het
Ministerie van Buitenlandse Zaken. Sommige aanvragers worden al
geweigerd wanneer er slechts sprake is van een vaag vermoeden dat hij
of zij hier zou kunnen blijven. Eerder deze week klaagde het
Nederlandse bedrijfsleven ook al in het Financiële Dagblad dat zij
grote moeite hebben met het restrictieve Nederlandse visumbeleid.
Duitse en Deense ambassades zouden veel soepeler zijn bij het
verstrekken van visa en daar wordt dan ook druk 'gewinkeld' door
Nederlandse bedrijven. Zakenpartners uit bijvoorbeeld het
Midden-Oosten worden vaak 'omgeleid'. Dit betekent dat zij een visum
krijgen in een ander Schengenland en daarna pas naar Nederland
komen.
CDA en VVD willen desgevraagd de regels echter niet versoepelen, maar
zelfs aanscherpen. Tweede Kamerlid Hans van Baalen (VVD) zegt in Argos
naar een omgekeerde bewijslast toe te willen: 'Iemand die toegang tot
Nederland wil hebben en daarvoor een visum nodig heeft, moet zelf
kunnen aantonen dat hij zich zal gedragen naar de voorwaarden van de
visumverlening. Zo'n omgekeerde bewijslast is strijdig met de Algemene
Wet Bestuursrecht, maar dan moet de wet maar worden veranderd. De
aanvrager van een visum moet kunnen aantonen dat hij goede bedoelingen
heeft. Dat kan door aan te tonen dat hij bijvoorbeeld
werkverplichtingen heeft in het land van herkomst en dus niet op basis
van zijn mooie blauwe ogen.'
CDA-collega Jan Jacob van Dijk is het daarmee eens en voegt eraan toe
dat ook de Europese regelgeving uniformer moet, zodat het 'shoppen'
bij andere ambassades onmogelijk wordt: 'Een bedrijf kan ik niet
verbieden gebruik te maken van andere ambassades, dat is nu nog een
legale mogelijkheid. Het toont wel aan dat er zo snel mogelijk heldere
Europese maatregelen nodig zijn om dit soort situaties in de toekomst
te voorkomen.'
D'66 woordvoerder Ursie Lambrechts vindt niet dat het beleid moet
worden veranderd. Zij maakt zich juist zorgen over de effecten van een
nog striktere regelgeving: 'We zijn al strenger dan de landen om ons
heen, maar we verdienen wel ons brood met handel en toerisme. Als we
mensen wegjagen naar andere landen, dan zijn we een dief van onze
eigen portemonnee. Volgens mij biedt de huidige wet al de nodige
waarborgen om misbruik te voorkomen. Die regels zijn al lang
aangescherpt.'
(