Ministerie van Buitenlandse Zaken

Koendes over mishandelingen van gevangenen in Irak

Beantwoording kamervragen Koendes over mishandelingen van gevangenen in Irak

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

25 februari 2005

Behandeld

Stynke Douma

Kenmerk

DVB/CV-039/05

Telefoon

070-3486457

Blad


1/6

Fax

070-3485684

Bijlage(n)

stynke.douma@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lid Koenders over mishandelingen van gevangenen in Irak

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over mishandelingen van gevangenen in Irak. Deze vragen werden ingezonden op 27 januari 2005 met kenmerk 2040507100.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over mishandelingen van gevangenen in Irak.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de recente berichten waarin Britse (en Deense) soldaten worden beschuldigd van mishandeling en vernedering van gevangenen tijdens de missie in Irak? 1) Kunt u garanderen dat het hier niet gaat om door Nederlandse militairen overgedragen gevangenen?

Antwoord
Sinds eind september 2004 zitten er geen door Nederlandse militairen aan de Britse divisie overgedragen gevangenen meer in gevangenissen in Irak.

Vraag 2
Beschikt u over informatie waaruit blijkt dat er een overeenkomst tussen de coalitietroepen bestaat die ten grondslag ligt aan de mishandelingen en vernederingen, gezien de gelijkenissen met de foto's van de mishandelingen in de Abu Ghraib gevangenis?

Antwoord
Nee.

Vraag 3
Wat is uw oordeel over de analyse, die onder meer Britse psychologen maken en deskundigen verbonden aan Jane's Defense Weekly 2), dat de Britse militairen orders opvolgden?

Antwoord
De regering acht dit niet waarschijnlijk, maar wacht de uitkomsten van onderzoeken naar bovengenoemde beschuldigingen af.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de chaotische situatie en een gebrek aan voorbereiding en planning direct na de oorlog hebben bijgedragen aan het totstandkomen van deze misstanden? 3) Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Het lijkt weinig zinvol te speculeren over de achtergronden van genoemde misstanden die onder geen enkele omstandigheid te rechtvaardigen zijn.

Vraag 5
Welke waarborgen worden op Nederlands, EU- en NAVO-niveau ingebouwd om deze situaties, ook schadelijk voor de missie zelf, bij toekomstige (gezamenlijke) missies te voorkomen? Hoe wordt dit onderwerp betrokken bij de trainingsmissie van de NAVO in Irak?

Vraag 6
Wat heeft Nederland bijgedragen om mishandelingen door Iraakse veiligheidsdiensten te voorkomen? Vormt het voorkomen van ernstige mishandelingen ook onderdeel van de NAVO-trainingsmissie?

Antwoord
Militairen dienen te handelen overeenkomstig de regels van internationaal humanitair recht, waaronder de verdragen van Genève en overeenkomstig toepasselijke mensenrechtelijke principes. Deze stelregel wordt gehanteerd door alle NAVO-bondgenoten. Zowel in de voorbereiding van deelname aan operaties als in de uitvoering daarvan wordt aan dit aspect zorg besteed.

De NAVO-trainingsmissie is gericht op de professionalisering en democratisering van de Iraakse veiligheidsstructuren volgens NAVO-normen. Mensenrechten maken daar deel van uit.

Het Nederlandse detachement heeft 150 Iraakse gevangenismedewerkers opgeleid. Hierbij is ook aandacht besteed aan een respectvolle behandeling van gevangenen. De Iraakse gevangenis in As Samawah wordt meerdere keren per week bezocht waarbij ook wordt gesproken met de gevangenen. Indien nodig worden eventuele misstanden onder de aandacht van de Iraakse autoriteiten gebracht. Zo zijn recent indicaties over mishandeling van gevangenen aan de orde gesteld bij de nationale en lokale autoriteiten. De politiecommandant van Al-Muthanna heeft inmiddels maatregelen genomen.

Vraag 7
Hoe beoordeelt het kabinet het rapport van Human Rights Watch waarin de Iraakse Regering wordt gevraagd om ernstige
mensenrechtenschendingen te onderzoeken en onder meer het aantal waarnemers in detentiecentra op te voeren dan wel toe te laten? 4)

Antwoord
Het rapport van Human Rights Watch geeft aanleiding tot bezorgdheid. De regering zal het rapport in EU-kader aan de orde stellen en voorstellen de Iraakse overgangsregering gemeenschappelijk om een reactie op de inhoud er van te vragen. Al naar gelang de reactie kan de EU bezien of en op welke wijze zij de overgangsregering kan ondersteunen bij de aanpak van misstanden.

Vraag 8
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Nederlandse en EU-interventies bij de regering van de VS over de benarde positie van de gevangenen in Guantanamo Bay? 5)

Antwoord
Ik heb nog zeer recent (tijdens mijn bezoek aan Washington op 17 en 18 februari jl.) de problematiek van de gevangenen van Guantánamo Bay met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Rice, en de onderminister van Defensie, Wolfowitz, besproken. Bij eerdere gelegenheden is door het Nederlandse EU-voorzitterschap aangedrongen op bezoeken van het Internationale Rode Kruis en de VN-speciale rapporteurs aan alle gevangenen.


1) de Volkskrant, 20 januari jl.,`Britse eigendunk loopt een knauw op'en `Britse militairen volgden orders', www.bbc.co.uk, 21 januari jl.,`Danish troops charged with abuse'


2) de Volkskrant, 20 januari jl.,`Britse militairen volgden orders'


3) www.bbc.co.uk, 21 januari jl., "Psychotic' aftermath of Iraq war'


4) Financial Times, 25 januari jl.,`Iraqi forces accused of torturing detainees'


5) Zie onder meer verwijzing naar zelfmoordprotesten in `Mass Guantanamo suicide protest', www.bbc.co.uk, 24 januari jl.