Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
25 februari 2005
KABINET WIL DOORSTART DUALISERING GEMEENTEBESTUUR
Het kabinet onderschrijft de noodzaak om zowel op rijks- als gemeentelijk
niveau een extra inspanning te plegen voor de dualisering van het
gemeentebestuur. Dit blijkt uit het kabinetsstandpunt op het rapport van de
Stuurgroep Evaluatie Dualisering Gemeentebestuur waarmee de ministerraad op
voorstel van minister De Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. Deze stuurgroep, onder voorzitterschap
van mw. Leemhuis-Stout, stelde eind 2004 vast dat de doelstellingen van de
wet dualisering gemeentebestuur nog niet zijn bereikt. Om deze
doelstellingen op termijn wel te halen, heeft de stuurgroep in totaal 17
aanbevelingen gedaan om wijzigingen in structuur en cultuur aan te brengen
en om een doorstart te bewerkstelligen.
Doorstart dualisering
De doorstart van het dualiseringsproces zal worden uitgevoerd via de
zogeheten Vernieuwingsimpuls, een samenwerkingsverband tussen het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten. Het zwaartepunt van de werkzaamheden zal volgens
het kabinet moeten verschuiven van voorlichting over dualisme naar het
ondersteunen van gemeenten in hun ontwikkeling naar een goed functionerende
dualistische bestuurspraktijk. Hiervoor zal een actieprogramma worden
opgesteld waarin de nadruk ligt op de cultuurverandering op lokaal niveau.
Cultuur
Hierbij heeft de stuurgroep-Leemhuis zich vooral gericht op het
functioneren van het raadslid.
Het kabinet is met de stuurgroep van oordeel dat het deeltijdkarakter van
het raadslidmaatschap moet worden behouden. Onderstreept wordt dat een
actieve rol in de maatschappij onontbeerlijk is voor een goede
taakuitoefening van het raadslid als volksvertegenwoordiger.
Structuur
Het kabinet onderschrijft de aanbeveling om de Gemeentewet op onderdelen
aan te passen. Reden hiervoor is dat deze onderdelen voor onduidelijkheid
zorgen over de taakverdeling binnen het gemeentebestuur. Het artikel waarin
staat dat een wethouder al dan niet op zijn verzoek door de raad wordt
uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslaging
deel te nemen, zal worden vervangen door een artikel dat tot uitdrukking
brengt dat het college in de raad zijn beleidsvoorstellen verdedigt. Verder
zal een bepaling aan de Gemeentewet worden toegevoegd waarin wordt geregeld
dat de gemeenteraad geen initiatiefvoorstellen kan vaststellen dan nadat
burgemeester en wethouders in de gelegenheid zijn gesteld om hun wensen en
bedenkingen ter kennis van de raad te brengen. Daarnaast zal de Gemeentewet
worden bekeken op onvolkomenheden die niet uit de evaluatie naar voren zijn
gekomen. Eventuele wijzigingen worden dan tegelijk meegenomen in het
wetsvoorstel.
RVD, 25.02.2005
Ministerie van Algemene Zaken