Antwoorden op de vragen aan de Regering over het rapport "Reconstructie
Zuiderzeelijn" infrastructuur voor besluitvorming"
|Kamerstuknummer |:|29283-9 | |Vragen aan |:|Regering | |Commissie |:|Verkeer en Waterstaat |
|Nr |Vraag | |1 |Hoe denkt de regering uitvoering te geven aan de | | |toezegging, die is gedaan in de brief van 12 | | |oktober 2004 van de minister van Verkeer en | | |Waterstaat (TK 2004-2005, 27 658, nr. 19; p. 3) | | |om gedurende de planstudie een volledige | | |maatschappelijke kosten-batenanalyse uit te | | |voeren? Hoe verhoudt zich dit tot de prijsvraag? | | |Antwoord: | | |Voor grote projecten is het gebruikelijk om na de| | |kengetallen KBA in de verkenningenfase*, ook in | | |de Trajectnota/MER fase een KBA op te stellen. De| | |toezegging die is gedaan in de brief van 12 | | |oktober 2004 doelt hierop. | | |*In Verkenning deel I (2000) is een kengetallen | | |kosten-batenanalyse (KKBA) uitgevoerd door het | | |NEI. Deze KBA is destijds getoetst en "op | | |hoofdlijnen geloofwaardig bevonden" door het CPB.| | |In het kader van Verkenning deel II is naar | | |aanleiding van de discussie tussen economische | | |instituten een verdiepingsproces uitgevoerd met | | |betrokken instituten (NEI, Nyfer, | | |Rijksuniversiteit Groningen). Mede op basis van | | |toetsing van de resultaten van dit | | |verdiepingsproces door het CPB ("De uitkomsten | | |van het NEI worden nog steeds op hoofdlijnen | | |plausibel geacht"), is de verdiepte KBA van het | | |NEI gebruikt als besluitvormingsinformatie voor | | |het kabinetsbesluit van 21 december 2001. | | | | | |Voor het project Zuiderzeelijn is uitwerking in | | |een Trajectnota/MER nog niet aan de orde. Dat | | |neemt niet weg dat er gezien de termijn waarop | | |een Trajectnota/MER wel aan de orde is, de | | |beleidsomgeving en relevante ontwikkelingen sinds| | |de KBA van 2001, aanleiding kan zijn om thans een| | |nieuwe of herijkte KBA op te stellen. De | | |informatie uit de prijsvraag zou als input kunnen| | |dienen voor deze herijkte KBA, omdat daarmee de | | |mogelijke betrokkenheid van marktpartijen en de | | |haalbaarheid van het project door middel van | | |robuuste kostenramingen getoetst kan worden | |2 |In hoeverre heeft het mogelijkerwijs niet | | |doorgaan van de Zuiderzeelijn invloed op een | | |mogelijke nieuwe verbinding tussen Almere en | | |Schiphol? | | |Antwoord: | | |De in de vraag bedoelde "mogelijke nieuwe | | |verbinding tussen Almere en Schiphol" wordt | | |opgevat als betrekking hebbend op een | | |IJmeerverbinding | | |In het kader van de Nota Ruimte is op basis van | | |een integrale verkenning voor de corridor | | |Haarlemmermeer-Almere besloten om een planstudie | | |weg Schiphol - Almere uit te voeren en als | | |onderdeel van het project Zuiderzeelijn een | | |mogelijke IJmeerverbinding (als variant) te | | |onderzoeken. | | | | | |Voor de IJmeervariant van de Zuiderzeelijn geldt | | |dat deze nader wordt onderzocht. Een eventuele | | |combinatie van de IJmeervariant van de | | |Zuiderzeelijn met een (regionale) IJmeerweg maakt| | |van dit onderzoek onderdeel uit. Voor de | | |meerkosten van de IJmeervariant in vergelijking | | |met een Zuiderzeelijn via de Hollandse Brug is op| | |dit moment geen budget beschikbaar gesteld door | | |het rijk en betrokken regionale overheden. Bij | | |keuze voor deze variant zal tot een | | |kostenverdeling tussen betrokken publieke en | | |eventuele private partijen moeten worden gekomen.| | |Regionale overheden staan positief tegenover een | | |IJmeervariant van de Zuiderzeelijn en bezien | | |daarnaast op eigen initiatief een eigenstandige | | |OV-verbinding (metro of light rail). Dit geldt | | |mogelijk ook voor eventueel regionale | | |initiatieven. | | | | | |In 2006 wordt in het kader van samenhangende | | |besluitvorming over projecten in de Noordvleugel | | |(NVL) onder andere besloten over de | | |woningbouwopgave voor Almere in relatie tot | | |bereikbaarheid en natuur. De planstudie weg en | | |Zuiderzeelijn (inclusief IJmeervariant) zijn | | |voorzien als onderdeel van deze samenhangende | | |besluitvorming. | | |Als de procedure voor de Zuiderzeelijn eventueel | | |wordt afgebroken, kan een nieuwe OV-verbinding | | |tussen Schiphol en Almere niet meer via de | | |Zuiderzeelijn worden bereikt. In de Nota | | |Mobiliteit wordt gewezen op de integrale | | |gebiedsgerichte verkenning waarin de verkeers-en | | |vervoerproblematiek tussen Schiphol en Almere is | | |bestudeerd. Aanleiding voor deze verkenning waren| | |de mogelijke locaties voor woningbouw tot 2030 en| | |de consequenties hiervan voor het verkeer op het | | |traject Haarlemmermeer-Schiphol-Amsterdam-Almere.| | |Uit de studie is gebleken dat bij het openbaar | | |vervoer op dit traject- op enkele knelpunten na- | | |er geen grote problemen optreden in de | | |vervoerscapaciteit. Beperkte extra investeringen | | |zijn voldoende om de knelpunten op het spoor op | | |te lossen, in combinatie met investeringen in de | | |weg. | | |De uitkomsten van de verkenning rechtvaardigen | | |een planstudie voor de uitbreiding van de | | |wegcapaciteit. Twee hoofdalternatieven zullen | | |worden onderzocht: een nieuwe verbinding tussen | | |de A6 en de A9 en een tracé dat gebruik maakt van| | |een sterke uitbreiding van de bestaande | | |infrastructuur (stroomlijntracé). Deze planstudie| | |gaat een belangrijk deel uitmaken van het | | |Programma Noordvleugel. De regio heeft een | | |OV-verbinding via het IJmeer als optie | | |aangedragen om de capaciteit van het OV uit te | | |breiden en de ruimtelijke ontwikkeling van Almere| | |(Pampus) te structureren. Deze verbinding wordt | | |als variant meegenomen in de prijsvraag van de | | |Zuiderzeelijn en kan mogelijk gecombineerd worden| | |met een weg. De wegverbinding wordt tevens als | | |scenario meegenomen bij de eerder genoemde | | |planstudie voor de weg. | |3 |Welke implicaties heeft het eventueel afbreken | | |van de procedure voor de Zuiderzeelijn voor de | | |ruimtelijk-economische doelstellingen voor | | |Flevoland en Noord-Nederland en de bijbehorende | | |afspraken met de lagere overheden over het | | |instrumentarium en de financiële middelen? | | |Antwoord: | | |Met het project Zuiderzeelijn worden tot nu toe | | |de volgende doelen beoogd: | | |bereikbaarheid van het Noorden en verbinding van | | |Flevoland met het Noorden verbeteren; | | |bijdrage leveren aan bereikbaarheid van de | | |Noordvleugel en Almere - door het te onsluiten | | |met een hoogwaardig OV-systeem - een meer | | |gelijkwaardige positie geven ten opzichte van | | |andere steden in de Randstad; | | |stimuleren van de regionale economie van het | | |Noorden; | | |structurerend element in de verdere ontwikkeling | | |van de as Schiphol - Amsterdam - Almere; | | |afstemmen van infrastructuur en verstedelijking; | | |benutten van de mogelijkheden die de | | |Zuiderzeelijn biedt om de ruimtelijke | | |ontwikkelingen te sturen (activiteiten | | |concentreren in stedelijk gebied en landelijke/ | | |open gebieden behouden). | | |Als de procedure voor de Zuiderzeelijn eventueel | | |wordt afgebroken, kunnen de genoemde | | |doelstellingen niet langer via de Zuiderzeelijn | | |worden bereikt. Er zijn op dit moment voor | | |Flevoland (Noordvleugel) en Noord-Nederland geen | | |andere rijksprojecten voorzien, die invulling | | |kunnen geven aan de genoemde doelstellingen. | | |Daarnaast vervallen in dat geval de | | |conceptafspraken met de regionale en lokale | | |overheden over het instrumentarium voor | | |gezamenlijke besluitvorming en risicobeheersing | | |(o.a. go / no go momenten) enerzijds en de | | |financiële bijdrage van deze partijen anderzijds.| | | | | | | | |Om bij eventuele beëindiging van het project | | |Zuiderzeelijn toch invulling te geven aan | | |bovengenoemde doelstelling zou gezocht kunnen | | |worden naar alternatieve maatregelen. De | | |doelstellingen zijn breder dan alleen | | |bereikbaarheid. | | | | | |Indien alternatieve maatregelen worden overwogen | | |spelen o.a. de volgende vragen: | | |kan een met de Zuiderzeelijn vergelijkbare | | |bijdrage worden geleverd aan de doelstellingen? | | |welke rijksbijdrage is gemoeid met een | | |alternatief pakket? | | |hoe is de verdeling van verantwoordelijkheden, | | |financiering en risico's tussen rijk en betrokken| | |regionale overheden? | | |is nog sprake van samenhang met andere projecten | | |in het Noordvleugelprogramma? | |4 |Wat is de huidige status van het begrip | | |"transfersom of restwaarde" waarover in de op 14 | | |maart 2000 aangeboden kabinetsnotitie | | |Zuiderzeelijn wordt gesproken? | | |Antwoord: | | |De begrippen transfersom en restwaarde hebben | | |beide een andere betekenis. | | | | | |Een transfersom betreft een eventuele betaling | | |door de overheid aan de private concessiehouder | | |aan het eind van de concessieperiode, voor de | | |waarde die het gehele systeem van infrastructuur | | |en vervoer op dat moment (bijv. in 2040) nog | | |vertegenwoordigd. Een dergelijk bijdrage is | | |geopperd in de eerste private plannen voor een | | |magneetzweefbaan (Transrapid). Hieraan wordt in | | |de kabinetsnotitie van 14 maart 2000 gerefereerd | | |in bijlage 4 over 'financiering en PPS', waarbij | | |een indicatief bedrag is genoemd van zes miljard | | |gulden. Een constructie met een transfersom is | | |niet aan de orde, vanwege de hoge kosten voor de | | |overheid die hiermee zijn gemoeid. | | | | | |Het begrip restwaarde, zoals gehanteerd in de | | |business case uit de Verkenningen voor de | | |Zuiderzeelijn (2000 - 2001), heeft betrekking op | | |de opbrengst van de vervoersexploitatie na de | | |eerste concessietermijn (bijvoorbeeld voor de | | |periode van 2040-2080) voor de overheid. In de | | |business case werd uitgegaan van een eerste | | |concessietermijn van 25 jaar, de restwaarde heeft| | |daarmee betrekking op de periode na 2040. | | | | | |Bij besluitvorming over de verkenningen (2001) | | |werd de restwaarde gezien als mogelijke | | |financieringsbron (bij HSL ca. E 0,23 mld. en bij| | |MZB ca. E 0,36 mld.). Gezien de lange termijn | | |waarop de restwaarde zich voordoet, is deze | | |omgeven met de nodige onzekerheden. Daarom is de | | |restwaarde bij besluitvorming door het kabinet in| | |2004 in het kader van de Nota Ruimte nog wel | | |gezien als maatschappelijke waarde (zie vraag 7 | | |over de KBA), maar zekerheidshalve niet langer | | |beschouwd als financieringsbron. | | | | | |In de brief aan de Tweede Kamer van 8 juni 2004 | | |over de Zuiderzeelijn is in bijlage 6 | | |(samenvatting kosten en opbrengsten) ingegaan op | | |de wijziging van de status van de restwaarde. | | | | |5 |Deelt de regering de conclusie van de projectgroep | | |Zuiderzeelijn uit de Zuiderzeelijn Business Case van november | | |2000 dat de Zuiderzeelijn, zelfs als de overheid alle risico's | | |op zich neemt, financieel niet haalbaar is? | | |Antwoord: | | |De conclusie van de business case van november 2000 is dat alle| | |alternatieven (MZB, HSL, IC en HZL-plus) een significante | | |bijdrage van de overheid vergen, zelfs als de overheid alle | | |risico's op zich neemt. Hiermee is niet geconcludeerd dat het | | |project financieel niet haalbaar is. | | | | | |Ter toelichting het volgende. | | | | | |Aan het eind van de verkenningen (2001) heeft het kabinet | | |besloten om maximaal Euro 2,73 miljard te reserveren voor de | | |Zuiderzeelijn. Onderstaand overzicht van de kostenraming uit de| | |Verkenningen (2000 - 2001), laat zien wat de geraamde kosten | | |zijn voor alle alternatieven. | | | | | | | | |Materieel | | |Infrastructuur | | |Totaal | | | | | |HZL-plus | | |0,27 | | |1,20 | | |1,47 | | | | | |ZZL-IC | | |0,24 | | |2,40 | | |2,64 | | | | | |ZZL-HSL | | |0,49 | | |3,80 | | |4,29 | | | | | |ZZL-MZB* | | |0,79 | | |6,15 | | |6,94 | | | | | | | | |Kostenraming verkenningen (x 1 miljard E, netto contante waarde| | |2010, prijspeil 2002), zie ook brief aan Tweede Kamer van 8 | | |juni 2004 | | |* Hier wordt bedoeld de MZB die op alle stations stopt, de zgn.| | |MZM(etro). | | | | | |Voor de Intercity en Hanzelijn-plus zou de rijksbijdrage van E | | |2,73 miljard toereikend moeten zijn voor de gehele investering.| | |Voor de MZB en HSL is de maximale rijksbijdrage niet toereikend| | |voor de gehele investering. Daarom is ook zicht nodig op andere| | |bijdragen om te kunnen bepalen of deze alternatieven haalbaar | | |zijn. Regionale overheden hebben een bijdrage toegezegd van E | | |0,23 mld. voor een HSL en E 1,02 mld. voor een MZB. In de | | |business case uit de verkenningen is een private bijdrage - | | |winst uit vervoersexploitatie - berekend van E 0,23 mld. voor | | |een HSL en E 1,03 mld. voor een MZB. | | | | | |Voor de verschillende alternatieven leidt dit tot het | | |onderstaande samenvattende overzicht van kosten en financiële | | |dekking. | | | | | | | | |ZZL-HSL | | |ZZL-MZB* | | | | | |A Investeringskosten totaal | | |4,29 | | |6,94 | | | | | | | | | | | | | | | | | |B Dekking totaal | | |3,19 | | |4,81 | | | | | |waarvan | | | | | | | | | | | |rijksbijdrage | | |2,73 | | |2,73 | | | | | |regionale bijdrage | | |0,23 | | |1,02 | | | | | |exploitatiesaldo / private bijdrage | | |0,23 | | |1,06 | | | | | | | | | | | | | | | | | |C Ongedekt | | |1,10 | | |2,13 | | | | | |dekkingspercentage | | |74% | | |69% | | | | | |Kosten en financiële dekking (x 1 mld. Euro, NCW 2010, | | |prijspeil 2002), zie ook brief aan Tweede Kamer van | | |8 juni 2004 | | | | | |Bovenstaand overzicht maakt duidelijk dat een MZB en HSL alleen| | |financieel haalbaar zijn indien marktpartijen via | | |publiek-private samenwerking (PPS) kansen zien om met name de | | |totale investeringskosten te verlagen. | | | | |6 |Deelt de regering de mening van de Tijdelijke Commissie | | |Infrastructuurprojecten dat er, zeker naar aanleiding van de | | |kosten-batenanalyse, geen nut en noodzaakdiscussie is gevoerd? | | |Antwoord: | | |In maart 2001 heeft het kabinet een breed proces ingezet | | |(Verkenningen deel II), gericht op aanvullende informatie en op | | |draagvlak voor een kabinetsbesluit over de Zuiderzeelijn. | | |Onderdeel van dit proces was een verdieping van de | | |kosten-batenanalyse (KBA), met betrokkenheid van meerdere | | |economische instituten (zie ook vraag 1).De resultaten van de | | |verdiepte KBA zijn betrokken in een breed parallel proces met | | |stakeholders (maatschappelijke organisaties, onder leiding van | | |onafhankelijk voorzitter en secretariaat) en adviesorganen van | | |de regering (VROM Raad en Raad voor V&W, ICES en RPC). De | | |resultaten van de verdiepte KBA zijn in december 2001 aan de | | |orde geweest in zowel het kabinet als in de Tweede Kamer, | | |getuige het AO verslag van februari 2002. | | | | | |Vervolgens heeft integrale besluitvorming over o.a. de | | |Zuiderzeelijn plaatsgevonden in het kader van de Nota Ruimte en | | |de Nota Mobiliteit. Daarbij zijn de Zuiderzeelijn-doelstellingen| | |voor de Noordvleugel aangescherpt en derhalve niet expliciet | | |onderdeel geweest van eerdere discussie over nut en noodzaak. | | |Bovendien is de discussie gezien het strategisch karakter van | | |deze nota's niet op detailniveau gevoerd. | | | |
|7 |Kan een overzicht worden gegeven van de wijze waarop de | | |milieueffecten in de analyses van het Nederlands Economische | | |Instituut (NEI) uit 2001 zijn meegenomen? | | |Antwoord: | | |Voor de kosten-batenanalyse (KBA) is zoveel mogelijk getracht de| | |optredende externe effecten te kwantificeren en in geld uit te | | |drukken. Externe effecten omvatten milieueffecten, maar ook | | |effecten op natuur, landschap, ruimtebeslag en energieverbruik. | | | | | | | | |Voor een aantal externe effecten zijn mitigerende of | | |compenserende maatregelen meegenomen in de investeringskosten. | | |Deze effecten zijn dus als onderdeel van investeringskosten | | |verwerkt in de KBA. Daarnaast was het voor een aantal aspecten | | |onmogelijk om de optredende effecten in geld uit te drukken, | | |vanwege het ontbreken van gegevens en/of geaccepteerde methoden.| | |Deze aspecten zijn kwalitatief meegenomen in de KBA. | | | | | |De hoofdaspecten van de milieueffecten die in de KBA zijn | | |onderzocht zijn: | | |natuur: kwantitatief meegenomen als mitigerende en compenserende| | |maatregelen in de kostenraming; | | |landschap: kwantitatief meegenomen als standaardbedrag voor | | |mitigatie (vormgeving en inpassing ten behoeve van visuele | | |kwaliteit); | | |ruimtebeslag: ten dele kwantitatief verwerkt in kostenraming in | | |de vorm van kosten voor onteigening van grond en bebouwing; | | |milieu (geluid, bodem en water): geluidsmaatregelen conform | | |wettelijke norm kwantitatief verwerkt in kostenraming, overige | | |aspecten kwalitatief beoordeeld; | | |woon- en leefmilieu: sociale veiligheid en visuele hinder zijn | | |kwalitatief beoordeeld; | | |energiegebruik: kwantitatief opgenomen als extern effect via | | |waardering van emissies van CO2 en NOx. | | | | | |Onderstaande tabel geeft de uitkomsten weer van de verdiepte KBA| | |van het NEI uit 2001 (die door CPB op hoofdlijnen plausibel is | | |beoordeeld), met een nadere uitsplitsing van de afzonderlijk | | |gemonetariseerde externe effecten door emissies van CO2 en NOx | | |en de kwalitatief beoordeelde externe effecten op natuur, | | |landschap en milieu. | | | | | | | | | | | |HZL-plus | | |ZZL-IC | | |ZZL-HSL | | |ZZL-MZM | | |ZZL-MZB | | | | | |Gemonetariseerde effecten | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Maatschappelijke baten | | |0,6/0,7 | | |1,1 | | |1,5/1,8 | | |3,5/4,0 | | |2,9/3,3 | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Maatschappelijke kosten | | |1,3 | | |2,5 | | |3,9 | | |6,9 | | |6,4 | | | | | |(waarvan emissies CO2 en NOx) | | |0 % | | |0 % | | |1% | | |1,5% | | |2% | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Saldo excl. restwaarde | | |-0,6/-0,7 | | |-1,4 | | |-2,1/-2,3 | | |-3,0/-3,4 | | |-3,2/-3,6 | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Restwaarde | | |0,1 | | |0,3 | | |0,4 | | |0,7 | | |0,7 | | | | | |Saldo incl. restwaarde | | |-0,5/-0,6 | | |-1,1 | | |-1,7/-1,9 | | |-2,3/-2,8 | | |-2,5/-2,9 | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Niet gemonetariseerde effecten | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |Externe effecten op natuur, landschap en milieu | | |- | | |--- | | |--- | | |-- | | |-- | | | | | |Schaal- en cluster-effecten | | |0 | | |0/+ | | |+ | | |+++ | | |+++ | | | | | |Regionale herverdeling | | |PM | | |PM | | |PM | | |PM | | |PM | | | | | |Overzicht van de kosten en baten, netto contante waarde 2010 in | | |miljarden Euro's (bron: NEI 2001), zie ook brief aan Tweede | | |Kamer | | |van 21 december 2001 | | | | |8 |In hoeverre worden sommige cijfers, die gebruikt zijn bij de | | |presentatie van het kabinetsbesluit van 21 december 2001, niet | | |onderschreven door het Centraal Planbureau? | | |Antwoord: | | |Ten behoeve van het kabinetsbesluit van december 2001 is het CPB| | |gevraagd de verdiepte KBA van de Zuiderzeelijn te toetsen. Deze | | |verdiepte KBA bestond uit een samenvattende rapportage en drie | | |onderliggende documenten opgesteld door NEI, Rijksuniversiteit | | |Groningen en Nyfer. | | | | | |Het CPB plaatst in haar toets kanttekeningen bij enkele | | |onderdelen van de verdiepte KBA van NEI: de reizigersvolumes en | | |arbeidsmarkteffecten lijken (licht) overschat en het opnemen van| | |een restwaarde is moeilijk verdedigbaar, maar het totaalbeeld | | |wordt hierdoor niet in belangrijke mate beïnvloed. Mede op basis| | |van de CPB toets is de restwaarde in de toets afzonderlijk | | |gepresenteerd. | | | | | |Overigens is de restwaarde in de maatschappelijke economische | | |benadering van de KBA op een andere wijze berekend dan in de | | |bedrijfseconomische benadering van de business case (zie vraag | | |4). | | | | | |Het CPB concludeerde dat de uitkomsten van het NEI nog steeds | | |(in 2000 werd door het CPB ook de eerdere KBA van NEI getoetst) | | |op hoofdlijnen plausibel zijn. Om deze reden is de verdiepte KBA| | |van het NEI gebruikt als besluitvormingsinformatie voor het | | |kabinetsbesluit van 21 december 2001. In het kabinetsbesluit van| | |2001 zijn daarnaast ook cijfers uit andere deelstudies van de | | |verkenningen gepresenteerd. Deze cijfers - zoals bijvoorbeeld de| | |business case, geluidhinder en energieverbruik - zijn niet door | | |het CPB getoetst. Dit is ook niet gebruikelijk. | | | | | |Onderdeel van de verdiepte KBA van NEI is een deelstudie van | | |o.a. de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) naar de indirecte | | |effecten op de arbeidsmarkt en de woningmarkt. De resultaten van| | |deze deelstudie zijn gebruikt ten behoeve van het | | |kabinetsbesluit. In het TCI rapport heeft dit geleid tot | | |verwarring, omdat de RUG daarnaast ook een eigen KBA heeft | | |opgesteld. Deze KBA werd door het CPB niet onderschreven en is | | |ook niet gebruikt ten behoeve van besluitvorming in het kabinet | | |in december 2001. | | | | |9 |Wat zijn de resultaten van de toezegging van de minister van | | |Verkeer en Waterstaat in het Algemeen Overleg van 27 februari | | |2002 om deskundigen te laten kijken naar alternatieve | | |investeringsdoelen om de economische structuur van het noorden | | |te versterken | | |Antwoord: | | |Mijn inschatting is dat u refereert aan het Algemeen Overleg van| | |26 juni 2001 waar dit aan de orde is geweest (en niet 27 | | |februari 2002 zoals u suggereert). Dit heeft ertoe geleid dat in| | |het tweede deel van de verkenningen voor de Zuiderzeelijn (2001)| | |in overleg met het ministerie van Economische Zaken en de regio | | |is bekeken of er alternatieve investeringsdoelen beschikbaar | | |waren om de economische structuur van het Noorden te versterken.| | |Daarbij is onder andere de relatie gelegd met maatregelen in het| | |kader van de Commissie Langman, het Integraal Structuurplan | | |(ISP), Europese Structuurfondsen en de Herinrichtingwet Oost | | |Groningen - Gronings Drentse Veenkoloniën. Dit heeft geen | | |concrete alternatieve investeringsdoelen opgeleverd, die de | | |projectdoelen even goed zouden kunnen dienen. | | | | | |In de brief aan de Tweede Kamer van 21 december 2001 over het | | |kabinetsbesluit op basis van de verkenningen is dit als volgt | | |verwoord: "Dit beleid heeft geleid tot substantiële | | |werkgelegenheidsimpulsen voor het Noorden. Het heeft echter niet| | |kunnen voorkomen dat de achterstand van het Noorden op Nederland| | |als geheel in termen van welvaart (regionale productie, | | |gemiddeld besteedbaar inkomen) nog steeds bestaat." | | | | |10 |Zijn er vanuit Duitsland nog signalen waardoor de in eerste | | |instantie beoogde internationale context van het project weer in| | |beeld komt? Zo ja, hoe concreet zijn die signalen? | | |In de Verkenningen voor de Zuiderzeelijn (2000 - 2001) is | | |onderzocht in hoeverre doortrekking naar Duitsland toegevoegde | | |waarde levert. De conclusie was (bron: resultatennotitie | | |verkenningen I en II, bijlage bij brief aan Tweede Kamer over | | |kabinetsbesluit 21 december 2001): "De reizigersstromen tussen | | |Nederland en Noord-Duitsland zullen ook bij sterke economische | | |ontwikkelingen in Noord- en Oost-Duitsland en Scandinavië gering| | |zijn. Voor de relatie Amsterdam - Hamburg en Amsterdam - Berlijn| | |zou de route via de Hanzelijn, Twente en Osnabrück meer voor de | | |hand liggen, maar ook dit is vooralsnog niet aan de orde. Een | | |snelle verbinding via Groningen naar Noord-Duitsland en verder | | |naar Scandinavië is voorlopig niet in beeld." | | | | | |Er is in de afgelopen jaren geregeld interesse vanuit | | |Noord-Duitsland voor de internationale context van de | | |Zuiderzeelijn. De Duits - Nederlandse contacten lopen via | | |betrokken bewindslieden (met name Noord-Duitse deelstaten), | | |regionale overheden en handelskamers. De contacten richten zich | | |op de initiërende rol die de Zuiderzeelijn zou kunnen hebben | | |voor een transnationale infrastructuurverbinding tussen | | |Noord-Nederland / Noord-Duitsland en Noord- en Oost-Europa. Ook | | |lijkt sprake van interesse vanuit Noord-Europa voor een | | |hogesnelheidsverbinding Noord-Duitsland - Scandinavië. Concrete | | |plannen zijn er niet. | | | | | |Er is op dit moment geen aanleiding om de conclusie van de | | |Verkenningen over de internationale context van de Zuiderzeelijn| | |te herzien. | |11 |Kan de toets van het Centraal Planbureau op de | | |kosten-batenanalyses van het NEI, de Rijksuniversiteit Groningen| | |en Nyfer alsnog officieel aan de Tweede Kamer worden | | |toegezonden? | | |Antwoord: | | |Als bijlage is bijgevoegd de CPB notitie 'Toetsing uitwerking | | |KKBA Zuiderzeelijn' van 23 november 2001. |