Nieuw-Vlaamse Alliantie


Parlementaire nieuwsflits (21 - 25 februari 2005) (25/02/05)

Wekelijks ontvangt u een parlementaire nieuwsflits. Hierin brengen we een selectie van de parlementaire initiatieven van onze parlementsleden.

Vlaams Parlement

Jan Loones ondervroeg dinsdag in de commissie minister Bourgeois over de Vlaamse vertegenwoordigers in het buitenland. Op dit moment zijn er 4 Vlaamse huizen in het buitenland, nl. Den Haag, London, Wenen en Parijs. Tijdens zijn bezoek aan New York had minister Bourgeois openlijk zijn ambities te kennen gegeven om ook daar (via een PPS-formule) een Vlaams Huis op te richten. Dergelijke huizen fungeren als een soort van Vlaamse ambassade en bundelen de krachten van Export Vlaanderen, Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse regering. Jan ondervroeg de minister om te weten te komen waar zijn prioriteitstelling ligt in de uitbouw van Vlaamse huizen in de wereld. In eerste instantie pleit de minister voor een verdieping van de bestaande netwerken, met als centraal gegeven de versterking van de vertegenwoordigingen in onze buurlanden. Daarnaast heeft hij zijn administratie de opdracht gegeven te onderzoeken om tegen het einde van de regeerperiode een Vlaams huis in New York in gebruik te nemen. Ook de uitbouw van de aanwezigheid van Vlaanderen in Centraal- en Oost-Europa verdient zijn aandacht. Buiten Europa is zuidelijk Afrika een prioriteit. De centrale spil van die uitbouw is de huidige vertegenwoordiger van de Vlaamse regering in Pretoria. Jan Loones is van oordeel om ook deze vertegenwoordiging te laten uitgroeien tot een echt Vlaams huis, een Vlaamse ambassade als het ware.

Uit recente krantenartikels bleek dat minister Peeters onderzoekt of een verlegging van de Krijgsbaan aan de luchthaven in Deurne geen alternatief kan zijn voor de veel duurdere ondertunneling. De omlegging zou slechts 3.5 miljoen euro kosten, tegenover de 30 miljoen euro voor de tunnel. Het tijdstip van deze bekendmaking is op zijn minst merkwaardig : tegen eind februari moet PMV samen met de commerciële partners een business plan voorleggen over de bouw van de tunnel, het ontwikkelen van een deel van de gronden en de exploitatie van de luchthaven. Reden genoeg, vond Bart De Wever, om de Vlaamse regering tijdens de actuele vragen van woensdag hierover aan de tand te voelen. De vrees bestaat dat de commerciële partners niet langer bereid zijn nog te investeren in het dure verhaal van de huidige ondertunneling, wetende dat er een goedkoper alternatief voorhanden is. Bovendien zal er door een verandering van het plan meer dan waarschijnlijk een nieuwe aanbesteding nodig zijn. Hierdoor dreigt uitstel, hetgeen wel eens zou kunnen leiden tot het definitieve einde van de luchthaven, gezien de strengere internationale veiligheidsnormen (ICAO). De minister bevestigde dat de nieuwe plannen niet mogen leiden tot een uitstel. Omdat er een ruimtelijk uitvoeringsplan nodig is, is er een plan-MER noodzakelijk, waarbij sowieso alle alternatieven moeten worden bestudeerd. Bart De Wever vroeg zich tot slot af hoe het kwam dat exact één week voor er een businessplan moet zijn, er door een lek in de pers een goedkopere oplossing voorgesteld wordt. Ergens klopt er iets niet.

Woensdag werd in de plenaire zitting de beleidsnota Gelijke Kansen van minister Van Brempt (SP.a) besproken. Tijdens haar tussenkomst focuste Helga Stevens zich vooral op het beleid ten aanzien van personen een handicap, een doelgroep die in het Gelijke Kansenbeleid naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Helga is tevreden dat de beleidsnota erkent dat omgevingsfactoren een grote rol spelen in het creëren van een handicap. Een onvoldoende aangepaste leefomgeving veroorzaakt discriminatie. Toegankelijkheid wordt in de beleidsnota echter beperkt tot de fysieke en niet-fysieke toegankelijkheid van gebouwen. Toegankelijkheid betekent volgens Helga ook toegang tot informatie en communicatie, essentieel in de huidige informatiemaatschappij. Zij waarschuwde de minister dat het succes van een gecoördineerd gelijkekansenbeleid, waarbij elke minister in zijn domein de nodige maatregelen neemt, afhankelijk is van de slagkracht van de coördinerende minister. Zij verwees naar het Europees Jaar van Personen met een Handicap (2003), waarbij de toenmalige regeringscommissaris haar federale collegas vroeg om op hun terrein minstens één concrete beleidsdaad te stellen. Uit navraag door de N-VA bij alle federale ministers bleek dat het resultaat zeer bedroevend was: op een jaar tijd werden 15 extra parkeerplaatsen gecreëerd. Dit resultaat werd bovendien geclaimd door drie ministers en een staatssecretaris samen. Tenslotte vroeg Helga Stevens ook aandacht voor de onderbemanning van de Cel Gelijke Kansen en de noodzaak van meer onderzoek met het oog op cijfergegevens.

Een andere beleidsnota die in de plenaire zitting besproken werd, was die van Binnenlands bestuur van minister Keulen. Jan Peumans nam namens onze fractie het woord. In eerste instantie juichte hij de beslissing toe om het Gemeentefonds jaarlijks met 3,5 % te laten stijgen. Eindelijk wordt een belangrijke stap gezet die de gemeenten toelaat een begrotingsbeleid voor meerdere jaren uit te stippelen. Het komt er op aan om deze groei minstens 5 jaar lang te kunnen volhouden. In zijn betoog legde hij hoofdzakelijk de klemtoon op minder plannen en meer enveloppen voor de gemeenten, minder toezicht en bemoeizucht en meer autonomie en meer maatwerk. Ook inzake fiscale autonomie moet een modulaire benadering mogelijk zijn. Bovendien bracht hij de Lambertmontgelden in herinnering. Hierover is het de laatste tijd bijzonder stil. Hij vroeg zich af of er van daaruit nog een extra inspanning kon worden verwacht voor de gemeenten. Tot slot sneed hij het onderwerp van de correcte toepassing van het taalgebruik in bestuurszaken in de faciliteitengemeenten aan. We hebben vertrouwen in de minister maar zullen hem geregeld herinneren aan zijn beloftes.

Donderdag was er in de Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand een hoorzitting met vzw De Rand. Vzw De Rand heeft als expliciete opdracht het Nederlandstalig en Vlaams karakter in de Rand te versterken. Aan het woord kwamen de voorzitter en de directeur van vzw De Rand, gevolgd door de hoofdredacteur van de Randkrant. In de hoorzitting kwamen zowel de algemene integratieproblematiek van de Franstaligen in de Rand ter sprake als de praktische problemen waarmee de werking van vzw De Rand te maken heeft. In totaliteit ontvangt de vzw jaarlijks iets meer dan 4 miljoen euro (van de Vlaamse gemeenschap en de provincie tezamen en voor de realisatie van de Randkrant) aan subsidies. Om een voldragen werking op poten te zetten komt de vereniging ongeveer een half miljoen euro tekort. Mark Demesmaeker onderschrijft deze vraag. Voor hem moet het werkingsveld van vzw De Rand verder worden uitgebreid. Zo moet ook Halle binnen dit werkingsgebied vallen. Deze centrumstad ondervindt de laatste jaren meer en meer een ware verfransingsdruk. Tot slot stelde Mark tot zijn genoegen vast dat de vzw in het prioriteitenlijstje de ontwikkeling van een pers- en documentatiecentrum heeft opgenomen. Dit centrum zou gegevens verzamelen, zowel naar beleidsvoorbereidend werk als naar geïnteresseerden toe (pers, verenigingen, inwoners, ). Mark is verheugd dat dit voorstel, dat hij enige tijd geleden gelanceerd heeft, nu door vzw De Rand wordt overgenomen. De Rand kan op de steun van Mark rekenen.

Op vraag van Kris Van Dijck heeft het Uitgebreid Bureau, het beleidsorgaan van het Vlaams Parlement, zich gebogen over onze vraag naar een gedragscode voor het mediatiek optreden van politici. Het Uitgebreid Bureau onderschreef ons standpunt dat de medewerking van Vlaamse parlementsleden aan bepaalde mediaprogrammas en de afwezigheid van parlementsleden in het Vlaams Parlement een negatieve invloed hebben op het imago van het Vlaams Parlement. Maar, het Uitgebreid Bureau was van mening dat die ontsporingen niet via reglementen of codes bestreden kunnen worden. Wel responsabiliseerde men de fractievoorzitters om de leden van hun fractie aan te sporen bij te dragen tot de goede werking en de positieve uitstraling van het Vlaams Parlement. Wij wensen dan ook Caroline Gennez en Patricia Ceysens veel sterkte toe - ze zullen het nog nodig hebben - met hun leden Flor Koninckx en Jean-Marie Dedecker en zullen hen ten gepaste tijde herinneren aan hun verantwoordelijkheid terzake. De vorige weken hadden we ook al meermaals de interpellatie van Kris ter sprake gebracht over topsport als promotiemiddel voor Vlaanderen bij Bloso en de wielerploeg Vlaanderen. Kris is er woensdag in geslaagd een motie in het Vlaams Parlement hierover te laten goedkeuren. Hierin vraagt het parlement aan de Vlaamse regering er strikt op toe te zien dat zowel bij de tewerkstellingsprojecten als bij de subsidiëring van atleten of sportploegen voldoende aandacht wordt besteed aan de zichtbaarheid van Vlaanderen. Die zichtbaarheid moet in verhouding staan tot de financiële inbreng van de Vlaamse overheid.

Kamer van Volksvertegenwoordigers

Patrick De Groote verzet zich tegen de plannen van Demotte om de afgestudeerde kinesisten te contingenteren door slechts 270 Nederlandstalige en 180 Franstalige kinesisten toe te laten in het systeem van terugbetaling door het RIZIV. Dit zou gebeuren door een vergelijkend examen door SELOR, gebaseerd op kennis, bekwaamheid en houding. De Groote heeft niet enkel twijfels over dit bijkomend examen, dat zich waarschijnlijk zal beperken tot de theorie. Erger vindt De Groote dat mensen die jaren hebben gestudeerd en gemotiveerd waren om het beroep uit te oefenen aan de eindmeet worden gediskwalificeerd. Het bijkomend examen houdt ook geen rekening met eventuele specialisaties. Bovendien zijn er in Vlaanderen maatregelen getroffen om de uitstroom van het aantal kinesisten te beperken en stelt het probleem zich enkel in Franstalig België. De Groote vindt dat men moet onderzoeken om bepaalde therapieën, waar er een tekort voor is, zoals bobath en autogene drainage (voor onder meer muco-patiënten) te promoten, in plaats van de weg naar de arbeidsmarkt nog maar eens te vermoeilijken. Vaak worden slechts die specialisaties gekozen die uitzicht geven op dure behandelingen.

Europees Parlement

Woensdag bezocht de nieuw-verkozen Oekraïnse President Viktor Joesjtjenko het Europees Parlement in Straatsburg. Wie had gedacht dat het louter een protocollair beleefdheidsbezoekje betrof, had het mis. In de plenaire vergadering sprak Joesjtjenko met vuur en overtuiging over de toekomst van Oekraïne. Een toekomst die volgens hem ligt in Europa. De EU wil de relaties met Oekraïne voorlopig regelen in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid. De Unie keurde daartoe deze week een actieplan goed voor nauwere samenwerking met het land. Joesjtjenko vindt deze politiek nu al achterhaald door de recente gebeurtenissen en wil net zoals het Europees Parlement verder gaan. Het Parlement keurde in januari nog een resolutie goed waarin lidmaatschap voor Oekraïne zeker niet uitgesloten wordt. Joesjtsjenko wees op de gemeenschappelijke normen en waarden en de gezamenlijke historiek van Europa en Oekraïne. Hij kondigde een ambitieus actieplan aan ter hervorming van het land en hoopt in 2007 te mogen starten met toetredingsonderhandelingen. De president kreeg hiervoor een staande ovatie van het Europees Parlement.

De problematiek inzake de mensen- en volkenrechten in Turkije stond de voorbije maanden volop in de aandacht naar aanleiding van het debat over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU. Voorstanders van de toetreding gebruikten de "verbeterde situatie" inzake de mensenrechten als voornaamste argument pro toetreding. Deze toetreding was het alles zaligmakende middel om de situatie in Turkije te verbeteren. Frieda Brepoels ontving gisteren een delegatie van de Koerdische partij DEHAP. Ze bezochten het Parlement in het kader van de oprichting van de "EP-Koerdische vriendschapsgroep", waarvan Frieda Brepoels deel uitmaakt. Uit de gesprekken met de vertegenwoordigers van DEHAP bleek dat de situatie allerminst is verbeterd, integendeel. Zij ervaren een verslechtering sinds de beslissing tot het starten van de onderhandeling. De druk is van de ketel en het ziet er naar uit dat de aangekondigde hervormingen enkel op papier bestaan. Er werden afspraken gemaakt om de situatie van de Koerden permanent hoog op de politieke agenda te houden. De recente aanhouding in Duitsland van Remzi Kartal is tekenend voor de veranderde situatie. Eind januari werd in Duitsland op vraag van Turkije het voormalig Koerdisch Parlementslid Remzi Kartal aangehouden. Kartal was Parlementslid voor de Democracy Party (DEP) in het Turkse Parlement en een oud collega van Leyla Zana, het Koerdisch Parlementslid dat na jaren gevangenschap onder druk van de internationale gemeenschap werd vrijgelaten en in het Europees Parlement werd gevierd voor haar strijd voor de mensenrechten in Turkije. In een brief aan de Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht vraagt Frieda Brepoels, verwijzend naar de situatie in Turkije, contact op te nemen met de Duitse collega ten einde te voorkomen dat Kartal aan Turkije zou worden uitgeleverd.

Auteur:
Wetenschappelijk medewerker Vlaams parlement
Peter Buysrogge

Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be