2040508010
Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over
de kinderopvang. (Ingezonden 8 februari 2005)
Vraag 1.
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel de teruglopende werkgeversbijdrage de rijksoverheid aan
compensatie kost? 1) Zo neen, waarom niet? Zo ja, is dat meer dan begroot? Zo ja, hoeveel
meer?
Antwoord 1.
Er is over het algemeen geen sprake van een teruglopende werkgeversbijdrage, maar van een
teruglopende bereidheid van werkgevers om extra bij te dragen als de werkgever van de
partner niet (voldoende) bijdraagt. Tijdens de schriftelijke voorbereiding van de behandeling
van het wetsvoorstel heb ik aangegeven welke veronderstellingen ten aanzien van
werkgeversbijdragen aan de raming van de Rijksbijdrage ten grondslag liggen. In de nota naar
aanleiding van het nader verslag (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 28447, nr. 15)
staat op bladzijde 25 dat macro gezien de regering verwacht dat 68% van de werknemers bij
de invoering van de Wet kinderopvang een werkgeversbijdrage ontvangt. Uit de eerste
informatie van de Belastingdienst blijkt dat de feitelijke aanvragen hiermee in
overeenstemming zijn. Er is derhalve geen sprake van een budgettaire tegenvaller.
Vraag 2.
Vindt u het wenselijk dat de rijksoverheid nu opdraait voor werkgevers die voorheen wel
bijdroegen aan de kosten voor kinderopvang wanneer de andere werkgever niet bijdroeg en nu
niet meer? Zo ja, waarom?
Antwoord 2.
Het doel van de regering is dat zo veel mogelijk werkgevers bijdragen aan de kosten voor
kinderopvang van hun werknemers, waarbij de werkgevers van beide ouders elk een
verantwoordelijkheid hebben. Een ontwikkeling waarbij werkgevers een vergoeding van een
zesde deel van de kosten vertrekken is hiermee niet in strijd.
De compensatieregeling voor de ontbrekende werkgeversbijdrage heeft daarbij in belangrijke
mate het karakter van een overgangsregeling, die ouders gedeeltelijk (en veelal tijdelijk)
compenseert voor het feit dat nog niet alle werkgevers hun bijdrage leveren.
Vraag 3.
Deelt u de mening dat de doelstelling van tripartiete financiering nog wordt gehaald, nu de
rijksoverheid voor het grootste deel van de kosten opdraait? Zo ja, waarom?
Antwoord 3.
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4.
Deelt u nog steeds de mening dat onvolledige compensatie door de rijksoverheid een prikkel
is voor werkgevers om bij te dragen? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
2
Antwoord 4.
Ja, een onvolledige compensatie, die voor de meeste inkomenscategorieën bovendien tijdelijk
is, vormt een prikkel voor ouders en vakbonden om de hoogte van de werkgeversbijdrage in
het arbeidsvoorwaardenoverleg met werkgevers en werkgeversorganisaties te bespreken en
hierover afspraken te maken. Uiteraard zou deze prikkel groter zijn indien compensatie van
een ontbrekende werkgeversbijdrage geheel zou ontbreken. In het belang van de financiële
toegankelijkheid van de kinderopvang voor alle ouders is daarvoor, mede op aandrang van de
Tweede Kamer, echter niet gekozen.
1) de Volkskrant, 4 februari jl.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Tonkens
(GroenLinks), ingezonden 7 februari 2005, (vraagnummer 2040507840) en van het lid Koser
Kaya (D66), eveneens ingezonden 7 februari 2005, (vraagnummer 2040507940).
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid