Federale regering Belgie
Nieuwe wettelijke afspraken voor jaarlijkse stortingen in het
Zilverfonds
(2005-02-25)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van de ministers van begroting en financiën, Johan Vande
Lanotte en Didier Reynders, heeft de Ministerraad haar goedkeuring
gehecht aan een voorontwerp van wet ter wijziging van de wet op het
Zilverfonds.
Voortaan zullen wettelijke bepalingen gelden over de hoogte van de
jaarlijkse stortingen in het Zilverfonds. De ministerraad voert
hiermee de aanbevelingen uit van de Hoge Raad van Financiën.
Van bij de oprichting van het Zilverfonds in september 2001 was het
van groot belang om het Fonds voldoende zichtbaarheid en
geloofwaardigheid te geven door vrij snel een aanzienlijk kapitaal op
te bouwen ook al bleven de begrotingsoverschotten eerder beperkt door
de tegenvallende conjunctuur. Daarom werd voor de financiering ook
gebruik gemaakt van ontvangsten die een impact op de schuldgraad
hebben, maar niet op het vorderingensaldo. Vier jaar na de oprichting
werden er voor 11.949,2 miljoen euro aan middelen aan het Zilverfonds
toegewezen. Dit bedrag zal in 2005 nog aangevuld worden met de
opbrengsten van de eenmalige bevrijdende aangifte, waarvoor de
Ministerraad een ontwerp van Koninklijk Besluit (*) heeft goedgekeurd.
Het gestorte bedrag zal bijgevolg tegen eind 2005 oplopen tot ongeveer
12.390,15 miljoen euro.
In 2000 werd voor het eerst sinds lang opnieuw een
begrotingsevenwicht, zelfs een beperkt overschot, gerealiseerd. In
tegenstelling tot vele andere Europese lidstaten slaagde België erin
om dit begrotingsevenwicht te vrijwaren in een economisch moeilijke
periode. Op korte termijn bestaat de budgettaire uitdaging er vooral
in om dit evenwicht een blijvend structureel karakter te geven. Dit
moet dan de basis vormen voor het opbouwen van structurele
overschotten op middellange termijn (vanaf 2007). De opbouw van
overschotten is noodzakelijk voor een voldoende snelle schuldafbouw.
De budgettaire marge die ontstaat door de dalende interestlasten kan
op termijn aangewend worden voor de financiering van de budgettaire
impact van de vergrijzing.
De aanpassing van de oorspronkelijke wet op het Zilverfonds heeft een
dubbel doel. Enerzijds wordt de financiering van het Zilverfonds voor
de toekomst wettelijk vastgelegd en worden zo meer garanties geboden.
Anderzijds wordt de band tussen de financiering van het Zilverfonds en
het gevoerde budgettaire beleid, meer bepaald de gerealiseerde
begrotingsoverschotten, versterkt. Er wordt vanaf 2007 tot 2012 een
duidelijk financieringspad voor het Zilverfonds uitgetekend. Zo wordt
er voor 2007 een bedrag van 0,3% van het BBP toegewezen. Dit bedrag
wordt in de periode 2008-2012 jaarlijks verhoogd met 0,2% van het BBP.
In 2012 wordt door toepassing van deze bepaling dus een bedrag van
1,3% van het BBP toegewezen aan het Zilverfonds. Bovendien zal deze
financiering in tegenstelling tot wat nu het geval is, in hoofdzaak
moeten bestaan uit de toewijzing aan het Fonds van gerealiseerde
vorderingenoverschotten. Het bedrag aan financiering voortvloeiend uit
operaties die enkel de schuld verminderen zonder verdere impact op het
vorderingensaldo wordt tot 2010 beperkt tot 250 miljoen euro per jaar
en voor de daaropvolgende jaren tot 500 miljoen euro.
(*) Dit ontwerp van Koninklijk Besluit heeft tot doel de opbrengst van
de eenmalige bevrijdende aangifte (ongeveer 496,2 miljoen euro),
verminderd met de bedragen die zijn gereserveerd voor toewijzing aan
de Gewesten (75 miljoen euro), alsook het saldo van de zgn.
Credibe-operatie (19,75 miljoen euro), toe te wijzen aan het
Zilverfonds conform de gemaakte afspraken.