Vlaamse regering
PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 25 FEBRUARI
2005
LISSABONPROCES VLAAMS VOORTGANGSRAPPORT 2004 MIDTERM REVIEW
De Lissabonstrategie wil van Europa tegen 2010 de meest
concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld
maken die in staat is tot duurzame economische groei,
volledige en kwalitatieve werkgelegenheid, definitieve
uitroeiing van de armoede, hechtere sociale samenhang en
een gezond milieu.
Vlaanderen wil tot de koplopers gerekend worden bij de
realisatie ervan, de ambitie uit 2000 mag niet worden
afgezwakt. Die gedrevenheid mag blijken uit het Pact van
Vilvoorde, dat in november 2001 met de sociale partners
is afgesloten. Het Pact is gedeeltelijk de Vlaamse
vertaling van de Lissabonstrategie. In haar regeerakkoord
2004-2009 gaf de Vlaamse Regering aan een aantal
doelstellingen uit het Pact een concrete invulling.
I. Vooruitgangsrapport 2004
Om de vooruitgang in het Lissabonproces in vergelijking
met andere landen en regio's te kunnen meten, stelt de
Vlaamse Regering jaarlijks op eigen initiatief een set
van kwalitatieve en kwantitatieve regionale indicatoren
op.
Daaruit blijkt dat Vlaanderen in staat is om de
doelstellingen van de Lissabonstrategie te realiseren. De
Vlaamse schuldgraad ligt op een uitzonderlijk laag peil.
Het Vlaams onderwijs is gekend om zijn hoogstaande
kwaliteit. De arbeidsproductiviteit ligt ruim n vijfde
boven het EU-25-gemiddelde. Dat Vlaanderen op bepaalde
domeinen een koploper is, mag echter geen excuus zijn
voor minder goede prestaties op andere domeinen. Wil
Vlaanderen zich handhaven als n van de welvarendste
regio's in Europa, dan moet het de aandacht op bepaalde
gebieden verscherpen.
De Vlaamse hoofdprioriteiten - meer ondernemen, meer
innovatie en meer jobs - moeten meer aandacht krijgen.
Het behalen van een globale werkzaamheidsgraad van 70% en
van een werkzaamheidsgraad van oudere werknemers van 50%
tegen 2010 is een grote uitdaging. Het belang van
onderwijs en vorming en van levenslang leren is niet te
onderschatten.
Wat de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling betreft,
zit Vlaanderen ruim boven het EU-gemiddelde en waarborgt
de tijdige uitvoering van het Innovatiepact de realisatie
van de 3%-norm.
Extra inspanningen zijn vereist om de klimaatsverandering
ten gevolge van het broeikaseffect mee te helpen
bestrijden en de engagementen in het kader van het Kyoto
Protocol na te komen.
Het aantal acties om de armoede te bestrijden moet
verhoogd worden.
1. Algemene Economische Ontwikkeling
Het BBP per inwoner is een algemeen gebruikte
welvaartsmaatstaf. Deze indicator ligt in het Vlaams
Gewest duidelijk boven het niveau van de EU-25. Over de
laatste jaren is het verschil zelfs iets toegenomen.
BBP per inwoner
1999
2000
2001
Vlaams Gewest
113,6
115,3
115,7
Waals Gewest
84
84,8
84,8
Brussels Gewest
240,3
237,5
238,2
Belgi
115,8
116,8
117,2
EU-25
100
100
100
Bron & opmerkingen: Eurostat, New Cronos Regio,
toestand januari 2004.
De hoge arbeidsproductiviteit is kenmerkend voor de
Vlaamse economie. Over de laatste jaren is ze relatief
zelfs nog gestegen t.o.v. het EU-gemiddelde.
BBP per
tewerkgestelde
persoon v. 15-
64 jaar
2000
2001
2002
2003
2004
Vlaams Gewest
119
119,3
119,8
121,7
Waals Gewest
104,5
104,6
106,4
105,8
Brussels
Gewest
143,3
145,2
140,1
Belgi
126,8
126,8
127,4
128,8
128,7
EU-25
100
100
100
100
100
Bron & opmerkingen: Eurostat. Berekening APS. De data
voor 2004 zijn ramingen. (De gegevens over de werkenden
van 15-64 jaar zijn afkomstig van het SWAV).
Het Brussels Gewest scoort hoog doordat het BBP in de
teller mede gerealiseerd wordt door een grote
pendelinstroom vanuit de andere gewesten en de
tewerkgestelde bevolking in de noemer diegenen omvatten
die in het Brusselse Gewest wonen.
De Vlaamse overheidsschuld ligt op een uitzonderlijk laag
peil. Een vergelijking met Belgi of de EU is moeilijk
daar Vlaanderen geen deel van de federale schuld overnam.
Bruto schuld
van overheden
als % BBP
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaams Gewest
5,4%
4,3%
3,6%
2,4%
0,9%
Belgi
114,8%
109,1%
108,1%
105,8
100,7%
EU-25
66,7%
62,9%
62,1%
61,6%
63,3%
Bron & opmerkingen: Eurostat.
Bij de cijfers voor Vlaanderen werd als teller de totale
schuld van de Vlaamse Gemeenschap opgenomen volgens
definitie van HRF.
2. Werkgelegenheid
De totale Vlaamse werkzaamheidsgraad daalde enigszins in
2003, en dit zowel bij de mannen als bij de vrouwen. Deze
indicator bevindt zich op een hoger niveau dan in het
Waalse en Brusselse Gewest. De Vlaamse waarden bevinden
zich in de buurt van de Europese, die wel een stijging
kennen.
Tewerkgesteld
e personen
tussen 15-64
jaar als % van
totale
bevolking
tussen 15 en
64 jaar
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaams Gewest
62,1
63,5
63,4
63,5
62,9
Waals Gewest
54,2
55,7
55,4
54,9
55,4
Brussels
Gewest
53,4
54,5
53,9
54,5
53,2
Belgi
58,8
60,1
59,9
59,9
59,6
EU-25
61,9
62,4
62,8
62,9
63
Bron & opmerkingen: NIS EAK (bewerking SWAV, Jaarboek
2004) voor gewesten en Belgi. Eurostat LFS (Eurostat
website Structural Indicators 13/12/2004) voor EU25.
Lissabon-
doelstelling
De globale arbeidsparticipatiegraad op
67% brengen tegen januari 2005
De globale arbeidsparticipatiegraad zo
dicht mogelijk bij 70% brengen tegen
2010
De werkzaamheidsgraad bij oudere werknemers is opvallend
lager dan in de Europese Unie. Belgi bengelt in de
voormalige EU-15 zelfs helemaal aan de staart. De Vlaamse
indicator blijft lager dan de Belgische, al was er in
2003 een lichte stijging.
Tewerkgestelde
oudere
werknemers 55-
64 j als %
totale
bevolking
tussen 55-64
j
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaams Gewest
23,7
25,5
24,5
25,6
26,5
Waals Gewest
23,7
25,2
24,6
26,2
29,1
Brussels
Gewest
30,3
34,1
31
35,3
35,5
Belgi
24,2
26,1
25,1
26,6
28,1
EU-25
36,2
36,6
37,4
38,8
40,2
Bron & opmerkingen: NIS EAK (bewerking SWAV, Jaarboek
2004) voor gewesten en Belgi. Eurostat LFS (Eurostat
website Structural Indicators 13/12/2004) voor EU25.
Lissabon-
doelstelling
De arbeidsparticipatiegraad van oudere
mannen en vrouwen (55-64) verhogen tot
50% tegen 2010
84,2% van de Vlaamse jongeren tussen 20 en 24 jaar heeft
het hoger secundair onderwijs met succes voltooid. Dit
cijfer blijft quasi constant, maar ligt toch opmerkelijk
hoger dan het gemiddelde in de EU (scholingsgraad bij
jongeren).
% bevolking
tussen 20-24
jaar met
minimaal
diploma of
getuigschrift
Hoger
Secundair
Onderwijs
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Vlaams Gewest
79,3
84,8
83,3
83,8
83,4
84,2
Waals Gewest
73,5
78,8
75,9
80
79,5
79,7
Brussels
Gewest
67,2
66,3
69,2
69,4
75,4
78
Belgi
76,2
80,9
79,4
81,1
81,3
82,1
EU-25
74,8
76,4
76,3
76,6
76,7
76,4
Bron: tweede kwartaalcijfers: NIS EAK, Eurostat
LFS
Lissabon-
doelstelling
Het aantal 18-24-jarigen, dat enkel lager
secundair onderwijs heeft gevolgd en geen
verder onderwijs of opleiding krijgt,
halveren.
In Vlaanderen neemt een groter deel van de bevolking op
arbeidsleeftijd deel aan vorming (levenslang leren).
% bevolking
tussen 25-64
jaar dat
deelneemt aan
vorming
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Vlaams Gewest
7,3
7,4
8,2
7,4
9,1
10,8
Waals Gewest
6,0
5,6
5,3
4,6
6,8
6,7
Brussels
Gewest
7,6
7,0
8,1
7,5
10,6
11,2
Belgi
6,9
6,8
7,3
6,5
8,5
9,5
EU-25
7,9
7,9
8,0
9,3
9,4
Bron: tweede kwartaalcijfers: NIS EAK, Eurostat LFS
Lissabon-
doelstelling
Een strategie en praktische maatregelen
bepalen ter stimulering van levenslang
leren voor iedereen
3. Innovatie en Onderzoek
De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn in
Vlaanderen hoger dan in Belgi of de EU. Bovendien nemen
ze, in het kader van het Innovatiepact, nog toe over de
jaren en dit zowel bij bedrijven als bij
overheidsinstellingen. Het globale cijfer voor Vlaanderen
bevindt zich in 2001 op 2,49% van het BBP, waarvan 1,93%
voor rekening van de bedrijven is en 0,63% voor rekening
van de overheid. In 2004 bedroegen de overheidskredieten
reeds 0,73%.
Bruto
Binnenlandse
Uitgaven
voor
Onderzoek en
Ontwikkeling
(GERD) in %
BBP
1999
2000
2001
Vlaanderen
2,14
2,32
2,49
Belgi
1,96
2,17
EU-25
1,89
1,93 *
Bron & opmerkingen: AWI, Speurgids 2004, CFS-STAT, OESO
(2003) Steunpunt O&O Statistieken (nota 04/11/2003)
Eurostat (2003).
* voorlopig cijfer
Beleidskredi
eten van de
overheid
voor O&O
(GBAORD) in
% BBP
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Vlaanderen
0,63
0,63
0,67
0,7
0,73
Belgi
0,57
EU-25
0,74
0,73
Bron & opmerkingen: AWI, Speurgids 2004, CFS-STAT, OESO
(2003) Steunpunt O&O Statistieken (nota 04/11/2003)
Eurostat (2003).
Lissabon-
doelstelling
De Algemene uitgaven voor O&O en
innovatie verhogen teneinde tegen 2010 3%
van het BBP te benaderen
4. Economische hervormingen
De private investeringsratio vormt een goede indicator
van de potentile groeikracht van de economie. Deze ratio
ligt steeds hoger in het Vlaamse Gewest dan in heel
Belgi of dan in de EU-25.
Bruto vaste
kapitaalvorm
ing van de
private
sector in %
BBP
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaams
Gewest
20,9
21,1
20,7
Waals Gewest
18,5
18,6
18,5
Brussels
Gewest
14,8
15,4
17,2
Belgi
19
19,3
19,2
17,9
17,3
EU-25
18
18,4
17,9
17,2
16,7
Bron & opmerkingen: Eurostat, NBB en bewerking APS. De
bruto investeringen zijn in materile vaste activa; de
overheid is niet inbegrepen.
5. Sociale Cohesie
Ondanks de toenemende welvaart is armoede in Vlaanderen
nog steeds een onopgelost probleem (armoederisico in % na
transfers). Vlaanderen scoort hier niet veel beter dan
het EU-gemiddelde.
Aandeel
bevolking
onder
armoedegrens
(60% of minder
van het
mediaan
equivalent
inkomen) na
sociale
transfers
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Vlaams Gewest
16
14
13
13
13
12
13
Waals Gewest
16
17
17
16
13
15
14
Belgi
16
15
14
14
13
13
13
EU-15 *
17
16
16
15
15
15
15
Bron & opmerkingen: ECHP, UDB, Eurostat. Versie december
2003. Berekeningen: Eurostat (New Cronos) en IWEPS
(berekening op 01/10/2004).
Conclusies over de evolutie kunnen niet getrokken worden,
gezien de betrouwbaarheidsintervallen niet gekend zijn en
dus niet geweten is of de veranderingen in de tijd
significant zijn.
* schattingen
Lissabon-
doelstelling
In het nationale actieplan
Armoedebestrijding worden doelstellingen
bepaald om het aantal mensen dat armoede
riskeert aanmerkelijk te verminderen
De langdurige werkloosheidsgraad is structureel lager in
het Vlaamse Gewest dan in Belgi of dan in de EU-25. Toch
laat de verslechterende conjunctuur sporen na, met een
toename in 2002 en 2003.
Totale
langdurige
(+12 maanden)
werklozen van
15 jaar en
ouder als %
van
beroepsbevolk
ing - totaal
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaams Gewest
2,5
1,9
1,5
1,8
2,1
Waals Gewest
8,1
6,9
5,8
6,5
6,2
Brussels
Gewest
9,5
8,5
7,4
8,5
8,5
Belgi
4,9
4
3,4
3,9
4
EU-25
4,1
4
3,8
3,9
4
Bron & opmerkingen: NIS EAK (bewerking SWAV, Jaarboek
2004) voor gewesten en Belgi. Eurostat LFS (Eurostat
website Structural Indicators 13/12/2004) voor EU25.
Noot: De NIS EAK jaargegevens betreft jaargemiddelden. De
Europese cijfers hebben betrekking op het tweede kwartaal
van elk jaar.
6. Milieu
Wat betreft de emissie van broeikasgassen blijft het
moeilijk om noemenswaardige vooruitgang te boeken.
Emissie
van
broeikasgas
sen in %
tov 1990
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaanderen
112
106
105
104
103,7
106*
Belgi
105,5
100,9
101,8
101,6
102,9
EU-15
97,8
96,2
96,3
97,6
97,1
EU-25
92,2
90,7
90,4
91,5
91
Bron & opmerkingen: Eurostat (laatste update: juli 2003)
Schattingen voor EU-25. Vlaams Gewest: emissie Inventaris
Lucht VMM en Energiebalans VITO (rapportering EU/CO2
15.01.2005).
* Voorlopig cijfer
Lissabon-
doelstelling
Duidelijke vorderingen maken bij het
realiseren van de doelstellingen van
Kyoto (o.a. broeikasgassen)
De energie-intensiteit van de economie neemt af gedurende
de laatste jaren. Volgens voorlopige cijfers zou er in
2003 een lichte toename zijn.
Energie-
intensiteit van
de economie in
kgoe/1000 EUR
Bruto
binnenlands
energieverbruik
per eenheid BBP
(uitgedrukt in
constante
prijzen)
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Vlaanderen
307,5
294,7
284,8
281
280,2
288,3
Belgi
249
244
236
228
214
EU-15
203
198
193
194
192
EU-25
224
217
212
213
210
Bron & opmerkingen: Eurostat laatste update: februari
2003) Voor Vlaanderen: BBP berekend door APS (oktober
2004) BBE uit de Energiebalans Vlaanderen, VITO
Lissabon-
doelstelling
Aanzienlijke vooruitgang boeken op het
gebied van energie-efficintie
II. Tussentijdse herziening van de methodologie - Midterm
Review
Dit standpunt van de Vlaamse Regering wil een bijdrage
leveren aan de Belgische standpuntbepaling voor de
Europese Lentetop van 22 en 23 maart 2005.
De mededeling van de Europese Commissie (Working together
for Growth and Jobs, a new start for the Lisbon Strategy,
02.02.05) stelt de doelstelling 'groei en jobs' centraal.
De Vlaamse Regering onderschrijft, conform aan haar
regeerakkoord, de prioritaire noodzaak om een actief
beleid gericht op meer werk, meer ondernemen en meer
innovatie te voeren. Maar tegelijkertijd wil Vlaanderen
meer: deze prioriteiten moeten passen binnen het ruimere
kader van de huidige drie pijlers van de
Lissabonstrategie, met name de economische, sociale en
ecologische component. Het samengaan van de drie pijlers
biedt het noodzakelijke kader om te streven naar
economische groei en jobcreatie met respect voor de
sociale samenhang en voor het leefmilieu. Bovendien wil
de Vlaamse Regering de Strategie voor Duurzame
Ontwikkeling blijven hanteren als een alomvattend en
overkoepelend beleidsconcept.
Concreet betekent dit:
- 'Meer mensen aan het werk' blijft d centrale
doelstelling. Meer en betere jobs. De Vlaamse Regering
pleit voor het optrekken van de lage werkzaamheidsgraad
van ouderen, laaggeschoolden en allochtonen.
- Een inclusieve arbeidsmarkt vereist de bestrijding van
discriminatie en uitsluiting op de arbeidsmarkt, de
aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, de
gelijke toegang tot onderwijs, het levenslang en
levensbreed leren en voldoende aandacht voor de sociale
economie. Daarnaast staat armoedebestrijding hoog op de
agenda.
- Innovatie moet als horizontale dimensie in het beleid
worden ingevoerd. Het groeipad naar de 3%-norm voor
onderzoek en ontwikkeling wordt aangehouden.
- Het ondernemerschap wordt door betere regelgeving,
administratieve vereenvoudiging en het vervolledigen van
de interne markt aangemoedigd.
- Eco-innovaties, in het bijzonder de nieuwe vormen van
milieuvriendelijke energieopwekking en/of besparing,
kaderen in een breder beleid gericht op duurzame
consumptie- en productiepatronen. Daarnaast vraagt de
Vlaamse Regering aandacht voor de vier prioritaire
domeinen uit het zesde EU Milieu-Actieprogramma: klimaat,
volksgezondheid, natuur en biodiversiteit en natuurlijke
hulpbronnen en afval.
Vlaanderen wil een gentegreerde aanpak van de
verschillende deelprocessen binnen de Lissabonstrategie,
door de opmaak van n Europees Actieprogramma. De
uitbreiding van de Strategie met steeds nieuwe
doelstellingen en beleidsinitiatieven heeft immers tot
verwarring geleid. De gentegreerde aanpak mag niet ten
koste gaan van sterke en succesvolle processen, zoals het
beleid inzake de werkgelegenheidsrichtsnoeren.
De uitvoering van de bijgestuurde Lissabonstrategie ligt
grotendeels in handen van de lidstaten en de regio's. In
de mededeling van de Commissie wordt elke lidstaat
opgedragen nationale actieplannen uit te werken om bij te
dragen tot de geformuleerde doelstellingen. Rekening
houdend met de intern-Belgische bevoegdheidsverdeling en
de socio-economische en ecologische specificiteiten, moet
Vlaanderen een eigen Vlaams actieplan en
vooruitgangsrapport kunnen opmaken. De Vlaamse Regering
onderschrijft hierbij het belang van een nauwe
betrokkenheid van het Parlement, de sociale partners (via
VESOC en de SERV) en andere belanghebbenden. Het Pact van
Vilvoorde moet hierbij als basis dienen.
Naast de lidstaten en de regio's heeft ook de Europese
Commissie een belangrijke rol te spelen in de
implementatie van de Lissabonstrategie. Vlaanderen pleit
voor een meer dwingende rol van de Commissie, zowel wat
betreft het bepalen van de te bereiken doelstellingen als
het controleren van de naleving ervan. Dit laatste kan
bijvoorbeeld door de resultaten van de lidstaten en de
regio's te rangschikken, de goede leerlingen te prijzen
en de slechte presteerders op de vingers te tikken
(naming and shaming). De set gehanteerde indicatoren in
de rapportering moet op een evenwichtige wijze worden
samengesteld uit zowel economische, sociale en milieu-
indicatoren.
Gezien het belang van de Lissabonstrategie en de
sleutelrol van de lidstaten en de regio's, wil de Vlaamse
Regering dat alle regeringsleiders van ons land de
verantwoordelijkheid voor de naleving van de
Lissabondoelstellingen op zich neemt ('Meneer of Mevrouw
Lissabon').
persinfo : Miet Deckers, woordvoerster van
de minister-president - tel. 02 552 60 00
e-mail: persdienst.leterme@vlaanderen.be
Vlaamse overheid