Nederlandse Vakbond Varkenshouders
NVV aanwezig op internationale bijeenkomst van varkensvakbonden


Barneveld, 25 februari 2005

Kenmerk: P4604

Nederlandse, Duitse en Deense varkenshouders vergelijken de prijzen van de internationale varkensslachterijen.

De NVV (Nederland), de ISN (Duitsland) en de DSP (Denemarken) eisen harmonisering van de nationale regelgeving op een gelijk Europees niveau.

Bestuurders en beleidsmedewerkers van de varkensvakbonden uit Nederland, Duitsland en Denemarken troffen zich afgelopen dinsdag en woensdag (22 en 23 februari 2005) dit jaar voor het eerst in het kader van de halfjaarlijkse bijeenkomsten in Fredericia in Jutland (Denemarken). Aanwezig waren de afgevaardigden van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV), de Interessengemeinschaft der Schweinehalter Deutschlands (ISN) en de Danske Svineproducenter (DSP). Reeds enkele jaren treffen deze vakbonden zich elk halfjaar om gezamenlijk de algemene politieke omstandigheden en vraagstukken m.b.t. de vleesvarkensmarkt met elkaar te bespreken. De volgende bijeenkomst is inmiddels in september van dit jaar gepland in Duitsland.

Veel aandacht was er voor de varkensprijsvergelijking van de NVV. De overname van HMG door Vion (voorheen Bestmeat) in Nederland was aanleiding voor een nadere analyse. In het afgelopen jaar betaalde Vion de laagste prijs aan de vleesvarkensproducenten, direct gevolgd door HMG. Gezamenlijk zullen deze slachterijen toekomstig een marktaandeel van ongeveer 2/3 van de Nederlandse vleesvarkensmarkt hebben. Ook in Denemarken is het verbazend dat dan de slachterij Tican het afgelopen jaar 3 cent meer uitbetaalde dan de monopolist Danish Crown. Met het oog op de steeds meer internationale concentratie van slachterijen wordt een internationale vergelijking van slachterijen door de producenten van varkensvlees op Europees niveau steeds belangrijker. Ook de ISN is bezig met de voorbereidingen voor een prijsvergelijking voor tussen de Duitse slachterijen, net zoals bij het NVV Varkensprijzenonderzoek. Hierin zijn inmiddels 100 van de 217 Duitse slachterijen verwerkt.

De varkenshouders zijn ongerust over de grote verschillen in de interpretatie van de Europese regelgeving in de verschillende landen. In Denemarken en Nederland werden de EU regelgeving m.b.t. de varkenshouderij grotendeels op het Europese niveau omgezet terwijl in Duitsland aanmerkelijk hogere normen gelden en nadelig uitwerken voor de concurrentieverhoudingen.
In Denemarken maakt men zich momenteel zorgen om een initiatief van de overheid in het kader van de diertransporten die tot grote beperkingen voor de Deense varkenshouder zal leiden.

Bij de verwerking van kadavers, waarvan de Nederlandse varkenshouders het grootste gedeelte en de Deense varkenshouders zelfs 100% moeten betalen lijkt dat de Duitse werkwijze, waarbij de overheid gedeeltelijke cofinanciering doet, een interessant alternatief. De monopolieposities van de Nederlandse verwerker Rendac en het Deense Daka moeten door de varkenshouders in deze landen duur worden betaald. Gezamenlijk eisen de drie vakbonden dat het verbod tot voeren van dierlijk eiwit en vet wordt opgeheven. Producten van voedingsmiddelen die geschikt zijn voor consumptie moeten zowel uit ethische als ook uit hoofde van kostprijs weer in de volgende schakel van de kringloop van de dierlijke veredeling toegevoegd kunnen worden, temeer omdat het gebruik van dierlijk vet in Denemarken sowieso is toegestaan.

Om van de grotere vraag vanuit Duitsland naar biggen te kunnen profiteren wordt in Denemarken en Nederland momenteel door varkenshouders sterk geïnvesteerd in de uitbreiding van de zeugenhouderij. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de toename van de technische resultaten in de productiviteit van 10 - 20 % per zeug. Dit zou, indien de omvang van het aantal vleesvarkensplaatsen in Nederland en Duitsland gelijk blijft, in de komende 4 tot 5 jaren best wel eens tot een negatief effect kunnen leiden in de rentabiliteit bij de zeugenhouders in desbetreffende landen.

De ISN kent 12.000 leden en vertegenwoordigt 70 % van de Varkenshouderij in Duitsland terwijl de DSP 1.600 leden kent en daarmee ongeveer 2/3 van de Deense varkensproductie vertegenwoordigt. De NVV vertegenwoordigt met bijna 3.000 leden de helft van het aantal varkens in Nederland.

---

Op de foto ziet u de volgende personen (v.l.n.r.):

Bernhard Bonekamp (ISN), Hans Aerestrup (DSP), Wyno Zwanenburg (NVV), Willie van Gemert (NVV), Hans Joergen Tellerup (DSP), Willem Groot Wassink (NVV), Soeren Schovsbo (DSP), Carsten Christiansen (DSP), August Rietfort (ISN), Detlev Breuer (ISN) (niet op de foto: Torben Poulsen (DSP))

---