Vergadering GS 22 februari 2005
Dit is een populaire samenvatting van een selectie van onderwerpen uit de vergadering van Gedeputeerde Staten (GS) van 22 februari 2005. De vastgestelde besluitenlijst van deze GS-vergadering wordt één week na de vergadering op www.zuid-holland.nl gepubliceerd. De reeds gepubliceerde besluitenlijsten en agenda's van de GS-vergadering vindt u ook op deze website onder 'Stateninformatie'.
Fonds voor sanering kassenGS hebben besloten tot het instellen van een fonds voor de sanering van verspreide kassen. Daarvoor hebben GS een bedrag van ¤ 9,3 miljoen gereserveerd. In 2002 is de provinciale Glasnota vastgesteld, waarin een visie op de toekomst van de glastuinbouw is verwoord. Een van de kernpunten is het saneren van kassen die buiten de aangewezen glastuinbouwconcentraties liggen. Prioriteit heeft de aanpak van glastuinbouw in gebieden, waar kwaliteitswinst geboekt kan worden in de zin van landschap, natuur, cultuurhistorie en water.
Jaarprogramma Sociaal Mentoraat 2005Een aanzienlijke groep mensen neemt niet of nauwelijks deel aan het maatschappelijke leven. Zij dreigen geïsoleerd te raken van hun omgeving. Het gaat bijvoorbeeld om ex-gedetineerden, ex-psychiatrische patiënten, vluchtelingen en jongeren. Via sociaal mentoraat wil de provincie Zuid-Holland juist deze moeilijk bereikbare mensen weer bij het sociale leven betrekken of aan een passende werkkring helpen. Sociaal mentoraat is een vorm van één-op-één begeleiding door vrijwilligers, die hen gedurende een bepaalde periode steunen en begeleiden: een eerste nieuw contact met de buitenwereld. Daarnaast wordt dit jaar ook gewerkt met begeleiding door gastgezinnen. Vooral voor jonge vluchtelingen en jongeren biedt deze werkwijze een veilige omgeving. Voor het jaarprogramma 2005 is ¤ 368.000 beschikbaar.
Projecten, 1e tranche, totaal ¤ 144.840Maatjeswerk, Leiden, ¤ 22.500;Osar, Rotterdam, ¤ 12.500;2-gether Rode Kruis, Dordrecht e.o., ¤ 22.680;Gidsen met jongeren, K5, ¤ 22.580;Gidsen met jongeren, G7, ¤ 22.580;Get-to-gether, Hoeksche Waard, ¤ 20.000;Sociale activering jongeren, Leiden e.o., ¤ 22.000.
Projecten, 2e tranche, totaal ¤ 52.426
Een project- en programmaondersteuning plus methodiekbeschrijving wordt verzorgd door Expertisecentrum Jeugd, Samenleving en Opvoeding (JSO): ¤ 150.734.De B&A groep ontvangt ¤ 20.000 voor 'Monitor Sociaal Mentoraat'.
Toestemming voor recreatiewoningen aan de Oude MaasOp de plaats van een camping aan de Oude Maas in Barendrecht wil de eigenaar 56 nieuwe recreatiewoningen bouwen. GS hebben hiervoor een verklaring van geen bezwaar verleend. Het voornemen wijkt af van het streekplan Rijnmond 1996, maar is in overeenstemming met het ontwerpstreekplan RR2020. Hierin zijn de gronden waarop de camping is gevestigd opgenomen als: verblijfsrecreatie. GS benadrukken dat permanente bewoning niet is toegestaan. Hierop zal toezicht worden gehouden.
Schriftelijke vragen over de SP over verplaatsing van AVI-slakken vanaf stortplaats in Dordrecht (nr. 1926)Statenlid Vermeulen (SP) heeft vragen gesteld over verplaatsing van AVI-slakken vanaf de stortplaats Crayestein- West in Dordrecht. De vragen gaan vooral over de wijze van afvoer, en over de Europese Richtlijnen voor chemische-, en fysische tests. In de beantwoording geeft het college aan dat deze richtlijn betrekking heeft op de verbranding van afval, niet op de verplaatsing. Aan de richtlijn moet op 28 december 2005 worden voldaan. AVI-slakken is het product dat overblijft na verbranding. Bij het vervoeren hiervan gelden passende tests. In de beantwoording zegt het college ook dat verplaatsing van de slakken niet wordt stilgelegd, omdat er geen inzichten zijn waaruit blijkt dat de verplaatsing van de AVI-slakken schadelijke gevolgen voor het milieu heeft.
Nota VeiligheidDe burgers in de provincie Zuid-Holland hebben recht op meer informatie over hun veiligheid. Inwoners van Zuid-Holland krijgen van de provincie meer inzicht in de risico's die zij lopen, en wat zij kunnen bijdragen aan het verminderen van gevaar. Als het gaat om de waterveiligheid, verkeersveiligheid, jeugd en welzijn, de openbare orde, gevaarlijke stoffen en het terrein van de ruimtelijke ordening zijn er overeenkomstige methoden om risico's te analyseren en preventie van ongevallen te vergroten. GS hebben de nota Veiligheidsbeleid gekozen voor een gecombineerde aanpak van alle soorten van risico's. GS willen dat het onderwerp veiligheid voor de burger op elk beleidsterrein helder wordt uitgewerkt langs drie lijnen: duidelijke veiligheidsnormen, een eenduidige uitvoering van richtlijnen en een beter toezicht op overheidsinstellingen die de normen moeten handhaven. Het algemene deel van de nota vindt u onderaan deze nieuwsbrief als bijlage.
Aanscherping & Ontwikkelingsperspectief Europese prioriteitenGS hebben een uitwerkingsnotitie vastgesteld van een strategische Beleidsnota 'Europa en Internationale Aangelegenheden'. Daaruit vloeit voort dat de provincie Zuid-Holland op àlle beleidsterreinen 'Europaproof' moet worden. Dit houdt in dat het beleid wordt afgestemd op de Europese wet- en regelgeving en op de mogelijkheden die het Europese beleid biedt. GS kiezen in de nota verder voor beleidsbeïnvloeding op de thema's plattelandsontwikkeling en luchtkwaliteit, en voor deelname aan Europese programma's en projecten in het kader van Intergraal Waterbeheer en kenniseconomie en infrastructuur.
Natuurontwikkeling in SophiapolderHet college van GS zal in nauwe samenwerking met Rijkswaterstaat en andere partners de natuurontwikkeling in de Sophiapolder ter hand nemen. GS onderschrijven het belang van een voortvarende uitvoering. De Sophiapolder bij Hendrik-Ido-Ambacht is al jaren in beeld voor de ontwikkeling van zoetwatergetijdennatuur, onder andere als compensatie voor de aanleg van de Betuwelijn en in het kader van Deltanatuur. Nadat de Sophiapolder definitief was afgevallen als mogelijke locatie voor de Floriade hebben Provinciale Staten in december 2004 met algemene stemmen een initiatiefvoorstel van Groen-Links aanvaard om de uitvoering van het natuureiland voortvaren ter hand te nemen en duidelijkheid te bieden over een eventuele waterbodemsanering van de nabijgelegen Rietbaan. Voor de uitvoering is een subsidie van 480.000 euro beschikbaar gesteld.
Transparant veiligheidsbeleid
Strategische Nota Veiligheidsbeleid provincie Zuid-Holland 2005 2007
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 1
Inhoudsopgave
1. Inleiding en verantwoording
2. Ankers voor een herijkt veiligheidsbeleid
Bijlage:
3. Pijlers van het veiligheidsbeleid
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 2
Naar een integrale visie op veiligheid
De provincie Zuid Holland werkt aan een veiliger provincie vanuit de visie dat zij
een onmisbare en sterke schakel vormt in de gehele veiligheidsketen van rijk,
provincie, regio's, waterschappen en gemeenten én hun maatschappelijke
partners. Deze functie wordt in de eerste plaats waargemaakt door het
uitstekend vervullen van de wettelijke taken van de provincie op het terrein van
veiligheid. Daarin staan toezicht, vergunningverlening en handhaving centraal.
Breder dan uitsluitend haar wettelijke taken, ziet de provincie een bestuurlijke en
maatschappelijke taak in de preventie van risico's. Daartoe wordt op tal van
terreinen inhoud gegeven aan een ondersteunende, informerende en
stimulerende rol. Deze bredere taakopvatting wordt uitsluitend in het verlengde
van de reguliere, wettelijke taken van de provincie vormgegeven.
Bij deze pro-actieve opstelling streeft de provincie naar meer samenhang en
synergie tussen de deelaspecten van het huidige veiligheidsbeleid. Deze integrale
visie op veiligheid zal voor alle afzonderlijke beleidsvelden consequent worden
uitgewerkt in de bestuurlijke drieslag normstelling, instrumentatie en
toezichtfilosofie.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 3
1. Inleiding en verantwoording
Over de nota
In deze nota `Transparant Veiligheidsbeleid' schetsen wij de contouren van een herzien
veiligheidsbeleid, dat bestuurlijk en organisatorisch anders zal worden ingebed. Met de
keuze voor een meer programmatische en thematische benadering wordt de operationele
aanpak, zoals die in de Nota Integrale Veiligheid uit 2001 is weergegeven, aangevuld.
Ook in de politieke en ambtelijke aansturing van het beleid is gekozen voor een
vernieuwde opzet, die de overgang naar een volgende fase in het veiligheidsbeleid
markeert. Deze veranderingen lichten wij hierna puntsgewijs toe.
· De nu voorliggende nota wordt door het gehele college van Gedeputeerde Staten
aangeboden aan de Staten, vanuit de opvatting dat het provinciaal
veiligheidsbeleid betrekking heeft op de portefeuilles van alle GS leden. In deze
gedeelde verantwoordelijkheid bespreken wij tweemaal per jaar de uitvoering en
voortgang van het gehele veiligheidsbeleid aan de hand van een ambtelijke
voortgangsrapportage. Daarbij is ook de gewenste synergie tussen de
afzonderlijke beleidsvelden aan de orde. De tot nu toe bestaande
`veiligheidsdriehoek' van twee gedeputeerden en de CdK verliest daarmee zijn
functie, omdat verantwoordelijkheden dan wel collegebreed, dan wel individueel
worden genomen.
· Wij leggen één maal per jaar verantwoording af over de voortgang van het
gevoerde beleid aan Provinciale Staten, en in het bijzonder in de statencommissie
Bestuur en Middelen. Wij bieden deze jaarlijkse rapportage in collegiale
verantwoordelijkheid aan, onder coördinatie van de CdK. Deze gezamenlijke
rapportage laat onverlet dat de individuele leden van GS aanspreekbaar zijn én
blijven op die veiligheidsaspecten die binnen hun portefeuille vallen.
· De visie in de voorliggende nota betreft een benadering voor de middellange
termijn (de periode tot en met 2007, het jaar van de verkiezingen). Een visie voor
de langere termijn zal nog in deze periode worden uitgewerkt. De nota
Transparant Veiligheidsbeleid presenteert het raamwerk voor het provinciaal
veiligheidsbeleid: zij beschrijft niet alleen de rol en visie van de provincie per
deelterrein, maar maakt ook concreet wat de belangrijkste activiteiten zijn voor
2005. Later dit jaar wordt aan de staten een uitgewerkt Programma
Veiligheidsbeleid 2005 - 2007 aangeboden. Een communicatieplan gericht op alle
maatschappelijke en publieke partners is daarin een essentieel instrument.
· In deze nota worden alle aspecten van het provinciaal veiligheidsbeleid belicht.
Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan deelterreinen van het
provinciebeleid die vanwege hun vele praktische raakvlakken meer coördinatie en
samenhang behoeven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de externe veiligheid,
waterveiligheid en ruimtelijke ordening alsmede openbare orde en veiligheid.
Opbouw van deze nota
In hoofdstuk 2 lichten wij de huidige visie van het college op veiligheid nader toe en
werken wij deze uit naar de onderliggende beleidsvelden. Vanuit deze concrete
elementen beargumenteren wij ook de gewenste brede benadering in de aansturing.
Vervolgens beschrijven wij thema's en benaderingen die meerdere beleidsvelden
bestrijken en daarom breder in de organisatie moeten worden ingebed en aangestuurd.
In hoofdstuk 3 vindt u een compacte en zo eenduidig mogelijke definitie van de
uiteenlopende taakvelden van het provinciaal veiligheidsbeleid. Daar binnen zijn de
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 4
belangrijkste veiligheidsthema's benoemd, met per thema een beschrijving van de visie
van de provincie. Deze visie is nader uitgewerkt in een bestuurlijke c.q. uitvoerende rol
van de provincie, haar ambitie en in een beschrijving van de strategische agenda voor de
langere termijn.
2. Ankers voor een herijkt veiligheidsbeleid
Wanneer het gaat om veiligheid, bestaan er tussen de verschillende deelterreinen van
veiligheid grote verschillen in normenstelling, de fijnmazigheid daarin, wijze van
vergunningverlening en de systematiek van het toezicht. Ook de concrete werkterreinen
en de methoden van toezicht lopen sterk uiteen. Het streven naar een meer
geïntegreerde aansturing van het veiligheidsbeleid is er geenszins op gericht om de
vakmatige competenties in de afzonderlijke beleidsvelden te uniformeren.
Dat neemt niet weg dat wij de wens hebben om het provinciebrede veiligheidsbeleid
meer transparant te maken. Dit kan door de meer algemene principes en methoden van
toezicht expliciet te maken. Dit resulteert in een integrale visie op het veiligheidsbeleid.
Deze visie is uitgewerkt in een aantal belangrijke ankers voor het beleid.
Speerpunt van het collegebeleid
Veiligheidsbeleid is een speerpunt van het huidige college, en een belangrijk element in
ons collegewerkprogramma. De uitwerking hiervan was in de afgelopen jaren zichtbaar in
verschillende activiteiten en ook deels een vernieuwde aanpak op deelterreinen. Vanuit
de ervaringen die hiermee zijn opgedaan, wordt in de komende jaren inhoud gegeven
aan visies, strategieën én methoden van aansturing die de vakgebieden overstijgen. Op
deze wijze wordt de samenhang in het beleid zichtbaar. Juist op deze grensvlakken en
met de intermediaire kennis die daar wordt gegenereerd, heeft de provincie een
belangrijke meerwaarde te bieden aan haar medeoverheden en de maatschappelijke
partners die bij de uitvoering van het veiligheidsbeleid zijn betrokken.
Noodzaak van een integrale belichting en aanpak
Het traditionele veiligheidsbeleid kan niet los worden gezien van de maatschappelijke en
politieke voorkeuren uit voorgaande decennia. Die hebben zich met name vertaald in
aandacht voor de risico's die samenhangen met (I) de productie, opslag en het transport
van gevaarlijke stoffen (samengevat onder het begrip externe veiligheid); (II) de risico's
verbonden met de ligging in een bedijkte delta onder NAP, zoals wateroverlast en meer
recent ook de gevolgen van langdurige droogte; en (III) de risico's verbonden aan de
openbare orde en publieke veiligheid. De belangrijkste instrumenten die de provincie op
deze afzonderlijke terreinen tot haar beschikking heeft zijn normstelling,
vergunningverlening, handhaving en bestuurlijk toezicht. Waar vergunningverlening en
handhaving krachtig zijn ontwikkeld, kan de inbreng van de provincie in de komende
jaren worden versterkt door het bestuurlijk toezicht op de traditionele beleidsonderdelen
meer volgens een algemeen model te laten verlopen. Een expliciet toezichtmodel, dat
vooraf duidelijk is voor de betrokken medeoverheden en relaties, is eveneens in het
belang van de gewenste transparantie van het beleid.
Los van de hiervoor genoemde veiligheidsaspecten zijn er ook andere gebieden waarop
de provincie invloed kan uitoefenen. De maatschappelijke en juridische ontwikkelingen,
waarbij de overheid in toenemende mate op haar algemeen coördinerende én
toezichthoudende taken wordt aangesproken, nopen het provinciebestuur tot een bredere
beschouwing op veiligheid. Vanuit die overweging wordt in deze nota ook aandacht
gegeven aan een bredere verantwoordelijkheid van de provincie voor risicopreventie. Een
voorbeeld hiervan is de verkeersveiligheid op provinciale wegen en vaarwegen.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 5
Veranderende beleidsomgeving
Het veiligheidsbeleid is niet statisch, noch in termen van algemene maatschappelijke
urgenties, noch in wettelijke zin. Zo heeft de deconcentratie van rijkstaken
verstrekkende gevolgen voor algemene verantwoordelijkheden en taken van de
provincie, en daarmee ook voor de veiligheid die zij in samenhang met deze nieuwe
taken dient te waarborgen.
Voorbeelden hiervan zijn de nieuw verworven wettelijke taken op het gebied van
jeugdzorg en leefbaarheid, die mede gelet op de ernst van de problematiek
rechtvaardigen dat voor specifieke doelgroepen een afzonderlijk veiligheidsbeleid wordt
geformuleerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het beleidsterrein van de ruimtelijke ordening,
waar nieuwe taken van de provincie gepaard gaan met toezicht op verschillende vormen
van veiligheid. Als gevolg van recente regelgeving zal de rol van de provincie op het
terrein van ruimtelijke ordening en veiligheid opnieuw expliciet moeten worden
omschreven. Wij laten ons hierbij leiden door de hiervoor beschreven ambitie van een
onmisbare, sterke provincie. Voor het aandachtsveld externe veiligheid geldt eveneens
dat de bestuurlijke drieslag van normstelling, instrumentatie en toezichtfilosofie nog
meer dan nu het geval is de aandacht zal krijgen.
In het veiligheidsbeleid worden binnen de provinciale competentie(s) verschillende
beleidsterreinen onderscheiden: de pijlers van het veiligheidsbeleid. Elke pijler heeft een
eigen waarde en levert een eigen bijdrage aan de veiligheid in de provincie. Ze zijn apart
belegd binnen onderscheiden afdelingen en directies. Tegelijk zijn er zowel inhoudelijk
als beleidsmatig zeer relevante dwarsverbanden. Door die niet te benutten en dus
vanuit de afzonderlijke pijlers het beleid te voeren, komt het veiligheidsbeleid als geheel
onvoldoende tot haar recht en is het in die zin sub-optimaal. Om die reden wordt in deze
nota gekozen voor een bredere benadering van het veiligheidsbeleid, wat ook de
transparantie er van ten goede moet komen.
Eigen rol expliciet uitdragen
De provincie maakt haar rol op het terrein van veiligheid en haar positie in het
krachtenveld in deze nota expliciet, en daarmee bespreekbaar in het overleg met
medeoverheden en maatschappelijke partners. Verheldering is ook gewenst omdat de
rollen en positie van de provincie per beleidsonderdeel nuances kennen. In een aantal
gevallen is de rol nauw omschreven in de vorm van wettelijke taken; daar waar
beleidsvrijheid is wordt de rol nadrukkelijk vermeld, beargumenteerd en periodiek
herijkt.
Niet doen wat anderen behoren te doen
De overheid kan en mag niet alleen verantwoordelijk worden gehouden voor het
preventiebeleid, ook vanwege het vaak diffuse karakter van risico's en hun oorzaken.
Het waarborgen van veiligheid is een breed gedeelde verantwoordelijkheid. In de
interactie met zowel het bredere publiek als met specifieke doelgroepen zullen burgers
en bedrijven worden gewezen op hun eigen aandeel in het beperken van risico's.
Wij huldigen overigens het subsidiariteitsbeginsel en zullen ons uiteindelijk ook bij de
uitvoering van taken telkens afvragen of deze ten principale bij de provincie thuishoren.
Vanzelfsprekend worden de wettelijke taken van de provincie met voorrang en zo
volledig mogelijk uitgevoerd. Dat geldt met name voor de handhaving van bestaande
regels. Deze dienen onverkort te worden nageleefd, en wij zien hierop toe.
Provincie als medespeler
Daarnaast heeft de provincie een ondersteunende rol ten aanzien van andere overheden.
In algemene zin kiest ons college uitsluitend voor een faciliterende rol en voor de functie
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 6
van de provincie als `kennisinstituut', wanneer kennisoverdracht in het verlengde ligt van
haar wettelijke veiligheidstaken.
Interbestuurlijk toezicht is een belangrijk provinciaal instrument, dat hoort bij een rol die
op eigentijdse wijze wordt ingevuld.
Rollen en taken van de provincie kunnen veranderingen ondergaan. Voor het bestuurlijk
toezicht kan dit bijvoorbeeld betekenen dat het accent verschuift van controle achteraf
naar preventieve stimuli, gericht op kwaliteitsverbeteringen van monitoring en
draaiboeken. In het reeds genoemde Programma Veiligheidsbeleid dat later dit jaar aan
de Staten wordt aangeboden worden de gevolgen van de netwerkmaatschappij voor de
provinciale beleidsvoering nader uitgewerkt. Daarbij komt ook de vraag aan de orde op
welke deelterreinen van veiligheid een controlerende, sturende, dan wel stimulerende rol
gewenst is.
De meerwaarde van een integrale benadering
Een eigentijds, meer integraal getoonzet veiligheidsbeleid is uiteraard meer dan de
optelsom van afzonderlijke activiteiten. Het vraagt allereerst een visie op de verbindende
uitgangspunten en benaderingen zoals die worden gehuldigd in uiteenlopende pijlers. In
de meeste gevallen blijft een pijler en dus een gedeputeerde, eindverantwoordelijk voor
deze activiteiten, maar zal expliciet worden aangegeven met welke andere pijlers nauw
wordt samengewerkt.
Een integrale visie op veiligheidsbeleid vraagt ook om verder vooruitzien en vroegtijdig
de provinciale visie en rolopvatting uitdragen naar onze bestuurlijke en maatschappelijke
relaties. Recente voorbeelden van deze noodzaak zijn het ontstaan van veiligheidsregio's
en het inspelen op andersoortige crisisdreigingen (terreur). Met name in de jaarlijkse
voortgangsrapportages aan de staten zal ruim aandacht worden besteed aan deze pro
actieve vorm van besturen. In deze nota doen we dat voor het eerst door bij de pijlers
aan te geven met welke ontwikkelingen rekening gehouden zal moeten worden.
Een andere, eveneens belangrijke meerwaarde kan worden behaald door
pijleroverstijgende dan wel integrale veiligheidsprojecten. Een voorbeeld is de
kwaliteitsborging met behulp van het Veiligheidsvizier (voorheen Interactieve Veiligheid
Scorecard). Een ander de risicokaart. Dit jaar wordt daarnaast lokaal veiligheidsbeleid als
provinciaal project op de kaart gezet.
Accent op de regio
Op een aantal terreinen verschuift de focus van het provinciaal beleid van lokaal naar
regionaal en bovenregionaal. Dit hangt samen met de invoering van de veiligheidsregio
(vier afzonderlijke regio's in de provincie Zuid-Holland). Dat vraagt om een goede
afstemming, zowel intern als met de regio's. Met de veiligheidsregio's wordt een
toezichtarrangement opgesteld. Op basis van het in kaart brengen van regio's en taken,
zal worden nagegaan hoe en in welke mate niet-congruente regio-indelingen de
provinciale beleidsvoering beïnvloeden. De relatie tussen het werkgebied van de
waterschappen en de nieuwe veiligheidsregio's is in dit verband een zaak die de nodige
aandacht verdient.
Management van informatie
Veiligheidsbeleid heeft ook te maken met het bijeenbrengen van informatie en het
ontsluiten daarvan. Op het goede moment dient adequate informatie beschikbaar te zijn
voor de verschillende bestuurders. Vanuit gekoppelde informatie ontstaan bovendien
nieuwe inzichten waarover bestuurders dienen te worden geïnformeerd.
Het is cruciaal om goed na te denken over wat voor informatie beschikbaar moet zijn op
het provinciale niveau. Zo zal bij toezicht moeten zijn nagedacht over de normstelling en
over de indicatoren waarmee het bereiken van normen wordt gemeten. Zo mogelijk
worden met de onder toezicht gestelden daartoe afspraken gemaakt.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 7
Veiligheidsbewustzijn in de eigen organisatie vergroten
De nota heeft tevens tot doel om intern bij te dragen aan een andere, meer kritische
oriëntatie op veiligheidsbeleid. Het veiligheidsvraagstuk moet overal manifest zijn. De
uitdaging ligt er in om veiligheid ook binnen de provincie nog scherper `tussen de oren' te
krijgen. Dit vraagt ook om een ambtelijke organisatie die daarop is toegesneden: vanaf
het verschijnen van deze nota worden wij ondersteund door een Stuurgroep
Veiligheidsbeleid (met daarin alle betrokken afdelingshoofden) die vooral stuurt op
synergie en pro-actie; een Projectleidersoverleg Veiligheid dat primair stuurt op een
daadkrachtige uitvoering van deze nota en een breed Veiligheidsnetwerk waarin alle bij
het veiligheidsbeleid betrokken provinciemedewerkers kennis delen en gezamenlijk
vooruit kijken.
Verdere uitwerking en implementatie
In de hier toegevoegde tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste
activiteiten op het punt van strategisch veiligheidsbeleid en de in 2005 te verwachten
resultaten. In de bijlagen wordt het veiligheidsbeleid dat de pijlers afzonderlijk voeren,
uiteengezet.
Aan strategisch veiligheidsbeleid kunnen drie soorten integratie onderscheiden worden:
aggregatieniveau van activiteiten, intern en extern.
· Waar per bureau veelal helder is welke de belangrijkste strategische activiteiten zijn
die worden uitgevoerd of nodig zijn, is dat voor een afdeling of beleidsterrein als
geheel veel lastiger. Dat geldt zeker het veiligheidsbeleid, dat gebaseerd is op
meerdere ongelijksoortige beleidsterreinen.
· Interne integratie heeft betrekking op het verbinden van gelijksoortige activiteiten op
verschillende beleidsterreinen en het zoeken van dwarsverbanden onder het stellen
van de vraag hoe daarop te sturen.
· Externe integratie betreft het betrekken van derden van buiten de provinciale
organisatie bij het vormen dan wel uitvoeren van beleid. Dit is van belang wanneer
derden een complementaire rol kunnen vervullen.
Het formuleren van activiteiten op eenzelfde aggregatieniveau is een worsteling die nog
volop gaande is. Voorbeelden zijn in de bijlage gemakkelijk te herkennen. Pas als dit
proces op hoofdlijnen is voltooid kunnen de provinciale strategie en de missie eenduidig
worden geformuleerd. Externe integratie is pas echt aan de orde als de interne integratie
succesvol is. Succesvolle interne integratie leidt tot synergie. Het hierop gericht zijn heeft
intern geleid tot een veelheid aan af te stemmen activiteiten. Het betreft hier een
belangrijke strategische focus, die inmiddels vruchten af werpt.
Het deel van de nota tot nu toe geeft het kader aan waarbinnen de implementatie van de
nota plaats vindt. Het accorderen van dit deel van de nota is daarvoor een voorwaarde.
Het opstellen van het programma Veiligheidsbeleid 2005 2007 is de volgende stap.
Belangrijkste activiteiten 2005 Resultaten
Uitwerken van deze Nota Veiligheidsbeleid in een Programma veiligheidsbeleid 2005 - 2007, halverwege
concreet en samenhangend meerjarig programma. 2005 voorgelegd aan de Staten.
Pro-actief vooruit kijken naar nieuwe Als uitvloeisel van een verkenning kan worden
veiligheidsontwikkelingen; maatschappelijk relevante besloten tot het formuleren van concrete integrale
ontwikkelingen op het gebied van of met gevolgen veiligheidsprojecten. Meestentijds zal waarschijnlijk
voor veiligheid in relatie tot de rol en kunnen worden volstaan met het afgeven van signalen
verantwoordelijkheid van de provincie in de organisatie.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 8
Strategie en coördinatie van het veiligheidsbeleid. Systematisch wordt afstemming gezocht; voorbeelden:
· Samenhang tussen plantoetsing,
Doen functioneren van de interne organisatie van het programmafinanciering externe veiligheid,
veiligheidsbeleid (ambtelijk en bestuurlijk). risicokaart, risico-inventarisatie (zowel intern als
naar gemeenten).
· De veiligheidsregio is gebaseerd op de begrenzing
van de huidige hulpverleningsregio's die weer
congruent is aan die van de politieregio's. Interne
afstemming terzake andere daaraan niet-
congruente regio-indelingen blijft geboden.
Communicatie · Informatiemanagement op veiligheidsgebied
· Het optimaal informeren van bij veiligheid
betrokkenen, zowel ambtelijk als bestuurlijk
· Voortgangsrapportages aan GS en PS
· Een op strategisch veiligheidsbeleid toegesneden
eenduidige communicatiestrategie, voor zowel
interne als externe doelgroepen.
Uitvoeren van integrale veiligheidsprojecten. Op dit moment bestaan de volgende projecten:
· Kwaliteitsborging in de vorm van o.m. het
diagnose-instrument Veiligheidsvizier, v.h. IVS.
· Risicokaart.
· Risico-inventarisatie (diverse ramptypen).
· Lokaal Veiligheidsbeleid (wordt in 2005 opgestart
als integraal project).
Permanente actie: veiligheid tussen de oren. Een functionerend veiligheidsnetwerk dat op creatieve
en inspirerende wijze aandacht blijft vragen voor
veiligheid.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 9
3. Pijlers van het veiligheidsbeleid
In het veiligheidsbeleid worden binnen de provinciale competentie(s) verschillende
beleidsterreinen onderscheiden. We noemen ze de pijlers van het veiligheidsbeleid. Ze
zijn apart belegd binnen afzonderlijke afdelingen en directies. Het betreft:
· Openbare orde en veiligheid
· Ruimtelijke ordening & veiligheid
· Waterveiligheid
· Externe veiligheid
· Jeugd, maatschappij & veiligheid
· Verkeersveiligheid
Per pijler en soms per thema daarbinnen zijn de belangrijkste activiteiten voor 2005
aangegeven. Later dit jaar wordt aan de staten een uitgewerkt Programma
Veiligheidsbeleid 2005 2007 aangeboden.
Wilt u één van de bijlages ontvangen? Neem dan contact op met de afdeling Kabinet,
telefoon 070 441 6431.
Nota Veiligheidsbeleid - 16.02.2005 10
---- --
Provincie Zuid-Holland