Nieuw-Vlaamse Alliantie


Kosteloosheid basisonderwijs blijft prioriteit. (25/02/05)

In een interview dat minister Vandenbroucke vorige week gaf aan De Morgen lezen we dat hij vraagtekens plaatst bij de realisatie van het kosteloos onderwijs.
In de Beleidsnota Onderwijs en Vorming 2004-2009 lezen we echter dat de kosteloosheid van het basisonderwijs niet alleen een politieke prioriteit is maar zelfs een internationaal en grondwettelijk recht. In het regeerakkoord werd een duidelijk traject voor de uitvoering vastgelegd. Vanaf 2007 beginnen we met de invoering van de kosteloosheid in het zesde leerjaar en we dalen zo af tot in het eerste jaar kleuteronderwijs. Dit impliceert dat basisonderwijs voor ouders kosteloos moet zijn voor alles wat te maken heeft met het bereiken van de eindtermen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen. Deze paragraaf in de beleidsnota eindigt met volgende zin: Wel zullen we duidelijkheid moeten creëren over de juiste inhoud van eindtermen en ontwikkelingsdoelen. De N-VA is reeds jaren vragende partij voor het realiseren van het kosteloos onderwijs. Zo diende de N-VA reeds een voorstel van decreet in tijdens de vorige legislatuur.

Uit wetenschappelijk onderzoek (van o.a. prof. Nicaise) blijkt dat de schoolkosten blijven stijgen. Voor het basisonderwijs zitten we nu al aan een gemiddelde studiekost van 300 euro/schooljaar! Het onderwijstijdschrift Klasse berekende op haar beurt dat de ouder(s) van 2 leerlingen per klas (circa 1 leerling op 10) de schoolrekeningen niet langer kan/kunnen betalen. De maatschappelijke evoluties naar steeds meer alleenstaande ouders (meestal moeders) alsook het hedendaags snobisme in vele scholen maakt het er allemaal niet makkelijker op. De N-VA kan initiatieven als deze van SOS Schulden op School dan ook alleen maar toejuichen!

Tijdens de vorige legislatuur werd meermaals beloofd een subcommissie op te richten waarin de exacte definiëring van het begrip kosteloosheid zou worden besproken en vastgelegd. Voor de N-VA is het interview van minister Vandenbroucke de perfecte aanleiding om opnieuw aan te dringen op de oprichting van een dergelijke subcommissie. Het moet mogelijk zijn om op relatief korte termijn (tegen begin 2006) een duidelijk omlijnd begrippenkader te hebben alsook een realistische kijk op het totale kostenplaatje van deze operatie. Op die manier kunnen we in samenspraak met minister Vandenbroucke en de voltallige Vlaamse regering in de loop van 2006 de nodige juridische en decretale stappen ondernemen om de kosteloosheid vanaf 2007 in het zesde leerjaar in te voeren. Het lijkt wenselijk om in de subcommissie ook een plaatsje te reserveren voor het HIVA, het departement onderwijs en het kabinet Vandenbroucke.

De ervaringen uit de vorige legislatuur leren ons dat het inrichten van dergelijke subcommissies leidt tot puik parlementair werk en dito regeringswerk. Zo leidde de subcommissie Studietoelagen tot een aantal positieve aanpassing van het decreet, maakte de subcommissie Internaten in Vlaanderen de broodnodige extra financiële ruimte vrij en resulteerde de commissie Nederlandstalig onderwijs in Brussel in een voldragen onderwijsresolutie en in een apart hoofdstuk in het huidig Vlaams Regeerakkoord. Terloops kunnen we vermelden dat ook bij deze twee laatste subcommissies het de N-VA commissarissen waren die de aanvraag tot oprichting indienden.

N-VA fractieleider Kris Van Dijck zal hierover volgende week de minister interpelleren alsook een gemotiveerd verzoek tot oprichting van een parlementaire subcommissie Kosteloos onderwijs overmaken aan de commissievoorzitter.

Auteur:
Fractieleider Vlaams parlement
Kris Van Dijck

Meer informatie:
Contactpersoon: Piet De Bruyn, woordvoerder
Telefoon: 02 219 49 30
Fax: 02 217 35 10
E-post: piet.debruyn@n-va.be
Url: www.n-va.be