Voertuigvolgsystemen succesvol bij opsporen gestolen autos
Steeds meer en vooral duurdere autos worden uitgerust met
elektronische systemen die signalen uitzenden zodra de auto is
gestolen. Deze voertuigvolgsystemen lijken succesvol bij het opsporen
van gestolen autos. Uit een steekproef van de Stichting Certificering
Motorvoertuigen (SCM) in 2004 blijkt dat het overgrote deel van de
autos met zon systeem binnen drie dagen na diefstal weer boven water
is.
Het gaat hard met voertuigvolgsystemen die worden ingebouwd in
duurdere en internationaal gezien diefstalgevoelige autos. Begin 2004
hadden 7.000 van deze autos zon systeem, medio 2004 waren er al 8.500
mee uitgerust. Geen overbodige luxe, omdat het diefstalpercentage in
deze categorie vier tot tien keer hoger ligt dan het gemiddelde van
0,27 procent.
In de eerste helft van 2004 werden ruim vijftig autos met een
voertuigvolgsysteem gestolen. Drieënveertig exemplaren konden binnen
drie dagen worden teruggevonden dankzij het volgsysteem, zo blijkt uit
cijfers van particuliere alarmcentrales, die een belangrijke schakel
vormen bij het doorgeven van het diefstalsignaal. Het resultaat is
aanzienlijk hoger dan het gemiddelde terugvindpercentage van dure
autos, dat momenteel 45 procent bedraagt.
Eén auto met voertuigvolgsysteem werd binnen vijftien minuten
opgespoord nadat het systeem alarm sloeg. De eigenaar van deze auto
vond het niet eens de moeite om bij de politie aangifte van diefstal
te doen.
Alle voertuigen uit het onderzoek zijn gestolen met behulp van de
autosleutel (bijvoorbeeld na woninginbraak). Omdat de eigenaar
daardoor niet altijd direct doorhad dat de auto was gestolen, had de
dief in enkele gevallen voldoende tijd om het voertuigvolgsysteem zelf
uit te schakelen. De SCM pleit er daarom voor volgsystemen te voorzien
van een persoonlijke autorisatiecode, zoals een pincode. De SCM vindt
ook dat bedrijfsvoertuigen en werk- en landbouwvoertuigen moeten
worden uitgerust met volgsystemen.
Verzekerd!, februari 2005
Verbond van Verzekeraars