Voedsel en Waren Autoriteit

Vloeibaar frituurvet nog lang niet bij alle snackbars in gebruik

Feb 24 2005

De VWA heeft onderzoek gedaan naar het gebruik van frituurvet bij snackbars en cafetaria's. Uit dat onderzoek blijkt dat tweederde van de ondernemers nog steeds frituurt in (ongezond) vast vet. Op basis van laboratoriumonderzoek kon worden vastgesteld dat één vijfde van de bedrijven, die zeggen dat ze frituren in "gezond" vloeibaar vet, desondanks vast vet gebruiken. Vast en vloeibaar vet
Vetten bestaan voor het grootste deel uit vetzuren. Vet met veel verzadigde vetzuren en transvetzuren is ongezond, het verhoogt het cholesterolgehalte in het bloed. Vast frituurvet bevat veel van deze vetzuren en verhoogt daarmee de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Vloeibaar vet bevat in vergelijking met vast vet relatief meer onverzadigde vetzuren. Onverzadigde vetzuren worden ook wel de "goede"soort genoemd omdat deze juist de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten verlagen en daarom gezonder zijn. Het streven van de Minister van VWS is dat de voeding van meer Nederlanders voldoet aan de normen voor verzadigd en transvet. Het Voorlichtingsbureau Margarine, Vetten en Oliën en Koninklijk Horeca Nederland voeren hiervoor de campagne "Verantwoord frituren". Naast deze campagne zijn er ook (aparte) acties die worden doorgevoerd door bijvoorbeeld frituurvetproducenten. Door middel van een poster, folder of certificaat in het bedrijf kunnen deelnemende cafetaria's en snackbars klanten laten zien dat zij frituren in vloeibaar vet. Uit het onderzoek van de VWA blijkt echter dat één vijfde van deze ondernemers toch vast frituurvet gebruiken. De VWA gaat dit jaar opnieuw controleren. Het gebruik van vast frituurvet, terwijl er kenbaar wordt gemaakt naar de klant dat er "gezond" wordt gefrituurd in vloeibaar frituurvet, wordt door de VWA gezien als misleiding van de consument en zal daarvoor maatregelen gaan nemen. In het onderzoek is ook de temperatuur van het in gebruik zijnde vet gemeten. Bij een lagere temperatuur (175°C) dan voorgeschreven in de Hygiënecode voor de horeca (maximaal 185°C) wordt de vorming van acrylamide beperkt. Te veel acrylamide kan schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Ruim de helft van de bezochte ondernemers frituurt in een temperatuur boven de 175 graden. De VWA zal het Bedrijfschap Horeca verzoeken de adviestemperatuur in de Hygiënecode te verlagen. Meer informatie:

· · Dossier Acrylamide

· · Voedingscentrum, de campagne 'Let op verborgen vet'
· · Campagne 'Verantwoord Frituren'