kamervragen over het aanhouden van een vrouw met baby zonder
identiteitsbewijs
Antwoorden op kamervragen over het aanhouden van een vrouw met baby zonder
identiteitsbewijs
24 februari 2005
Vragen van het lid Externe link Vos (GroenLinks) aan de ministers van
Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het
aanhouden van een vrouw met baby zonder identiteitsbewijs.
---
1. Vraag
Kent u het bericht 1) dat een vrouw met een baby is aangehouden omdat
zij haar rijbewijs niet bij zich had? Zo ja, klopt dit bericht?
1. Antwoord
Ja, met dien verstande dat uit het ambtsbericht van de korpsbeheerder
van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland van
3 februari jl. het volgende is gebleken. De desbetreffende vrouw op 16
januari jl. als bestuurder van een personenauto staande gehouden,
omdat zij niet voldeed aan de gordeldraagplicht. Bij het opleggen van
de beschikking bleek dat zij geen geldig rijbewijs of enig ander
identiteitsbewijs kon tonen. Daardoor kon haar identiteit ter plaatse
niet worden vastgesteld en derhalve kon het proces-verbaal niet
volledig worden opgemaakt. Om 17.15 uur is de vrouw daarom aangehouden
ter zake van overtreding van artikel 447e Wetboek van Strafrecht
(WvSr) en overgebracht naar het bureau, waar zij om 17.30 uur aankwam.
Op het politiebureau is zij in de gelegenheid gesteld telefonisch
contact op te nemen met haar partner. Haar partner is hierop haar
rijbewijs aan het bureau komen tonen. Aan de hand van de gegevens op
het rijbewijs is de kennisgeving van de beschikking ter zake van het
niet dragen van de autogordel gecompleteerd. Ter zake van het niet
kunnen tonen van het rijbewijs en het niet voldoen aan de
identificatieplicht is geen afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. Om
18.05 uur is de vrouw heengezonden.
2. Vraag
Welke regels gelden er ten aanzien van het insluiten van kinderen?
Acht u het wenselijk dat personen met zuigelingen of peuters voor het
niet naleven van verkeersvoorschriften of de identificatieplicht
gedurende langere tijd gedetineerd worden? Zo ja, waarom?
4. Vraag
Bent u bereid om in gevallen waarin het duidelijk is dat de identiteit
op andere manieren dan de voorgeschreven wijze kan worden vastgesteld
af te zien van het overbrengen van die personen naar het
politiebureau? Zo neen, waarom niet?
2 en 4. Antwoord
In de Aanwijzing uitgebreide identificatieplicht van het College van
Procureurs-generaal (kenmerk 2004A016) worden relevante
strafvorderlijke dwangmiddelen uiteengezet die betrekking hebben op
het achterhalen van de identiteit. Degene die zich niet conform
artikel 447e WvSr (of één van de andere identificatieverplichtingen)
identificeert, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit. Daarmee
worden vanzelf ook de bevoegdheden toepasselijk die in het Wetboek van
Strafvordering biedt om de identiteit van verdachten te achterhalen.
Omdat alleen naar een identiteitsbewijs gevraagd zal worden wanneer
het voor de taakuitoefening redelijkerwijs noodzakelijk is om
duidelijkheid te verkrijgen over de identiteit van de betrokkene, ligt
het voor de hand dat bij het niet voldoen aan de identificatieplicht
gepoogd wordt om door de toepassing van dwangmiddelen alsnog de
identiteit van betrokkene te achterhalen. De politieambtenaar heeft
dan onder meer de bevoegdheid om de betrokkene aan te houden en over
te brengen naar het politiebureau, teneinde de identiteit van de
betrokkene vast te stellen. Aanhouding kan aan de orde zijn als de
opsporingsambtenaar ter plaatse de identiteit en overige gegevens op
geen enkele wijze kan verifiëren en de gecontroleerde persoon ook niet
bereid is medewerking te verlenen aan de vaststelling van zijn
identiteit. Het produceren van andere pasjes en hulpmiddelen is een
teken van medewerking. Al naar gelang de ernst van het strafbaar feit,
zal in het concrete geval worden bezien of aanhouding nodig is.
Aanhouding is een ingrijpend dwangmiddel dat moet worden afgezet tegen
het belang van de handhaving. Zeker is dat niet is bedoeld dat in alle
gevallen waarin geen identiteitsbewijs kan worden getoond, aanhouding
moet volgen. Het College van Procureurs-generaal is overigens
voornemens enkele punten met betrekking tot de handhaving van de
identificatieplicht ten behoeve van de politie te verduidelijken en te
benadrukken. Ten aanzien van het insluiten van personen met kleine
kinderen of baby's zijn wij van mening dat zoveel mogelijk moet worden
voorkomen dat insluiting plaatsvindt en zeker dat langdurige
insluiting plaatsvindt. In alle gevallen zal ervoor moeten worden
gezorgd dat er verzorging en voeding mogelijk is en dat, indien
gewenst, aanvullende maatregelen genomen worden, zoals ook in de
onderhavige situatie is geschied.
3. Vraag
Is de aangehouden moeder in de gelegenheid gesteld om haar baby te
verzorgen en te voeden? Zo neen, waarom niet?
3. Antwoord
Ja, de moeder is in de gelegenheid gesteld haar baby te verzorgen en
te voeden. Nadat zij naar het politiebureau was overgebracht en was
voorgeleid, is zij met haar baby in het dagverblijf geplaatst. Zij
heeft daar alle spullen ten behoeve van de verzorging van haar baby
bij zich gehad. Ook is haar gevraagd aan te geven welke aanvullende
maatregelen voor de verzorging nodig waren. Aangezien haar partner al
snel op het bureau kwam om haar rijbewijs te tonen, bleken verdere
maatregelen niet nodig. Binnen de normale verzorging is haar koffie en
thee aangeboden.
5. Vraag
Deelt u de mening dat de inzet van politiecellencapaciteit voor het
insluiten van personen die zich niet hebben kunnen legitimeren ten
koste zal gaan van hogere politieprioriteiten? Zo neen, waarom niet?
5. Antwoord
Neen, die mening deel ik niet. Rechtshandhaving in welke vorm dan ook
heeft altijd prioriteit. Indien de politie een strafbaar feit
constateert, zal zij handhavend moeten optreden. De waarde van die
bevoegdheid is versterkt door de politie de
mogelijkheid te geven om alsnog de identiteit vast te stellen van
personen die niet hebben voldaan aan de identificatieplicht. Mede
daarom is het niet voldoen aan de identificatieplicht als strafbaar
feit aangemerkt. Het gevolg daarvan is dat iemand die zich niet heeft
geïdentificeerd, kan worden aangehouden teneinde hem over te brengen
naar het politiebureau om daar alsnog de identiteit vast te stellen.
Hierbij wordt verwezen naar hetgeen is opgemerkt bij het antwoord op
de vragen 2 en 4 met betrekking tot de handhaving van de
identificatieplicht. Het gaat mijns inziens overigens veel te ver om
dit beperkte oponthoud van circa drie kwartier als detentie te
bestempelen. Degene die als bestuurder van een auto verkiest zonder
autogordel en rijbewijs aan het verkeer deel te nemen, neemt daarbij
het risico van staandehouding en aanhouding. De invoering van de
uitgebreide identificatieplicht per 1 januari 2005 doet hieraan niet
af of toe. Overigens zal in het concrete geval steeds, afhankelijk van
feiten en omstandigheden, de noodzaak van aanhouding en insluiting
moeten worden beoordeeld, met inachtneming van de eisen van
proportionaliteit en subsidiariteit.
1) De Telegraaf, 18 januari jl., `Vrouw met baby in cel gegooid om
vergeten rijbewijs'
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties