parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over over het
optreden van burgemeester van Kerkrade inzake Roda JC
Antwoorden op kamervragen over over het optreden van burgemeester van
Kerkrade inzake Roda JC
24 februari 2005
Vragen van de leden Externe link Timmermans en Externe link Depla
(beiden PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over het optreden van burgemeester van Kerkrade
inzake Roda JC.
---
1. Vraag
Herinnert u zich onze vragen van 3 februari en 8 april 2004, alsmede
uw antwoorden van 27 april 2004 over mogelijke belangenverstrengeling
bij een adviescommissie bij Roda JC? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Bent u op de hoogte van de bemoeienissen van de burgemeester van
Kerkrade met het herfinancieringsvoorstel voor het stadion van Roda
JC, conform de aanbevelingen van de Raad van Advies van Roda JC
waarvan de burgemeester lid van is geweest? 2)
2. Antwoord
Ja.
3. Vraag
Kent u de uitspraken van de burgemeester dat het college van B&W
onderzoekt wat de risico's zijn van het herfinancieringsvoorstel en
dat, aangezien de gemeente een belangrijke aandeelhouder is, indien er
geld kan worden bespaard, het voorstel in het algemeen belang is?
3)Kent u tevens de uitspraken van de burgemeester dat naar zijn
oordeel het voorstel in de gemeenteraad een goede kans maakt en dat er
een probleem ontstaat als het besluit negatief is, uitspraken die zijn
gedaan nog voordat de gemeenteraad zich over het voorstel kon buigen?
4)
3. Antwoord
Ja.
4. Vraag
Hoe verhouden deze uitspraken van de burgemeester zich met uw eerdere
antwoorden waarin u aangeeft dat: "mocht in de toekomst door het
college van B & W moeten worden geoordeeld over eventuele aanvullende
financiële ondersteuning van Roda J.C. of Stadion Kerkrade N.V., dan
is op zijn minst een zeer terughoudende opstelling door de betrokken
bestuurders het meest passend"? Acht u het passend dat een
burgemeester positief oordeelt over een herfinancieringsvoorstel dat
door hemzelf in hoedanigheid van adviseur mede is opgesteld?
5. Vraag
Hoe verhoudt het gedrag van de burgemeester zich met door u
aangestipte zorgplicht, naar aanleiding van de `Winsum uitspraak'? Kan
van de burgemeester, gelet op de twee petten die hij in deze zaak
draagt, worden verwacht dat hij onbevangen staat ten opzichte van alle
af te wegen belangen?
6. Vraag
Is hiermee in voldoende mate gewaarborgd dat in deze situatie de
schijn kan worden vermeden dat verschillende belangen met elkaar
worden vermengd? Zo ja, waaruit blijkt dit? Zo neen, hoe beoordeelt u
dan het gedrag van de burgemeester in het licht van het feit dat u de
gemeente Kerkrade heeft laten weten dat niet vanzelfsprekend
gewaarborgd is dat in een dergelijke situatie de schijn kan worden
vermeden dat verschillende belangen met elkaar worden vermengd?
4,5,6 Antwoord
Bestuurders in het openbaar bestuur moeten hun taken onbevooroordeeld
en objectief vervullen. Het is daarom van belang dat zij het risico en
de schijn van belangenverstrengeling vermijden. Bij
belangenverstrengeling gaat het om vermenging van het publiek belang
met het persoonlijk belang van de bestuurder of dat van derden,
waardoor een zuiver en objectief besluiten of handelen in het publiek
belang niet langer is gewaarborgd.
Een adviescommissie heeft Roda JC doorgelicht op organisatorisch en
financieel gebied en een herfinancieringsvoorstel opgesteld voor het
Parkstad Limburg Stadion. De burgemeester van Kerkrade was lid van
deze adviescommissie. De gemeente Kerkrade is aandeelhouder in Stadion
Kerkrade N.V.. Bij de beantwoording van de eerder gestelde vragen heb
ik kanttekeningen geplaatst bij de vraag of door de gemeente Kerkrade
de zorgplicht tot scheiding van belangen voldoende is nageleefd. Van
bestuurders wordt verwacht dat zij bij besluitvorming onbevangen staan
ten opzichte van alle af te wegen belangen. Daar waar besluitvorming
plaatsvindt ten aanzien van organisaties waar bestuurders
(neven)functies of adviesposities vervullen, is grote zorgvuldigheid
vereist. Gezien de financiële, bestuurlijke en organisatorische
relaties tussen de gemeente en Stadion Kerkrade N.V. heb ik in april
2004 het college van B&W van Kerkrade aangeraden zich zeer
terughoudend op te stellen, indien in de toekomst geoordeeld zou gaan
worden over een financieringsvoorstel ten behoeve van het stadion.
Het college van B&W van Kerkrade heeft in november 2004 het op het
eerdergenoemde advies gebaseerde verzoek van de Holding Roda Kerkrade
N.V. tot herfinanciering van het Parkstad Limburg Stadion aan de
gemeenteraad voorgelegd. Middels een ambtsbericht heeft het college
van B&W mij laten weten dat het seniorenconvent (overleg
fractievoorzitters) van de gemeenteraad van Kerkrade inmiddels
besloten heeft een extern bureau in te zetten, dat nagaat of de
financiële prognoses van het voorstel reëel zijn, hoe groot het
financiële risico is voor de gemeente, op welke wijze dit risico
beperkt kan worden en of het voorstel voldoet aan voorgeschreven
Europese staatssteun en regelgeving. Het is aan de gemeenteraad van
Kerkrade om op grond van een zorgvuldige afweging van informatie en
belangen te besluiten over het herfinancieringsvoorstel. Bij deze
besluitvorming dient de vraag meegewogen te worden of de verschillende
belangen van de betrokken partijen in voldoende mate zorgvuldig en
objectief in het herfinancieringsvoorstel zijn verwoord.
Een afschrift van de beantwoording van deze Kamervragen zend ik naar
het college van B&W en de gemeenteraad van Kerkrade.
7. Vraag
Is er, gelet op het bovenstaande, aanleiding voor vervolgstappen
uwerzijds jegens de burgemeester van Kerkrade? Zo ja, welke? Zo neen,
waarom niet?
7. Antwoord
Mijn bestuurlijke opvattingen over de zorgplicht om belangenposities
te scheiden heb ik gegeven en ook aan het gemeentebestuur kenbaar
gemaakt. Het is niet aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties om nader in de verdere gemeentelijke
besluitvorming te treden.
1) Aanhangsel-Handelingen nr. 1427, vergaderjaar 2003-2004
2) Limburgs Dagblad, 23 november 2004
3) idem
4) teletekst, 25 november 2004
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties