Gemeente Breda

College positief over medische heroïneverstrekking

Het college van burgemeester en wethouders vindt heroïne verstrekken onder medisch toezicht een goede behandelmethode voor een kleine groep patiënten. De heroïnebehandeling kan deel uitmaken van een totaalpakket aan maatregelen dat gericht is op de aanpak van veelplegers.

Het college vraagt de commissie Algemene Zaken nu om een richtinggevende uitspraak te doen of Breda een aanvraag moet indienen bij het rijk voor de behandeling van een aantal verslaafden in de regio Breda.

Het college wil in principe aansluiten bij het initiatief van vier Brabantse steden Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg die al eerder een aanvraag bij het rijk hebben ingediend. Breda zou dan onder voorbehoud een aanvraag voor 20 tot 25 behandelplaatsen indienen. De mogelijkheden voor behandeling moeten wel verder onderzocht worden, omdat er nog onzekerheid is over de financiële bijdrage die het rijk in het vooruitzicht stelt. Als het rijk niet voldoende bijdraagt, is deze behandelingsvorm in Breda op dit moment niet mogelijk. Ook moet worden uitgezocht om hoeveel patiënten het in de regio Breda precies gaat en wat de bijkomende kosten van de behandeling zijn.

Volgens onderzoek van de politie is de schade die veelplegers veroorzaken aan auto's en woningen, enorm. Ook de kosten die veroorzaakt worden door gestolen spullen, politie-investeringen en verzekeringsinvesteringen zijn aanzienlijk. Heroïneverstrekking op medische basis zorgt ervoor dat deze groep nagenoeg geen overlast meer veroorzaakt. Daar komt bij dat de gezondheid van de veelplegers sterk verbetert.

Met de raadscommissie Algemene Zaken is in het verleden afgesproken dat zodra er nieuwe ontwikkelingen waren met betrekking tot medische heroïneverstrekking dit aan de commissie zou worden voorgelegd. Donderdag 24 februari 2005 wordt de commissie gevraagd een richtinggevende uitspraak te doen.

Breda, 23 februari 2005