Persbericht
23 februari 2005, nr. 019
Genomics tijdperk is zojuist gestart
"We staan pas aan het begin van het gen omicstijdperk.Datbetekent
dat, zoals we zagen in de ontwikkeling van microprocessoren in de
computerindustrie, het onderzoek naar de genetische achtergrond en
samenhang van plant, dier en mens pas is begonnen. In tegenstelling
met wat wel wordt beweerd, zijn we nog lang niet in het post-genomics
tijdperk aangeland." Dat stelt prof.dr. Martien Groenen in zijn oratie
bij gelegenheid van de aanvaarding van het ambt van hoogleraar
Fokkerij en genetica op 24 februari aan Wageningen Universiteit.
In zijn inaugurele rede aan Wageningen Universiteit stelt prof.
Groenen dat het in kaart brengen van de genomen, het karteren van de
afzonderlijke bouwstenen van de erfelijke dragers van eigenschappen
van planten en dieren, steeds sneller verloopt. De zgn.
sequencingscapaciteit neemt toe, terwijl de kosten dalen. Elk uur
worden er wereldwijd gezien momenteel tien miljoen bouwstenen van de
overerfbare DNA-code van een organisme ontrafeld. Met toekomstige
technieken zullen de kosten per plant- of diersoort nog slechts een
fractie van de al sterk gedaalde huidige kosten zijn.
Ook na het karteren van de genomen van organismen is echter het
genomics tijdperk nog lang niet geëindigd. Tijdens het ontrafelen van
de genomen van gist, het aaltje, de mens en onlangs dat van de kip, is
gebleken dat naarmate de diersoort hoger in de ontwikkeling staat
(zoogdieren, vogels) er steeds grotere delen van het genoom betrokken
zijn bij het regelen van het aan- en uitzetten van genen. Bij de kip
en mens is die hoeveelheid regulerend DNA driemaal groter dan het
eiwitcoderende deel van het genoom.
Om het genoom van een dier fundamenteel te begrijpen, kunnen we
volgens prof. Groenen niet volstaan met het kennen van de genen, maar
zullen onderzoekers zich ook moeten toeleggen op de regulerende
elementen in het genoom. Deze `managers' van het genoom worden op
specifieke momenten gedurende een bepaalde periode actief en bepalen
welke genen `aan' of `uit' staan. Prof. Groenen ziet het ophelderen
van de functie van de regulerende elementen als een van de grote
uitdagingen van de komende jaren.
Het belang van de regulerende elementen in het genoom werd onlangs
geïllustreerd met de ontrafeling van twee genen die zijn betrokken bij
de hoeveelheid spiermassa bij het varken, resp. het schaap. Het bleek
dat de verschillen grotendeels waren terug te voeren op verschillen in
de regulerende elementen.
Deze informatie toont het belang aan van genoomkennis voor gerichtere
fokkerijprogramma's, met name als het gaat om eigenschappen van het
dier die in het verleden met traditionele kruisingen moeilijk waren te
selecteren, bijvoorbeeld omdat ze niet zichtbaar waren.
Het onderzoeksteam van prof. Groenen werkt in zijn onderzoek samen met
een groot aantal onderzoeksgroepen binnen en buiten Nederland
waaronder diverse andere Wageningse groepen (zoals Celbiologie en
immunologie, Experimentele dierkunde, Nutrigenomics en
Bioinformatica). Verder is er ook een intensieve samenwerking met het
bedrijfsleven (Nutreco, IPG en CRV).
Prof.dr. M.A.M. Groenen is persoonlijk hoogleraar Fokkerij en genetica
aan Wageningen Universiteit. Het persoonlijk hoogleraarschap wordt
uitsluitend toegekend aan vooraanstaande onderzoekers met een
internationaal erkende wetenschappelijke reputatie. Martien Groenen
studeerde Scheikunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen en
promoveerde in 1987 aan de Universiteit Leiden. Hij is sinds 2002 een
van de coördinatoren van het International Chicken Genome Sequencing
Consortium, dat wereldwijd de ontrafeling van het kippengenoom
aanstuurde. De publicaties hierover verschenen in drie artikelen van
Nature van 9 december 2004.
Wageningen Universiteit