Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus, januari 2005
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
's-Gravenhage
070 - 348 5578643
14 januari 2005
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
1 Inleiding
In dit algemene ambtsbericht wordt informatie gegeven over de situatie in de
noordelijke Kaukasus, die is ontstaan door het conflict tussen de Russische
federale autoriteiten en Tsjetsjeense illegale gewapende groepen, voor zover van
belang voor de beoordeling van asielverzoeken en voor de beoordeling van de
vraag of terugkeer van uitgeprocedeerde afgewezen asielzoekers verantwoord is.
Voorts wordt aandacht besteed aan de positie van etnisch Tsjetsjenen in andere
delen van de Russische Federatie. Dit ambtsbericht is een actualisering van
eerdere algemene ambtsberichten over de situatie in de noordelijke Kaukasus
(laatstelijk mei 2003). Dit algemene ambtsbericht beslaat de periode van juni 2003
tot en met december 2004.
Alhoewel de bevolking van Tsjetsjenië voor 1994 uit verschillende etniciteiten
bestond, bestaan burgerbevolking, ontheemden en vluchtelingen uit Tsjetsjenië
thans vrijwel uitsluitend uit personen van etnisch Tsjetsjeense origine en nog
slechts voor een uitermate klein deel uit personen van een andere etniciteit. Het
onderhavige ambtsbericht richt zich derhalve grotendeels op de situatie van
etnisch Tsjetsjeense burgers, ontheemden en vluchtelingen. Het is echter niet altijd
mogelijk om bij een beschrijving van de situatie in de noordelijke Kaukasus een
onderscheid te maken tussen de situatie voor etnisch Tsjetsjenen en de situatie
voor de etnische minderheden uit Tsjetsjenië. Daar waar dit onderscheid te maken
valt en relevant is, zal dit expliciet genoemd worden. In dit algemeen ambtsbericht
wordt voor iedere persoon die Tsjetsjenië verlaten heeft met het oogmerk het
geweld achter zich te laten de term `ontheemde' gebruikt, ongeacht de juridische
status die deze persoon in de Russische Federatie heeft. Voorts worden in dit
ambtsbericht verschillende benamingen gebruikt voor de illegale gewapende
groeperingen die binnen en buiten Tsjetsjenië actief zijn.1 Wanneer over
"Tsjetsjeense rebellengroeperingen" gesproken wordt, wordt bedoeld dat de
groepen hun oorsprong vinden in het conflict in Tsjetsjenië. Bij een groep zullen
dikwijls echter ook personen van niet-Tsjetsjeense etniciteit zijn aangesloten,
evenals personen die niet afkomstig zijn uit Tsjetsjenië. Evenzo wordt met de
termen "Tsjetsjeense rebel/terrorist/strijder" niet noodzakelijkerwijs een persoon
bedoeld die etnisch Tsjetsjeen is dan wel uit Tsjetsjenië afkomstig is.
Dit ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie uit openbare bronnen. Bij de
opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de
Verenigde Naties, de Raad van Europa en verschillende non-gouvernementele
organisaties, evenals van vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht
van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst.
1 Hier ligt geen juridische stellingname aan ten grondslag.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bovendien liggen vertrouwelijke rapportages van onder andere de Nederlandse
ambassade te Moskou, andere Europese landen en de Raad van Europa aan dit
algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt
veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar dergelijke
bronnen zijn vermeld, is de tekst in veel gevallen eveneens gebaseerd op
informatie die op vertrouwelijke basis is verkregen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en humanitair gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een
overzicht van de geschiedenis van de deelrepubliek Tsjetsjenië. Ook is een korte
passage over geografie en bevolking van Tsjetsjenië opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië geschetst. Na een
beschrijving van de federale wetgeving en internationale verdragen waarbij de
Russische Federatie partij is, komen mogelijkheden van toezicht aan de orde. In
paragraaf drie volgt de daadwerkelijke beschrijving van de mensenrechtensituatie.
In hoofdstuk vier wordt de situatie in de naburige deelrepublieken Ingoesjetië,
Dagestan, Noord-Ossetië, Kabardino-Balkarië en Karatsjevo-Tsjerkessië
beschreven en wordt de positie van Tsjetsjenen elders in de Russische Federatie in
kaart gebracht.
In hoofdstuk vijf wordt de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk zes
wordt aandacht besteed aan de positie van Tsjetsjenen in de regio, buiten de
Russische Federatie, alsmede het beleid van een aantal andere Europese landen
inzake asielzoekers uit Tsjetsjenië en de positie van UNHCR.
Een samenvatting volgt in hoofdstuk zeven.
5
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
2 Politieke- en veiligheidssituatie
2.1 Land en volk
Tsjetsjenië ligt in de olierijke, noordelijke Kaukasus en is wat grootte betreft
ongeveer 17.000 vierkante kilometer te vergelijken met Nederland bezuiden de
rivieren. De Tsjetsjenen vormen samen met de Ingoesjeten een volk dat reeds
eeuwenlang de noordelijke hellingen van het Kaukasusgebergte bewoont. De
meeste Tsjetsjenen hebben Tsjetsjeens als moedertaal, maar velen spreken
daarnaast Russisch.2 De Tsjetsjeense samenleving is sterk traditioneel van aard:
gewoonten en normen en waarden als respect voor ouderen, gastvrijheid, loyaliteit
jegens vrienden, gebruik van het gewoonterecht (adat), bloedwraak en een sterke
macho-cultuur worden nog steeds in ere gehouden. Hoewel als gevolg van de twee
Tsjetsjeense conflicten in de afgelopen tien jaar het belang van de tribale
structuren is verminderd, voelen Tsjetsjenen zich nog steeds duidelijk verbonden
met hun clan, de zogenaamde teip. In totaal telt Tsjetsjenië zo'n 150 teips.3
Eind achttiende, begin negentiende eeuw bekeerden de meeste Tsjetsjenen zich tot
de islam, zonder hun oude "heidense" gebruiken op te geven.4 De Tsjetsjenen zijn
over het algemeen gematigde, soennitische moslims.5 Voorts kent het soefisme, in
de zin van de oude, volkse islam, veel aanhang. Hoewel de islam een belangrijke
rol speelt in het dagelijkse leven, is deze rol nooit allesbepalend geweest. Wel is
de islam altijd een factor geweest die het in clans verdeelde volk verbond.6 Om
deze reden is de islam in het kader van de Tsjetsjeense onafhankelijkheidsstrijd
bewust bevorderd door de opeenvolgende Tsjetsjeense presidenten7. Daar komt bij
dat godsdienst na de periode van onderdrukking door het communisme, overal in
de voormalige Sovjet-Unie tot op zekere hoogte een wederopleving heeft
2 Moscow Helsinki Group, "Nationalism, Xenophobia and Intolerance in Contemporary
Russia" (2002), pp. 397-399.
3 Emil Souleimanov, "Chechen Society and Mentality" (25 mei 2003), op de website van
Prague Watchdog.
4 Zo bleef men het gewoonterecht (adat) gebruiken, in plaats van het islamitische sharia-recht
toe te passen.
5 In 1991 beschouwde 94% van de Tsjetsjenen zichzelf als moslim. Recentere officiële cijfers
zijn niet beschikbaar. Emil Souleimanov, "Islam as a uniting and dividing force in Chechen
society", op de website van Prague Watchdog (13 augustus 2004).
6 Sicco van der Meer, "Oorlogsmoe Tsjetsjenië biedt Poetin kans op vrede", in: Internationale
Spectator nr. 10 (oktober 2003), p. 494; Rajan Menon, "Russia's Quagmire",
www.bostonreview.net (21 augustus 2004).
7 Te weten (in chronologische volgorde): Doedajev, Jandarbiyev, Maskhadov.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
doorgemaakt. Anno 1999 waren er 500 actieve moskeeën in Tsjetsjenië, waarvan
de meesten na 1991 waren gebouwd, dan wel herbouwd.8
Onder interim-president Jandarbiyev, die aantrad nadat Doedajev in april 1996
door een raket werd gedood, en de begin 1997 gekozen president Maskhadov,
werd het islamitische shari'a recht geïntroduceerd, alcohol werd verboden en op
alle middelbare scholen werd islamitisch onderwijs en de Arabische taal verplicht
gesteld. Hoewel verreweg de meeste Tsjetsjenen hun traditionele, liberale vorm
van islam bleven belijden, is naar schatting 5 tot10% thans aanhanger van het
wahabisme. 9 Het wahabisme is een fundamentalistische, uit Saudi-Arabië
afkomstige stroming binnen de islam. Wahabisten streven naar een islamitische
staat en samenleving, waarin alle burgers (dus ook andersdenkenden) zich dienen
te voegen naar de meest strikte, conservatieve interpretatie van islamitische
gedragsnormen. Zo dienen vrouwen volledig gesluierd te zijn en hebben zij een
volstrekt ondergeschikte positie. In principe mogen vrouwen zelfs niet werken.
Wahabisten hebben een grote weerzin van moderniteit en alle invloeden van
buitenaf (vooral die uit het Westen), die de pure islam in hun ogen corrumperen.
Om deze reden dient de meeste kunst, muziek, literatuur, film et cetera wat hen
betreft verboden te worden. Voorts beoogt het wahabisme strikte toepassing van
het shari'a recht, waaronder lijfstraffen en steniging.10
De meest recente officiële volkstelling in de Russische Federatie werd gehouden
in oktober 2002. Uit de telling kwam naar voren dat de Russische Federatie 145,2
miljoen inwoners telt, waarvan 1.100.300 mensen in Tsjetsjenië woonachtig zijn.11
De VN meldt een lager bevolkingsgetal: 800.000 personen, waaronder circa
200.000 ontheemden. In totaal verblijven ongeveer een half miljoen etnisch
Tsjetsjenen elders in de Russische Federatie, waarvan een groot aantal reeds
decennia lang.
8 Emil Souleimanov, "Islam as a uniting and dividing force in Chechen society", op de website
van Prague Watchdog (13 augustus 2004).
9 Emil Souleimanov, "Islam as a uniting and dividing force in Chechen society", op de website
van Prague Watchdog (13 augustus 2004). Zoals nader beschreven in paragraaf 2.5 zijn in
Tsjetsjenië diverse wahabistische rebellengroeperingen actief, die financiering van
islamitisch-fundamentalistische organisaties ontvangen. Tsjetsjenen die zich bij de
wahabistische beweging hebben aangesloten, hebben dit veelal gedaan om wraak te nemen
nadat zij als gevolg van het Russisch ingrijpen in Tsjetsjenië familieleden hadden verloren of
bv. slachtoffer waren geworden van marteling.
10 Matt Bryden, "No quick fixes" (juli 2003).
11 Interfax, "Chechnya's Population 1.1 million People" (24 april 2003).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
2.2 Geschiedenis
In de achttiende en negentiende eeuw hebben beurtelings het Russische, het
Ottomaanse en het Perzische Rijk hun invloed laten gelden in de strategisch
gelegen Kaukasus. In verscheidene veldslagen hebben de Tsjetsjenen hier
weerstand tegen geboden. Uiteindelijk heeft het Russische Rijk in 1864 de gehele
Kaukasus veroverd.
De Tsjetsjeense en Ingoesjetische autonome oblasts (regio's) werden in 1922
respectievelijk 1924 gevormd. Deze oblasts zijn in 1934 samengevoegd en in 1936
opgewaardeerd tot de Tsjetsjeens-Ingoesjetische autonome socialistische sovjet-
republiek. In 1944 werd deze republiek ontbonden als vergelding voor
verscheidene gewapende opstanden tegen de Russische autoriteiten en vermeende
collaboratie met nazi-Duitsland. Zowel het Tsjetsjeense als het Ingoesj volk werd
naar Centraal-Azië en Siberië verbannen.12 Tsjetsjenië werd een aantrekkelijk
vestigingsgebied voor onder andere Russische en Armeense migranten.13 In 1957,
na de dood van Stalin14, werd het de verbannen volkeren toegestaan terug te keren.
Een kwart van de verbannen Tsjetsjenen was toen echter al omgekomen. Op 9
januari 1957 werd de Tsjetsjeens-Ingoesjetische autonome socialistische
Sovjetrepubliek opnieuw opgericht. De Russische en Armeense migranten hadden
ondertussen sleutelposities verworven in onder andere de olie-industrie.15
Eerste Tsjetsjeense conflict
In 1991 werden binnen de Tsjetsjeens-Ingoesjetische Sovjetrepubliek afspraken
gemaakt over de scheiding van het grondgebied in een Tsjetsjeens en een Ingoesj
gedeelte, waarbij het grootste deel Tsjetsjeens gebied werd. Deze Tsjetsjeense
republiek verklaarde zich eind 1991 onafhankelijk van de Russische Federatie.16
De onafhankelijkheidsbeweging werd geleid door het Tsjetsjeens Nationaal
Congres. Een prominent lid van deze beweging, Dzhokhar Doedajev, werd op 27
oktober 1991 gekozen tot president van Tsjetsjenië.
De Tsjetsjeense onafhankelijkheid werd internationaal niet erkend. De
autocratische Doedajev17 bleek niet in staat Tsjetsjenië effectief te besturen en het
12 Evenals 9 andere etnische minderheden (onder andere Meskheten en Krimtataren).
13 Onder andere: Amnesty International, brief over Tsjetsjenië d.d. 8 april 2002.
14 Stalin stierf in 1953. In 1957 maakte Chroetsjov terugkeer van de verbannen etnische
minderheden mogelijk.
15 "The Territories of the Russian Federation 2001" (Europa Publications, second edition), p.
54-55.
16 Onafhankelijk Tsjetsjenië noemt zichzelf officieel: Tsjetsjeense Republiek Itsjkerië. Zie:
"Eastern Europe, Russia and Central Asia 2003" (Europa Publications, third edition) pp. 361-
362.
17 Na de Russische inval in Tsjetsjenië werd Doedajev de leider van het Tsjetsjeense gewapende
verzet. In april 1996 werd hij gedood door een Russische raket.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
land werd een centrum van criminele activiteiten. November 1994 was de maat vol
voor de federale regering en werden Russische federale troepen naar Tsjetsjenië
gestuurd.18
Ondanks jaren van hevige strijd slaagde de federale regering er niet in Tsjetsjenië
weer onder controle te krijgen. Uiteindelijk werden in augustus 1996 de
vijandelijkheden beëindigd door het sluiten van het Akkoord van Chasavjoert. In
dit akkoord werd onder meer de terugtrekking van de Russische troepen geregeld.
Verder werd bepaald dat vijf jaar lang niet over de staatsrechtelijke positie van
Tsjetsjenië zou worden gesproken.19 Het vredesakkoord tussen de Russische
Federatie en Tsjetsjenië volgde op 12 mei 1997.
Dit vredesakkoord en de verkiezing20 van de relatief gematigde Aslan Maskhadov
tot president van Tsjetsjenië leidden echter niet tot een verbetering van de
politieke en sociaal-economische situatie. Maskhadov had onvoldoende macht en
middelen om zijn autoriteit te vestigen en te handhaven en Tsjetsjenië viel terug in
een patroon van anarchie, bestuurlijke onbekwaamheid, wisselende
machtscoalities, criminele activiteiten, wapen- en drugshandel en ontvoeringen.21
Reguliere inkomstenbronnen bestonden nauwelijks meer in Tsjetsjenië, waar
ongeveer negentig procent van de inwoners geen vast werkverband had. Een van
de oorzaken van de slechte economische situatie was dat de Russische federale
regering toezeggingen over steun bij de wederopbouw en uitbetaling van sociale
uitkeringen slechts gedeeltelijk nakwam en de financiële steun daarenboven
doorgaans niet bij de bestemde doelgroepen terecht kwam.
Vanaf 1996 werd de al bestaande anarchie vergroot doordat Arabische wahabisten
dankzij zeer aanzienlijke financiële middelen binnen het verzet een radicaal-
islamitische vleugel wisten te creëren.22 Maskhadov probeerde zijn macht te
handhaven door compromissen te sluiten met de islamitische fundamentalisten,
onder andere door sharia-wetgeving in te voeren. Hierdoor hadden de bevolking
en andere krijgsheren steeds minder vertrouwen in hem. In de zomer van 1999
vielen fundamentalistische milities de buurrepubliek Dagestan binnen. Het
Russische leger sloeg deze aanval vrij snel af. Bijna tegelijkertijd werden Moskou,
Volgodonsk (Zuid-Rusland) en Buinaksk (Dagestan) getroffen door een reeks
bomaanslagen waarbij 241 burgerslachtoffers vielen. Hoewel sluitende bewijzen
niet openbaar werden gemaakt, wezen de Russische autoriteiten Tsjetsjeense
18 Onder andere: Amnesty International, brief over Tsjetsjenië d.d. 8 april 2002.
19 Van Tongeren, Van de Veen and Verhoeven, "Searching for Peace in Europe and Eurasia, an
overview of conflict prevention and peacebuilding activities" (Londen, 2002), p. 355.
20 Begin 1997.
21 Amnesty International, brief over Tsjetsjenië d.d. 8 april 2002.
22 Bekende krijgsheren als Shamil Basayev en de inmiddels omgekomen Khattab behoren tot
deze vleugel.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
rebellen als dader aan.23 Eind april 2003 werd door de Russische procureur-
generaal een lijst met de tien daders openbaar gemaakt, waarvan allen, met
uitzondering van de leider, inmiddels gevangen of gedood waren.24 Op 12 januari
2004 veroordeelde een Moskouse rechtbank twee medeplichtigen tot levenslange
gevangenisstraf.25
Tweede Tsjetsjeense conflict
Met grote steun van parlement en bevolking gaven president Jeltsin en premier
Poetin medio september 1999 het Russische leger de opdracht wederom de strijd
aan te binden met de Tsjetsjeense rebellen. Tegelijkertijd gaf Moskou aan
Maskhadov als terrorist te beschouwen en niet langer te erkennen als president van
Tsjetsjenië.
Zowel een lucht- als grondoffensief werd door de federale strijdkrachten
uitgevoerd. Het luchtoffensief bestond uit zware bombardementen op de hoofdstad
Grozny en andere steden. In het grondoffensief werd dorp na dorp omsingeld en
gedwongen eventueel aanwezige rebellen uit te leveren en loyaliteit aan het
Russische gezag te garanderen. Voorjaar 2000 werd het in puin liggende Grozny
veroverd. In oktober 2000 verklaarde Poetin de oorlog voorbij en gewonnen door
de federale troepen.26 De Federale Veiligheidsdienst27 (FSB) kreeg opdracht om in
samenwerking met onder andere de federale grensdienst (FPS) en reguliere
militaire eenheden Tsjetsjenië te ontdoen van de laatste terroristen. Het is de
federale troepen echter tot op heden niet gelukt het bergachtige zuiden van
Tsjetsjenië geheel onder controle te krijgen. Bovendien hebben de Russische
23 Bij verschillende bronnen bestaat echter twijfel over de gestelde Tsjetsjeense betrokkenheid
bij deze aanslagen: eind september 1999 bleken drie medewerkers van de Russische
veiligheidsdienst (de FSB; in de volksmond doorgaans nog steeds KGB genoemd) een
hexogeen bom (eveneens het gebruikte explosief in Moskou en Volgodonsk) te hebben
geplaatst in een appartementencomplex in Ryazan. Volgens de FSB betrof het een
namaakbom en was de actie bedoeld om de beveiliging van het gebouw te testen. Zie Rajan
Menon, "Russia's Quagmire", www.bostonreview.net (21 augustus 2004); Yulia Latynina,
"Keystone Kops take on terrorism", in The Moscow Times (29 september 2004).
24 Interfax, "Investigation into 1999 Russian Apartment Bombings completed" (29 april 2003).
Echter, op 7 juni 2004 meldde de FSB in Ingoesjetië dat 3 terroristen waren gedood, die
onder andere bij de aanslagen op de appartementencomplexen betrokken waren geweest.
Deze terroristen, die contacten hadden met de Arabische rebellenleider Abu Al-Walid,
zouden met valse documenten vanuit Azerbeidzjan, via Georgië, Ingoesjetië zijn
binnengereisd. Zie RIA Novosti, "Group of Chechen Terrorists killed in Ingushetia" (7 juni
2004).
25 Beide mannen werden onder andere schuldig bevonden aan het samenstellen van de gebruikte
explosieven, het plegen van exceptioneel wrede moorden en het lid zijn van een illegale,
gewapende groep. Ze ontkennen, menen dat het bewijsmateriaal vervalst is en gaan in hoger
beroep. Zie The Moscow Times, `2 get life in prison for '99 bombings', 13 januari 2004.
26 In maart 2000 werd Poetin tot president van de Russische Federatie gekozen, mede dankzij
zijn verkiezingsbelofte definitief een einde te zullen maken aan de problemen in Tsjetsjenië.
27 Dit is de voormalige KGB.
10
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
militairen grote moeite een passend antwoord te vinden op de guerilla-tactieken
van de rebellen.
Dit tweede Tsjetsjeense conflict heeft veel slachtoffers gemaakt: tienduizenden
burgers zijn omgekomen of verdwenen en circa 300.000 mensen ontvluchtten
(tijdelijk) Tsjetsjenië. Ook kwamen zo'n 12.000 Russische troepen28 en 3.000
Tsjetsjeense strijders om het leven.29
Al voor de terroristische aanslagen in New York en Washington op 11 september
2001, beschouwde de federale regering het conflict in Tsjetsjenië in de allereerste
plaats als onderdeel van de internationale strijd tegen terrorisme. Deze benadering
is door 11 september verder versterkt en regelmatig spreekt Moskou over banden
tussen Tsjetsjeense strijders en Al Qaeda.
Het slepende Tsjetsjeense conflict kwam door verscheidene terroristische
aanslagen in najaar 2002 weer volop in de schijnwerpers te staan.30 Direct gevolg
van deze terroristische acties was dat de voorgenomen geleidelijke terugtrekking
van federale troepen uit Tsjetsjenië werd uitgesteld.
Sinds zomer 2002 beoogt de Russische regering Tsjetsjenië te stabiliseren middels
een politiek proces van normalisatie en `Tsjetsjenisering'31 van het lokale bestuur
en de ordehandhavende instanties. Hiertoe werd op 23 maart 2003 een referendum
gehouden, waarbij 96% van de bevolking zich uitsprak voor aanvaarding van een
nieuwe grondwet voor Tsjetsjenië. Op basis van deze grondwet zalTsjetsjenië
verankerd blijven in de Russische Federatie.32
2.3 Staatsinrichting
De Russische Federatie bestaat uit 89 federale territoriale eenheden: 21 autonome
republieken, zes krais (provincies), 49 oblasts (regio's), twee steden met federale
status, een autonome oblast en tien autonome okroegs (districten). De volgorde
van deze opsomming komt overeen met de hiërarchische indeling in de grondwet.
Tsjetsjenië en Ingoesjetië vormen elk een autonome republiek. Alle 21 autonome
28 Cijfer afkomstig van het Russian Soldiers' Mothers Committee, anno voorjaar 2004.
29 De cijfers gebruikt door de geraadpleegde bronnen variëren sterk. Genoemde cijfers dienen
derhalve als globale schattingen beschouwd te worden.
30 In totaal ging het in 2002 om drie grote terroristische aanslagen: het gijzelingsdrama in het
Dubrovka theater in Moskou (eind oktober 2002), de bomaanslag in Kaspiisk, Dagestan (mei
2002) en de grootschalige terroristische aanslag in Grozny op 27 december 2002. Voor meer
informatie over deze aanslagen wordt hier kortheidshalve verwezen naar het ambtsbericht
over de situatie in de noordelijke Kaukasus van 14 mei 2003, paragraaf 2.4.
31 Tsjetsjenisering houdt in Tsjetsjenië te laten besturen door Tsjetsjenen.
32 Volgens officiële cijfers bedroeg de opkomst iets minder dan 90%.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
republieken worden bestuurd door een president en/of een gouverneur en een
regionale regering. In Tsjetsjenië was de laatste jaren, als gevolg van de conflicten,
sprake van een aangepaste structuur.33
Vanaf zomer 2002 heeft de federale regering stapsgewijs de bestuurlijke structuur
van Tsjetsjenië genormaliseerd en in lijn gebracht met die van de rest van de
Federatie. Voorts was het beleid gericht op `Tsjetsjenisering' van het lokale
bestuur en van ordehandhavende instanties. Dit politieke proces startte met het
opstellen van een nieuwe grondwet en het organiseren van een referendum,
gevolgd door presidentsverkiezingen voor Tsjetsjenië en participatie in de federale
parlements- en presidentsverkiezingen. Tsjetsjenië beschikt nog niet over een
eigen parlement.34
Zoals beschreven in de volgende paragraaf, waren in de verslagperiode
achtereenvolgens Akhmad Kadyrov, Sergej Abramov en Alu Alkhanov
(waarnemend) president van Tsjetsjenië.
De door de rebellen uitgeroepen "onafhankelijke republiek Itsjkerië" kent een
eigen "regering", die door "minister-president" Maskhadov in augustus 2004 werd
teruggebracht van 60 tot 12 kabinetsleden. Volgens het Russische leger bevindt
alleen de "minister van Staatsveiligheid", Doku Umarov35, zich in Tsjetsjenië,
maar volgens "minister van Cultuur en Media" Zakayev (die zelf asiel in Groot-
Britannië heeft gekregen) bevinden 6 "ministers" en de "premier" zich in Itsjkerië.
De "minister van Buitenlandse Zaken" Iljas Akhmadov heeft, na een initiële
afwijzing, dankzij een rechterlijk vonnis asiel in de Verenigde Staten gekregen.36
Er zijn in Tsjetsjenië 14 kantongerechten in functie.37 Daarnaast is er een
hooggerechtshof in Gudermes. Rechters worden benoemd door president Poetin.
Strafzaken waar een maximumstraf van meer dan 5 jaar op staat, worden
doorverwezen naar gerechtshoven in de regio.38 Er zijn geen militaire rechtbanken
in Tsjetsjenië. Wel zijn sinds 2002 vijf speciale militaire aanklagers actief . De
rechtszaken waarbij militairen vervolgd worden wegens acties in Tsjetsjenië
33 Van juni 2000 tot 23 maart 2003 (het referendum) werd Tsjetsjenië min of meer direct door
Moskou bestuurd.
34 Er was sprake van in 2004 parlementsverkiezingen te organiseren, maar als gevolg van de
noodzaak tot nieuwe presidentsverkiezingen na de moord op president Kadyrov in mei 2004
(zie paragraaf 2.4), zijn thans parlementsverkiezingen voorzien in voorjaar 2005.
35 Umarov leidde de gijzelingsactie in Beslan (zie bijlage 1).
36 Musa Muradov, "Aslan Maskhadov decides everything for two", in Kommersant (6 augustus
2004).
37 Council of Europe SG/Inf(2004)13, "Report by the Secretary-General on the situation in the
Chechen Republic, January-March 2004 " (7 april 2004), p. 5.
38 De zaak tegen de militair Sergei Lapin vormt hierop een uitzondering. Zie paragraaf 3.3,
onderdeel rechtsgang.
12
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
vinden doorgaans plaats bij de militaire rechtbank van Vladikavkaz (Noord-
Ossetië).39 Pas op 1 januari 2007 zal in Tsjetsjenië juryrechtspraak worden
ingevoerd.40 In Tsjetsjenië zijn in 2002 door de rechtbanken 1530 strafzaken
behandeld en 9455 civiele zaken. In 2003 werden meer dan 10.000 civiele zaken
behandeld.41 Er bevinden zich 19 consultatiebureaus die (meestal gratis) juridische
bijstand verlenen, alsmede 18 notariskantoren in de republiek.42
2.4 Politieke ontwikkelingen
In de verslagperiode hebben de Russische autoriteiten het `normalisatieproces'
verder gestalte gegeven door de organisatie van verkiezingen en de uitwerking van
amnestie- en compensatieregelingen. De hierbij gekozen president Kadyrov mocht
van de federale regering een veiligheidsdienst van een paar duizend man
aanstellen (de zogenaamde "Kadyrovtsi") die op keiharde wijze de rebellen
bestreden, of, zoals mensenrechtenorganisaties stellen, het vuile werk voor
Moskou opknapten. 43 De moordaanslag op president Kadyrov in mei van dit jaar
heeft een vacuüm achtergelaten dat niet eenvoudig gevuld zal kunnen worden. Dit,
tezamen met het grootscheepse rebellenoffensief in Ingoesjetië ruim een maand
later, gevolgd door de bloedige gijzeling in een school in Beslan (Noord-Ossetie)
toont aan dat er voorlopig nog geen sprake is van een daadwerkelijk
genormaliseerde situatie in de Noordelijke Kaukasus.
Amnestieregeling
Op 7 juni 2003 heeft het federale parlement een amnestiewet voor de Tsjetsjeense
Republiek aangenomen. De amnestieregeling bepaalde dat strafrechtelijke
vervolging zal worden opgeheven van personen die tussen 12 december 1993 en 7
juli 2003 gevaarlijke handelingen hebben verricht op het grondgebied van de
voormalige Tsjetsjeens-Ingoesje sovjetrepubliek. In aanmerking voor amnestie
39 www.chechnyafree.ru; Memorial, Operation of the courts in the Chechen Republic (15
oktober 2001).
40 In de rest van Rusland is juryrechtspraak tussen december 2002 en 1 janurai 2004 ingevoerd.
Zie US State Department, "Country reports on human rights practices: Russia" (25 februari
2004), p. 8.
41 Council of Europe SG/Inf(2004)13, "Report by the Secretary-General on the situation in the
Chechen Republic, January-March 2004 " (7 april 2004), p. 5.
42 Speech van minister van Justitie Chayka tijdens de 79e sessie van het VN
Mensenrechtencomité te Genève (23 oktober 2003). Volgens de de voorzitter van het
collegium van Tsjetsjeense advocaten zijn in Tsjetsjenië in totaal 200 advocaten werkzaam.
Itar-Tass (29 december 2004).
43 De Kadyrovtsi zijn een gewapende "veiligheidsdienst van de Tsjetsjeense president",
waarvan de grootte geschat wordt op tussen de 3.000 en 4.000 man. De Kadyrovtsi staan
onder leiding van de zoon van president Kadyrov, Ramzan Kadyrov. Zie voor meer
informatie paragraaf 2.5.
13
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
kwamen Tsjetsjeense strijders, federale troepen, maar ook criminelen die niets te
maken hadden met het gewapend conflict, mits zij niet onder een van de vele
uitzonderingscategorieën vielen en zich voor 1 september 2003 meldden bij het
ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Defensie of het Openbaar
Ministerie.
Om in aanmerking te komen voor amnestie, dienden Tsjetsjeense rebellen hun
wapens in te leveren en de rebellenbeweging de rug toe te keren.44 Personen die
zich schuldig hadden gemaakt aan zware misdrijven, zoals moord, kidnapping,
verkrachting, gewelddadige roof, poging tot moord op medewerkers van politie of
justitie, terrorisme, sabotage of tegenwerking van justitieel onderzoek, vielen
buiten de amnestieregeling. Buitenlanders en staatlozen konden evenmin een
beroep doen op de regeling.45
Ongeveer 400 personen hebben zich voor de amnestieregeling gemeld, van wie
171 Tsjetsjeense rebellen; de rest was federale soldaat of crimineel. Uiteindelijk
kregen 209 personen amnestie op basis van de amnestieregeling.46
Ook na het verstrijken van de deadline van 1 september bleef het in de praktijk
voor rebellen mogelijk amnestie te verkrijgen, meestal op voorwaarde dat zij zich
aan zouden sluiten bij de Kadyrovtsi en hun loyaliteit aan Kadyrov zouden
bewijzen, bijvoorbeeld door een rebel te doden.47
Compensatieregeling
In aanvulling op de in 1995 ingestelde compensatieregeling48, werd op 4 juli 2003
middels decreet 40449 een nieuwe compensatieregeling voor verloren gegane
eigendommen ingevoerd. Decreet 404 geldt alleen voor personen die permanent in
44 Vrijwillig inleveren van wapens en ander militair materieel kon straffeloos geschieden tot 1
september 2003.
45 Itar-Tass, "State Duma approves second reading of bill on amnesty in Chechnya" (4 juni
2003).
46 Interfax, "Rebels continue to surrender in Chechnya" (19 mei 2004).
47 Pavel Felgenhauer, "Making news in Chechnya", in The Moscow Times (18 mei 2004);
Vadim Manenkov, "Fourteen Basayev's men surrendered in Chechnya", in Itar-Tass 117 (2
december 2003).
48 De eerste compensatieregeling, die voor zover niet geamendeerd door decreet 404 nog steeds
van kracht is, werd getroffen op 5 september 1995 (decreet 898, nader uitgewerkt in decreet
510 van 30 april 1997). Op basis van deze regeling komen slachtoffers van het eerste
Tsjetsjeense conflict ook in aanmerking voor compensatie (ter waarde van 120.000 roebel,
plus 5.000 roebel per gezinslid) indien ze zich permanent buiten Tsjetsjenië gevestigd hebben
en niet van zins zijn terug te keren.
49 Decreet 404 "On the procedure of paying lost housing and property compensation to
permanent residents of the Chechen Republic who suffered during the settlement of the crisis
in its territory", 4 juli 2003.
14
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Tsjetsjenië wonen50 en een huis in eigendom hebben.51 Personen waarvan het huis
na 12 december 1994 onherstelbaar52 is verwoest, krijgen een bedrag van 350.000
roebel (ongeveer 11.600) uitgekeerd.53
Volgens planning moesten de autoriteiten uiterlijk 1 augustus 2003 een lijst gereed
hebben van alle onherstelbaar vernietigde huizen in heel Tsjetsjenië. Het opstellen
van zo'n lijst bleek echter een stuk complexer dan voorzien, waardoor de lijst een
jaar later nog steeds niet compleet was.54 Met ingang van 15 december 2004 werd
de mogelijkheid claims in te dienen tijdelijk opgeschort. Op dat moment waren
circa 100.000 aanvragen voor compensatie ingediend. Eind 2004 waren ruim
40.000 aanvragen beoordeeld, waarvan 5.000 werden afgewezen. Aan ruim 30.000
mensen zou inmiddels compensatie zijn uitbetaald met een totaalwaarde van 10,7
miljard roebel.55 Het afgelopen half jaar steeg het totale aantal aanvragen opeens
van 46.000 naar 100.000. De autoriteiten hebben de indruk dat zich onder deze
recente claims veel frauduleuze aanvragen bevinden. 56
50 Mensen die in Ingoesjetië verblijven en een contract tekenen waarin ze toezeggen zich binnen
zeven dagen permanent te vestigen in Tsjetsjenië, komen, indien voldaan wordt aan alle
andere voorwaarden, eveneens in aanmerking voor deze compensatieregeling.
51 Alle vormen van eigendom worden geaccepteerd. Huurders van een huis komen niet in
aanmerking voor deze regeling.
52 Hetgeen nader is gedefinieerd als "voor meer dan 90%". Hierdoor zijn in de praktijk veel
huiseigenaren die buiten de regeling vallen.
53 Van dit bedrag geldt 300.000 roebel als vast compensatiebedrag voor verlies van het huis, en
50.000 roebel voor verlies van de roerende eigendommen. Bepalend voor uitkering is verlies
van het huis; het is niet mogelijk alleen compensatie voor het huis, dan wel alleen voor de
roerende zaken te ontvangen.
54 Natalya Slavina, "Payments of compensations in Chechnya dragging feet-PM" (6 juli 2004);
UNHCR, "Information Note on the Implementation of Compensation for Lost Housing and
Property to the Victims of the Chechen Conflict" (april 2004); Tass 331, "Misappropriation
of funds in Chechnya arouses concern" (1 april 2004); Interfax, "Chechen Public Council
addresses Putin" (5 juli 2004).
55 Interfax, "10 billion rubles allocated to pay compensations in Chechnya" (6 december 2004).
Van het begin af aan hebben zeer sterk uiteenlopende cijfers gecirculeerd inzake de
compensatiebetalingen. Het is dan ook niet mogelijk te zeggen in hoeverre genoemde cijfers
betrouwbaar zijn. Zo stelde een andere overheidsfunctionaris begin augustus 2004 dat op dat
moment nog maar 8.000 van de 88.000 aanvragen waren beoordeeld en dat in het eerste
kwartaal van 2004 in totaal niet meer dan 362 miljoen roebel (USD 13 mln.) was uitgekeerd.
Zie UN, "Chechnya: CAP 2005" (november 2004).
56 Interfax, "10 billion rubles allocated to pay compensations in Chechnya" (6 december 2004).
Volgens een schatting van de Raad van Europa hebben in totaal circa 48.000 huiseigenaren
recht op compensatie. Council of Europe SG/Inf(2004)13, "Report by the Secretary-General
on the situation in the Chechen Republic, January-March 2004 " (7 april 2004).
15
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Er is veel kritiek op de lange wachttijd voor beoordeling van aanvragen en de
omvangrijke bureaucratie.57 Voorts zou in de praktijk compensatie pas verkregen
kunnen worden na betaling van steekpenningen die op kunnen lopen tot de helft
van het uitgekeerde bedrag.58 Tot slot zou niet iedereen een aanvraag durven
indienen, omdat ontvangst van zo'n grote som geld mensen tot doelwit kan maken
van ontvoering, bedreiging en afpersing.59
Presidentsverkiezingen
Na de positieve uitslag van het referendum verkreeg Akhmad Kadyrov de status
van waarnemend president. 60 Op 5 oktober 2003 zijn door de Russische
autoriteiten Tsjetsjeense presidentsverkiezingen gehouden. Naast waarnemend
president Kadyrov stelden tien personen zich kandidaat. Het was echter van het
begin af aan duidelijk dat Kadyrov, die de steun van president Poetin had, de
verkiezingen zou winnen. Dit bleek te meer toen zijn enige twee serieuze
concurrenten, Malik Saidullayev61 en Aslambek Aslakhanov62, zich voortijdig als
presidentskandidaat terugtrokken.63
57 Veel mensen ervaren moeilijkheden bij het verkrijgen van alle benodigde documenten, zoals
bewijs van eigendom van het huis. Bovendien kunnen deze documenten doorgaans pas na
betaling van steekpenningen verkregen worden.
58 Als gevolg van corruptie zou in de praktijk van de compensatiebetalingen zo'n 15% naar de
regering in Moskou gaan, 15% naar Tsjetsjeense autoriteiten, 10% naar de Rosselkhozbank
(de enige bank in Tsjetsjenië), en een onbekend percentage aan de Federale Migratiedienst.
Zie Klaus Ammann, voor Schweizerische Flüchtlingshilfe, "Tschetschenien und die
tschetschenische Bevölkerung in der Russischen Föderation" (24 mei 2004), p. 20. Ook
konden personen die geen recht hadden op compensatie deze door betaling van
steekpenningen desalniettemin verkrijgen (soms ten koste van de rechtmatige eigenaar van
het huis in kwestie). Zie Timur Aliyev, "Compensation business a gravy train for crooks in
Chechnya", Prague Watchdog (18 november 2004).
59 UNHCR, "Information Note on the Implementation of Compensation for Lost Housing and
Property to the Victims of the Chechen Conflict (april 2004); Alex Rodriquez, "Hope scarce
in grim Grozny", in Chicago Tribune (10 juni 2004); Klaus Ammann, voor Schweizerische
Flüchtlingshilfe, "Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in der Russischen
Föderation" (24 mei 2004), p. 20.; en F. Soyarimova, "Criticizing system of paying off
compensations is deadly dangerous in Chechnya", in The Chechen Times (14 juni 2004).
60 Door de inwerkingtreding van de nieuwe grondwet, direct na het referendum van 23 maart
2003, werd het hoofd van het civiel bestuur, Akhmad Kadyrov, automatisch waarnemend
president. Om het Tsjetsjeense bestuur overeenkomstig de nieuwe grondwet vorm te geven,
heeft Kadyrov op 3 juni 2003 de voltallige regering (met uitzondering van minister-president
Popov) en de districtshoofden ontslagen. In de nieuwe regering werden diverse ministers
vervangen door Kadyrov-getrouwen, waaronder Alu Alkhanov als de nieuwe minister van
Binnenlandse Zaken. Usman Dikayev, "The Big Boss Runs for President", op
www.watchdog.cz (24 augustus 2003).
61 Malik Saidullayev is een succesvolle Tsjetsjeense zakenman, gevestigd in Moskou, maar ook
actief en populair in Tsjetsjenië. Zijn kandidatuur werd door het Tsjetsjeense
Hooggerechtshof ongeldig verklaard na een klacht van een andere presidentskandidaat,
Nikolay Paizullayev. Hoofdreden was dat een aantal ondersteuners van Saidullayev's
16
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
De verkiezingen zijn zonder gewelddadigheden verlopen. Volgens de officiële
uitslag is van de totale opkomst van 87,7 procent bijna 81 procent van de stemmen
uitgebracht op Kadyrov. De centrale kiesraad heeft geen ernstige
onregelmatigheden geconstateerd.64
De centrale kiesraad besloot een paar weken voor de verkiezingen alsnog
internationale waarnemers van de Verenigde Naties, de Parlementaire Assemblee
van de Raad van Europa (PACE), de OVSE en het Europees Parlement uit te
nodigen om de verkiezingen waar te nemen. Genoemde organisaties besloten
echter geen verkiezingswaarnemers te sturen, met name wegens de
veiligheidssituatie en de geringe resterende voorbereidingstijd.
De Europese Unie en PACE hebben hun zorgen uitgesproken over de
omstandigheden waaronder verkiezingen plaatsvonden.65
Mensenrechtenorganisaties66 en onafhankelijke journalisten die de situatie in
stemlokalen hebben waargenomen, gaven aan dat de verkiezingen niet eerlijk zijn
verlopen en meldden dat zowel de verkiezingsuitslag als het opkomstpercentage
niet overeenkwam met hun waarnemingen.67
Akhmad Kadyrov werd op 19 oktober 2003 geïnaugureerd als president van de
Republiek Tsjetsjenië en op 13 november 2003 was de vorming van de nieuwe
regering voltooid. Anatoly Popov bleef premier, maar werd in maart 2004 alsnog
kandidatuur niet geheel aan de formaliteiten had voldaan door te verzuimen in hun adres
`Tsjetsjenië' te vermelden.
62 Aslambek Aslakhanov, in augustus 2000 gekozen in de Doema als vertegenwoordiger van
Tsjetsjenië en populair bij het Tsjetsjeense volk, trok zich terug nadat hem een positie als
adviseur inzake Tsjetsjenië was aangeboden door president Poetin. Volgens de meeste
waarnemers werd hij op deze wijze feitelijk weggepromoveerd. In dezelfde periode spraken
medewerkers van de centrale kiesraad Aslakhanov aan op `onregelmatigheden' in zijn
registratiedocumenten: één cijfer van zijn adres was verkeerd opgeschreven, het hokje
`nationaliteit' was niet ingevuld en zijn inkomensverklaring was laat ingediend. Vlak voordat
hij zich terugtrok zou een rechtbank beslissen of hij de registratieregels had overtreden en
dientengevolge zou moeten worden uitgesloten als verkiezingskandidaat.
63 Zie o.a. Boris Kagarlitsky, "Next Chechen Election Test", in The Moscow Times (28 oktober
2003).
64 Noch bij de centrale kiesraad, noch bij de procureur-generaal zijn klachten geuit over het
verloop van de verkiezingen. Onder andere: RIA Novosti, "Chechen Republic to be led by
PhD in political science" (8 oktober 2003); NRC Handelsblad, "Poetins man Kadirov wint
in Tsjetsjenië" (6 oktober 2003).
65 Zie de verklaringen van respectievelijk 8 en 13 oktober 2003, op www.reliefweb.int .
66 Onder andere Moscow Helsinki Group en Memorial.
67 Zo zijn onder andere incidenten gemeld waarbij de stembussen reeds gevuld waren bij
opening van de stemlokalen. (30ste RvE rapport par. 28-33 en Moscow Times, "Helsinki
Group says Chechen vote `Farce")
17
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
vervangen door Sergej Abramov, de voormalig minister van Financiën en een
trouw lid van de Kadyrov-clan, die als taak meekreeg de enorme corruptie aan te
pakken. Kadyrov beschikte over ervaring en contacten op zeer verschillende
terreinen. Hij was jarenlang de geestelijk leider (mufti; islamitisch rechtsgeleerde)
van Tsjetsjenië, alsmede een leider van de belangrijkste Tsjetsjeense clan (teip)
Benoi.68
Doemaverkiezingen en federale presidentsverkiezingen
Op 7 december 2003 werden in de gehele Russische Federatie verkiezingen voor
het federale parlement, de Doema, gehouden. Ook in Tsjetsjenië konden burgers
hun stem uitbrengen.69 De verkiezingen verliepen rustig. Grote winnaar van de
Doemazetel van het Tsjetsjeense district was, met 58% van de stemmen, Akhmar
Zavgayev70, die steun genoot van de Tsjetsjeense president. Kiescommissies in
Tsjetsjenië meldden op 7 december instructies te hebben ontvangen dat de
opkomst minimaal 85% diende te bedragen en Zavgayev minimaal 50% van de
stemmen moest krijgen.71 Inderdaad werden aanvankelijke berichten van een
opkomst van 70% later bijgesteld tot 86%.
Tegelijkertijd werd in de directe, partijgebonden verkiezingen door de Tsjetsjeense
kiesvereniging van de Verenigd Rusland partij Ruslan Yamadayev72 gekozen als
afgevaardigde in de Doema.
Voorts werden in januari 2004 Umar Dzhabrailov en Musa Umarov door president
Kadyrov benoemd als de vertegenwoordigers van Tsjetsjenië in het Hogerhuis van
de Doema. Beiden zijn invloedrijke Tsjetsjeense zakenlieden in Moskou. Kadyrov
gaf hen als belangrijkste taak het lobbyen voor investeringen in Tsjetsjenië mee.73
68 In 1995 riep Kadyrov op tot een jihad tegen Rusland en werd hij een van de meest
succesvolle rebellencommandanten tijdens het eerste Tsjetsjeense conflict. Desalniettemin
heeft hij altijd een afkeer van islamitisch extremisme en terrorisme gehad, hetgeen hem na
1997 in conflict bracht met Basayev en Maskhadov. Sinds 1999 verleende Kadyrov zijn steun
aan de federale autoriteiten. Op 12 juni 2000 werd hij door president Poetin benoemd tot
hoofd van het civiele bestuur in Tsjetsjenië. Yuri Filippov, "Chechen Republic to be led by
PhD in Political Science", van RIA Novosti (8 oktober 2003); Thomas de Waal, "Chechnya:
Time for an International Role?" (16 juni 2004); Usman Dikayev, "The Big Boss Runs for
President", op www.watchdog.cz (24 augustus 2003).
69 Tsjetsjeense ontheemden in Ingoesjetië konden eveneens stemmen.
70 Zavgayev, van de Verenigd Rusland Partij, was vóór zijn verkiezing in de Doema de
Tsjetsjeense vertegenwoordiger in de Federatieraad. Naast Zavgayev, waren er nog 5 andere
kandidaten.
71 Prague Watchdog, "Low turnout reported for Duma elections in Chechnya" (7 december
2003).
72 Vanaf 1999 heeft de uit Tsjetsjenië afkomstige Yamadayev meegevochten in het Tsjetsjeense
conflict aan Russische zijde.
73 Chechnya Weekly no. 2 (14 januari 2004).
18
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Op 14 maart 2004 mochten de burgers van Tsjetsjenië hun stem uitbrengen in de
federale presidentsverkiezingen. Volgens diverse nieuwsberichten luidde de
instructie dit keer dat zowel de opkomst als het aantal stemmen voor een tweede
termijn van Poetin minimaal 70% diende te bedragen. In alle Kaukasusrepublieken
was de officiële opkomst erg hoog; in Tsjetsjenië zelfs 97%. In Rusland als geheel
bedroeg de opkomst 64% en werd Poetin met 71% van de stemmen herkozen.74
Moord op president Kadyrov
Na de afgelopen jaren meer dan een dozijn moordaanslagen te hebben overleefd,
kwam president Kadyrov op 9 mei 2004 om het leven bij een bomaanslag. De
aanslag was al een jaar tevoren voorbereid, toen een bom met tijdsmechanisme
(voor ontploffing op 9 mei, tijdens viering van Ruslands overwinning op nazi-
Duitsland) werd ingebouwd in de VIP-tribune van het stadium van Grozny, dat na
een eerdere aanslag gerenoveerd diende te worden. Bij de aanslag vielen 6 doden
en raakten ongeveer 60 mensen (zwaar)gewond, waaronder de militair
commandant van Tsjetsjenië.75 De aanslag werd opgeëist door rebellenleider
Basayev. Maskhadov veroordeelde de aanslag76, maar zei een paar weken later dat
alle nieuwe leiders die met de zege van het Kremlin aan de macht zouden komen,
gedood zouden worden.77
De dood van Kadyrov heeft een vacuüm gecreëerd dat waarschijnlijk niet gevuld
zal kunnen worden. Er zijn geen opvolgers voorhanden die zo machtig en
invloedrijk zijn als Kadyrov was.
Nieuwe presidentsverkiezingen
In afwachting van presidentsverkiezingen op 29 augustus, werd premier Sergej
Abramov na de dood van Kadyrov waarnemend president.78 De zoon van
Kadyrov, Ramzan, werd tot eerste vice-premier benoemd. Op 13 juli werd een
aanslag gepleegd op waarnemend president Abramov, middels een landmijn waar
74 Russia Journal, "Some regions spoil president's election party" (16 maart 2004); Pravda,
"Putin re-elected president" (15 maart 2004). ODIHR kwam tot een genuanceerder oordeel
over de verkiezingen. Zie OSCE News, "Russian election generally well administered but
lacking elements of a genuine democratic contest" (15 maart 2004), alsmede diverse
rapporten op de ODIHR-website.
75 O.a. Oleg Khrabry, "There Will Be No War", in Expert (17 mei 2004). Er gaan geruchten dat
federale militairen betrokken waren bij de moordaanslag vanwege onenigheid met Kadyrov
over de verdeling van terrein/opbrengsten uit o.a. corruptie en smokkel. Zie o.a. Natalie
Nougayrède, "Un territoire quadrillé par les groupes armés "pro-russes"", in Le Monde (30
augustus 2004); The Economist, "A gaping hole" (15 mei 2004).
76 BBC, "Chechen rebel claims Grozny blast" (17 mei 2004).
77 Corine de Vries, "Aanslag en hevige strijd Tsjetsjenië", in De Volkskrant (14 juli 2004).
78 De jonge, etnisch Russische bankier Abramov, voormalig premier en minister van Financiën
van Tsjetsjenië, wordt als weinig invloedrijk, maar zeer loyaal aan Kadyrov en de federale
regering beschouwd.
19
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
zijn konvooi op reed in Grozny. Abramov bleef ongedeerd, maar een lijfwacht
kwam om en twee raakten gewond.79
Toen presidentskandidaat Alu Alkhanov medio juni de steun verkreeg van
president Poetin, was het een ieder duidelijk dat hij de verkiezingen zou winnen.
Alkhanov, die in juni 2003 door Kadyrov tot minister van Binnenlandse Zaken
werd benoemd80, geldt als een trouw aanhanger van Moskou en van Kadyrov,
afkomstig van dezelfde clan (teip) Benoi. In totaal meldden zich 19
presidentskandidaten, waarvan alleen Malik Saidullayev81 als een serieuze
concurrent werd beschouwd.82 De registratie van Saidullayev werd echter
wederom geweigerd.83 Van sommige kanten werd Ramzan Kadyrov naar voren
geschoven als nieuwe president, maar aangezien hij de in de Grondwet
vastgestelde minimumleeftijd van 30 jaar nog niet had bereikt (hij was 27), was dit
formeel niet mogelijk. Bovendien was er onvoldoende steun voor zijn kandidatuur.
Een week voor de verkiezingen bracht president Poetin een onverwacht
bliksembezoek aan Tsjetsjenië, waar hij samen met Alkhanov en Ramzan Kadyrov
het graf van Akhmad Kadyrov bezocht. Ook heeft het Kremlin steun verleend aan
de publiciteitscampagne van presidentskandidaat Alkhanov.
Uiteindelijk deden 6 kandidaten mee aan de verkiezingen op 29 augustus.
Alkhanov won 73,5% van de stemmen bij een opkomst van 85%.84 Er waren
diverse bomaanslagen beraamd op de door vele militairen beveiligde kieslokalen,
doch deze mislukten alle.85 Zowel NGO's als onafhankelijke journalisten
berichtten dat het opkomstpercentage in werkelijkheid veel lager lag (omstreeks
30%), omdat de mensen als gevolg van de dreiging met aanslagen thuis bleven,
79 Corine de Vries, "Aanslag en hevige strijd Tsjetsjenië", in De Volkskrant (14 juli 2004); Itar-
Tass 251, "Acting Chechen president survises assassination" (13 juli 2004).
80 Medio juni 2004 legde Alkhanov deze functie neer, i.v.m. zijn kandidaatstelling voor de
presidentsverkiezingen.
81 Zie voor meer informatie over hem de paragraaf over de afgelopen presidentsverkiezingen.
Overigens maakt ook Saidullayev deel uit van de teip Benoi.
82 Timur Aliev, "Kremlin's Pick to Replace Kadyrov", in The Moscow Times (18 juni 2004);
Itar-Tass 243, "Major contender for Chechen presidency quits in Alkhanov's favor" (14 juli
2004); Yevgeniy Sobertsky, "Application of documents for Chechen presidential candidates
over", in Tass 340 (14 juli 2004).
83 Formeel vond weigering plaats wegens kleine invulfouten op de formulieren. Francesca
Mereu, "Saidullayev barred from vote", in The Moscow Times (23 juli 2004); Remco
Reiding, "Saidoellajev uitgesloten van verkiezingen", in Nederlands Dagblad (23 juli 2004).
84 Voor 800 Tsjetsjeeense ontheemden in Ingoesjetië die hadden aangegeven te willen stemmen,
werd vervoer per bus geregeld. Ontheemden elders mochten niet stemmen, omdat ze niet
langer in Tsjetsjenië geregistreerd staan.
85 UNSECOORD rapportages (United Nations Security Coordinator, "Media monitoring of
reported incidents in the North Caucasus"); Corine de Vries, "Aanslag mislukt op stemlokaal
Tsjetsjenië", in De Volkskrant (30 aug. 2004).
20
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
dan wel Grozny ontvluchtten. Vanwege de slechte veiligheidssituatie waren geen
verkiezingswaarnemers aanwezig van de EU, OVSE of Raad van Europa. 86
President Alkhanov beschouwt economische wederopbouw als zijn prioriteit.87 Hij
is bereid tot een gesprek met Maskhadov, maar niet tot onderhandelingen.88
Alkhanov heeft Sergei Abramov tot premier benoemd en Ramzan Kadyrov tot
eerste vice-premier.89
Grootschalige aanvallen in Ingoesjetië, Tsjetsjenië en Dagestan
In mei 2004 kondigden de rebellen aan dat zij zouden overstappen op een nieuwe
strategie, te weten grootschalige militaire operaties.90 De eerste van dergelijke
aanvallen vonden in juni plaats. Toen werd in met name Ingoesjetië een
grootscheeps offensief uitgevoerd.91 Omdat de federale troepen niet in staat bleken
effectief op te treden tegen de goed voorbereide en gecoördineerde bliksemacties
van de rebellen, werden verschillende commandanten door Poetin ontslagen.
Terroristische aanslagen buiten Tsjetsjenië
In de verslagperiode is door Tsjetsjeense terroristen een aanzienlijk aantal
bloedige aanslagen gepleegd, met de gijzeling in de school in Beslan (Noord-
Ossetië) als gruwelijk dieptepunt. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de
voornaamste aanslagen in de verslagperiode. Net als de meeste van deze
aanslagen, is ook de gijzelingsactie in Beslan, waarbij 344 doden en meer dan 700
gewonden vielen (voor de helft kinderen), opgeëist door rebellenleider Basayev. 92
Maskhadov heeft de actie van het begin af aan scherp veroordeeld, maar volgens
de Russische autoriteiten is ook hij betrokken geweest bij de actie.93 Na afloop van
het bloedbad werden de Russische autoriteiten van alle kanten hevig bekritiseerd
voor hun optreden tijdens de crisis.
86 Timur Aliev, "Official results give Alkhanov 74%", in The Moscow Times (31 aug. 2004);
BBC News, "Doubts voiced over Chechen poll" (31 aug. 2004); De Volkskrant, "Alchanov
gekozen tot president Tsjetsjenië" (30 aug. 2004); De Telegraaf, "Alchanov winnaar
Tsjetsjeense presidentsverkiezingen" (30 aug. 2004).
87 Yuri Filippov, "Chechnya: a new stage of settlement after presidential elections?" in RIA
Novosti (20 aug. 2004).
88 Le Monde, "Alkhanov "prêt à rencontrer" le séparatiste tchétchène Maskhadov" (31 aug.
2004).
89 Itar-Tass, "Alkhanov creates new cabinet" (26 oktober 2004).
90 Aankondiging vond o.a. plaats via de Tsjetsjeense website (kavkazcenter). Op verzoek van de
Russische autoriteiten werd deze website in september 2004 van een Litouwse, en in oktober
van een Finse internet provider verwijderd.
91 Zie paragraaf 2.5 voor meer informatie hierover.
92 NRC Handelsblad, "Dodental Beslan 344" (30 september 2004).
93 Nick Paton Walsh, "Beslan siege plotter will be tried, vows Chechen leader", The Guardian
(25 september 2004); Herman Veenhof, "De radicalinski's van het Tsjetsjeense v1erzet",
Nederlands Dagblad (7 september 2004).
21
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In heel Rusland demonstreerden honderdduizenden Russen tegen het terroristisch
geweld. Ook in Tsjetsjenië werd door 2.000 studenten in Grozny gedemonstreerd.
Vrijwel alle Tsjetsjenen voelen niets dan afschuw voor de gijzeling. Velen van hen
geloven echter dat de actie in opdracht van de FSB plaatsvond (en werd uitgevoerd
door Tsjetsjeense rebellen die reeds enige tijd in gevangenschap hadden
verbleven), als onderdeel van een complot van de FSB om Tsjetsjenen zwart te
maken.94
Reeds lange tijd is duidelijk dat een militaire overwinning in het Tsjetsjeense
conflict voor geen van de partijen voorzienbaar is, mede vanwege het
gefragmenteerde strijdtoneel en de verwevenheid van de actoren met criminaliteit
en corruptie.95 Een aanzienlijk aantal mensen, zowel rebellen als Russische
militairen en andere betrokkenen, heeft belang bij het voortduren van het conflict,
onder meer in verband met de verdiensten uit criminele en corrupte activiteiten.
Een voor alle partijen aanvaardbare, politieke oplossing is, ondanks de door de
federale en Tsjetsjeense autoriteiten geclaimde resultaten behaald in het
`normalisatieproces', eveneens niet (op korte termijn) te verwachten. Voor
president Poetin blijft iedere vorm van dialoog met de meer gematigde
vertegenwoordigers van de Tsjetsjeense rebellen onbespreekbaar, ook al is ruim
60% van de Russische bevolking hier wel voorstander van.96 Sinds het
gijzelingsdrama in Beslan is echter sprake van toenemende binnenlandse97 en
buitenlandse kritiek op de aanpak van Poetin van het Tsjetsjeense conflict. Zijn
intensivering van het reeds bij zijn aantreden ingezette beleid om de macht weer
geheel te centraliseren, leidt tot kritiek dat hij de democratische verworvenheden
terug probeert te draaien.98 De uitzichtloosheid van de situatie waarin Tsjetsjeense
burgers zich bevinden in combinatie met de omvangrijke
mensenrechtenschendingen, zullen naar verwachting wanhopige Tsjetsjenen
94 Corine de Vries, "Kremlin probeert krtitriek op aanpak gijzeling te pareren", de Volkskrant
(8 september 2004); Natalie Nougayrède, "In Chechnya, Russian forces and pro-Russian
militia increase their exactions against women", in Le Monde (27 oktober 2004).
95 Meer hierover in paragraaf 2.5.
96 Levada-enquete in heel Rusland. Zie Chechnya Weekly, "Russians pessimistic about
Chechnya" (21 juli 2004).
97 O.a. oud-presidenten Gorbatsjov en Jeltsin, liberale politici en Russische NGO's.
98 Poetin heeft de volgende hervormingen aangekondigd. Alle parlementsleden zullen via een
politieke partij, middels proportionele vertegenwoordiging, gekozen worden. Dit betekent dat
liberale, niet-partijgebonden politici kansloos worden. Regionale leiders zullen voortaan
feitelijk benoemd i.p.v. gekozen worden. Er komt een nieuw veiligheidssysteem. Voorts is de
functie van minister van Nationale Minderheden gecreëerd, waarop iemand zonder veel
kennis of ervaring op dit gebied, t.w. de vml. gouverneur van St. Petersburg (Vladimir
Jakovlev) is benoemd. Daarnaast is Dmitri Kozak, de vml. stafchef van het Kremlin,
benoemd tot nieuwe Speciale Vertegenwoordiger voor het Zuidelijke District (t.w. de
Noordelijke Kaukasus), als opvolger van Jakovlev. Ramzan Kadyrov is tot adviseur van
Kozak benoemd. O.a. The Economist, "The Kremlin's control freak" (18 september 2004);
Ria Novosti, "Experts on Ramzan Kadyrov's promotion" (21 oktober 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
blijven aanzetten tot het plegen van bloedige, niemand ontziende terroristische
aanslagen. Hierbij dient echter te worden aangetekend dat een grote meerderheid
van de Tsjetsjeense bevolking tegenstander is van aanslagen en van islamitisch
extremisme.
2.5 Veiligheidssituatie
In de verslagperiode bleef de veiligheidssituatie in Tsjetsjenië onveranderd slecht.
Vrijwel dagelijks waren er veiligheidsincidenten, waarbij doden en gewonden
vielen. Het aantal slachtoffers dat op jaarbasis valt, is sinds 2002 min of meer
stabiel. Toch laat de verslagperiode een aantal nieuwe ontwikkelingen zien: de
opkomst van de Kadyrovtsi, een toenemend aantal aanslagen en grootschalige
aanvallen en verspreiding van het geweld naar de rest van de noordelijke
Kaukasus (zie hierover paragraaf 4.3).
Onder het bewind van president Kadyrov leek er sprake te zijn van een zekere
mate van stabiliteit, maar deze bestond feitelijk uit een verdeling van de
Tsjetsjenië in "wingewesten"; invloedssferen waarbinnen de inkomsten uit
criminaliteit en corruptie een bepaalde krijgsheer toekomen. De trend waarbij
criminele zelfverrijking in toenemende mate de belangrijkste drijfveer is voor de
voortdurende gevechten (in plaats van ideologische beweegredenen), heeft zich in
de verslagperiode doorgezet. In veel gevallen was het dan ook onduidelijk of een
aanslag daadwerkelijk door rebellen was gepleegd (zoals doorgaans meteen werd
geclaimd door de autoriteiten), of dat deze onderdeel uitmaakte van de
concurrentiestrijd tussen criminele organisaties.
In de verslagperiode hebben de federale troepen slechts een gering aantal grotere
"schoonmaakoperaties" 99 uitgevoerd. In plaats daarvan vonden meer gerichte,
kleinschaliger acties plaats. Het aantal gevallen van onrechtmatige arrestatie en
detentie, ontvoering, verdwijning en marteling nam niet af.
De illegale gewapende groeperingen hebben in deze verslagperiode in toenemende
mate (zelfmoord)bomaanslagen gepleegd, zowel binnen als buiten Tsjetsjenië.
Hiertoe werden Tsjetsjenen, die door Russisch toedoen familieleden hadden
99 Bij `schoonmaakoperaties' (`Zatsjistki') wordt een dorp of wijk omsingeld door Russische
militairen, waarna huis-aan-huis gezocht wordt naar wapens, explosieven en drugs en de
identiteit van de bewoners wordt gecontroleerd. Sommige van deze acties volgen op
guerrilla-acties van de rebellen. Deze `schoonmaakoperaties' gingen gepaard met geweld
tegen de burgerbevolking, mishandelingen, verkrachtingen, buitengerechtelijke executies en
verdwijningen. Voor meer informatie over `schoonmaakoperaties' zij verwezen naar het
algemeen ambtsbericht over de situatie in de noordelijke Kaukasus van 14 mei 2003,
paragraaf 3.3.
23
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
verloren, door hen gerecruteerd en opgeleid. Ook werden met grote regelmaat
moordaanslagen uitgevoerd op personen (meestal Tsjetsjenen) in
overheidsfuncties. Daarnaast was er minimaal wekelijks sprake van kortstondige
gevechten met federale of Tsjetsjeense troepen, meestal in de vorm van
hinderlagen. De rebellen bleven op grote schaal misdaden begaan, zowel tegen de
burgerbevolking als tegen de federale en Tsjetsjeense troepen. Het aantal gevallen
van ontvoering tegen losgeld of afpersing, gericht tegen Tsjetsjenen in
overheidsdienst, nam toe.
In mei 2004 kondigden de rebellen aan dat zij zouden overstappen op een nieuwe
strategie, te weten grootschalige militaire operaties.100 Van 21 tot 22 juni werden
goed gecoördineerde en georganiseerde aanvallen uitgevoerd op verschillende
doelen in Ingoesjetië, Tsjetsjenië en Dagestan.101
Twee maanden later, in de nacht van 21 op 22 augustus, voerden rebellen een
aanval uit op politiebureaus in Grozny, waarbij 66 doden102 vielen en 36 mensen
gewond raakten. Volgens het ministerie van Defensie werden bij de actie tientallen
rebellen gedood en 12 gevangen genomen.103 Een geplande gelijktijdige aanval in
Dagestan werd voorkomen door veiligheidstroepen.104
In het Tsjetsjeense district Nozhai-Yurt werd eind september 2004 een
grootschalige operatie uitgevoerd door 2.000 federale en Tsjetsjeense troepen,
tegen een groep van 40-55 rebellen, waaronder volgens de FSB ook Maskhadov en
Basayev. Tenminste 6 rebellen werden gedood, maar de twee leiders waren daar
niet bij.105 Eind oktober werd een tweede poging gedaan een rebellengroep te
elimineren, waarbij Maskhadov zich zou bevinden.106
Militairen en veiligheidsdiensten107
In het nog altijd zeer omvangrijke108 Russische leger zijn de omstandigheden
slecht: leiderschap, training, opleiding en materieel zijn vaak onder de maat,
100 Aankondiging vond o.a. plaats via de Tsjetsjeense website (kavkazcenter). Op verzoek van de
Russische autoriteiten werd deze website in september 2004 van een Litouwse, en in oktober
van een Finse internet provider verwijderd.
101 Zie voor meer informatie paragraaf 4.4.2.
102 De doden waren 25 Tsjetsjeense politieagenten, 26 federale soldaten, 3 Kadyrovtsi en 12
burgers. Prague Watchdog (25 augustus 2004). Volgens de autoriteiten daarentegen waren er
42 doden en 78 gewonden. RFE/RL (25 augustus 2004).
103 Interfax (22 en 23 augustus 2004).
104 Vadim Rechlakov, "Gangs in the Caucasus learn a new tactic", Izvestia (2 augustus 2004).
Zie voor meer informatie paragraaf 4.4.2.
105 AFP, "Chechen rebels battle Russian troops" (30 september 2004); Interfax, "Operation in E.
Chechnya to continue" (30 september 2004).
106 UNSECOORD (28 oktober 2004).
107 Zie paragraaf 5.2 voor meer informatie over de militaire dienstplicht.
108 Ruim 1 miljoen actieve militairen, 20 miljoen reservisten en 423.000 paramilitairen.
(Amnesty International, "Op weg naar de wet, mensenrechten in Rusland", 2002).
24
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
mishandeling van soldaten (in het bijzonder gedurende een jaar lange, wrede
ontgroeningsrituelen) komt regelmatig voor109, soldaten krijgen slecht betaald110
en slecht te eten. Hiermee samenhangend kampt het leger met een slechte moreel,
veel drugs-111 en alcoholverslaving, veel ziekte (en slechte gezondheidszorg), hoge
corruptie en criminaliteit, veel desertie en veel zelfmoorden.112 De problemen zijn
verergerd doordat de autoriteiten onvoldoende optreden tegen militairen die de wet
overtreden. Dit geldt zowel voor gevallen waarin militairen criminele activiteiten
ontplooiden113, als voor mishandeling van andere militairen114, als voor schending
van mensenrechten in een situatie van gewapend conflict.115 De defensiebegroting
voor 2005 voorziet in een stijging van het budget met 40%, vooral ten behoeve
van gespecialiseerde terrorismebestrijding, beter, modern materieel (m.n.
schietwapens en helicopters) en salarisbetalingen voor contractsoldaten.116
Per 1 september 2003 heeft het Tsjetsjeense ministerie van Binnenlandse Zaken
het commando over circa 20.000 troepen overgenomen van de FSB. Sinds de
commando-overdracht is ook de officiële benaming van het conflict in Tsjetsjenië
gewijzigd van "anti-terreur operatie" in "operatie om recht en orde te
beschermen".117
In Tsjetsjenië zijn ruim 80.000 federale troepen aanwezig, voor het merendeel
bestaande uit militairen van het ministerie van Defensie van de Russische
Federatie en voor de rest voornamelijk afkomstig van de FPS, FSB en het
ministerie van Binnenlandse Zaken.118 Daarnaast worden vanaf locaties buiten
Tsjetsjenië federale luchtmachteenheden ingezet.119 Een belangrijke
109 Dit staat in de Russische Federatie bekend onder de term 'dedovsjtsjina'. Zie hierover Human
Rights Watch, vol. 16, no. 8D, "The wrongs of passage" (oktober 2004).
110 Soldaten verdienen doorgaans slechts zo'n USD 100 per maand. Anna Badkhen, "Haunting
parallels between Chechnya and Iraq", in San Francisco Chronicle (30 november 2003).
111 Volgens een nieuwsbericht (Interfax, 5 november 2003) was 10,6% van de lichting
dienstplichtigen van voorjaar 2003 drugsgebruiker, omhoog van 8% het jaar daarvoor.
112 Onder andere: US State Country Report Russia 2004; Human Rights Watch (vol. 15, no.8D),
"To serve without Health?" (november 2003); en Amnesty International, "Op weg naar de
wet" (2002).
113 Bijvoorbeeld illegale wapenhandel, smokkel, illegale verkoop van Tsjetsjeense olie,
grootschalige corruptie en afpersing. O.a. Elizabeth Fuller, "What lies ahead in Chechnya",
www.inthenationalinterest.com (14 januari 2004).
114 O.a. Human Rights Watch, vol. 16, no. 8D, "The wrongs of passage" (oktober 2004).
115 Onder andere Amnesty International, "Op weg naar de wet" (2002).
116 Pravda, "Russian Defence Ministry radically changes its tactic of fight against Chechen
rebels" (18 augustus 2004); NRC, "Rusland: nog meer geld tegen terreur" (15 september
2004).
117 Radio Free Europe/Radio Liberty, "Counterterrorism operation" declared over (29 augustus
2003).
118 Onder andere The Associated Press, "Aslakhanov seeks troop withdrawal" (20 juni 2004).
119 In het Tsjetsjeense conflict worden o.a. jachtbommenwerpers en gevechtshelicopters ingezet.
25
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
luchtmachtbasis bevindt zich in Mozdok (Noord-Ossetië, nabij de grens met
Tsjetsjenië). Na de aanslag op Kadyrov heeft president Poetin 1.125 extra soldaten
naar Tsjetsjenië gestuurd.120 Bovendien verzocht Poetin Ramzan Kadyrov met
spoed in Tsjetsjenië een regiment binnenlandse troepen te formeren.121
Een belangrijk deel van de soldaten zijn zogenaamde contractsoldaten,
`professionals' die voor een relatief hoge soldij122 bereid zijn in Tsjetsjenië te
dienen.123 Aangezien deze contractsoldaten bij zowel legerofficieren als
mensenrechtenorganisaties bekend stonden om hun corruptie, gebrek aan
discipline en wreedheid, hebben de autoriteiten het afgelopen jaar veel moeite
gedaan middels een strenge selectie en betere en langere training de kwaliteit van
de contractanten te verbeteren.124 December 2003 waren van alle manschappen
nog 13.000 dienstplichtig militair. Onder maatschappelijke druk heeft president
Poetin besloten in de loop van 2004 alle dienstplichtigen in Tsjetsjenië te
vervangen door contractanten. Aangezien de werving tot nu toe minder kandidaten
oplevert dan was verwacht, zullen in 2005 echter nog steeds dienstplichtigen (na 6
maanden speciale training) in de Noordelijke Kaukasus moeten dienen.125
Bij gevechtsacties, explosies en beschietingen vielen bij de federale strijdkrachten
naar schatting ook in deze verslagperiode gemiddeld 3 à 4 doden per dag.126
Bovendien waren er wekelijks ongeveer 100 gewonden. In 2004 zijn volgens
officiële cijfers door Russische troepen in Tsjetsjenië 780 aanslagen voorkomen en
zijn in beslag genomen: 650 kilo explosieven, 350 bommen, 1700 mijnen
projectielen, 360.000 stuks ammunitie, 6 stuks artillerie en 460 vuurwapens.
120 MosNews, "Putin to send more troops to Chechnya" (19 mei 2004).
121 Zie hierover de volgende paragraaf inzake de Kadyrovtsi.
122 Contractsoldaten verdienen in Tsjetsjenie 15.000 roebel per maand. Vergeleken met
contractsoldaten in sommige andere regio's van Rusland, is dit het tienvoudige. BBC
Monitoring, "Russian newspaper reports on the lucrative job of contract soldier in Chechnya"
(5 juni 2004).
123 Wegens gebrek aan kundige, goedgetrainde kandidaten waren het uiteindelijk vooral ex-
politieagenten en ex-militairen met financiële motieven, die werden aangenomen als
contractsoldaat. Volgens sommige mensenrechtenorganisaties zijn er zelfs gevallen waarin
criminelen amnestie werd aangeboden in ruil voor dienen in Tsjetsjenië. Zie o.a. Amnesty
International, "Op weg naar de wet" (2002).
124 BBC Monitoring, "Russian newspaper reports on the lucrative job of contract soldier in
Chechnya" (5 juni 2004).
125 RBC, "Draftees to be assigned to Chechnya" (2 november 2004).
126 Volgens het ministerie van Defensie zijn in de periode 1999-mei 2004 in totaal 4.487
militairen omgekomen en 39.000 gewond geraakt bij de anti-terroristische operatie in
Tsjetsjenie. Het `Russian Soldiers' Mothers Committee' meldt een dodental van 13.000
soldaten; een aantal waarbij ook de soldaten zijn meegeteld die achteraf aan hun
verwondingen zijn overleden, alsmede veiligheidspersoneel in dienst van andere ministeries
dan dat van Defensie. Rodnaya Gazeta nr. 19, "Chechnya as a noose around Russia's neck"
(mei 2004).
26
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Voorts zouden 1.300 kleinschalige, clandestiene olieraffinaderijen ontmanteld
zijn.127
Vorig jaar stelden presidenten Poetin en Kadyrov zich als strategisch doel uiterlijk
voorjaar 2004 de belangrijkste rebellenleiders te elimineren.128 In dit kader
vermoordden agenten van de Russische geheime dienst (FSB) op 13 februari 2004
de vroegere Tsjetsjeense president Yandarbiyev in Qatar. Voor zover bekend was
de extremistische Yandarbiyev verantwoordelijk voor de fondsenwerving en
financiën van de rebellen.129 Eind juni werden twee Russische geheim agenten
door een rechtbank in Qatar tot levenslang veroordeeld wegens de bomaanslag op
Yandarbiyev; een derde Rus was reeds kort na de moord vrijgelaten wegens
diplomatieke onschendbaarheid. 130 Voorts zou in dit kader Abu Al-Walid op 17
april 2004 zijn gedood door een raket.131 Na de gijzeling in Beslan heeft de FSB
een beloning van 10 miljoen US dollar uitgeloofd voor informatie die leidt tot de
"neutralisering" van Basayev en Maskhadov.132
De acties van Kadyrov worden in de volgende subparagraaf nader beschreven.
Inmiddels hebben door rotaties reeds zo'n 1,5 miljoen soldaten en politieagenten
dienst gedaan in Tsjetsjenië.133 Velen van hen zijn naar huis gekeerd met
psychische problemen als gevolg van hun vaak traumatische ervaringen, hetgeen
zich uit in depressie, drugs- en alcoholverslaving, criminaliteit en geweld (zowel
in huis als bijvoorbeeld tegenover arrestanten). Inmiddels wordt dit het
"Tsjetsjenië-syndroom" genoemd.134
127 Interfax (9 december 2004).
128 Deze strategie werd al langere tijd gevolgd. Zo zou de beruchte Saudische extremist Amir bin
Khattab in april 2002 middels een vergiftigde brief zijn vermoord en werd de in 2000
opgepakte Salman Radoejev in 2002 doodgeslagen in de gevangenis. Murad Batal Al-
Shishani, "The killing of Abu Al-Walid and the Russian policy in Chechnya", in Central Asia
Caucasus Analyst (5 mei 2004); Rodnaya Gazeta nr. 19, "Chechnya as a noose around
Russia's neck" (mei 2004).
129 Yandarbiyev (Tsjetsjeens president van 1996-97) werd door zowel Rusland als de VS als een
terrorist beschouwd die banden met Al-Qaeda onderhield. Hij stond op de opsporingslijst van
Interpol.
130 NRC Handelsblad, "Levenslang voor Russen in Qatar om moord" (30 juni 2004).
131 Murad Batal Al-Shishani, "The killing of Abu Al-Walid and the Russian polcy in Chechnya",
in Central Asia Caucasus Analyst (5 mei 2004).
132 De Volkskrant, "Tien miljoen dollar op hoofd Tsjetsjeense leiders" (8 september 2004).
133 Susan B. Glaser, "Chechnya Duty Hardens Russian Police", in The Washington Post (28
november 2003).
134 John Russell, "Primed to explode: Russia and the Chechen struggle" (3 juni 2004); Susan B.
Glaser, "Chechnya Duty Hardens Russian Police", in The Washington Post (28 november
2003); Human Rights Watch, "World report 2004" (2004).
27
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Kadyrovtsi
Met federale financiering heeft president Akhmad Kadyrov een gewapende
`veiligheidsdienst van de Tsjetsjeense president' geformeerd, waarvan de grootte
geschat wordt op tussen de 3.000 en 4.000 man.135 Deze `Kadyrovtsi' staan onder
leiding van de zoon van Akhmad Kadyrov, Ramzan Kadyrov. Officieel hebben de
Kadyrovtsi twee taken: beveiliging van de president en bestrijding van de rebellen.
De groep bestaat voornamelijk uit veteranen-rebellen die in het eerste Tsjetsjeense
conflict meevochten (veelal uit de groep die destijds werd aangevoerd door
Kadyrov), (voormalige) criminelen en rebellen die de laatste twee jaar amnestie
hebben gekregen. De Kadyrovtsi zijn berucht om de keiharde manier waarop zij
het afgelopen jaar de rebellen hebben bevochten, waarbij veelvuldig
mensenrechten zijn geschonden en de troepen zich op illegale wijze aanzienlijk
verrijkt hebben.
Volgens sommige bronnen136 zijn President Kadyrov en zijn Kadyrovtsi in de
verslagperiode redelijk succesvol geweest in het bestrijden van de rebellen,
dankzij hun keiharde aanpak, hun contactennetwerk en hun kennis van het land.
Echter, de relatieve rust van de winter (wanneer er overigens altijd veel minder
rebellenacties zijn)137 en het voorjaar is waarschijnlijk te danken geweest aan
voorbereidingen van de rebellen voor hun grootschalige actie in Ingoesjetië.
De strategie die de Kadyrov en zijn Kadyrovtsi in hun strijd tegen de rebellen
volgden, was niet alleen vermoede sympathisanten van de rebellen te detineren,
maar ook zoveel mogelijk familieleden (en buren/vrienden) van een vermoede
rebel op te pakken; zowel ouders, echtgenote, broers en zusters als kinderen.138
Verder werd dikwijls het huis van de familie verbrand. Doorgaans werd de familie
mishandeld en bedreigd in een poging informatie te verkrijgen over de
verblijfplaats van de rebel. Meestal werden vrouwen, kinderen en bejaarden na
korte tijd weer vrijgelaten. Het is echter geregeld voorgekomen dat mannelijke
familieleden langere tijd werden gedetineerd, onder dreiging hen te vermoorden
135 De meeste bronnen gaan uit van dit aantal. Bij andere bronnen lopen de schattingen echter
uiteen van 1.000 tot 12.000 man. Na de aanvallen in Ingoesjetië in juni 2004 heeft president
Poetin toestemming gegeven voor uitbreiding van de dienst. Oleg Khrabry, "There Will Be
No War", in Expert (17 mei 2004).
136 O.a. SwissPeace, FAST Early Warning System, Quarterly Risk Assessment Chechnya April
to May 2004; Oleg Khrabry, "There Will Be No War", in Expert (17 mei 2004).
137 In de Kaukasus zijn de winters erg hard. Bovendien bieden de kale bossen dan weinig
dekking. Om die redenen zouden zo'n 1.000-1.500 strijders 's winters de wijk nemen buiten
Tsjetsjenië, veelal in de Pankisi vallei in Georgië. Een ander deel van de strijders gaat 's
winters naar huis, met name in de afgelegen delen van Zuid-Tsjetsjenië, die niet onder
effectieve controle van de federale troepen staan.
138 Begin mei bezwoor Kadyrov alle familieleden en buren van rebellen te zullen straffen.
28
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
indien de rebel zich niet zou melden. Veel van deze gegijzelde mannen zijn nooit
weer gezien.139
Met bovengenoemde werkwijze wist Kadyrov de overgave te bewerkstelligen van
een aantal prominente rebellen, zoals het voormalige hoofd van `Itsjkeriës
Speciale Divisie' (Boris Aidamirov), de persoonlijke lijfwacht van Maskhadov
(Magomed Kazayev) en het hoofd van Maskhadovs lijfwachten (Shaa Turlayev).
Zijn voornaamste wapenfeit was echter de overgave van de voormalige
Tsjetsjeense minister van Defensie, Magomed Khambiyev. Khambiyev liep over
naar Kadyrov, nadat bijna 40 van zijn familieleden waren gedetineerd en hij de
verzekering had gekregen dat hij en zijn manschappen opgenomen zouden worden
in de Kadyrovtsi.140
Eind november 2003 maakte Ramzan Kadyrov bekend dat een groep Tsjetsjeense
zakenlieden 5 miljoen dollar had uitgeloofd voor informatie die zou leiden tot de
arrestatie (dood of levend) van rebellenleider Basayev. Bovendien waren de
Kadyrovtsi bereid 50.000 US dollar te betalen "voor het hoofd van
Maskhadov".141 Tegelijkertijd lijkt Akhmad Kadyrov, die in het eerste
Tsjetsjeense conflict zelf een rebellenleider was, nog steeds contacten te hebben
onderhouden met Maskhadov (doch niet met Basayev). 142 In april meldde
Kadyrov telefonisch te hebben onderhandeld met Maskhadov, waarbij hij
aandrong op diens overgave en beloofde voor hem amnestie te zullen
aanvragen.143 Kadyrov werd hierop teruggefloten door president Poetin, die
resoluut tegenstander blijft van onderhandelingen met de rebellen.
In de afgelopen jaren heeft Kadyrov met de hulp van de Kadyrovtsi veel rijkdom
kunnen vergaren voor hemzelf en de teip (clan) Benoi, middels grootschalige
139 Memorial, maandelijkse bulletins over de situatie in Tsjetsjenië; Human Rights Watch; US
Department of State, "Country Reports on Human Rights Practices: Russia 2003" (25
februari 2004); Anna Badkhen, "As more Chechens go missing, critics blame president's
son", in San Francisco Chronicle (29 februari 2004); David Jan Godfroid, "Ramzan heeft
dodelijk speeltje", in NRC Handelsblad (30 juni 2004); Nick Paton Walsh, "Russia's man in
reign of terror in Chechnya", in The Guardian (13 januari 2004); Nick Paton Walsh, "A
headless monster", in The Guardian (21 mei 2004); The Moscow Times, "Kadyrov Says
Troops Not Needed" (9 juni 2004).
140 Oleg Khrabry, "There Will Be No War" , in Expert (17 mei 2004); The Moscow Times,
"Kadyrov Says Troops Not Needed" (9 juni 2004); Memorial bulletin "From the conflict
zone: March 2004" .
141 Itar-Tass 126, "Bounties promised for neutralization of Chechen rebel leaders" (1 december
2003).
142 O.a. Nick Paton Walsh, "A headless monster", in The Guardian (21 mei 2004).
143 Yuri Bagrov, "Kadyrov urges Maskhadov to give up", in The Associated Press (8 april 2004).
29
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
corruptie, ontvoeringen voor losgeld, het laten vrijkopen van arrestanten,
afpersing, illegale verkoop van olie144 en smokkel. 145
Bij het Kremlin (en bij president Alkhanov) bestaat geregeld ergernis over boude
uitspraken146 en acties van Ramzan Kadyrov en de Kadyrovtsi.147 Mede teneinde
de federale controle op de militie te vergroten, werden circa 1.125 Kadyrovtsi
opgenomen in een speciaal Tsjetsjeens regiment en werden anderen verspreid over
diverse overheidsdiensten.148 Poetin wil de vele Kadyrovtsi wier loyaliteit aan
Rusland hoogst twijfelachtig is, ontslaan.149
Politie150
Het Tsjetsjeense politiekorps, bestaande uit 10.000 tot 12.000 personeelsleden,
valt onder de verantwoordelijkheid van het Tsjetsjeense ministerie van
Binnenlandse Zaken. In de verslagperiode is besloten het korps in 2004 met 1.500
man uit te breiden. De politie houdt zich bezig met algemene taken als
verkeersdienst en administratieve taken, maar ook met onder meer het bemannen
van controleposten, het lopen van patrouilles, het uitvoeren van huiszoekingen en
het bewaken van pijpleidingen. Voorts is er een kleine eenheid (ongeveer 60 man)
speciale politie, de OMON, die in de praktijk onder leiding van Ramzan Kadyrov
staat en de kern van de Kadyrovtsi vormt. Na de aanvallen in Ingoesjetië gaf
Poetin opdracht tot het formeren van een nieuwe speciale politiemacht, die op 22
144 Zo wordt volgens oliemaatschappijen alleen al in het Shali-district iedere dag 200 ton olie
gestolen. Vadim Rechkalov, "Gangs in the Caucasus learn a new tactic", in Izvestia (Moscow
issue) (2 augustus 2004).
145 Oleg Khrabry, "There Will Be No War" , in Expert (17 mei 2004).
146 Zo zei Ramzan Kadyrov in zomer 2004 dat hij en zijn mannen thans weliswaar tegen
wahabisten en terroristen vochten, maar dat zij opnieuw tegen de Russen zouden gaan
vechten, zodra het volk hen dat zou vragen.
147 In sommige gevallen kwam het zelfs tot rechtstreekse confrontaties. Zo werden in oktober
2003 twee federale soldaten gearresteerd en mishandeld door Kadyrovtsi. Pas nadat een
federaal gewapend konvooi was gearriveerd zijn beide soldaten vrijgelaten. Los Angeles
Times, "New Chechen leader stirs fear, distrust" (10 februari 2004). Een ander incident deed
zich voor in november 2004, toen Kadyrovtsi weigerden federale soldaten bij een
controlepost hun kofferbak te laten controleren. Dit leidde tot een schietpartij, waarbij 5
gewonden vielen. Umalt Dudayev, "Chechen President's men a law unto themselves" , IWPR
(25 november 2004).
148 Umalt Dudayev, "Chechen President's men a law unto themselves" , IWPR (25 november
2004); Itar-Tass, "Russian President orders formation of interior troops regiment in
Chechnya" (19 juli 2004); Nezavisimaya Gazeta, "Ramzan Kadyrov creating a task force
regiment on the basis of the Chechen President's Security Service" (10 juni 2004); Ivan
Sukov, "Better that we come to you" , in Vremya Novostei (22 juli 2004).
149 Vadim Rechkalov, "Gangs in the Caucasus learn a new tactic", in Izvestia (Moscow issue) (2
augustus 2004).
150 In het Russisch wordt de politie "militia" genoemd.
30
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
juli gereed was en als taak heeft gekregen het bestrijden van extremisten, zowel
binnen als desgewenst ook buiten Tsjetsjenië.151
Een in het kader van de Tsjetsjenisering steeds kleiner geworden- deel van de
politieagenten in Tsjetsjenië is daar gedetacheerd vanuit andere deelrepublieken.
In de afgelopen acht jaar heeft 50-80% van de 1,8 miljoen Russische
politieagenten minimaal een aantal maanden in Tsjetsjenië gediend. Tot een jaar
geleden waren agenten vaak bereid tijdelijk in Tsjetsjenië te dienen wegens de
aanzienlijke beloning die daar tegenover stond; sinds de beloning vorig jaar
aanzienlijk verslechterde, doen ze het vooral uit angst anders hun baan te
verliezen.152 Ook veel politieagenten lijden sinds hun diensttijd in Tsjetsjenië aan
het eerder genoemde "Tsjetsjenië-syndroom".153
Het politiekorps van Tsjetsjenië is onvoldoende in staat de veiligheid van burgers
te garanderen en criminaliteit tegen te gaan. De politie wordt geplaagd door
corruptie. Bovendien ligt de loyaliteit van veel Tsjetsjeense agenten niet primair
bij het (federale) gezag, doch bij clanleiders, criminele organisaties of de rebellen.
Iedere politieagent in Tsjetsjenië kan in de loop van zijn diensten betrokken raken
bij gevechtshandelingen.154 In 2003 zijn 176 politieagenten omgekomen en zijn er
266 gewond geraakt. Het eerste kwartaal van 2004 telde het politiekorps 11 doden,
21 gewonden en 6 ontvoerden.155
Tsjetsjeense illegale gewapende groeperingen
Naar schatting zijn thans 1.000 tot 2.000 rebellen actief, die bij gelegenheid
geregeld worden gesteund of versterkt door met hen sympathiserende
(Tsjetsjeense) burgers. Het komt voor dat sympathiserende burgers worden
ingehuurd voor een specifieke actie. De gehele gewapende oppositie bestaat uit
vele verschillende groepen en subgroepen, die echter ruwweg onderverdeeld
151 Ivan Sukhov, "Better that we come to you", in Vremya Novostei (22 juli 2004).
152 De beloning bestond uit dubbel salaris (normaalgesproken is het salaris slechts zo'n USD 100
per maand), gevarengeld en verdrievoudiging van de in Tsjetsjenië gediende tijd voor
berekening van het pensioen. Vorig jaar werd echter het gevarengeld afgeschaft en moesten
agenten voortaan minimaal 6 in plaats van 3 maanden dienen. Susan B. Glaser, "Chechnya
duty hardens Russian police", Washington Post (28 november 2003).
153 Susan B. Glaser, "Chechnya duty hardens Russian police", Washington Post (28 november
2003); Yulia Latynina, "Police are at war with the Russian people", Moscow Times (11
augustus 2004); Amnesty International, "Rough Justice: the law and human rights in the
Russian Federation", (2 oktober 2003).
154 Dit kan op actieve wijze zijn door het uitvoeren van huiszoekingen of deelname aan
zoekacties naar gewapende groeperingen, of op passieve wijze als slachtoffer van een aanslag
of een hinderlaag.
155 Ria Novosti, "Almost 600 people have been kidnapped in Chechnya MVD of the Republic"
(25 mei 2004).
31
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
kunnen worden in groepen binnen een meer gematigde, nationalistische vleugel156
en groepen behorend tot een radicaal-islamitische vleugel.157 Bij de radicaal-
islamitische vleugel vechten ook buitenlandse moslims mee, doorgaans
wahabisten en voor het merendeel afkomstig uit Arabische landen.158 Volgens
onder andere de Russische en Amerikaanse veiligheidsdiensten zijn er contacten
tussen Tsjetsjeense rebellen en het Al-Qaeda netwerk.159
De rebellengroepen, die onder leiding staan van krijgsheren, bestaan merendeels
uit enkele tientallen tot hooguit ruim honderd strijders. Zij worden vaak opgedeeld
in kleine cellen van vijf tot zes man, die gezamenlijk acties uitvoeren. In de
afgelopen jaren is de rebellenbeweging steeds verder gefragmenteerd: naast
nationalisten/separatisten, islamisten en mensen die wraak zoeken wegens
156 Met als belangrijkste leider Aslan Maskhadov. Ook Ruslan Gelayev behoorde tot deze
vleugel.
157 Naast de belangrijkste leider, Shamil Basayev (die aan het hoofd staat van de "Internationale
Martelarenbrigade" en de groep "Tuinen van de vrome gelovigen", oftewel "Riyadh-as-
Salihin") , behoort Dokku Umarov tot deze vleugel. De leidende Arabier, Abu Al-Walid
(afkomstig uit Saudi-Arabië), zou op 17 april jl. door een Russische raket zijn gedood. Zie
Murad Batal Al-Shishani, "The killing of Abu Al-Walid and the Russian policy in
Chechnya", in Central Asia Caucasus Analyst (5 mei 2004).
158 Volgens het Russische ministerie van Defensie vechten 150-200 buitenlanders mee. Ria
Novosti (17 november 2004). De schattingen van de meeste waarnemers lopen uiteen van
enige tientallen tot 150. Een deel van deze islamitische vrijwilligers is etnisch Tsjetsjeen en
medio 19e eeuw uit de Kaukasus verdreven naar het Midden-Oosten tijdens etnische
zuiveringen door de Russen. Zo hebben naar schatting in totaal duizend etnisch Tsjetsjeense
Turken meegevochten in de twee Tsjetsjeense conflicten. De leiders van de groep die eind
2003 in Istanbul terreuraanvallen pleegde op joodse en Britse doelen vochten eerder in
Tsjetsjenië. Peter Michielsen, "Verzet vooral nationalistisch", in NRC Handelsblad (6 sept.
2004).
159 Zo zou een aantal Tsjetsjeense strijders professionele militaire training in Afghanistan hebben
gekregen en zou Osama Bin Laden meer dan USD 25 miljoen gedoneerd hebben. Bovendien
werden de aanslagen in augustus 2004 op een metrostation in Moskou en op 2 vliegtuigen
opgeëist door de Islambouli Brigades, die zeggen onderdeel te zijn van Al-Qaeda. Volgens de
directeur van de FSB zijn thans10 Al-Qaeda-leden actief in de Noordelijke Kaukasus en zijn
80 zelfmoordterroristen in het buitenland getraind. Zie o.a. Nabi Abdullaev, "Ustinov: Detain
terrorists' relatives", in The Moscow Times (1 november 2004); David Jan Godfroid, "Claim
terroristen steun voor Poetin", in NRC Handelsblad (1 september 2004); Interfax "Chechen
militants are linked with Al-Qaeda" (17 jan. 2004).
32
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
vermoorde familie, is het aantal rebellen dat primair om financieel gewin160
deelneemt, gegroeid.161
De nationalistische groepen stellen zich in het algemeen ten doel zoveel mogelijk
slachtoffers te maken onder de federale troepen, middels beschietingen van
konvooien, aanslagen en op afstand tot ontploffing gebrachte mijnen. De extreem
islamitische groepen houden zich daarnaast bezig met ontvoeringen en wraakacties
tegen Tsjetsjenen die met de Russische autoriteiten samenwerken.
Als in 1997 verkozen president is Maskhadov formeel de opperbevelhebber van de
Tsjetsjeense strijdkrachten. De toename van het aantal terroristische aanslagen
buiten Tsjetsjenië, iets waar Maskhadov altijd tegenstander van is geweest, lijkt er
op te duiden dat Basayev162, die "heel Rusland wil laten lijden, zoals Tsjetsjenië
lijdt" sterk aan invloed heeft gewonnen.163 Zoals bewezen door de zeer goed
voorbereide en gecoördineerde aanvallen van de afgelopen maanden in
Tsjetsjenië, Ingoesjetië en Dagestan, heeft Basayev in meer of mindere mate gezag
over zowel de diverse Tsjetsjeense rebellengroeperingen, als groepen islamitische
fundamentalisten in verschillende Kaukasusrepublieken.164 De droom van Basayev
is uiteindelijk een kalifaat te vestigen in de Noordelijke Kaukasus. De gijzeling in
Beslan, die door Maskhadov sterk veroordeeld is, lijkt de verstandhouding tussen
beide leiders aanzienlijk verslechterd te hebben. Maskhadov riep er toe op
160 Zowel als gevolg van criminele praktijken als door "salarisbetalingen" . Volgens
verschillende bronnen bevinden zich in toenemende mate huurlingen onder de rebellen, die
meevechten voor zo'n USD 300 per maand; van ideologische beweegredenen is bij hen geen
sprake. Zie o.a. Vadim Rechkalov, "Gangs in the Caucasus learn a new tactic", in Izvestia
(Moscow issue) (2 augustus 2004).
161 O.a. Alex Rodriguez, "Young Chechens buoy separatist fighters", in Chicago Tribune (12
juni 2004); Nabi Abdullaev, "Chechnya: Ten Years of Despair", in het discussieprogramma
TOL (19 augustus 2004).
162 Shamil Basayev vecht al sinds 1991 voor de onafhankelijkheid van Tsjetsjenië. Begin jaren
'90 heeft hij ook kort meegevochten aan islamitische zijde in Abchazië en Nagorny
Karabach. Hij radicaliseerde nadat in zijn geboortedorp Vedeno 11 familieleden omkwamen
bij Russische bombardementen. Tijdens het eerste Tsjetsjeense conflict verkreeg hij bij
Tsjetsjenen de heldenstatus na een gijzeling van 1200 mensen in een ziekenhuis in
Boedjonnovsk in Dagestan in 1995 en zijn spectaculaire herovering van Grozny in 1996.
Basayev wordt verantwoordelijk geacht voor alle grote terroristische acties van de afgelopen
10 jaar. Peter Michielsen, "Organisator van massale gijzelacties", in NRC Handelsblad (6
sept. 2004); Timur Aliev, "Basayev eludes Russian capture", IWPR (6 oktober 2004).
163 Umalt Dudayev, "Chechnya: The fighting goes on" (15 januari 2004); Simon Saradzhyan,
"Basayev threatens new attacks" , in The Moscow Times (31 maart 2004). Volgens Ruslan
Aushev, vml. president van Ingoesjetië, behoort hooguit 10% van de rebellen tot de radicale
groepen die terroristische acties uitvoeren. Ivan Sukhov, "Caucasus after October 13", in
Vremya Novostei (29 september 2004).
164 Vadim Rechkalov, "Gangs in the Caucasus learn a new tactic", in Izvestia (Moscow issue) (2
augustus 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Basayev na de oorlog te berechten voor de wandaden begaan in Beslan.165 Echter,
volgens het Kremlin hebben Basayev en Maskhadov gezamenlijk opdracht
gegeven tot Beslan.
De rebellen financieren hun strijd voornamelijk met criminele activiteiten, zoals
drugssmokkel, oliesmokkel en het ontvoeren van mensen die pas na betaling van
losgeld worden vrijgelaten. In de afgelopen jaren hebben de rebellen ook veel
geld166 van enkele islamitische organisaties uit het buitenland ontvangen. In het
kader van de oorlog tegen het terrorisme zijn de tegoeden van veel van deze
organisaties inmiddels echter bevroren. Om deze reden maakten de rebellen zich
in de verslagperiode vaker schuldig aan ontvoering tegen losgeld en afpersing,
gericht tegen onder andere Tsjetsjeense burgers in overheidsdienst.
Daarnaast begingen de rebellen ook in deze verslagperiode op grote schaal
misdaden als het vermoorden en martelen van federale en Tsjetsjeense soldaten en
ambtenaren, ontvoering en verkrachting van vrouwen, plundering en diefstal.
In najaar 2003 en voorjaar 2004 verloren de rebellen veel van hun leiders:
Yandarbiyev werd in Qatar door FSB-agenten vermoord, Ruslan Gelayev overleed
aan zijn verwondingen na gevechten in het grensgebied van Dagestan in december
2003, een vijftal leidende islamitische extremisten werd de afgelopen maanden
gedood167, Khambiyev gaf zich over in maart en Abu Al-Walid zou in april 2004
om het leven zijn gekomen.168 De grootschalige, strategisch zeer goed uitgevoerde
aanval op diverse doelen in Ingoesjetië op 21 juni maakte echter duidelijk dat de
rebellen nog geenszins verslagen zijn.169
In de verslagperiode is het aantal grootschalige rebellenoffensieven en
terroristische aanslagen toegenomen, waarbij het steeds vaker zelfmoordaanslagen
gepleegd door vrouwen betrof.170 Ook in Tsjetsjenië zelf vonden veelvuldig
aanslagen plaats. Zo werd op 12 mei 2003 door twee vrouwen met een truck vol
explosieven een overheidsgebouw in Znamenskoye geramd, resulterend in 56
165 NRC Handelsblad, "Maskhadov: Basayev berechten" (24 september 2004).
166 Soms ook wapens.
167 Te weten: Khamzat Tazabayev in februari; Aslan Gazuyev in maart; Makayev (alias Shabab)
op 14 juni in Ingoesjetië; Said-Emin Elikhanov en Taus Udayev op 20 juni, nabij Grozny
(beiden zouden betrokken zijn geweest bij de moordaanslag op Kadyrov en bij verschillende
aanslagen in Tsjetsjenië).
168 Interfax, "Chechen warlord Gelayev reported seriously wounded" (16 januari 2004); Murad
Batal Al-Shishani, "The killing of Abu Al-Walid and the Russian polcy in Chechnya", in
Central Asia Caucasus Analyst (5 mei 2004); NRC Handelsblad, "Roeslan Gelajev: van
commandant van duizend man tot eenzame wolf" (3 maart 2004); MVDinform.ru, ""Emir" of
Achkhoi-Martan region killed in Ingushetia" (15 juni 2004); RIA Novosti, "Commandos kill
2 warlords" (22 juni 2004).
169 Zie hierover paragraaf 4.3.2.
170 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de belangrijkste terroristische aanslagen buiten
Tsjetsjenië.
34
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
doden en 284 gewonden.171 Twee dagen later vielen 16 doden en 145 gewonden
bij een zelfmoordbomaanslag, wederom gepleegd door een vrouw, tijdens een
religieus festival in Iliskhan-Yurt.
Landmijnenproblematiek
Vrijwel nergens ter wereld is het aantal landmijnen en niet ontplofte ammunitie zo
groot als in Tsjetsjenië.172 Zowel de federale troepen als de Tsjetsjeense strijders
maken veelvuldig gebruik van landmijnen.173
In 2003 zijn 2.546 mensen slachtoffer geworden van landmijnen, waaronder 474
dodelijk. Het aantal gewonden is gedaald tot rond het jaargemiddelde van 2001,
het aantal dodelijke slachtoffers is in 2003 echter sterk gestegen.174 De
aanwezigheid van landmijnen leidt met name in berggebieden en op het platteland
waar burgers afhankelijk zijn van landbouw en veeteelt, tot grote risico's voor de
lokale bevolking.175
Veiligheidsrisico's voor de burgerbevolking
Nog steeds geldt dat de Tsjetsjeense burgerbevolking op verschillende manieren in
het dagelijks leven veiligheidsrisico's loopt: als gevolg van gevechtshandelingen,
van `schoonmaakoperaties' en doelgerichte acties van de federale troepen en
Kadyrovtsi en aanslagen en ontvoeringen door Tsjetsjeense rebellen. Daarnaast is
sprake van omvangrijke, gewelddadige criminaliteit. Volgens de Russische NGO
Memorial komen in Tsjetsjenië jaarlijks zo'n duizend burgers om het leven en
raakt een veelvoud daarvan gewond.
Geografische verschillen in de veiligheidssituatie
Hoewel heel Tsjetsjenië onveilig is, kan onderscheid gemaakt worden tussen drie
gebieden. Tsjetsjenië ten noorden van de rivier de Terek staat onder Russische
controle en is relatief rustig. In het centrale deel rondom Grozny doen zich met
grote regelmaat veiligheidsincidenten voor; in de verslagperiode met name in het
zuidoostelijk deel van dit gebied. De federale troepen hebben slechts beperkte
controle over het zuidelijk berggebied van Tsjetsjenië: alleen de hoofdwegen staan
171 O.a. Ruslan Isayev, "Death toll climbs to 56 in Znamenskoye explosion", Prague Watchdog
(13 mei 2004).
172 Action contre la Faim, Handicap International en Médecins du Monde, "Tchétchénie: Retour
en enfer" (maart 2004), p. 18-19; Verenigde Naties, "Consolidated Inter-Agency Appeal for
Chechnya and Neighbouring Republics 2004" en Landmine Monitor Report 2003 (9
september 2003).
173 Het Landmine Monitor Report 2003 gaat ervan uit dat de federale troepen gedurende het
totale conflict drie miljoen landmijnen hebben neergelegd.
174 In 2002 was sprake van een bijna verdrievoudiging van het aantal slachtoffers ten opzichte
van 2001 tot 5.695, waaronder 125 dodelijk (In 2001 vielen er 2.140 slachtoffers).
175 Het Tsjetsjeense ministerie van Landbouw schat dat op ongeveer 30 procent van alle
landbouwgronden in Tsjetsjenië landmijnen of niet ontplofte ammunitie liggen.
35
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
onder hun controle, en dat alleen overdag. Ook in dit gebied vonden regelmatig
confrontaties tussen federale troepen en Tsjetsjeense rebellen plaats.176
2.6 Humanitaire situatie
De humanitaire situatie in Tsjetsjenië is nog steeds slecht. Door grootschalige
voedselhulp van de zijde van de Russische overheid, NGO's en de internationale
gemeenschap bestaat er geen acuut gebrek aan voedsel, hoewel de distributie een
probleem blijft door de gebrekkige infrastructuur en de slechte veiligheidssituatie.
In de verslagperiode werden hulporganisaties in het kader van het
"normalisatieproces" steeds meer onder druk gezet door de Russische autoriteiten
hun kantoren te verplaatsen van Ingoesjetië (of andere buurrepublieken) naar
Tsjetsjenië. Vooralsnog hebben hulporganisaties hun kantoren niet verplaatst,
hoewel zij wel in toenemende mate aanwezig zijn in Tsjetsjenië zelf. De veiligheid
van hulpverleners blijft echter een groot probleem, waardoor hun
bewegingsvrijheid sterk beperkt is en hun aantal gering blijft. Arjan Erkel,
coördinator van Artsen zonder Grenzen in Dagestan, die op 12 augustus 2002 in
Dagestan door onbekenden werd ontvoerd, werd na twintig maanden gegijzeld te
zijn geweest, op 11 april 2004, na betaling van een miljoen dollar losgeld, door
zijn ontvoerders vrijgelaten. In augustus 2003 werd een Tsjetsjeense medewerker
van het Rode Kruis (ICRC) ontvoerd177 en op 1 juni 2004 werd een Slowaakse
medewerkster van een Tsjechische NGO ontvoerd, die eind november werd
bevrijd.178 Voorts ondervinden NGO's veel bureaucratische obstakels bij de
uitvoering van hun hulpprogramma's179 en is Rusland het enige land dat
invoerbelasting heft op hulpgoederen.
Er bestaan nog steeds grote problemen op het vlak van huisvesting180,
drinkwatervoorziening, sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg, onderwijs en
werkgelegenheid.181 Het afgelopen jaar heeft de overheid gewerkt aan de
176 Onder andere: UNSECOORD daily reports en Prague Watchdog "Guerrilla fighting
continues in Chechen mountains", 2 november 2003.
177 Het betreft Usman Saidaliev, van wie sindsdien niets meer is vernomen.
178 Miriam Jevikova van de NGO `Aid for Refugees' werd op 1 juni 2004 ontvoerd op weg van
Pyatigorsk naar Vladikavkaz. De kidnappers eisten een miljoen US dollar voor haar
vrijlating. Interfax (15 juni 2004); Prague Watchdog, "Kidnapped Slovak freed in Northern
Caucasus" (23 november 2004).
179 Report of the UN Special Representative on Internally Displaced Persons, Francis M. Deng
(24 februari 2004).
180 Een groot deel van de woningen is tijdens de conflicten vernield, met name in Grozny en
andere steden.
181 Verenigde Naties, "Consolidated inter-agency Appeal 2004" (New York en Genève,
november 2003) pagina 12 en 38 en tevens Fédération Internationale des ligues des droits de
l'homme: A phantasmagorical picture hiding dark realities (19 november 2003)
36
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
wederopbouw, waarbij de meeste aandacht uitging naar herstel van de
infrastructuur en het bouwen van Tijdelijke Accommodatie Centra (TAC's).182
Tijdens het jaar van relatieve rust dat tot mei duurde, werd er voor het eerst, ook
door particulieren, weer redelijk veel gebouwd in Tsjetsjenië (deels dankzij
compensatiebetalingen): huizen werden hersteld en de eerste winkels, cafes en
kapperszaken openden hun deuren temidden van de ruïnes van Grozny.183 Ook
veel scholen zijn weer open en enkele ziekenhuizen functioneren thans redelijk.184
Daarnaast was sprake van een lichte toename van economische activiteiten, met
name in de landbouw- en oliesector.
De levensomstandigheden in Tsjetsjenië zijn van dien aard dat hulporganisaties
geen onderscheid meer maken tussen burgers en ontheemden, maar aan de hand
van economische criteria bekijken wie in aanmerking komt voor hulp.185 In totaal
waren eind 2004 naar schatting 200.000 inwoners van Tsjetsjenië ontheemd. 10-
20% van hen woont in TAC's. Ongeveer de helft van de Tsjetsjenen, waaronder de
meeste ontheemden, leeft in extreme armoede, met een inkomen van minder dan
21-33 roebel (USD 0,70-1,10) per persoon per dag.186 Volgens de overheid is 70%,
en volgens andere bronnen is 80-90% van de beroepsbevolking werkloos. Voor
velen blijft humanitaire hulp een belangrijke, zo niet de enige, manier om in het
levensonderhoud te voorzien.187
Een positieve verandering ten opzichte van de vorige verslagperiode was dat in de
huidige verslagperiode salarissen, pensioenen en uitkeringen zoals kinderbijslag
regelmatig werden uitbetaald. Corruptie met gelden voor humanitaire hulp, sociale
uitkeringen en wederopbouw komt op zeer grote schaal voor. Ongeveer de helft
van de overheidsfondsen188 bestemd voor wederopbouw verdwijnt reeds in
Moskou, mede omdat uitbetaling inefficiënt, langs teveel overheidsinstellingen,
182 Verenigde Naties, "Consolidated inter-agency Appeal 2004", (New York en Genève,
november 2003). De regering heeft aangekondigd begin 2005 te starten met de bouw van
150.000 m2 appartementen in Grozny (plus 600.000 m2 in de jaren daarna), een stadion, 2
scholen, een ziekenhuis en een themapark voor kinderen. Interfax 14 juli 2004.
183 The Economist, "A gaping hole" (15 mei 2004).
184 Alex Rodriquez, "Hope scarce in grim Grozny", in Chicago Tribune (10 juni 2004).
185 99% van de Tsjetsjeense bevolking leeft onder de Russische armoedegrens van ongeveer US
$67 per persoon per maand; 63% heeft zelfs een inkomen van minder dan US $20 per
maand.Ter vergelijking: In Rusland als geheel leefde in 2002 25% van de bevolking onder de
armoedegrens. Human Development Report Russian Federation 2002-2003.
186 UN, "CAP Chechnya 2005" (november 2004), p. 7.
187 VN, Consolidated inter-agency Appeal 2004, pag. 12.
188 Sinds 2001 is er 2 miljard US dollar aan federale fondsen naar Tsjetsjenië gegaan. In 2003
was in totaal een budget van 22,5 miljard roebel beschikbaar voor wederopbouw van
Tsjetsjenië (inclusief donorgelden), waarvan 3,5 miljard vanuit federale fondsen. Natalia
Slavina, "Over 22.5 bln rubles to be spent on Chechnya reconstruction", Tass 317 (2
december 2003). In 2004 is binnen het federale budget 4,95 miljard roebel beschikbaar (ca.
$170 mln.). Ria Novosti (30 oktober 2004).
37
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
verloopt. Van het overgebleven geld verdwijnt nog eens de helft in Tsjetsjenië als
gevolg van corruptie, afpersing en diefstal, waardoor slechts een kwart
daadwerkelijk wordt gebruikt voor wederopbouw. Ook Tsjetsjeense burgers
worden regelmatig slachtoffer van afpersing189 en corruptie190. Zo moet in de
praktijk voor alle voorzieningen smeergeld betaald worden. In combinatie met het
nu al jaren voortdurende conflict heeft dit er toe geleid dat de meeste burgers
inmiddels door al hun reserves heen zijn, vaak zelfs diep in de schulden zitten, en
steeds verder afhankelijk raken van humanitaire hulp.
In de verslagperiode zijn de laatste vluchtelingenkampen in Ingoesjetië gesloten.191
Meer dan 20.000 Tsjetsjenen zijn het afgelopen jaar teruggekeerd naar Tsjetsjenië,
voor het merendeel vanuit Ingoesjetië.192 Aangezien vele huizen verwoest zijn,
levert de opvang van terugkerende bewoners een probleem op. In de
verslagperiode werden extra TAC's gebouwd om de nood te lenigen en werd
gewerkt aan verbetering van de doorgaans slechte kwaliteit van bestaande
TAC's.193 Problemen worden onder andere veroorzaakt doordat in veel centra
geen stromend water aanwezig is en de sanitaire voorzieningen zich buiten de
gebouwen bevinden, waardoor ze niet bereikbaar zijn na de avondklok. Bovendien
wordt onvoldoende nieuwe woonruimte gebouwd, waardoor ontheemden niet door
kunnen stromen naar een nieuwe, permanente woning.194 Veel ontheemden die
terugkeerden vanuit Ingoesjetië ondervonden dat beloften van hulp bij
wederopbouw van hun huizen en fatsoenlijke tijdelijke huisvesting slechts
gedeeltelijk werden nagekomen195; bij tenminste een groep bleek bij aankomst de
hulp zich te beperken tot het uitdelen van tenten.196
189 Zo kunnen de kosten van het vrijkopen van een (dikwijls zonder legale reden) gedetineerd
familielid variëren van 1.000 tot 20.000 US dollar.
190 Op deze wijze vullen mensen hun magere salaris aan. Zo kost het de 18.000 studenten aan de
universiteit van Grozny USD 2.000 aan steekpenningen voor docenten en de administratie
om toegelaten te worden. Alex Rodriquez, "Hope scarce in grim Grozny", in Chicago
Tribune (10 juni 2004).
191 zie tevens paragraaf 4.3.2.
192 Volgens cijfers van de FMS (mei 2004) zijn in de periode januari-mei 2004 21.000
Tsjetsjeense ontheemden gederegistreerd uit de TAC's waar zij verbleven (waarvan 17.900
uit Ingoesjetië). Volgens de VN keerden in 2004 in totaal 19.000 ontheemden vanuit
Ingoesjetië terug naar Tsjetsjenië. UN, "CAP Chechnya 2005" (november 2004), p. 11.
193 De Russische term voor een TAC is Poenkt Vremennogo Razmesjtsjenija (PVR). April 2004
waren 33 TAC's operationeel.
194 Verenigde Naties, "Consolidated inter-agency Appeal 2004" (november 2003).
195 Report of the UN Special Representative on Internally Displaced Persons, Francis M. Deng
(24 februari 2004).
196 Memorial, "Chechnya and Ingushetia: May 2004" (juni 2004).
38
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
3 Mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië
3.1 Juridische context
Tsjetsjenië is een deelrepubliek van de Russische Federatie. Alle verdragen
waarbij de Russische Federatie zich heeft aangesloten, zijn derhalve ook van
toepassing op Tsjetsjenië.
De Russische Federatie is partij bij de belangrijkste mensenrechtenverdragen van
de Verenigde Naties. Ook is de Russische Federatie partij bij het
Vluchtelingenverdrag en bijbehorend Protocol. Als rechtsopvolger van de Sovjet-
Unie maakt de Russische Federatie sinds haar oprichting deel uit van de Verenigde
Naties en de OVSE. Sinds 28 februari 1996 is het land bovendien lid van de Raad
van Europa (RvE). Het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens is door
de Doema geratificeerd in mei 1998, evenals de Europese Conventie tegen
Marteling. Hierdoor is het voor Russische staatsburgers mogelijk geworden
individuele klachten in te dienen bij het Europese Hof voor de Rechten van de
Mens in Straatsburg.
In de grondwet van de Russische Federatie, die is aangenomen op 12 december
1993, worden de grondrechten genoemd van de Russische staatsburger. In de
grondwet wordt gemeld dat de Russische Federatie een democratische, federale
rechtsstaat is met een republikeinse staatsvorm, waarin geen onderscheid wordt
gemaakt naar ras, geslacht, etnische afkomst of godsdienstige overtuiging. Als
grondrechten worden onder andere het recht op bewegingsvrijheid, vrijheid van
meningsuiting en het actieve kiesrecht genoemd. Het uitoefenen van censuur is
niet toegestaan. Foltering, mishandeling, geweldpleging en / of vernederende
bestraffing of behandeling zijn in de grondwet strafbaar gesteld. Discriminatie op
basis van ras, geslacht, etnische afkomst of godsdienstige overtuiging is verboden.
Mensenrechtenorganisaties zijn het erover eens dat op de Russische wetgeving
weinig aan te merken valt; deze voldoet inmiddels grotendeels aan de standaard
van organisaties als de Raad van Europa. De problemen op mensenrechtenterrein
die desondanks bestaan in Rusland worden veroorzaakt door de gebrekkige
implementatie van de wetgeving.
Zoals reeds in het vorige hoofdstuk gemeld, heeft Tsjetsjenië voorjaar 2003 een
nieuwe grondwet gekregen, waarin in artikel 1:2 wordt gemeld dat de Republiek
Tsjetsjenië een onlosmakelijk onderdeel vormt van de Russische Federatie.
39
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
3.2 Toezicht
In het ambtsbericht over de situatie in de noordelijke Kaukasus van mei 2003 werd
gemeld dat een aantal Russische instanties en internationale organisaties toezicht
hield op de mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië. In de huidige verslagperiode is
dit aantal, door uiteenlopende omstandigheden, aanzienlijk afgenomen. Bovendien
wordt het toezichthoudende instanties en personen steeds moeilijker gemaakt hun
werk voort te zetten, enerzijds als gevolg van door de overheid opgeworpen
belemmeringen en anderszijds door toenemende bedreiging (en zelfs moord) van
een ieder die zich sterk maakt voor bescherming van de mensenrechten:
medewerkers van NGO's, onafhankelijke journalisten, integere
overheidsfunctionarissen en politici, advocaten en mensen die het aandurfden een
aanklacht in te dienen tegen de schenders van hun mensenrechten.197
3.2.1 Nationaal toezicht
Speciale Vertegenwoordiger van de President
Op 22 januari 2004 heeft president Poetin besloten de functie van `Speciale
Vertegenwoordiger van de President van de Russische Federatie voor Mensen- en
Burgerrechten en Vrijheden in de Tsjetsjeense Republiek'198, die bekleed werd
door Soeltygov, met onmiddellijke ingang op te heffen in het kader van het
normalisatieproces. De activiteiten van dit bureau en de vijftien bijkantoren zijn
formeel blijven bestaan, doch ressorteren thans rechtstreeks onder de Tsjetsjeense
president. In de periode van juni 2000 tot augustus 2003 zijn in totaal bijna 10.000
klachten over menserechtenschendingen geregistreerd, waarvan ten tijde van de
sluiting van het kantoor slechts een klein aantal was onderzocht.199
Presidentiële mensenrechtencommissie
De presidentiële mensenrechtencommissie, die in 2002 in het leven is geroepen
door president Poetin, staat onder leiding van Ella Pamfilova. De commissie
bestaat uit 32 vrijwilligers, aangezien eigen financiële middelen ontbreken. Deze
vrijwilligers zijn allen werkzaam bij niet-gouvernementele organisaties. 200 Om
197 In de periode 2003 t/m juli 2004 werden meer verdedigers van mensenrechten het slachtoffer
van bedreiging, illegale detentie, mishandeling, ontvoering en moord dan in de drie jaar
daarvoor. International Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human
rights defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004); AI, "RF: The risk of
speaking out" november 2004).
198 Voor meer informatie zij verwezen naar het algemeen ambtbericht over de situatie in de
noordelijke Kaukasus d.d. 14 mei 2003.
199 Miriam Carrion, "Council of Europe withdraws from Chechnya", in Memorial-EHRAC
bulletin no. 1 (zomer 2004).
200 Onder andere bij de Moskou Helsinki Groep en Memorial.
40
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
niet gevoelig te zijn voor politieke invloeden, hebben politici geen zitting in deze
commissie. Kerntaak van de commissie is het verbeteren van de houding van de
Russische overheid ten opzichte van de mensenrechten door het onderzoeken en
analyseren van mensenrechtenproblemen.201 Naast deze hoofdtaak komen veel
individuele klachten en vragen bij de commissie binnen, die formeel door het
bureau van de Ombudsman afgehandeld zouden moeten worden, maar in de
praktijk eveneens door de commissie in behandeling worden genomen.
Na het opheffen van de functie van Soeltygov kreeg de commissie van Poetin
uitdrukkelijk ook de bevoegdheid zich bezig te houden met de
mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië. Ook voorafgaand aan deze taakuitbreiding
per 22 januari 2004 brachten Pamfilova en haar commissie enkele bezoeken aan
de Noordelijke Kaukasus om zich op de hoogte te stellen van de situatie ter plaatse
en hebben zij regelmatig kritische uitspraken gedaan over zowel de regering als de
rebellen.
In november 2004 werd de mensenrechtencommissie door Poetin gereorganiseerd
tot "Presidentiële raad voor assistentie aan `civil society' en
mensenrechteninstituties". Volgens Pamfilova heeft haar commissie dankzij de
reorganisatie een hogere status en is er nu een betere afbakening van taken met de
Ombudsman.202
Pamfilova geniet een goede reputatie bij mensenrechtenorganisaties en
internationale waarnemers als zijnde actief, betrokken, (gematigd) kritisch en
onafhankelijk.
Ombudsman
Sinds 22 mei 1998 kent de Russische Federatie een Ombudsman voor de
mensenrechten, die zich bezighoudt met diverse vormen van
mensenrechtenschendingen en die beschikt over meer dan 150 personeelsleden.
Het bureau is onderverdeeld in gespecialiseerde afdelingen die verantwoordelijk
zijn voor onderzoek naar ingediende klachten en mensenrechtenschendingen.203
Op 13 februari 2004 heeft de Doema uit zes kandidaten de prominente liberale
politicus Vladimir Loekin benoemd tot nieuwe Ombudsman voor de
mensenrechten.204 Mensenrechtenorganisaties zijn positief over Loekin, die zich in
de afgelopen maanden betrokken, integer en daadkrachtig heeft getoond. 205 Hij
201 De Russische overheid is echter niet gebonden aan de conclusies en aanbevelingen van de
presidentiële mensenrechtencommissie.
202 O.a. Interfax (9 november 2004).
203 US Department of State, "Human Rights Practices Russia 2003" (februari 2004).
204 De ambtstermijn van de vorige Ombudsman, Oleg Mironov, was reeds op 22 mei 2003
verlopen. Tot 13 februari 2004 was de Doema echter niet in staat een opvolger te kiezen,
waardoor Mironov aanbleef.
205 In maart presenteerde Loekin concept-wetgeving die de ombudsman het recht geeft op alle
voor de afhandeling van klachten relevante informatie van ambtenaren in de regio's, alsmede
41
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
heeft regelmatig zeer kritische uitspraken gedaan over onder andere de
mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië.
In juni presenteerde Loekin zijn eerste rapport. Er is zorg dat het enorme aantal
klachten de effectiviteit van de ombudsman kan ondermijnen: alleen al in de
periode maart tot medio juni ontving hij meer dan 20.000 klachten. Aangezien
zo'n 30% van de klachten tegen de rechtshandhavende instanties gericht is206, is
daar veel aandacht naar uitgegaan.207
Tot de benoeming van Lema Khasuyev, begin november 2004, was er geen
regionale ombudsman in Tsjetsjenië.
Parlementsleden Doema
In het bijzonder het parlementslid V.V. Igrunov heeft zich in de verslagperiode
ingezet voor de Tsjetsjeense bevolkingsgroep. Hij wist, dikwijls op verzoek van
NGO's, in een aantal individuele misstanden succes te boeken. Van de huidige
Tsjetsjeense Doemaleden208 is niet bekend dat zij zich sterk hebben gemaakt voor
individuele Tsjetsjeense burgers; dit in tegenstelling tot hun voorganger, het
weggepromoveerde209 parlementslid Aslambek Aslakhanov.210 Zij hebben dan ook
noch de bekendheid, noch het vertrouwen dat Aslakhanov genoot onder
Tsjetsjenen.
Non-gouvernementele organisaties
In Rusland zijn vele NGO's actief, op tal van terreinen. Een aantal
mensenrechtenorganisaties is zeer actief, beschikt over uitstekende internationale
contacten en weet op effectieve wijze aandacht te vragen voor algemene en
individuele misstanden. Voor de mensenrechtenschendingen verband houdend met
het Tsjetsjeense conflict is vooral aandacht gevraagd door de volgende NGO's:
Memorial Human Rights Center, Moscow Helsinki Group tezamen met de
International Helsinki Federation for Human Rights, Human Rights Watch, en het
het recht bezoeken af te leggen in detentiecentra en bij legereenheden. European
Commission, "Newsletter No. 9-2004" (19 maart 2004).
206 Voorts betreft een groot deel van de klachten schending van economische en sociale rechten.
207 Reeds drie maanden na zijn aantreden slaagde Loekin er in 5 politieagenten te laten berechten
voor misdaden en 11 voor administratieve overtredingen. Voorts heeft hij in een paar
maanden tijd 32 verrassingsinspecties uitgevoerd in plaatsen van detentie (politiebureaus en
gevangenissen). Federal News Service, "Press conference with Lukin" (16 juni 2004); Novye
Gazeta, "Interior Ministry is the major infringer" (17 juni 2004).
208 Deze door de Russische regering naar voren geschoven Tsjetsjeense Doemaleden zijn in
januari 2004 aangetreden.
209 Aslakhanov is sindsdien werkzaam bij de presidentiële administratie als adviseur van
president Poetin inzake Tsjetsjenië.
210 Zie bv. International Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human rights
defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004), p. 9.
42
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Civic Assistance Committee. Deze organisaties hebben regelmatig kritische,
onafhankelijke rapporten uitgebracht en zich sterk gemaakt voor individuele
slachtoffers, onder andere door gratis juridische bijstand aan te bieden. In de
verslagperiode ontving Memorial drie prestieuze internationale prijzen: de `Right
Livelihood Award'211, de Nansen Refugee Award 212 en de Martin Ennals prijs.
Deze laatste prijs werd door tien mensenrechtenorganisaties toegekend aan Lida
Joesoepova, de coördinator van het Memorial centrum voor gratis rechtshulp in
Grozny.213
In de verslagperiode is de situatie voor mensenrechtenorganisaties in Rusland
verslechterd. President Poetin, ministers en de Russische orthodoxe kerk hebben
allen zich herhaaldelijk zeer kritisch uitgelaten over Russische NGO's, in het
bijzonder mensenrechtenorganisaties die steun vanuit het buitenland ontvangen.214
De autoriteiten probeerden NGO's in hun werk te belemmeren door onder andere
het opwerpen van bureaucratische obstakels voor registratie, irreguliere
brandweerinspecties en belastinginvallen215 waarbij ook documenten en computers
werden geconfisceerd.216 In juli 2004 diende de regering een wetsvoorstel in dat
beoogt het verstrekken van subsidies aan NGO's sterk te bemoeilijken. In
september tekende Poetin een decreet inzake staatssteun voor
mensenrechtenorganisaties. De maatregelen worden door velen beschouwd als
onderdeel van Poetin zijn pogingen de macht verder te centraliseren en de controle
211 In september 2004 kende het Zweedse parlement deze prijs toe aan Memorial. In totaal zijn er
jaarlijks vier van dergelijke `awards', ook wel de alternatieve Nobelprijs genoemd, die op de
dag voor de Nobelprijs ceremonie worden uitgereikt.
212 Deze prijs ontving Memorial vanwege haar werk voor vluchtelingen en ontheemden.
eng.kavkaz.memo.ru, "Human Rights Center Memorial to receive Nansen Refugee Award"
(16 juni 2004).
213 Amnesty International, "Interview met Lida Joesoepova", in Wordt Vervolgd nr. 4 (april
2004); Human Rights Watch `Chechen human rights advocate honored'(5 december 2003)
214 Zo werd in oktober 2004 een financiële doorlichting van de vooraanstaande NGO Soldiers'
Mothers door de Doema aangekondigd, omdat de organisatie jaarlijks US$ 15 miljoen uit het
buitenland zou ontvangen voor "activiteiten tegen het leger". De week daarvoor had Soldiers'
Mothers aangeboden over vrede te onderhandelen met de Tsjetsjeense rebellen. Mosnews (13
oktober 2004); Sonia Oxley, "Russia's Putin criticizes human rights groups", Reuters (26 mei
2004); Pravda, "NGOs in Chechnya do not pursue their declared humanitarian mission" (27
mei 2004); Mosnews.com, "Orthodox Church Slams Russian HR Movement, Calls for
Reform" (19 juli 2004); Oliver Bullough, "Putin tells Chechen government to lay off rights
groups", Reuters (16 januari 2004); International Helsinki Federation for Human Rights,
"The silencing of human rights defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004).
215 O.a. in het kantoor van de Moye Pravo, een NGO die bezig was met onderzoek naar
politiegeweld. Andrey Kots, "Police officers raided the Human Rights Advocates", in
Rossiyskaya Gazeta (9 juli 2004).
216 O.a. The Moscow Times, samengevat in Newsletter no. 20/2004 van de Europese Commissie
(7 juni 2004).
43
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
op sectoren als het maatschappelijk middenveld, de media en het bedrijfsleven
weer te vergroten.217
Mensenrechtenactivisten die Tsjetsjenië in wilden, kregen hier nog altijd
nauwelijks toestemming voor. In Tsjetsjenië zelf werkzame
mensenrechtenactivisten werden nauwlettend in de gaten gehouden en
geïntimideerd of zelfs mishandeld of gearresteerd. Dieptepunt vormde de moord
op Aslan Sheripovich Davletukaev, een medewerker van de NGO `Russian-
Chechen Friendship', die op 10 januari 2004 in Avtoery door 50 soldaten in
gepantserde voertuigen zou zijn ontvoerd, volgens de meeste NGO's wegens zijn
onderzoek naar mensenrechtenschendingen. Op 16 januari werd zijn lichaam
teruggevonden. Sporen van marteling en verminking waren aanwezig, armen en
benen waren gebroken en op zijn lichaam werden steekwonden aangetroffen.
Doodsoorzaak was een kogelschot in het achterhoofd.218
Medewerkers van NGO's zijn eveneens slachtoffer geworden van de slechte
veiligheidssituatie in algemene zin. In de verslagperiode werden twee
hulpverleners door onbekenden ontvoerd.219 De slechte veiligheidssituatie in
Tsjetsjenië beperkt NGO's in de uitvoering van hun activiteiten. Zo heeft
Memorial alleen in het relatief iets veiliger noorden van Tsjetsjenië waarnemers
gestationeerd.
Media
De regering Poetin heeft de media in Rusland steeds meer onder staatscontrole
gebracht. Onafhankelijke kranten zijn er nog steeds voldoende (hun oplage is
echter gering), maar aan het bestaan van onafhankelijke televisie is inmiddels
vrijwel geheel een eind gemaakt. Zo werd in juni Leonid Parfyonov, de maker van
een veel bekeken onafhankelijke talkshow, ontslagen en zijn programma van de
buis gehaald, volgens de onafhankelijke media en NGO's omdat hij een interview
met de weduwe van Yandarbiyev220 wilde uitzenden.221 Voorts werden de media
217 O.a. Oksana Yablokova, "New controls planned for funding of NGOs", in The Moscow
Times (22 juli 2004); Vremya Novostei, "Subsidies for Conscience" (28 september 2004);
EU Newsletters.
218 The Moscow Times, 26 januari 2004; Information Centre of the Society for Russian-Chechen
Friendship, press release no. 621, January 26, 2004 en Observatory for the Protection of
Human Rights Defenders, RUS 001/0104/OBS 006, 26 januari 2004; Amnesty International,
"Interview met Lida Joesoepova", in Wordt Vervolgd nr. 4 (april 2004); International
Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human rights defenders in
Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004).
219 Zie hierover paragraaf 2.6.
220 De in Qatar vermoorde Tsjetsjeense rebellenleider. Zie paragraaf 2.5.
221 Corine de Vries, "Rusland verliest enige kritische talkshow", in de Volkskrant (9 juli 2004);
Oleg Shchedrov, "Russian TV Network sacks rebel anchorman", Reuters (2 juni 2004); AP,
"Media experts condemn closure of top Russian news program" (2 juni 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
bij hun verslaglegging inzake de gijzelingscrisis in Beslan niet, dan wel verkeerd
ingelicht222, werden journalisten in Beslan opgepakt en werden hun spullen in
beslag genomen.223 Ook na afloop werd hard opgetreden tegen de media: de
hoofdredacteur van de krant Izvestia werd op 6 september ontslagen omdat hij
zich te kritisch had getoond over de afloop van de gijzeling. Media en journalisten
worden onder druk gezet middels smaadprocessen, belastinginvallen waarbij alle
inboedel wordt geconfisqueerd en tal van bureaucratische obstakels.224 Bovendien
komt het voor dat journalisten bedreigd, aangevallen, ontvoerd of vermoord
worden. Dergelijke incidenten doen zich in heel Rusland voor, doch het vaakst in
Tsjetsjenië en Ingoesjetië.225
In de berichtgeving over de Tsjetsjeense problematiek zijn twee stromingen te
onderscheiden: enerzijds is de verslaglegging vaak bevooroordeeld en
ongenuanceerd, anderzijds is er ook een aantal media en journalisten met een
kritische, onafhankelijke berichtgeving.226 Met name sinds het gijzeldrama in het
Moskouse theater Dubrovka (oktober 2002) is deze laatste groep journalisten en
media echter steeds verder onder druk gezet niet te berichten over Tsjetsjenië.
Zoals gezegd, is onafhankelijke televisie inmiddels vrijwel verdwenen. De
staatstelevisie verzwijgt veel van wat in Tsjetsjenië gebeurt; zo werd nergens
melding gemaakt van de grootschalige aanval op Grozny op 21 augustus227.228 Van
vrije nieuwsgaring is in Tsjetsjenië geen sprake. Journalisten dienen speciale
accreditatie aan te vragen voor het werken in Tsjetsjenië. Buitenlandse journalisten
hebben alleen toegang tot het gebied met speciale persreizen georganiseerd door
222 Zo hielden de autoriteiten in eerste instantie vol dat er slechts 354 gijzelaars waren.
223 O.a. de OVSE heeft deze handelswijze veroordeeld. AP (17 september 2004).
224 US Department of State, "Human Rights Practices Russia 2003" (februari 2004) en
Amnesty International, "Op weg naar de wet" (2003); Human Rights Watch (20 mei 2004);
Reformatorisch Dagblad, "Journalisten in Rusland steeds meer in het nauw" (29 juli 2004).
225 Doorgaans zijn de daders hiervan criminelen of corrupte zakenlieden of
overheidsfunctionarissen, wier illegale activiteiten door een journalist openbaard waren of
dreigden te worden. Volgens de NGO `Reporters without borders' werden in 2003 5
journalisten vermoord, 1 vermist, 2 gedetineerd, 2 ontvoerd, 12 gearresteerd en 24
mishandeld. Onder andere: Paul Quinn-Judge, "Where the sword is mightier than the pen", in
The Economist no. 4 (juli 2004); Human Rights Watch, "Spreading Despair", september
2003, pagina 22; F. Soyarimova, "Criticizing system of paying off compensations is deadly
dangerous in Chechnya", in The Chechen Times (14 juni 2004); Society for Russian-Chechen
Friendship, o.a. Press release no. 686; International Helsinki Federation for Human Rights,
"The silencing of human rights defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004).
226 Moscow Helsinki Group, "Nationalism, Xenophobia and Intolerance in Contemporary
Russia" (2002).
227 Zie paragraaf 2.5.
228 Ivan Sventsitsky, "That dangerous world: Chechnya", in PRIMA (11 juni 2004); Robert
McMahon, "Award winning editor: "Internal fear" dulls reporting on Chechnya" 26
november 2003); Corine de Vries, "Steeds meer Russen keren zich van hun geliefde Poetin
af", in de Volkskrant (2 september 2004).
45
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
de Persdienst van het Kremlin. Alle Tsjetsjeense kranten en tv-stations werden
najaar 2003 door president Kadyrov onder zijn directe controle gebracht.229
3.2.2 Internationale organisaties
Zoals reeds gemeld in paragraaf 3.2 is het aantal internationale organisaties dat
toezicht hield op de mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië in de verslagperiode door
uiteenlopende oorzaken aanzienlijk gedaald. Internationale organisaties die het
conflict volgen zijn onder andere de Verenigde Naties, de OVSE en de Raad van
Europa. Naast internationale organisaties hebben ook verschillende internationale
NGO's230 regelmatig kritische rapporten uitgebracht over de
mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië.
Voor alle hierna te noemen instanties geldt als belangrijk probleem dat zij niet of
in beperkte mate in Tsjetsjenië zelf kunnen rondreizen. In de verslagperiode werd
veelvuldig door internationale mensenrechtenorganisaties231, en incidenteel door
internationale organisaties232, gemeld dat toestemming om Tsjetsjenië te bezoeken
door de Russische autoriteiten was geweigerd. In het geval men wel toestemming
kreeg Tsjetsjenië te bezoeken, vormden de veiligheidssituatie en de
overheidsrestricties ter plaatse een ernstige belemmering voor het afleggen van
zinvolle bezoeken.
Raad van Europa
Diverse instellingen van de Raad van Europa volgen de ontwikkelingen in
Tsjetsjenië: de voorzitter233, de secretaris-generaal onder wiens bevoegdheid
enkele experts verslag doen van de situatie in Tsjetsjenië,
mensenrechtencommissaris Gil-Robles en de Parlementaire Assemblee (PACE),
alsmede de onder de onder de Raad ressorterende zelfstandige instanties: het
Comité ter Voorkoming van Marteling en de Europese Commissie en het Hof voor
de Rechten van de Mens. In september 2004 brachten de presidenten van
229 Tamerlan Aliyev, "Chechen media and the presidential elections" (27 oktober 2004).
230 Onder andere Amnesty International, Human Rights Watch en International Helsinki
Federation for Human Rights.
231 Bijvoorbeeld Amnesty International en Human Rights Watch.
232 In de verslagperiode brachten een bezoek aan Rusland: de VN rapporteur on internally
displaced persons Francis Deng, die Tsjetsjenië van 7 13 september 2003 bezocht, VN
Under Secretary Jan Egeland (hoofd VN-afdeling humanitaire hulp), die Tsjetsjenië in januari
2004 bezocht (Egeland kreeg echter pas toestemming naar Tsjetsjenië te reizen nadat hij had
gedreigd anders zijn bezoek af te blazen) en de VN rapporteur on violence against women
Yakin Erturk, die Tsjetsjenië en Ingoesjetië van 17-24 december 2004 bezocht. Nog steeds
niet welkom waren de rapporteurs inzake marteling en buitengerechtelijke executies.
233 Nederland was voorzitter van de Raad van Europa van 6 november 2003 tot 14 mei 2004.
46
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Tsjetsjenië en Ingoesjetië alsmede de plaatsvervangend Procureur-Generaal van
Rusland een bezoek aan de Raad van Europa.
- Raad van Europa experts
Terwijl in juni 2002 met de Russische autoriteiten overeengekomen was het
mandaat uit te breiden, op basis waarvan experts van de Raad van Europa sinds
juni 2000 gedetacheerd waren bij het kantoor van de speciale vertegenwoordiger
in Tsjetsjenië234, werd eind december 2003 deze uitbreiding door de Russische
autoriteiten volledig teruggedraaid, mede omdat ook het kantoor van de speciale
vertegenwoordiger per 22 januari 2004 zou worden opgeheven. Er werd
overeengekomen dat de experts per 1 januari 2004 niet meer permanent in
Tsjetsjenië gevestigd zijn235 en dat de Raad van Europa slechts op ad hoc basis, in
nog vast te stellen projecten, zou participeren. Tot eind december 2003
rapporteerden de experts maandelijks over de situatie in Tsjetsjenië.236
- Mensenrechtencommissaris Gil-Robles
In juli 2004 bracht Gil-Robles een bezoek aan Rusland (niet aan Tsjetsjenië),
waarbij zijn bijzondere aandacht uitging naar rechtshandhaving, bestrijding van
racisme en de bescherming van minderheden. Eind september bezocht hij Moskou,
Beslan en Grozny. In Grozny organiseerde Gil-Robles een ronde tafel-conferentie
waaraan vertegenwoordigers van diverse regionale autoriteiten, Pamfilova, Loekin
en een aantal NGO's deelnamen. Bij beide bezoeken gaf Gil-Robles kritische
verklaringen af.
- Parlementaire Assemblee
Op 24 juni 2003 werd Andreas Gross tot rapporteur van PACE voor Tsjetsjenië
benoemd, als opvolger van Lord Judd. Voorts hebben diverse commissies van
PACE thematische rapporten uitgebracht, naar aanleiding waarvan PACE kritische
resoluties aanvaardde.237 Op 7 oktober 2004 verklaarde PACE, in aanwezigheid
234 Nieuw in het mandaat waren taken met betrekking tot de opbouw van een rechterlijke macht,
lokaal bestuur en onderwijs, training van ambtenaren, politie en Openbaar Ministerie en
technische hulp bij het wetgevingsproces in Tsjetsjenië.
235 Formeel waren de experts van de Raad van Europa permanent gestationeerd in Tsjetsjenië.
Sinds 21 april 2003, toen zij het doelwit waren van een bomaanslag (waarbij vier
beveiligingsmannen gewond raakten), werkten zij echter vanuit Straatsburg, hetgeen hun
effectiviteit verminderde.
236 Hun laatste rapport, waarin een overzicht en evaluatie werd gegeven van de activiteiten van
de Raad van Europa experts in Tsjetsjenië werd gegeven, is: Report by the Secretary General,
"Russian Federation: Council of Europe's response to the situation in the Chechen Republic"
(16 januari 2004).
237 O.a. een rapport inzake de humanitaire situatie van Tsjetsjeense ontheemden, opgesteld door
Tadeusz Iwinski, comité inzake migratie (september 2004) en een rapport van het comité
Juridische Zaken en menserchten: PACE, "The human rights situation in the Chechen
Republic" (20 september 2004).
47
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
van president Alkhanov, diens verkiezing onrechtmatig te achten, maar
desondanks met hem te willen samenwerken.
- Comité ter Voorkoming van Marteling
Het aan de Raad van Europa gelieerde Comité ter Voorkoming van Marteling
(CPT) heeft in de verslagperiode in juni 2003 en in november 2004 een bezoek
gebracht aan de Noordelijke Kaukasus. De Russische Federatie is de enige lidstaat
die tot nu toe niet akkoord is gegaan met openbaarmaking van de CPT-rapporten.
Op 10 juli 2003 bracht het Comité voor de tweede keer238 een openbare, kritische
verklaring uit over de situatie in Tsjetsjenië en over het gebrek aan uitvoering door
Moskou van effectieve maatregelen ter verbetering daarvan.239 Van het laatste
bezoek, waarbij het CPT drie detentiecentra in Tsjetsjenië en een in Ingoesjetië
inspecteerde, is nog geen rapport uitgebracht.240
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Sinds 1998 hebben Russische burgers de mogelijkheid een individuele klacht in te
dienen bij de Europese Commissie en het Hof voor de rechten van de mens. Het
Hof heeft op 16 januari 2003 ingestemd met de behandeling van zes Tsjetsjeense
zaken die zijn aangespannen door nabestaanden van slachtoffers die vielen in de
eerste fase van het tweede gewapende conflict in Tsjetsjenië.241 Zij stellen dat
Russische soldaten hebben gemarteld, gemoord en bombardementen op
burgerdoelen hebben uitgevoerd.242
Overheidsfunctionarissen (o.a. van het OM) en federale troepen hebben
bovengenoemde zes verzoekers, evenals tientallen andere Tsjetsjenen die een
klacht hebben ingediend bij het EHRM, onder zware druk gezet hun klacht in te
trekken. Hierbij was sprake van bedreiging, ontslag, mishandeling, verdwijning en
moord.243
238 De eerste verklaring werd afgegeven op 10 juli 2001.
239 Een dergelijke actie door het CPT is hoogst uitzonderlijk. Memorial and European Human
Rights Advocacy Centre, Bulletin no. 1 (zomer 2004).
240 CPT, "CPT returns to the North Caucasian region of the RF" (3 december 2004). Een van de
door het CPT bezochte detentiecentra is het beruchte ORB-2, het `Operative and Search
Bureau' te Grozny, dat de reputatie van `martelcentrum' heeft.
241 Het Hof heeft hierbij besloten de vraag of effectieve nationale rechtsmiddelen voorhanden
waren die dienden te worden uitgeput alvorens een beroep op het EHRM te doen, te
behandelen tijdens de bodemprocedure: "The Court considers that in the particular
circumstances of the case it does not have sufficient information to enable it to make a ruling
on the question of exhaustion of domestic remedies. Furthermore, this question is so closely
linked to the merits of the case that it is inappropriate to determine it at the present stage of
the proceedings." (Zaak nr. 57942/00, p. 16) Overigens vond op 14 oktober 2004 de eerste
(bodemprocedure) zitting inzake 3 van de zaken plaats.
242 Memorial and European Human Rights Advocacy Centre, Bulletin no. 1 (zomer 2004).
243 International Helsinki Federation for Human Rights, "Chechnya and the European Court"
(2004); Amnesty International, "Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004); International
48
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
OVSE `Assistance Group'
Per januari 2003 heeft de OVSE de `Assistance Group' voor Tsjetsjenië (AG)
moeten terugtrekken uit Tsjetsjenië, aangezien geen overeenstemming met de
Russische regering kon worden bereikt over een nieuw mandaat.244 Deze situatie is
tot op heden onveranderd.
3.3 Naleving en schendingen245
Willekeurig geweld jegens de burgerbevolking en schendingen van mensenrechten
komen volgens alle geraadpleegde bronnen in de deelrepubliek Tsjetsjenië
veelvuldig voor. Geen van de door de federale overheid in het kader van het
`normalisatieproces' genomen maatregelen heeft tot zichtbare verbetering van de
mensenrechtensituatie geleid. Een beschrijving van mensenrechtenschendingen
beperkt (juridisch gezien) zich naar zijn aard tot wandaden begaan door (federale
en Tsjetsjeense) autoriteiten. In het onderstaande wordt om die reden geen
aandacht geschonken aan de misdaden begaan tegen de Tsjetsjeense
burgerbevolking door de illegale gewapende groeperingen. Dit neemt niet weg dat,
zoals beschreven in andere paragrafen, de rebellen veelvuldig ernstige misdaden
hebben gepleegd, waaronder afpersing, ontvoering, marteling, moord,
terroristische aanslagen en handel in -en smokkel van o.a. wapens en drugs.
Bewegingsvrijheid
In Tsjetsjenië bestaat een uitgebreid netwerk van permanente en mobiele
controleposten (`blokposty').246 Deze controleposten worden bemand door
Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human rights defenders in
Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004).
244 Van Russische zijde werd gesteld dat de AG voortdurend kritiek uitte op de Russische
Federatie, maar geen oog had voor de positieve wijzigingen die zich voltrokken in
Tsjetsjenië. De Russische overheid stelde zich op het standpunt dat de AG alleen humanitaire
taken zou mogen uitvoeren, terwijl de OVSE daarnaast eveneens een politieke rol
(mensenrechten, conflictbemiddeling) voor de AG zag weggelegd.
245 Bronnen onder andere: Joint Written Intervention: 60th session of the Commission on Human
Rights (20 februari 2004); Norwegian Refugee Council, `Global IDP database' (15 januari
2004); Human Rights Watch World Report 2004, `Glad to be deceived'; Amnesty
International,'Rough Justice: the law and human rights in the Russian Federation' (2 oktober
2003); Human Rights Watch, `Russia: spreading despair: Russian abuses in Ingushetia'
(september 2003); VN, Consolidated Inter-Agency Appeal 2004, Chechnya and
Neighbouring Republics, US Department of State, `Country report 2004' en Information
center of the society of Russian-Chechen Friendship, `Chechnya Human Rights Press
Releases'; International Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human
rights defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004); persberichten.
49
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Russische troepen en in toegenomen mate- Tsjetsjeense politieagenten. Van
passerende voertuigen en voetgangers wordt vrijwel altijd een geldbedrag
verlangd247 en het komt veelvuldig voor dat militairen passanten gewelddadig
behandelen en eigendommen vernielen of afnemen. In het vorige ambtsbericht
werd gemeld dat vrouwen en kinderen in mindere mate werden gecontroleerd.
Doordat echter in de verslagperiode in toenemende mate door vrouwen
zelfmoordaanslagen werden gepleegd, worden sinds medio vorig jaar ook
vrouwen bij controleposten beschouwd als potentiële vijand en derhalve vaker dan
voorheen gecontroleerd. In sommige gevallen werden zij hierbij aangerand of
verkracht door Russische militairen.
In Tsjetsjenië zijn veel controleposten tussen 21:00 en 6:00 uur niet operationeel,
hetgeen betekent dat passanten niet doorgelaten worden. Op personen die zich in
dit tijdsbestek buiten op straat bevinden, kan geschoten worden. In feite is er
derhalve een avondklok. De meeste burgers in Tsjetsjenië durven echter al niet
meer na 16:00 uur te reizen, omdat vanaf dat tijdstip Russische militairen bij
controleposten dronken of onder invloed van verdovende middelen kunnen zijn,
waardoor het risico op een gewelddadige behandeling groter is dan daarvoor.
Tsjetsjenië kent alleen met Georgië een internationale grens. Door het bergachtige
landschap in het zuiden is de grenscontrole niet waterdicht.248 De rest van de
grenzen wordt gevormd met andere deelrepublieken van de Russische Federatie.249
Verkeer dat Tsjetsjenië in wil, is aangewezen op landroutes, aangezien in
Tsjetsjenië burgerluchtvaart niet is toegestaan. Sinds juni 2004 is voor het eerst
sinds 1999 treinverkeer tussen Grozny en Moskou wederom mogelijk.250 Tussen
Tsjetsjenië enerzijds en de verschillende deelrepublieken anderzijds zijn er op alle
wegen controleposten, die van iedere passant nauwgezet de gegevens controleren
246 Een in de vorige verslagperiode aangekondigde vermindering van het aantal controleposten is
doorgevoerd. In juli 2004 waren er nog 48 controleposten (t.o.v. 150 medio 2003 en 600 in
2002, Tass 134 van 3 juni 2003).
247 Officieel dient iedere persoon en ieder voertuig gecontroleerd te worden. Tegen betaling kan
hier dikwijls van worden afgeweken. Het benodigde bedrag hangt af van de verwachte
tegenprestatie. Zo zou een buschauffeur elke dag eenmalig 50 roebel (248 Voor meer recente ontwikkelingen in de relatie met Georgië zie paragraaf 6.1.1.
249 Zie de topografische kaarten, bijlage II en III.
250 De trein rijdt tweemaal per week. BBC News (1 juni 2004).
50
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
en kijken of hij of zij voorkomt op de lijst van gezochte personen.251 Tussen
Grozny en Ingoesjetië lopen twee hoofdwegen. Op elk van deze wegen bevinden
zich circa tien controleposten.252 Met een geldig binnenlands paspoort is de grens
te passeren. Buitenlanders dienen speciale toestemming te hebben om tot
Tsjetsjenië toegelaten te worden. De grensstreek is ontdaan van bebossing en deels
voorzien van landmijnen.
Speciale operaties
De in de vorige verslagperiode ingezette verschuiving van door federale en
Tsjetsjeense troepen uitgevoerde, grootschalige `schoonmaakoperaties'253 naar
`toegespitste acties' (`targeted operations') heeft zich in deze verslagperiode
verder doorgezet.254 Toch waren er ook nog steeds schoonmaakoperaties, onder
andere van 19 tot 20 maart 2004, resulterend in 180 arrestaties, op 27 maart,
resulterend in 11 arrestaties255 en op 25 mei, waarbij 27 arrestaties plaatsvonden en
veel geweld werd gebruikt 256.
Toegespitste acties zijn gericht tegen specifieke verdachte individuen, waarbij in
enkele gevallen gehele families worden opgepakt. In het merendeel van de
gevallen wordt niets meer van de gearresteerde(n) vernomen.257 Onduidelijk is in
veel gevallen door wie deze toegespitste acties worden uitgevoerd258: door federale
troepen, door troepen van de Tsjetsjeense overheid of door de Kadyrovtsi.
251 Echter, in Rusland (en in nog sterkere mate in de Noordelijke Kaukasus) is corruptie alom
aanwezig. Zoals in noot 247 op de vorige bladzijde is beschreven, zijn de manschappen bij de
controleposten tegen betaling van steekpenningen doorgaans bereid in meer of mindere mate
af te wijken van de gebruikelijke controles.
252 Deze controleposten hoeven niet gelijktijdig geopend te zijn.
253 Zie voor meer informatie de noot inzake schoonmaakoperaties bij paragraaf 2.5 en het vorige
algemeen ambtsbericht, d.d. 14 mei 2003.
254 Onder andere: Moscow Helsinki Group, boek pagina 263; AI, "Report 2004, covering 2003"
(26 mei 2004).
255 Om 2 uur 's nachts kwam een grote groep gemaskerde militairen met 8 militaire voertuigen
het dorp Duba-Yurt binnenrijden. 18 huizen werden doorzocht, 11 mannen werden
meegenomen, waarvan 3 diezelfde nacht nog werden vrijgelaten en 9 twee weken later
geëxecuteerd werden teruggevonden. HRW, "Nine civilians extrajudicially executed in
Chechnya" (13 april 2004).
256 Deze actie in Chernorechye vond plaats in reactie op de vondst van de lichamen van 4
politieagenten in de nabijheid van het dorp. Ruslan Isayev, "Over two dozen arrested in
special operation in Chernorechye", Prague Watchdog (26 mei 2004).
257 Amnesty International, ""Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004).
258 Ordernummer 80 van 27 maart 2002 wordt dikwijls door federale troepen genegeerd: acties
worden vaak gemaskerd uitgevoerd en van de gebruikte auto's zijn kentekenplaten vaak
onleesbaar gemaakt. (Voor meer informatie zie ambtsbericht noordelijke Kaukasus van 14
mei 2003, paragraaf 3.3 en Moscow Helsinki Group, Human Rights in Russian regions 2002,
pagina 9).
51
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Arrestatie, detentie, marteling, verkrachting, ontvoering en verdwijning259
Er is nog steeds op grote schaal sprake van -al dan niet willekeurige- arrestatie en
detentie van Tsjetsjenen. Volwassen Tsjetsjeense mannen worden door Russische
troepen vaak beschouwd als (potentiële) rebellen en kunnen om die reden
gearresteerd worden, zonder duidelijke, legale aanleiding. Dit komt omdat er niet
altijd een duidelijke scheidslijn te trekken valt tussen strijders en niet-strijders. Het
komt voor dat Tsjetsjeense (burger)mannen korte tijd in rebellenacties hetzij
ingehuurd, hetzij gedwongen meevechten om na afloop het strijdtoneel te
verlaten en huiswaarts te keren.
Het zijn echter niet alleen mannen die het risico lopen slachtoffer te worden van
arrestatie, mishandeling en moord. Dit geldt inmiddels in bijna gelijke mate voor
vrouwen en in iets mindere mate ook voor minderjarigen.
Als gevolg van het nieuwe fenomeen van vrouwelijke zelfmoordterroristen waren
in de verslagperiode ook vrouwen regelmatig het slachtoffer van "preventieve
detentie". Wanneer een rebel is gedood in een vuurgevecht, of een vermeende
rebel in detentie is overleden, worden hun vrouwelijke familieleden thans als
potentiële "zwarte weduwen" beschouwd. Om deze reden zijn alleen al de eerste
maanden van 2004 tientallen vrouwen ontvoerd door mannen met maskers en
camouflagepakken nadat ze kort daarvoor hun man, vader of broer hadden
verloren. Ook vrouwen die zich op conservatief islamitische wijze kleden, worden
als mogelijke terroristen beschouwd, waardoor zij aanzienlijke risico's lopen op
controle, ondervraging en soms arrestatie. In de meeste gevallen doken de
vrouwen na 2 tot 3 dagen weer op, maar langere detentie is ook geregeld
voorgekomen en tenminste drie vrouwen zijn nooit meer teruggezien. De
Russische autoriteiten zeggen echter over aanwijzingen te beschikken dat deze
verdwenen vrouwen zich in een trainingskamp van Basayev bevinden, dan wel op
een onderduikadres in Moskou waar ze nieuwe aanslagen voorbereiden. 260
259 Onder andere: PACE, "The human rights situation in the Chechen Republic" (20 september
2004); Natalie Nougayrède, "En Tchétchénie, les forces russes et leurs milices multiplient les
exactions envers les femmes", Le Monde (26 oktober 2004); Memorial: Nearly 500
Chechens kidnapped in 2003: rights group (AFP, 9 februari 2004), IHF, "Chechnya:
Enforced disappearances, extrajudicial killings and unlawful detentions" (4 augustus 2004);
Fédération Internationale des Ligues des Droits de l'Homme: `Tchétchénie 2003: Note de
situation' (6 oktober 2003) ; Norwegian Refugee Council: `Global IDP database' (15 januari
2004); AI, "Report 2004, covering 2003" (26 mei 2004); AI, "Normalization in whose eyes?"
(23 juni 2004); Nezavisimaya Gazeta, Oleg Orlov,'Suicide bombers have been created by the
government' (27 februari 2004); US Department of State 2003 (februari 2004); Joint
statement by AI, HRW, the Medical Foundation for the care of victims of torture and
Memorial , "The situation in Chechnya and Ingushetia deteriorates" (8 april 2004); the
Medical Foundation for the care of victims of torture, "Rape and other torture in the
Chechnya conflict" (april 2004).
260 Peter Baker, "New stage of fear for Chechen women", Washington Post (19 oktober 2004);
Kim Murphy, "Chechen women being seized to preempt bombings", in Los Angeles Times
(26 mei 2004); Timur Aliev, "Chechen women arrested after recent explosions", Prague
52
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In de verslagperiode is, met name door de Kadyrovtsi, detentie toegenomen van
familie van vermeende rebellen met meestal als doel informatie te verkrijgen over
de verblijfplaats van de rebel, dan wel hem te dwingen zich over te geven.261 In
verschillende gevallen speelde ook wraak een rol.262 Dikwijls werd het huis van de
familie verbrand. Doorgaans werd de familie mishandeld en bedreigd in een
poging informatie te verkrijgen over de verblijfplaats van de rebel. Meestal
werden vrouwen, kinderen en bejaarden na korte tijd weer vrijgelaten. Het is
echter geregeld voorgekomen dat mannelijke familieleden langere tijd werden
gedetineerd, onder dreiging hen te vermoorden indien de rebel zich niet zou
melden. Veel van deze gegijzelde mannen zijn nooit weer gezien.263
Het komt geregeld voor dat Tsjetsjenen lange tijd gevangen worden gehouden,
vaak in niet-officiële detentiecentra264, zonder te zijn voorgeleid of in staat van
beschuldiging te zijn gesteld. Ook kunnen familie en advocaten lang niet altijd
toegang tot de gedetineerden krijgen. Vaak wordt van familieleden of vrienden
wapens, ammunitie of geld geëist in ruil voor vrijlating van de gearresteerde. 265
Watchdog (19 mei 2003); Prague Watchdog, "Police operation Fatima brings first "results""
(19 juli 2003); Amnesty International, ""Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004).
261 Ook werden tijdens de gijzelingscrisis in Beslan tientallen familieleden van Maskhadov
gearresteerd met als doel Maskhadov er toe te bewegen de gijzelnemers te bevelen hun actie
te staken. Zij zijn na afloop van de gijzeling weer vrijgelaten. Nabi Abdullaev, "Ustinov:
Detain terrorists' relatives", the Moscow Times (1 november 2004).
262 Zo bezwoor president Kadyrov (begin mei) alle familieleden en buren van rebellen te zullen
straffen. Op 17 mei 2003 werd 4 familieleden van twee zussen die verdacht werden van een
zelfmoordaanslag tijdens een religieus feest nabij Grozny, in hun huis geëxecuteerd door
gemaskerde, Tsjetsjeens sprekende mannen. (Fédération Internationale des Ligues des Droits
de l'Homme, 6 oktober 2003). De Russische veiligheidsdienst arresteerde in januari een zus
van een van de terroristen van het gijzeldrama in het theater Dubrovka. Zij is niet meer
teruggezien.
263 Memorial, maandelijkse bulletins over de situatie in Tsjetsjenië; Human Rights Watch; US
Department of State, "Country Reports on Human Rights Practices: Russia 2003" (25
februari 2004); Anna Badkhen, "As more Chechens go missing, critics blame president's
son", in San Francisco Chronicle (29 februari 2004); David Jan Godfroid, "Ramzan heeft
dodelijk speeltje", in NRC Handelsblad (30 juni 2004); Nick Paton Walsh, "Russia's man in
reign of terror in Chechnya", in The Guardian (13 januari 2004); Nick Paton Walsh, "A
headless monster", in The Guardian (21 mei 2004); The Moscow Times, "Kadyrov Says
Troops Not Needed" (9 juni 2004).
264 Detentiecentra kunnen gevangenissen zijn. Mensen worden echter ook regelmatig
vastgehouden in geïmproviseerde detentiecentra zoals schuren, gaten in de grond of metalen
containers. Zeer berucht is ORB-2, het `Operative and Search Bureau' van het ministerie van
Binnenlandse Zaken te Grozny, dat de reputatie van `martelcentrum' heeft. Amnesty
International, ""Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004).
265 Human Rights Watch, "Welcome to Hell", arbitrary Detention, Torture, and extortion in
Chechnya" (New York, oktober 2000).
53
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In detentie komt mishandeling en marteling veel voor. Arrestanten worden tijdens
ondervragingen net zo lang gemarteld totdat zij bereid zijn willekeurig welke
misdaden te bekennen. Tal van verschillende martelmethoden worden gebruikt:
schoppen en slaan (al dan niet met stokken), vaak terwijl het slachtoffer
vastgebonden is aan het plafond, electrische schokken, het toebrengen van
brandwonden (veelal met sigaretten), et cetera. Arrestanten worden daarnaast in
onmenselijke omstandigheden vastgehouden en krijgen onvoldoende eten, water
en slaap. Tot slot wordt geprobeerd de Tsjetsjenen volledig te vernederen. Dit
varieert van het urineren op arrestanten tot aanranding en verkrachting.
Verkrachting en aanranding van vrouwelijke arrestanten is wijdverbreid. Ook ten
aanzien van mannen wordt geregeld sexueel geweld gebruikt, teneinde hen hun eer
te ontnemen.
Sexueel geweld is in de traditionele en islamitische Tsjetsjeense samenleving van
een bijzondere wreedheid. Het stigma hierop is zo groot, dat de slachtoffers er
zelden over durven te praten. De hele familie zou namelijk onteerd zijn indien de
aanranding bekend zou worden. Bovendien zijn er gevallen bekend waarin
verkrachte vrouwen door dorpsgenoten, en zelfs door familie, werden beschimpt
en verstoten. Indien een man zou opbiechten te zijn aangerand, zal de reactie van
de gemeenschap naar verwachting nog veel heftiger zijn.
Arrestaties vinden ook vaak illegaal plaats, door gemaskerde mannen266, en zonder
dat de familie of een advocaat op de hoogte wordt gebracht. Dit gebeurt middels
vaak nachtelijke- ontvoeringen en speciale operaties. Bij een aanzienlijk aantal
ontvoeringen werd door getuigen het gebruik van bijvoorbeeld gepantserde
voertuigen of legeruniformen gerapporteerd, alsmede het feit dat de voertuigen
met de ontvoerde(n) zelfs 's nachts- zonder enige vorm van controle de
controleposten mogen passeren. Hierdoor veronderstellen onder andere
mensenrechtenorganisaties, maar ook wijlen president Kadyrov, dat de federale
troepen verantwoordelijk zijn voor een groot aantal van dergelijke ontvoeringen.267
Daarnaast worden de Kadyrovtsi, rebellen en criminele organisaties van een
aanzienlijk aantal ontvoeringen verdacht. Volgens de federale autoriteiten gaat het
in de meeste gevallen van gerapporteerde verdwijning om mensen die zich ofwel
hebben aangesloten bij de rebellen, of die Tsjetsjenië zijn ontvlucht.
Exacte statistieken over het aantal ontvoerde en verdwenen personen bestaan niet.
Volgens de Tsjetsjeense autoriteiten zijn in 2003 in totaal 595 personen in
Tsjetsjenië ontvoerd, waarvan er 127 zijn verdwenen. Russische militairen zouden
266 Onderdeel van de verkiezingscampagne van Alkhanov vormde een verbod op het dragen van
maskers door federale troepen. Dit verbod zou er thans zijn. Interfax (30 augustus 2004).
267 Volgens de Tsjetsjeense procureur-generaal komt het vaak voor dat rebellen zich als soldaat
verkleden wanneer zij mensen ontvoeren. AFP, "The Chechnya vanishing point: fate of
thousands unknown" (28 september 2004).
54
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
een deel van deze ontvoeringen hebben uitgevoerd. Mensenrechtenorganisaties
hanteren veel hogere aantallen: tussen de 50 en 80 verdwenen personen gemiddeld
per maand. De NGO Memorial gaat uit van ongeveer 1500 ontvoeringen in 2003,
waarvan circa de helft verdwenen is.268 In de verslagperiode is dit aantal volgens
sommige organisaties gelijk gebleven en volgens anderen gestegen. Volgens de
Tsjetsjeense regering is juist sprake van een daling.269
Soms kunnen de achtergebleven familieleden of kennissen, na enige tijd (veelal
tegen betaling van steekpenningen) achterhalen waar de ontvoerden worden
vastgehouden. In sommige gevallen worden mensen dan alsnog vrijgelaten door
betaling van smeergeld en/of door druk van mensenrechtenactivisten. Het komt
ook voor dat arrestanten na enige tijd met zichtbare sporen van martelingen
terugkeren, of dat dode lichamen met sporen van martelingen worden gevonden.
Vaak worden lichamen echter verbrand om identificatie en ontdekking van sporen
van marteling en moord te voorkomen. Er is een substantieel aantal gevallen van
ontvoerden bekend waar in het geheel niets meer van vernomen is. In Tsjetsjenië
zijn 49 massagraven gevonden waarin volgens Amnesty International 260 mensen
begraven liggen en volgens Human Rights Watch circa 3.000.270
268 Zo beschikt Memorial over zelfverzamelde gegevens van meer dan 477 personen die in 2003
werden ontvoerd. Van de 477 personen werden 155 vrijgelaten, 49 dood teruggevonden en
worden 273 nog steeds vermist. Gezien het feit dat Memorial slechts in 25-30% van
Tsjetsjenië cijfers bijhoudt, meent de organisatie dat het totaal aantal ontvoerden ongeveer
drie keer hoger zal zijn. Een verklaring voor het verschil met de officiële cijfers zou kunnen
zijn dat het Openbaar Ministerie het aantal aangiften van ontvoeringen heeft opgeteld, terwijl
volgens Memorial niet iedereen in staat is aangifte te doen, doordat de Openbaar Aanklager
door strenge veiligheidsmaatregelen slecht benaderbaar is.
269 Memorial heeft 194 ontvoeringen geregistreerd in de eerste helft van 2004 (in de 25-30% van
Tsjetsjenië waar Memorial waarnemers heeft). Van 82 van hen is de verblijfplaats nog steeds
onbekend. Volgens Alkhanov (toen nog minister van Binnenlandse Zaken) zijn er in die
periode in heel Tsjetsjenië 92 mensen ontvoerd, waarvan 43 zijn vrijgelaten; een aanzienlijke
daling t.o.v. het aantal van 363 ontvoerden in de eerste helft van 2003. Interfax, "92 people
kidnapped in Chechnya over 6 months" (6 juli 2004). In de periode janurai t/m september
2004 waren er volgens Alkhanov 142 kidnappingen (totaal 2003: 537). Interfax (26
november 2004).
270 Human Rights Watch "World Report 2004, Human Rights and Armed Conflict" (2004); AI,
"Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Rechtsgang271
Slechts in een klein aantal gevallen wordt door Tsjetsjeense burgers een klacht
ingediend naar aanleiding van schending van hun rechten en vrijheden, omdat men
weet dat de kans minimaal is dat het iets zal opleveren en de aangifte wel risico
geeft op bedreiging of wraak (tegen de familie die aangifte deed en/of tegen het
opgepakte familielid) door de betrokken militairen of functionarissen. In de
gevallen waarin aangifte is gedaan en de behandelend medewerker van politie of
Openbaar Ministerie zijn plicht wil doen door onderzoek in te stellen, wordt zo'n
medewerker doorgaans onder druk gezet door collega's of superieuren zijn
onderzoek stop te zetten.272 Ook advocaten die mensen willen bijstaan in
gerechtelijke procedures tegen bijvoorbeeld militairen die zich schuldig hebben
gemaakt aan mensenrechtenschendingen, worden bedreigd en soms mishandeld.273
Volgens zowel internationale waarnemers, advocaten274 als NGO's275 is in de
praktijk sprake van een hoge mate van straffeloosheid voor wat betreft
mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië. In slechts een fractie van de misdaden
tegen de burgerbevolking is onderzoek verricht en in een nog veel kleiner aantal
heeft een rechtszaak plaatsgevonden, zodat het aantal veroordelingen miniem is.
Een veelgehoorde klacht is dat zaken tussen wal en schip raken, doordat noch de
civiele aanklager, noch de militaire aanklager, die niet snel overtuigd is van
betrokkenheid van militairen, zich ter zake bevoegd acht.
271 O.a. AI, "Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004); US Department of State 2003
(februari 2004; Chechnya Justice Initiative, "Annual Report 2002" ; On the results of the
mission of the Commission on Human Rights under the President of the RF to Chechnya and
Ingushetia, 28-29 januari 2004, pag. 4 en Joint Written Intervention, 60th Session of the
Commission on Human Rights, Item 11,Violations of Human Rights in het Russian
Federation/Chechnya (20 februari 2004); International Helsinki Federation for Human
Rights, "The silencing of human rights defenders in Chechnya and Ingushetia" (15 september
2004).
272 De Ingoesjetische officier van Justitie Rashid Ozdoyev weigerde aan dergelijke druk toe te
geven. Hij verdween na een zeer kritisch rapport, waarin hij liet weten de FSB te verdenken
van betrokkenheid bij tal van verdwijningen, te hebben overhandigd in Moskou. Hij is
vrijwel zeker ontvoerd door de FSB, maar niemand durft onderzoek te doen. O.a. Peter
Baker, "Young men vanishing in Russian region", in Washington Post (6 juni 2004).
273 Zo werd Stanislav Markelov, de advocaat in o.a. de zaak tegen Sergei Lapin (zie verderop in
deze paragraaf) in de Moskouse metro door een stel jongemannen, die alleen zijn
advocatenkaart en dossiers stalen, in elkaar geslagen op 16 april 2004. Zie International
Helsinki Federation for Human Rights, "The silencing of human rights defenders in
Chechnya and Ingushetia" (15 september 2004).
274 Bv. A. Kamzayev, "Appeal to the Procurator General", in The Chechen Times (31 mei 2004);
AI, "Interview met Lida Joesoepova", in Wordt Vervolgd (april 2004).
275 Zie onder andere: International Helsinki Federation; Amnesty International; Human Rights
Watch; Fédération Internationale des Ligues des Droits de l'Homme.
56
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Volgens de Tsjetsjeense procureur-generaal zijn strafrechtelijke onderzoeken
geopend in 1.749 van de 2.450 sinds 1999 gerapporteerde verdwijningen. Van
deze zaken zijn er 7 opgelost in 2000, 15 in 2003 en 10 in de eerste acht maanden
van 2004. 276
In de periode van 1999 tot mei 2003 zijn in totaal 51 militairen en 16
politieagenten gerechtelijk vervolgd wegens misdaden begaan tijdens de "anti-
terroristische operaties" in de Noordelijke Kaukasus. Over het algemeen kregen zij
uitzonderlijk lage straffen opgelegd.277 Het afgelopen jaar speelden onderstaande
strafzaken tegen militairen.
Commandant Boedanov heeft bekend in maart 2000 de 18-jarige Tsjetsjeense Elza
Kungayeva te hebben vermoord.278 Op 31 december 2002 werd hij door de
rechtbank in Rostov aan de Don vrijgesproken en voor behandeling naar een
instituut voor psychiatrisch gestoorde criminelen gestuurd.279 De militaire kamer
van het Hooggerechtshof heeft het vonnis op 28 februari 2003 echter vernietigd en
bepaald dat deze zaak opnieuw moest voorkomen, aangezien fouten waren
gemaakt in het proces. Op 6 oktober 2003 is Boedanov veroordeeld tot 10 jaar
gevangenisstraf. 280 Op 15 september 2004 besloot de gouverneur van de regio
Ulyanovsk gratie te verlenen aan Boedanov.281 Deze beslissing stuitte op zeer
hevige kritiek van onder andere vice-premier Ramzan Kadyrov en
mensenrechtenorganisaties en leidde tot de grootste protestdemonstraties in
Grozny in jaren.282 Waarschijnlijk als gevolg van druk door het Kremlin, werd de
gratieverlening na twee weken teruggedraaid.283
Sergei Lapin, lid van de OMON, werd in januari 2002 gearresteerd (en in mei
weer vrijgelaten) en beschuldigd van het toebrengen van lichamelijk letsel aan
Zelimkhan Murdalov, die in januari 2001 in Grozny verdween, na te zijn
276 AFP, "The Chechnya vanishing point: fate of thousands unknown" (28 september 2004).
277 Memorial, "Deceptive Justice" (mei 2003).
278 Boedanov had het meisje eveneens verkracht, doch dit werd hem niet ten laste gelegd.
279 Zowel binnen als buiten Rusland werd dit vonnis hevig bekritiseerd.
280 De prominente Tsjetsjeense advocaat Abdullah Khamzayev, die in onder andere deze
rechtszaak opkwam voor slachtoffers van het conflict in Tsjetsjenie, overleed in juni 2004.
Van verschillende kanten werd hij beschouwd als een integer, alom gerespecteerd alternatief
voor de corrupte politici in Tsjetsjenie. Oksana Yablokova, "Rights lawyer Kkamzayev dies",
in The Moscow Times (15 juni 2004).
281 De gouverneur van Ulyanovsk, Vladimir Shamanov, was de commandant van Boedanov in
Ttsjetsjenie. De twee zouden vrienden zijn.
282 Er waren (op 21 september) een paar duizend demonstranten, met name studenten, met
spandoeken als: "Boedanov en Basayev beide moordenaars".
283 In eerste instantie (op 19 september) had Speciaal Vertegenwoordiger Dmitri Kozak juist
laten doorschemeren het besluit tot gratieverlening te ondersteunen. Sergei Borisov, "No
pardon for Budanov" , Transitions Online (27 september 2004); Interfax, "Chechnya
indignant over Clemency Commission's pardon for Budanov (19 september 2004).
57
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
gearresteerd door Lapin en zijn legerunit. Op 14 oktober 2003 startte het proces,
waarmee voor het eerst een federale agent voor een Tsjetsjeense rechtbank terecht
moest staan. Toen Lapin claimde dat hij wegens posttraumatische stress niet
terecht zou kunnen staan in Grozny, zou het proces echter uitgesteld zijn. Lapin
heeft verzocht door een jury elders in Rusland te worden berecht. Er is voor zover
bekend nog geen beslissing genomen. In de tussentijd zou Lapin al weer aan het
werk zijn als agent.284
In twee andere processen voor de militaire rechtbank van Rostov-on-Don werden
militairen door jury's vrijgesproken. Zo werden kapitein Eduard Ulman en drie
andere officieren van de militaire veiligheidsdienst in april vrijgesproken van de
moord op zes Tsjetsjeense burgers, omdat zij deze misdaden op bevel van
hogerhand hadden begaan. In juni werden wederom twee Russische officieren
vrijgesproken van moord op twee Tsjetsjeense burgers. In november heeft de
militaire kamer van het Hooggerechtshof dit vonnis echter nietig verklaard en een
nieuw proces verordonneerd.285
284 AI, "Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004).
285 AI, "Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004); De Volkskrant: "Tsjetsjenen vermoord:
vrijspraak" (30 juni 2004); Fyodor Zavyalov, "Six Russian military face trial for murdering 6
Chechen civilians", Tass 346 (20 november 2003); Denis Bulanichev, "Captain Ulman: Send
the prosecotors into battle", Gazeta.ru (20 mei 2004); EIDHR, Newsletter no. 24/2004;
Andrei Piontkovsky, "Russia must be true to its words in Chechnya", in The Moscow Times
(8 juni 2004); EU Newsletter no. 43/2004, "Democracy and Human Rights in Russia, 5-12
November 2004".
58
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
4 Ontheemden uit Tsjetsjenië, in de Russische Federatie
4.1 Inleiding
In hoofdstuk drie is de mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië besproken. In dit
hoofdstuk wordt informatie verstrekt over de situatie van Tsjetsjeense ontheemden
die naar andere deelrepublieken in de Russische Federatie zijn gevlucht. Aandacht
zal worden geschonken aan de juridische status van ontheemden, de humanitaire
situatie en de veiligheidssituatie in de buurrepublieken waar het merendeel van de
ontheemden zich bevindt, alsmede aan de mogelijkheid voor Tsjetsjenen zich
elders in de Russische Federatie te vestigen. Voor de federale juridische context zij
verwezen naar paragraaf 3.1.
In totaal verblijven ongeveer een half miljoen etnisch Tsjetsjenen elders in de
Russische Federatie, waarvan een groot aantal reeds decennia lang. Uit heel
Rusland, maar met name uit Ingoesjetië, zijn in de verslagperiode naar schatting
circa 30.000 Tsjetsjeense ontheemden teruggekeerd.286 Voor Tsjetsjenen is het in
de verslagperiode steeds moeilijker geworden in hun onderhoud te voorzien, als
gevolg van de door de vele aanslagen sterk toegenomen discriminatie (weinig
werkgevers willen nog een baan geven aan een Tsjetsjeen) en de druk die op hen
wordt uitgeoefend om terug te keren, bijvoorbeeld door bepaalde voorzieningen te
staken. Tegelijkertijd is de sociaal-economische situatie in Tsjetsjenië licht
verbeterd, doordat uitkeringen daar wel uitbetaald worden en veel gezinnen recht
hebben op compensatiebetalingen. De grootste barrière voor terugkeer blijft
uiteraard de slechte veiligheids- en mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië.
Er zijn geen gevallen bekend van Tsjetsjenen die (fysiek) gedwongen werden
terug te keren naar Tsjetsjenië.
4.2 Juridische status van ontheemden in de Russische Federatie287
Statusverlening gedurende het eerste conflict in Tsjetsjenië (1994-1996)
Ontheemden uit Tsjetsjenië kregen gedurende het vorige conflict in Tsjetsjenië vrij
eenvoudig de juridische status van `Forced Migrant'288 (FM).289 Deze status was
286 In 2003 keerden 19.000 mensen terug naar Tsjetsjenie; in de eerste helft van 2004 12.000.
Ongeveer 20% van de terugkeer was gefaciliteerd door UNHCR en de autoriteiten.
287 O.a. Norwegian Refugee Council, "Profile of internal displacement: Russian Federation" (15
januari 2004); PACE, "Situation of refugees and internally displaced persons in the Russian
Federation" Doc. 10118 (25 maart 2004).
288 De Russische regelgeving kent de status `ontheemde' niet. De `Forced Migrant' status is
echter vergelijkbaar.
59
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
gebaseerd op de `Law on Forced Migrants' van 28 december 1995.290 De status
van FM kon worden aangevraagd bij de Federale Migratiedienst en haar
vertegenwoordigingen in de regio's. Een aanzienlijk deel van de ontheemden die
deze status aanvroeg, bestond uit etnisch Russen.291 Na ontvangst van een FM-
certificaat kwam men in aanmerking voor een woonvergunning elders in de
Russische Federatie, huisvesting, medische verzorging en eventuele financiële
ondersteuning. Ook mocht men op basis van deze status werken en studeren. Circa
162.000 ontheemden hebben als gevolg van het vorige conflict in Tsjetsjenië een
FM-status verkregen in 79 regio's van de Russische Federatie.292
Statusverlening gedurende de interim-periode (1996-1999)
Na de totstandkoming van het akkoord van Chasavjoert in augustus 1996293 werd
het gewapende conflict in Tsjetsjenië door de Russische autoriteiten als beëindigd
beschouwd. Personen die na augustus 1996 Tsjetsjenië verlieten, kwamen derhalve
niet meer in aanmerking voor de FM-status. Voor wat het verkrijgen van nieuwe
identificatiedocumenten betreft, vielen zij onder het reguliere regime, hetgeen
inhield dat men een aanvraag daartoe moest indienen in de plaats waar men een
permanente woonplaatsregistratie had.
Statusverlening gedurende het tweede conflict (sinds september 1999)
Sinds het uitbreken van het huidige conflict in Tsjetsjenië zijn vrijwel geen FM-
statussen toegekend. De Russische autoriteiten beschouwden, voordat zij het
`normalisatieproces' startten, het huidige conflict als een `antiterroristische
operatie' en zagen de ontheemden, die het gebied als gevolg van deze operatie
289 Volgens officiële cijfers ontvluchtten circa 450.000 mensen Tsjetsjenië gedurende het eerste
conflict.
290 Deze wet vormde een amendement op de `Law on forcibly displaced persons' van februari
1993. Artikel 1 van de nieuwe wet kent de volgende definitie van `forced migrant': "A forced
migrant shall be a citizen of the Russian Federation, who was forced to leave his/her place of
permanent residence due to violence committed against him/her or memebers of his/her
family or persecution in other forms, or due to a real danger of being subject to persecution
for reasons of race, nationality, religion, language or membership of some particular social
group or political opinion following hostile campaigns with regard to individual persons or
groups of persons, mass violations of public order."
291 Het betrof daarbij voornamelijk etnisch Russen omdat de ontheemden van andere etniciteit
(met name etnisch Tsjetsjenen, maar onder andere ook etnisch Ingoesj) er vanuit gingen terug
te keren naar Tsjetsjenië na afloop van de vijandelijkheden. Zoals bekend liep het conflict
van 1994-1996 uit op het akkoord van Chasavjoert (zie paragraaf 2.2). De meeste etnisch
Russen zagen geen heil in terugkeer naar Tsjetsjenië en hoopten in andere delen van de
Russische Federatie een nieuw bestaan te kunnen opbouwen.
292 UNHCR Papers van februari en 21 augustus 2003. De FM-statussen zijn ook thans nog
geldig, doch zijn deze in de meeste gevallen reeds enige jaren geleden omgezet in een
permanente woonregistratie op een nieuw adres, buiten Tsjetsjenië. Medio 2003 waren er nog
60.284 ontheemden met een FM-status, waarvan waarschijnlijk een aanzienlijk aantal de FM-
status niet wenst te beëindigen wegens de uitkeringen waar statushouders recht op hebben.
293 Zie tevens hoofdstuk 2.2.
60
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
ontvluchtten, als personen die tijdelijk hun woonplaats verlieten. Van 1999 tot aan
februari 2003 is de status van `forced migrant' nog slechts aan 13.232 ontheemden
uit Tsjetsjenië toegekend.294 Van januari tot oktober 2002 betrof het slechts 768
personen.295 Recentere cijfers zijn dezerzijds niet voor handen. Het ging bij het
verstrekken van de `forced migrant' status vrijwel altijd om personen met een
andere dan de Tsjetsjeense etniciteit296, die vaak al gedurende het eerste conflict
gevlucht waren, maar vanwege de zeer langdurige procedures, nu pas de status
toegekend kregen.
Er zijn duidelijke aanwijzingen dat de regionale migratiediensten twee dagen na
het uitbreken van het tweede conflict zijn geïnstrueerd om een nieuwe interpretatie
te geven aan de `Law on Forced Migrants': voortaan kregen alleen ontheemden
die vervolgd werden een `forced migrant' status. Volgens de instructie is
vervolging door het Russische leger of politie niet mogelijk, omdat deze troepen
juist aanwezig zijn om de rechtsorde en democratie te herstellen en vervolging
door de rebellen kan evenmin een status opleveren, omdat de Russische troepen
aanwezig zijn om bescherming te bieden.297
In de praktijk is het slechts incidenteel mogelijk gebleken om na een lange
rechtsgang alsnog de status van `forced migrant' te verkrijgen. Zelfs in gevallen
waarin Tsjetsjenen, met de hulp van NGO's, duidelijke bewijzen hadden geleverd
van vervolging door de rebellen als gevolg van hun werkzaamheden voor de
Russische autoriteiten in Tsjetsjenië, werd over het algemeen de status van `forced
migrant' geweigerd.298
Aangenomen mag worden dat de situatie voor ontheemden die tijdens het vorige
conflict Tsjetsjenië waren ontvlucht, door de hierboven beschreven wettelijk
vastgelegde rechten beter was en is, dan voor de ontheemden die tijdens het
tweede conflict zijn gevlucht. Desondanks kon ook de groep etnisch Tsjetsjeense
ontheemden die het vorige conflict ontvluchtte op problemen stuiten. Dit kwam
omdat in de praktijk aan deze wettelijk vastgelegde rechten, door discriminatie
jegens onder andere Tsjetsjenen (zie paragraaf 4.4), niet altijd de hand werd
gehouden. Andere Noord-Kaukasische volken hebben vergelijkbare problemen
ondervonden.
294 Onder andere: UNHCR, "UNHCR Paper" (feb. 2003).
295 Norwegian Refugee Council, "Profile of internal displacement: Russian Federation" (15
januari 2004).
296 Vrijwel altijd etnisch Russen.
297 Memorial, "The internally displaced persons" en Moscow Helsinki group, "Nationalism,
xenophobia and intolerance in contemporary Russia".
298 Ibidem.
61
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In de verslagperiode is door de mensenrechtenorganisatie Memorial melding
gemaakt van problemen bij het verlengen van de FM-status. Zo zou het zijn
voorgekomen dat overheidsfunctionarissen ten onrechte stelden dat betrokkene
wegens ontvangst van compensatiebetelingen niet langer recht zou hebben op een
FM-status.299 Andere bronnen berichtten niet over dergelijke problemen.
Registratie als `Persoon die tijdelijk zijn vaste verblijfplaats heeft verlaten in
verband met terroristische acties'
Tot op heden is de juridische status van de ontheemden die na 2001 Tsjetsjenië
zijn ontvlucht, onduidelijk. De Russische Federale Migratiedienst registreerde de
ontheemden die zich binnen de Russische Federatie bevonden, als `personen die
tijdelijk hun vaste verblijfplaats hebben verlaten in verband met terroristische
acties' (PTV). Deze categorie komt echter niet in de bestaande Russische
wetgeving voor. De registratie heeft slechts humanitaire en statistische
doeleinden.300 Ontheemden dienden voor deze registratie formulier nummer 7 in te
vullen dat na registratie door de autoriteiten als bewijs van registratie aan
betrokkenen werd uitgereikt. Het formulier is geen identiteitsdocument, maar kan
wel toegang geven tot humanitaire hulp. Deze registratie vond plaats in
Tsjetsjenië, Ingoesjetië, Dagestan, Noord-Ossetië en Stravropol-Krai. In de
periode 1999-2002 werden in totaal zo'n 600.000 mensen met behulp van
formulier nummer 7 als binnenlands ontheemde geregistreerd.301 In 2003 stonden
nog 255.900 Tsjetsjeense ontheemden met een formulier nummer 7 geregistreerd
in TAC's, waarvan 49.200 in Ingoesjetië, 200.100 in Tsjetsjenië en 6.600 in
andere Russische regio's.302
Sinds 2002303 zijn de autoriteiten echter gestopt met deze registratie voor
humanitaire doeleinden. Zonder deze registratie hebben ontheemden formeel geen
toegang tot humanitaire hulp door de Russische overheid, zoals voedsel en
accommodatie in de door de Russische autoriteiten georganiseerde kampen.304
299 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 38-42.
300 In de praktijk wordt door sommige ontheemden deze registratie abusievelijk als erkenning
van hun ontheemdenstatus gezien.
301 In 1999 waren dat er 309.000 (257.600 in Ingoesjetië, 34.300 in Tsjetsjenië en 17.100 in
andere Russische regio's). In 2000 waren het er 248.000 (45.600 in Ingoesjetië, 197.100 in
Tsjetsjenië en 5.300 in andere Russische regio's). In 2001 waren dat er 11.500 (5.700 in
Ingoesjetië, 3.800 in Tsjetsjenië en 1.900 in andere Russische regio's). In 2002 waren dat er
150 (71 in Ingoesjetië, 79 in andere Russische regio's). Cijfers FMS (mei 2004).
302 Cijfers FMS (mei 2004).
303 In het vorige ambtsbericht wordt april 2001 als einddatum genoemd. Uit thans beschikbare
cijfers van de FMS blijkt echter (zie noot hierboven) dat in 2002 nog een klein aantal mensen
(150) werd geregistreerd met formulier nummer 7.
304 Ongeregistreerde ontheemden kunnen wel hulp krijgen van lokale NGO's en internationale
organisaties.
62
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Het internationale Rode Kruis en de `Danish Refugee Council' (DRC) registreren
echter nog wel ontheemden.
Bij vestiging van ontheemden in een nieuwe woonplaats in één van de omliggende
deelrepublieken in de Noordelijke Kaukasus werd door lokale autoriteiten soms
het bezit van `formulier nummer 7' als voorwaarde gesteld voor woonregistratie in
de nieuwe woonplaats.
4.3 Documenten in de Russische Federatie
Identificatieplicht
In de Russische Federatie dient iedereen die ouder is dan 14 jaar zich te allen tijde
te kunnen legitimeren met een binnenlands paspoort.305 Het eerste paspoort is
geldig tot de twintigste verjaardag, het tweede paspoort is geldig vanaf twintig jaar
tot en met 44 jaar en het derde paspoort blijft vanaf 45 jaar de rest van het leven
geldig.306 In het binnenlands paspoort staan voornaam, achternaam, geslacht,
geboortedatum en geboorteplaats vermeld.307 Tevens vermeldt het paspoort of de
houder beschikt over een woonplaatsregistratie, of de houder de dienstplicht
vervuld heeft en of de houder getrouwd of gescheiden is. Mocht de houder
kinderen jonger dan 14 jaar hebben, dan staan deze vermeld in het paspoort van
een van de ouders. Tevens bevat een paspoort een foto van de houder. Op
vrijwillige basis kan informatie over de bloedgroep en rhesusfactor van de
paspoorthouder in het document worden opgenomen.
Woonregistratie (`propiska')
Op basis van de grondwet en andere federale wetgeving heeft een ieder het recht
zich te vestigen waar hij wil. De registratieplicht behelst formeel niet meer dan het
informeren van het paspoortbureau van de plaatselijke politie over het nieuwe
woonadres. 308 In de praktijk worden de wetgeving alsmede de vonnissen van het
305 Naast het binnenlands paspoort kan als identiteitsdocument dienen: de militaire kaart (alleen
van toepassing voor hen die in het leger hebben gediend), het rijbewijs en elke andere
identiteitskaart waar zowel een foto als een naam van de houder op vermeld staat en tevens
informatie wordt geleverd over de persoon (bijvoorbeeld een werkpasje).
306 Indien persoonlijke wijzigingen daartoe aanleiding geven, kan buiten de genoemde
tijdstippen eveneens het paspoort vernieuwd worden. Gedacht kan hierbij onder andere
worden aan naams- en sexewijzigingen van de houder.
307 In Sovjetpaspoorten werd tevens de etniciteit van de drager vermeld. Deze informatie wordt
hedentendage niet meer in het paspoort vermeld.
308 In de volksmond wordt nog steeds de sovjetterm `propiska' gebezigd, ook al is het inmiddels
formeel niet meer vereist om toestemming te vragen voor het verhuizen naar een andere
plaats, zoals in de voormalige Sovjet-Unie wel verplicht was middels de propiska.
63
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Hooggerechtshof en het Constitutionele Hof waarin de vrijheid van vestiging werd
gewaarborgd, niet (geheel) door alle regio's geïmplementeerd.309
Woonregistratie is ook verplicht indien iemand voor kortere tijd, bijvoorbeeld
wegens familiebezoek, vakantie, studie of ziekenhuisopname, buiten de eigen
woonplaats verblijft. Het verschilt van gemeente tot gemeente vanaf hoeveel
dagen registratie verplicht is. Zo moet eenieder die meer dan 72 uur in Moskou
verblijft, zich daar laten registreren. Woonregistratie kan tijdelijk of permanent
zijn. Alleen permanente woonregistratie geeft volledige rechten op onder andere
sociale zekerheid. Tijdelijke registratie is doorgaans voor 1, 3 of 6 maanden.
Alleen personen met een tijdelijke registratie voor minimaal 6 maanden komen in
aanmerking voor onder andere kinderbijslag, bijstand en een gratis
ziektekostenverzekering.310 Speciale toelagen die uit het gemeentebudget worden
gefinancierd, zijn over het algemeen voorbehouden aan inwoners met een
permanente woonregistratie. In enkele regio's worden alle uitkeringen alleen
verstrekt aan personen met een permanente woonregistratie.
Tijdelijke registratie wordt verleend in de vorm van een inlegformulier bij het
binnenlands paspoort. Permanente registratie geschiedt middels een stempel in het
binnenlands paspoort. In geval van verhuizing naar een andere gemeente wordt
een nieuwe stempel in hetzelfde binnenlands paspoort geplaatst.311
Aanvraag paspoort
Reeds in 1997 bepaalde het Hooggerechtshof dat iedere Rus het recht heeft op
paspoortafgifte in zowel de daadwerkelijke woonplaats (de plaats waar hij tijdelijk
geregistreerd staat) als de plaats van permanente woonregistratie. Dit werd
bevestigd door order 347, uitgevaardigd door het ministerie van Binnenlandse
Zaken op 24 mei 2003. In geval Tsjetsjeense ontheemden er voor kiezen het
paspoort in hun daadwerkelijke woonplaats aan te vragen, duurt het doorgaans erg
lang voordat zij hun nieuwe paspoort ontvangen, omdat de formulieren naar
Tsjetsjenië worden gestuurd, van waaruit het paspoort per post moet worden
opgestuurd. In verschillende regio's312 komt het in de praktijk veelvuldig voor dat
politieagenten Tsjetsjeense ontheemden zonder (permanente) woonregistratie
doorverwijzen naar de paspoortbureaus in Tsjetsjenië.313Indien een dergelijk geval
309 Met name niet door de relatief welvarende gebieden die grote groepen migranten aantrekken,
zoals Moskou, St. Petersburg en de zuidelijke regio's Krasnodar en Stavropol.
310 Ziekenhuizen verstrekken aan iedereen, ongeacht hun vorm van registratie, noodhulp. In
principe kan een persoon zonder geld of ziektekostenverzekering niet meer dan 3 dagen gratis
in het ziekenhuis verblijven.
311 O.a. Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004).
312 O.a. Moskou en Sint Petersburg.
313 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 73-74. O.a. Memorial Human
64
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
aan de rechter wordt voorgelegd, zal in het voordeel van de ontheemde beslist
worden; soms niet door de lagere rechtbank, maar in ieder geval wel door de
hoven.314
Iedere Russische staatsburger diende uiterlijk 30 juni 2004 zijn paspoort om te
wisselen voor een binnenlands paspoort nieuwe stijl. Personen die vanaf die datum
niet over een geldig paspoort beschikken, dienen een boete te betalen. Zij krijgen
vervolgens een tijdelijk identiteitsbewijs en dienen onverwijld een nieuw
binnenlands paspoort aan te vragen bij de lokale autoriteiten waarbij zij als
permanent inwoner staan geregistreerd. De regel dat personen zich voor de omruil
voor het binnenlands paspoort nieuwe stijl ook mochten wenden tot de autoriteiten
in hun tijdelijke, daadwerkelijke woonplaats, zou sinds 1 juli 2004 niet meer
gelden.
Uitgifte paspoorten in Tsjetsjenië
Sinds in 2001 de paspoortkantoren weer operationeel werden in Tsjetsjenië, dienen
ontheemden zonder nieuwe woonregistratie315 in principe in hun oude woonplaats
in Tsjetsjenië een nieuw binnenlands paspoort aan te vragen. Hetzelfde geldt voor
ongeregistreerde ontheemden die hun binnenlands paspoort hebben verloren of die
pas na hun vlucht uit Tsjetsjenië de leeftijd hebben bereikt waarop zij een
binnenlands paspoort moeten (of willen) aanvragen. In de praktijk levert dit gevaar
op voor betrokkenen: personen die zonder documenten in Tsjetsjenië reizen, lopen
groot risico gearresteerd te worden. Hier komt bij dat het bereiken van het
paspoortkantoor niet een garantie geeft voor het verkrijgen van een paspoort: het is
geregeld voorgekomen dat mensen lange tijd moesten wachten, dat het kantoor in
kwestie geen blanco paspoorten meer in voorraad had of dat hoge steekpenningen
werden gevraagd. Het verkrijgen van een paspoort duurde in Tsjetsjenië
aanmerkelijk langer dan in de rest van de Russische Federatie, aangezien extra
controlemaatregelen moeten worden uitgevoerd alvorens de lokale overheid over
kan gaan tot afgifte van het paspoort. In de vorige verslagperiode kreeg de
aanvrager dan een tijdelijk document. Deze regeling is in juli 2003 echter
beëindigd, omdat er zoveel valse tijdelijke paspoorten circuleerden.
In september 2004 maakten de Tsjetsjeense autoriteiten bekend dat alle
Tsjetsjeense inwoners een binnenlands paspoort nieuwe stijl hadden ontvangen. In
totaal waren 770.000 paspoorten uitgereikt. Vorrts zou de wachttijd voor een
Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of Chechnya residents in the
RF: June 2003-May 2004" (2004).
314 O.a. Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004).
315 In dit geval betreft het uitdrukkelijk ook ontheemden van andere dan de Tsjetsjeense
etniciteit.
65
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
binnenlands paspoort zijn teruggebracht van 2 maanden tot de voor heel Rusland
gebruikelijke periode van 10 tot 15 dagen.316
In de periode van september 1999 tot voorjaar 2000 mochten geen internationaal
geldige ("buitenlandse") paspoorten worden afgegeven aan Tsjetsjeense
ontheemden. Ook na opheffing van dit verbod is het echter moeilijk gebleven om
in de plaats van tijdelijke woonregistratie een internationaal geldig paspoort te
verkrijgen, omdat hiervoor bericht van de Tsjetsjeense autoriteiten dient te worden
afgewacht, dat betrokken persoon toestemming heeft de Russische Federatie te
verlaten.317
Het was de bedoeling per 1 januari 2004 wederom internationaal geldige
paspoorten af te geven in Tsjetsjenië. Voor zover dezerzijds bekend is Tsjetsjenië
echter nog steeds de enige regio in Rusland waar de paspoort- en visadienst van
het ministerie van Binnenlandse Zaken niet bevoegd is internationaal geldige
paspoorten af te geven.318
4.4 Situatie in de aangrenzende deelrepublieken319
4.4.1 Algemeen
Na het uitbreken van het tweede Tsjetsjeense conflict, was Ingoesjetië de enige
regio in Rusland die de grenzen open stelde voor Tsjetsjeense ontheemden. In mei
2000 verbleven dan ook circa 230.000 ontheemden in Ingoesjetië; dit terwijl
Ingoesjetië normaal gesproken slechts 360.000 inwoners telt. Eind juli 2004
verbleven nog circa 50.000 ontheemden in Ingoesjetië.320 Cijfers over ontheemden
in Dagestan variëren tussen de 5.000 en 10.000. In Noord-Ossetië bevinden zich
circa 4.000 ontheemden. In de andere omliggende deelrepublieken en provincies
316 Itar-Tass, "Chechnya completes passport reform" (23 september 2004); BBC, "Old Soviet
passport replacement effort completed in Chechnya" (23 september 2004).
317 Iemand die gezocht wordt wegens criminele activiteiten of bijvoorbeeld hoge schulden heeft,
mag het land niet verlaten.
318 Itar-Tass, "Chechnya completes passport reform" (23 september 2004). Wel krijgt Tsjetsjenië
jaarlijks circa 1.000 paspoorten toegewezen ter verstrekking aan Tsjetsjenen die voor een
pelgrimstocht naar Saudi-Arabië willen reizen. Aset Murtazalieva, "Selling passports in
Chechnya", in Chechnya Weekly no. 14 (7 april 2004).
319 Bronnen onder andere: US Department of State, Country Report Russia 2003 (februari 2004);
UN OCHA, "Consolidated Inter-Agency Appeal 2004: Chechnya" (november 2003); Human
Rights Watch,'Russia spreading despair: Russian abuses in Ingushetia' (september 2003),
International Helsinki Federation, `Still in a state of terror: Chechnya after the referendum'
(september 2003), World Food Program Monthly Reports en UNICEF Humanitarian
Assistance in the Northern Caucasus Situation Reports.
320 UNHCR, "Operations Situation Report" (juli 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
(zoals Kabardino-Balkarië en Stavropol) verblijven in totaal enige duizenden
Tsjetsjeense ontheemden.
In de verslagperiode is het conflict in Tsjetsjenië tot op zekere hoogte
overgeslagen naar de rest van de Noordelijke Kaukasus. Met name in Ingoesjetië
is zowel de veiligheids- als de mensenrechtensituatie sterk verslechterd. Ook in
Dagestan is de veiligheidssituatie verslechterd en in Karatsjevo-Tsjerkessië en
Kabardino-Balkarië hebben zich recentelijk zorgelijke veiligheidsincidenten
voorgedaan. Bovendien zijn er thans aanzienlijke spanningen tussen etnisch
Osseten en etnisch Ingoesj en Tsjetsjenen in Noord-Ossetië als gevolg van de
gijzeling in Beslan.
4.4.2 Situatie in Ingoesjetië
In de verslagperiode is de veiligheids- en mensenrechtensituatie in Ingoesjetië
zodanig verslechterd (zowel voor Tsjetsjeense ontheemden als voor Ingoesjeten),
dat inmiddels alle vormen van geweld en mensenrechtenschendingen die in
Tsjetsjenië plaatsvinden, ook in Ingoesjetië voorkomen, hoewel op minder groter
schaal.
Verslechtering veiligheidssituatie in Ingoesjetië
Ingoesjetië was de enige Russische regio die na het uitbreken van het tweede
Tsjetsjeense conflict de grenzen openstelde en de Tsjetsjeense ontheemden gastvrij
opving. Ingoesjeten en Tsjetsjenen zijn historisch, etnisch en cultureel nauw aan
elkaar verwant. Ruslan Aushev, tot april 2002 president van Ingoesjetië, wist op
zeer bekwame wijze een goede verstandhouding met de federale autoriteiten te
bewaren, terwijl hij tegelijkertijd tot op zekere hoogte contacten onderhield met
Maskhadov. Op deze wijze slaagde hij er in Ingoesjetië buiten het conflict te
houden en konden Tsjetsjeense ontheemden op bescherming en een gastvrij
onthaal rekenen. Aushev werd echter opgevolgd door een Kremlinkandidaat,
voormalig FSB-generaal Murat Zjazikov. Onder het bewind van president
Zjazikov is Ingoesjetië door een combinatie van factoren in een spiraal van geweld
terecht gekomen. 321
President Zjazikov kwam met de federale autoriteiten een actieplan overeen om
druk uit te oefenen op Tsjetsjeense ontheemden om terug te keren naar hun eigen
land. Voorts gaf hij de Tsjetsjeense autoriteiten, waaronder de veiligheidsdienst,
toestemming activiteiten in Ingoesjetië te ontplooien. Ook de Ingoesjetische politie
en veiligheidsdienst, alsmede federale troepen (die belangrijke bases in Ingoesjetië
hebben) werden ingezet in de strijd tegen het Tsjetsjeense verzet. Hierbij waren,
321 O.a. Jeremy Bransten, "Is a Chechnya-style comflict brewing in Ingushetia?", RFE/RL (12
juli 2004).
67
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
met name sinds zomer 2003, niet alleen (vermeende) rebellen het doelwit, maar
ook bijvoorbeeld leiders van de Tsjetsjeense gemeenschap in Ingoesjetië en een
ieder die zich kritisch opstelde ten aanzien van de wijze waarop van beide kanten
werd opgetreden in het conflict. In toenemende mate werd in dit kader gebruik
gemaakt van illegale middelen, zoals bedreiging, onrechtmatige arrestatie en
detentie, mishandeling, ontvoering, verdwijning en soms zelfs moord. Meestal
werden dergelijke mensenrechtenschendingen begaan door leden van de
Tsjetsjeense en federale veiligheidsdiensten.322
Tegelijkertijd begonnen de Tsjetsjeense rebellen in toenemende mate acties tegen
federale troepen op Ingoesjetisch grondgebied uit te voeren. Zij werden hierbij
steeds vaker gesteund door Ingoesjetische opstandelingen. De kern van de
Ingoesjetische rebellengroepering wordt gevormd door wahabisten die een
islamitische staat nastreven in Ingoesjetië, dan wel in een groter deel van de
Noordelijke Kaukasus.323 De situatie in Ingoesjetië in de afgelopen twee jaar is een
vruchtbare bodem gebleken voor groei van de fundamentalistische islam in
Ingoesjetië: onder de bevolking heerst grote onvrede over de al maar
verslechterende levensomstandigheden in het toch al straatarme Ingoesjetië324, de
omvangrijke corruptie, werkloosheid, criminaliteit en een zeer belangrijke factor-
de sterke toename van ernstige mensenrechtenschendingen die straffeloos
plaatsvinden, waardoor de bevolking het vertrouwen in het overheidsgezag
verliest.325
Vrijwel wekelijks deden zich in de verslagperiode in Ingoesjetië gewelddadige
incidenten voor. Van de kant van zowel Tsjetsjeense als Ingoesjetische rebellen
werden geregeld aanslagen gepleegd op federale troepen en op Ingoesjetische
overheidsfunctionarissen.326 Vrijwel dagelijks voerden de Ingoesjetische,
322 O.a. International Helsinki Federation, "The silencing of human rights defenders in Chechnya
and Ingushetia (15 september 2004).
323 Op de website van de Tsjetsjeense rebellen werd begin juli 2004 een brief gepubliceerd
waarin een jihad in Ingoesjetië werd verkondigd door de `Military Madzhlisul Sura' (interim
militaire assemblee) van Ingoesjetië, met als doel Ingoesjetië te bevrijden van federale
troepen en andere "buitenlandse indringers". De doodstraf werd afgekondigd voor
samenwerking met de "Russische bezetters". (www.kavkaz.memo.ru of kavkazcenter.com).
In december arresteerde de FSB 3 rebellen die zouden hebben deelgenomen aan de aanvallen
van juni. Deze rebellen zouden deel uitmaken van een terroristische organisatie genaamd
Halifat, onder leiding van de Arabier Abu Dzeit. Itar-Tass (27 december 2004).
324 Na Tsjetsjenië, is Ingoesjetië de armste deelrepubliek van de Russische Federatie. Zie UNDP,
"Human Development Report Russian Federation 2004" (2004).
325 O.a. Jeremy Bransten, "Is a Chechnya-style conflict brewing in Ingushetia?", RFE/RL (12
juli 2004); SwissPeace, "Fast Risk Assessment Ingushetia: April to June 2004"; AFP, "Tears
and Ruins after anti-rebel police sweep in Ingushetia" (5 juli 2004).
326 Zo vond op 6 april 2004 een zelfmoordaanslag plaats op president Zjazikov, door met een
auto volgepakt met explosieven op het konvooi van de president in te rijden. De president
raakte slechts licht gewond, maar er waren ook 6 zwaar gewonden. O.a. Itar-Tass 59 (6 april
68
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Tsjetsjeense en/of federale politie en veiligheidsdiensten gerichte acties uit,
waarbij onder andere (vermeende) rebellen werden gearresteerd, wapendepots
werden ontdekt en explosieven onschadelijk werden gemaakt. Dikwijls vonden
tijdens deze acties vuurgevechten plaats.327
Bij de aanslagen door rebellen zijn geregeld burgerslachtoffers gevallen, die het
ongeluk hadden zich toevallig in de buurt van een aanslag te bevinden. Slechts in
een geval werd een aanslag gepleegd die burgers als doelwit had. Bij deze aanslag
op 4 juni 2004 werd een bom, opgevuld met schroot, tot ontploffing gebracht op
de drukbezochte markt van Samara, waarbij 11 doden en 70 gewonden vielen. De
overheersende opinie onder de lokale bevolking is dat de aanslag is gepleegd door
rivaliserende bendes, die al langer vechten over de controle van de markt. De
autoriteiten hielden in eerste instantie rekening met zowel die verklaring als het
alternatief, dat de aanslag gepleegd zou zijn door Tsjetsjenen. Een prijs van US$
17.000 werd uitgeloofd voor informatie die zou leiden tot aanhouding van de
daders. Vervolgens richtte de opsporing zich echter voornamelijk op de
Tsjetsjeense gemeenschap: op grote schaal werden huizen doorzocht en mensen
gearresteerd, waarbij de autoriteiten dikwijls gewelddadig optraden. Dit leidde tot
protestdemonstraties van zowel Tsjetsjenen als Ingoesjeten in Samara. Een week
na de explosie zouden 5 Tsjetsjeense mannen zijn aangehouden met explosieven
identiek aan die, die waren gebruikt bij de aanslag. De Tsjetsjeense gemeenschap
in Samara heeft ten stelligste ontkend dat deze mannen, of wie dan ook van de
Tsjetsjeense gemeenschap betrokken zou zijn bij de aanslag, en heeft zelf een prijs
van US$ 10.000 uitgeloofd voor informatie over de werkelijke daders.328
In de nacht van 21 op 22 juni 2004329 vond een grootschalige offensief plaats in
Nazran (de hoofdstad van Ingoesjetië), met gelijktijdige aanvallen in
Tsjetsjenië330, Dagestan331 en elders in Ingoesjetië (Karabulak en Sleptovskaya).332
2004). Op 15 september 2004 brachten twee Tsjetsjeense zelfmoordterroristen een truck tot
ontploffing voor het FSB-gebouw in Magas, Ingoesjetië, waarmee zij 2 mensen doodden en
25-40 gewonden maakten. Ook politieagenten waren geregeld het doelwit van aanslagen.
327 Zie UNSECOORD, "Media Monitoring of reported incidents in the North Caucasus", periode
mei 2003 t/m december 2004; alsmede de artikelen op de website Prague Watchdog en de
FAST updates van SwissPeace voor dezelfde periode.
328 Nick Paton Walsh, "Fresh terror fears as bomb kills nine in Russian market", in The
Guardian (5 juni 2004); www.eng.kavkaz.memo.ru, "Samara's Chechens, Ingush demand
equal rights" (14 juni 2004); MosNews, "Chechen diaspora offers $10K Samara blast
capture" (17 juni 2004).
329 Om de psychologische schade van acties zo groot mogelijk te laten zijn, hebben de rebellen
de gewoonte aanslagen e.d. te laten plaatsvinden op bijzondere feest- en herdenkingsdagen.
22 juni is de dag dat in heel Rusland het begin van de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht.
330 In Tsjetsjenië voerden ruim 50 rebellen aanvallen uit op controleposten langs de weg Grozny-
Nazran en bij de stad Avtoery.
69
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In Ingoesjetië namen ruim 200 rebellen deel aan het offensief. Eerst werden de
controleposten op de wegen rondom Nazran ingenomen, waarna een deel van de
rebellen, gekleed als federale troepen (compleet met uitrusting en identiteitspas),
het centrum binnentrok. Hun doel was zoveel mogelijk politie-, veiligheidsdienst-
en justitiefunctionarissen te doden en hun kantoren te verwoesten. Ook werden
diverse wapendepots leeggeplunderd. In totaal vielen 98 doden en 104
gewonden.333 De federale troepen arriveerden pas vroeg in de ochtend, toen de
rebellen net vertrokken waren. Tot die tijd konden ze hun basis even buiten
Nazran niet verlaten, omdat de weg werd gecontroleerd door een aantal rebellen-
scherpschutters met nachtkijkers, materieel waarover de federale troepen niet
beschikten. In reactie op het getoonde onvermogen van de federale troepen
ontsloeg Poetin een aantal commandanten.334 Voorts liet Poetin een extra regiment
(680 man) in Ingoesjetië stationeren.335
De groep die het offensief uitvoerde, bestond voornamelijk uit Ingoesjetische
rebellen, onder leiding van de wahabist Magomed Yevloyev (bijnaam "Magas").
Daarnaast namen Tsjetsjeense rebellen deel en enkele etnisch Slaven en Arabieren.
Basayev en Maskhadov hebben verklaard leiding te hebben gegeven aan de
aanvallen. In de weken na het offensief vond een klopjacht plaats op de rebellen.
Naast de circa 35 rebellen die volgens de autoriteiten op 22 juni zouden zijn
gedood, is bij vuurgevechten in de weken daarna een aantal rebellen, waaronder
Yevloyev, gedood.336 Voorts zouden ongeveer 30 van de aanvallers, alsmede een
aantal politieagenten die hen hielpen337, zijn gearresteerd en zouden in diverse
schuilplaatsen een deel van de gestolen wapens weer teruggevonden zijn.338
331 In Dagestan vonden van 21 tot 24 juni gevechten plaats in Makhachkala (de hoofdstad van
Dagestan). Het hoofd van de FSB in Dagestan en nog een andere FSB kolonel werden
gedood en twee FSB-medewerkers raakten gewond. De aanvallers ontkwamen.
332 Bronnen o.a.: Mikhail Globachev, "The local authorities taken unawares", in The New Times
(7 juli 2004); Lyubov Tsukanova, "Police caught in a trap", in The New Times (8 juli 2004);
The Jamestown Foundation, "Powers-that-be shrink from implications of Ingushetia raids"
(30 juni 2004); David Jan Godfroid, "Zware gevechten in Ingoesjetië", in NRC Handelsblad
(22 juni 2004); Corine de Vries, "Basayev eist aanslagen Ingoesjetië op", in De Volkskrant
(28 juli 2004).
333 Onder de doden bevinden zich de waarnemend en plaatsvervangend ministers van
Binnenlandse Zaken van Ingoesjetië, 29 politieagenten, 19 militairen, 5 officiers van Justitie,
7 grenstroepen, 10 leden van de federale FSB en 8 leden van de Ingoesjetische FSB. Voorts
kwamen 23 burgers om het leven en raakten 25 burgers gewond.
334 David Jan Godfroid, "Poetin zet vier generaals aan de kant", in NRC Handelsblad (20 juli
2004); MosNews, "Chief of general staff replaced by deputy" (19 juli 2004).
335 Ria Novosti en Interfax (12 juli 2004)
336 Ook een Arabische huurling, Abu Kuteiba, zou zijn gedood. Reuters, "Chechen warlord says
won't hurt Russians abroad" (2 juli 2004).
337 The Moscow Times, "3 Ingush policemen helped organize rebels' June raid" (23 juli 2004).
338 UNSECOORD rapportage uit de periode 22 juni t/m 15 juli 2004.
70
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Verslechtering mensenrechtensituatie339
Sinds zomer 2003 is het aantal ernstige mensenrechtenschendingen sterk gestegen
in Ingoesjetië.340 Groepen die het meeste risico lopen, zijn Tsjetsjeense
ontheemden in Ingoesjetië, alsmede mensen die kritiek uiten op de onrechtmatige
wijze waarop veiligheidspersoneel te werk gaat341.
In de verslagperiode zijn maandelijks circa 10 mensen verdwenen. Er zijn een paar
gevallen van buitengerechtelijke executies gemeld.342 Daarnaast is soms zonder
waarschuwing vooraf- op ongewapende burgers geschoten, omdat zij werden
aangezien voor rebellen.343 Onrechtmatige arrestatie en detentie heeft geregeld
plaatsgevonden.344 Arrestanten werden dikwijls (zwaar) mishandeld. Van een
339 O.a. International Helsinki Federation, "The silencing of human rights defenders in Chechnya
and Ingushetia (15 september 2004); AI, HRW, the Medical Foundation for the Care of
Victims of Torture and Memorial, "The situation in Chechnya and Ingushetia deteriorates" (8
april 2004); International Helsinki Federation, "Ingushetia: Enforced disappearances, extra-
judicial killings and unlawful detentions" (4 augustus 2004); Action contre la Faim, Handicap
International en Médécins du Monde, "Tchétchénie, retour en enfer" (maart 2004); berichten
van Prague Watchdog periode mei 2003 t/m september 2004; persberichten van de Society
for Russian-Chechen Friendship; Peter Baker, "Young men vanishing in Russian region", in
Washington Post (6 juni 2004); Yuri Bagrov, "Wave of abductions hits Russian Republic",
AP (24 mei 2004); Bliksemacties van AI inzake Ezhiev, Kuchiev, Osmaev en Altievo;
Norwegian Refugee Council, `Global IDP database' p. 49-
50/IWPR/Memorial/UNHCR/IHF/HRW; AFP, "Tears and Ruins after anti-rebel police
sweep in Ingushetia" (5 juli 2004); HRW, "Spreading despair: Russian abuses in Ingushetia"
(september 2003).
340 Zie voor een overzicht met tal van recente voorbeelden; International Helsinki Federation,
"Ingushetia: Enforced disappearances, extra-judicial killings and unlawful detentions" (4
augustus 2004).
341 Zo werd op 4 juli 2004 Ali Astamirov, na herhaaldelijk bedreigd te zijn, in Nazran ontvoerd
door drie onbekende mannen. De Tsjetsjeense Astamirov was de correspondent van AFP in
Ingoesjetië en Tsjetsjenië. Sinds 4 juli is niets meer van hem vernomen. Ander voorbeeld:
Officier van Justitie Rashid Ozdoyev schreef een onderzoeksrapport dat betrokkenheid van
de FSB in tal van verdwijningen in Ingoesjetië impliceerde. Net na terugkeer uit Moskou,
waar hij zijn rapport had overhandigd, werd Ozdoyev ontvoerd (op 11 maart 2004). Er zijn
sterke aanwijzingen dat de FSB verantwoordelijk is voor zijn ontvoering, maar niemand
(behalve de vader van Rashid) durft onderzoek te verrichten. Nog een voorbeeld: Imran
Ezhiev, hoofd van de regionale afdeling van de NGO's Society for Russian-Chechen
Friendship en Moscow Helsinki Group, is diverse keren bedreigd, kortstondig gedetineerd en
mishandeld, o.a. toen hij mensenrechtencommissaris Ella Pamfilova begeleidde bij haar
bezoek van eind januari.
342 Op 26 maart 2004 dwongen gemaskerde mannen 2 mannen in Nazran op straat te liggen,
waarna zij geëxecuteerd werden. Op 2 maart werd door de Ingoesjetische FSB op de weg
nabij Altievo een man uit zijn auto gesleurd en op de grond gegooid. Toen hij weg probeerde
te kruipen, werd hij neergeschoten. Een auto die net op dat moment aan kwam rijden, werd
beschoten, waarbij Isa Khazbiev gewond raakte en zijn dochter omkwam.
343 Zo werden op 25 maart 2004 door een Russische helicopter kogels en raketten afgevuurd op
4 jongeren die zich in een geparkeerde auto bevonden.
344 Zo werden arrestanten lange tijd vastgehouden zonder in staat van beschuldiging te worden
gesteld.
71
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
aantal van hen is na hun gevangenneming niets meer vernomen. Advocaten en
familie kregen vaak geen toegang tot de gedetineerden. Er zijn berichten dat de
politie in een aantal gevallen vals bewijsmateriaal (wapens, explosieven)
zogenaamd bij fouilleren of een huiszoeking aantroffen.345 Federale, Tsjetsjeense
en/of Ingoesjetische troepen hebben in de verslagperiode verscheidene
"schoonmaakoperaties" in Tsjetsjeense ontheemdenkampen/nederzettingen in
Ingoesjetië uitgevoerd, waarbij gevallen van bedreiging, mishandeling, diefstal,
vernieling en onrechtmatige arrestatie zijn gerapporteerd.
In vrijwel alle bovengenoemde gevallen werd door de Ingoesjetische autoriteiten
een onderzoek ingesteld. Vrijwel nooit leverde zo'n onderzoek echter resultaat op.
Interventies van de kant van Ella Pamfilova (voorzitter presidentiële
mensenrechtencommissie) en internationale mensenrechtenorganisaties hebben in
een aantal gevallen wel succes gehad.346 Diverse keren hebben groepen
Ingoesjetische en Tsjetsjeense burgers geprotesteerd tegen de willekeurige
arrestaties en verdwijningen. Deze demonstraties konden ongehinderd
plaatsvinden.
Tsjetsjeense ontheemden
In Ingoesjetië verblijven thans 25.000 tot 50.000 ontheemden. Volgens de
Ingoesjetische president verbleven in augustus 31.000 ontheemden in Ingoesjetië,
waarvan ongeveer 17.000 in TAC's; de rest zou bij familie of gastgezinnen
verblijven.347 ECHO gaat uit van 10.000 ontheemden in zelf gemaakte
noodwoningen en 15.000 bij familieleden. UNHCR gaf op 16 juli veel hogere
cijfers: 50.000 ontheemden, waarvan 28.000 in private woningen en 24.000
verspreid over 181 TAC's. Volgens UNHCR verbleven toen 7.800 ontheemden in
20 nederzettingen die de autoriteiten wilden sluiten.348 De FMS hanteert
vergelijkbare aantallen: 46.677 geregistreerde IDP's, waarvan 32.425 in private
woningen en 14.252 in ontheemdennederzettingen. 349 Bij de `Danish Refugee
Council' tot slot, stonden op 30 september 43.133 Tsjetsjeense ontheemden
345 Zo vond in juli 2004 een inval plaats in het kantoor van de Society of Russian-Chechen
Friendship, waarbij zogenaamd explosieven zouden zijn aangetroffen.
346 Zo werden gedetineerde medewerkers van de Society for Russian-Chechen Friendship tot
twee keer toe dankzij dergelijke interventies snel weer vrijgelaten. Ook werden 36
Tsjetsjeense mannen, die waren gearresteerd tijdens een "schoonmaakoperatie" op 23 juni
2004 in hun ontheemdennederzetting in Altievo, vrijgelaten, mede dankzij een campagne van
Amnesty International. Overigens waren 27 van hen reeds binnen een week vrijgelaten; 9
werden formeel beschuldigd van betrokkenheid bij het rebellenoffensief, maar ook zij werden
op 23 juli ontslagen van verdere rechtsvervolging.
347 Tass 29 (18 augustus 2004).
348 UNHCR, "UNHCR concerned about IDP backlash after attack in Ingushetia" (16 juli 2004).
349 Caucasus Times, "Almost 50.000 Chechen refugees in Ingushetia", op BBC Monitoring
Service (19 augustus 2004).
72
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
geregistreerd, waarvan 16.720 in tijdelijke nederzettingen en 26.413 bij
particulieren. 350
Ongeveer 20.000 Tsjetsjeense ontheemden zijn etnisch Ingoesj. Naar verwachting
zullen 18.000 tot 20.000 ontheemden (met name de Ingoesj) zich permanent in
Ingoesjetië willen vestigen. In augustus verzocht president Zjazikov humanitaire
organisaties om hulp bij hun integratie.351
In de verslagperiode zijn de laatste van de zes grote tentenkampen gesloten.352 De
afgelopen maanden hebben de autoriteiten de druk opgevoerd op spontane
nederzettingen, maar tot nu toe is alleen Altievo gesloten. De kwaliteit van de
opvang van ontheemden in Ingoesjetië verschilt. De ontheemden die bij
gastgezinnen verblijven, veelal tegen betaling van kostgeld, hebben het in het
algemeen beter dan de ontheemden die in spontaan ontstane nederzettingen
wonen.353 Doordat -zeker sinds de sluiting van de kampen- de meeste Tsjetsjeense
ontheemden bij particulieren of in kleine nederzettingen verblijven, is voor
hulporganisaties het zicht op hun situatie verminderd, evenals de mogelijkheid
over hun leefomstandigheden een dialoog aan te gaan met de autoriteiten.
Internationale humanitaire organisaties staan onder druk van de Russische
autoriteiten hun activiteiten te verleggen van Ingoesjetië naar Tsjetsjenië, om daar
in het kader van het normalisatieproces- te helpen met de wederopbouw van
Tsjetsjenië en de reïntegratie van ontheemden. Toch kunnen zij nog steeds zonder
al te grote problemen hun humanitaire hulpactiviteiten voortzetten in Ingoesjetië.
Volgens de Verenigde Naties wordt door de activiteiten van de federale, regionale
en lokale autoriteiten, tezamen met de activiteiten van lokale en internationale
humanitaire organisaties grotendeels in de basisbehoeften van de ontheemden in
Ingoesjetië voorzien. Dit laat echter onverlet dat de medische voorzieningen in
Ingoesjetië niet zijn toegerust om de 25-50.000 Tsjetsjeense ontheemden te
helpen. Zo komt tuberculose veelvuldig voor in de spontane nederzettingen,
zonder dat hier effectief tegen wordt opgetreden.354
De meeste NGO's en IO's, waarvan velen de hulpverlening aan Tsjetsjenië (en
Ingoesjetië) vanuit Nazran regelen, trokken tijdelijk hun buitenlandse staf terug uit
350 UN OCHA, "Humanitarian action in Chechnya and neighbouring republics: september
2004".
351 Tass 29 (18 augustus 2004).
352 Oktober 2003 is het tentenkamp Bella door de autoriteiten gesloten, begin november 2003
gevolgd door kamp Alina. Op 1 maart 2004 werd Bart gesloten; Sputnik per 1 april 2004;
Satsita per 10 juni 2004.
353 UNHCR, UNHCR paper (februari 2003) en European Commission, ECHO, Humanitarian
Aid Decision B7-210 d.d. 18 november 2003; UNICEF Humanitarian Assistance in the
Northern Caucasus Situation Report no. 81 (1 18 december 2003).
354 Norwegian Refugee Council, `Global IDP database' pagina 51
73
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Ingoesjetië wegens de verslechterde veiligheidssituatie. In augustus waren de
meesten weer teruggekeerd. Doordat lokale staf achterbleef, heeft de
hulpverlening nauwelijks geleden onder de evacuatie.
Door een combinatie van positieve en negatieve maatregelen zetten de autoriteiten
Tsjetsjeense ontheemden onder druk om terug te keren naar Tsjetsjenië.355
Overheidsfunctionarissen bezochten de kampen om de bewoners te overreden een
contract te tekenen op basis waarvan zij in aanmerking kwamen voor
compensatiebetaling voor schade aan hun huis in Tsjetsjenië, mits zij zich binnen
zeven dagen permanent zouden hebben gevestigd in Tsjetsjenië. 356 Tegelijkertijd
werden beloften gedaan over goede, tijdelijke huisvesting in Tsjetsjenië, die in
veel gevallen bij aankomst in Tsjetsjenië echter niet of niet volledig bleken te
worden nagekomen.
In de verslagperiode werden in totaal circa 1.900 ontheemden door de
Ingoesjetische overheid op arbitraire wijze van registratielijsten gehaald, waardoor
hun recht hulpgoederen te ontvangen verloren ging. Uiteindelijk zijn circa 1.700
namen teruggeplaatst (deels na tussenkomst van de rechter), maar nog steeds zijn
circa 150 personen hun vermelding op de lijsten kwijt. 357 Ook zijn er meldingen
dat de uitgifte van hulpgoederen werd vertraagd.
In de maanden na het juni-offensief is de druk op de ontheemden sterk
toegenomen. Bij een paar ontheemdennederzettingen werden de
nutsvoorzieningen afgesloten. In de meeste van de 181 ontheemdennederzettingen
heeft de politie identiteitscontroles uitgevoerd, huiszoekingen verricht,
vingerafdrukken afgenomen en mensen ondervraagd. In veel gevallen zijn deze
politieacties correct en ordelijk verlopen. In een paar gevallen werden ontheemden
geslagen en bedreigd. In twee gevallen (Altievo en Yandare) nam de politieactie
echter de vorm van een "schoonmaakoperatie" aan. Kort daarna werd Altievo
gesloten. De nederzetting Yandare staat thans onder grote druk te ontruimen. Als
gevolg van de toegenomen druk en de tientallen arbitraire arrestaties na het juni-
355 O.a. Action contre la Faim, Handicap International en Médécins du Monde, "Tchétchénie,
retour en enfer" (maart 2004); AI, "Normalization in whose eyes?" (23 juni 2004); UNHCR,
"Operations situation reports", periode t/m juli 2004; VN, "Report of the UN representative
in internally displaced persons' (24 february 2004); UN High Commissioner for Refugees,
`UNHCR briefing notes: Chad, Ingushetia, Burundi' (20 februari 2004).
356 Het gaat hier om de regeling die behandeld is in paragraaf 2.4, waarin 350.000 roebel per
gezin kan worden uitbetaald indien sprake is van verwoesting van een eigen huis.
357 Onder andere: `On the results of the mission of the Commission on Human Rights under the
President of the RF to Chechnya and Ingushetia', 28-29 januari 2004 en Memorial `The
situation in the tent camps in Ingushetia and in the temporary residence facilities in Grozny
(autumn 2003)', 17 december 2003; Human Rights Center, "Refugees in Ingushetia" (7 mei
2004).
74
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
offensief, zijn duizenden ontheemden (met name mannen) sinds juni vertrokken.358
In de verslagperiode zijn in totaal circa 19.000 Tsjetsjenen teruggekeerd naar
Tsjetsjenië vanuit Ingoesjetië.359 Tot op heden zijn ontheemden in geen enkel
geval fysiek gedwongen terug te keren naar Tsjetsjenië. UNHCR heeft echter
aangegeven dat, in het licht van de hierboven genoemde Russische maatregelen, in
de huidige situatie onmogelijk gesproken kan worden van vrijwillige terugkeer
van ontheemden.360
Overigens arriveert maandelijks ook nog steeds een klein aantal nieuwe
ontheemden; soms mensen die op hun besluit om terug te keren naar Tsjetsjenië
zijn teruggekomen.
4.4.3 Situatie in de rest van de Noordelijke Kaukasus
Dagestan361
In Dagestan is de georganiseerde misdaad alom aanwezig. Criminaliteit is er thans
hoger dan ooit tevoren. Vrijwel wekelijks worden politieagenten of andere
overheidsfunctionarissen vermoord.362 Ook in meer algemene zin komen
moordaanslagen en bomaanslagen geregeld voor. Het aantal aanslagen is in het
afgelopen jaar bovendien sterk toegenomen. Voor zover bekend, zijn de meeste
van deze veiligheidsincidenten in Dagestan veroorzaakt door rivaliserende
criminele organisaties. Daarnaast hebben Tsjetsjeense rebellen en waarschijnlijk
ook Dagestaanse islamitische extremisten in toenemende mate acties uitgevoerd in
Dagestan.363 Onder een deel van de Dagestaanse bevolking (met name in de
358 IHF, "The situation of IDPs in Ingushetia after the armed incursions of 21/22 June 2004" (4
augustus 2004); Malika Suleymanova, "Human rights advocates indicate mass refugee
departure from Ingushetia" (9 juli 2004); Memorial, "Bulletin from the conflict zone: June
2004.
359 UN, "Chechnya: CAP 2005" (november 2004).
360 `UN accuses Russia of forcing Chechen refugees to return home radio report', BBC
Monitoring Service, 21 februari 2004, in: TCC Migration Newsclips Digest (17-23 februari
2004),
361 SwissPeace, Fast Update: Dagestan, Risk Assessment February to July 2004" ; Vadim
Rechlakov, "Ggangs in the Caucasus learn a new tactic", Izvestia (2 augustus 2004); Ivan
Sukhov, ""There is practically nothing to show for the five years of war in Chechnya",
Vremya Novostei (3 augustus 2004). UNSECOORD overzichten verslagperiode; Interfax.
362 Deze aanvallen kenden een piek in februari-maart 2004, toen 17 functionarissen omkwamen
bij meer dan 20 aanvallen. Ook werden oliepijpleidingen en kantoren opgeblazen.
363 De banden tussen beiden gaan terug tot 1998. In die periode won het wahabisme aan invloed
in Dagestan. Toen in 1999 de veiligheidsdienst wilde ingrijpen in een aantal dorpen (met
name in de regio Buinaksk en Novolak) die feitelijk door wahabisten geregeerd werden,
schoot Basayev hen op hun verzoek te hulp. Deze inval van de Tsjetsjeense rebellen vormde
75
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
grensstreek met Tsjetsjenië) bestaat steun voor de Tsjetsjeense rebellen.364
Tegelijkertijd zijn er politieke spanningen in Dagestan: er is steeds minder steun
voor president Magomedov, die tot nu toe niet in staat is een eind te maken aan de
steeds verdere verslechtering sociaal-economische en veiligheidssituatie.365
Waarnemers beschuldigen de president van omvangrijke corruptie en
nepotisme.366 Bovendien zijn er spanningen tussen gematigde en radicale moslims.
Een groot veiligheidsincident deed zich voor in december 2003 toen circa 60
Tsjetsjeense rebellen (waarschijnlijk versterkt door Dagestaanse rebellen) in
Dagestan, nabij de Georgische grens, negen Russische grenswachters doodden (de
leider werd onthoofd) en elf dorpelingen gijzelden. Uiteindelijk waren de federale
en Dagestaanse troepen op 29 december 2003 met inzet van 70 trucks en
gepantserde voertuigen vol soldaten alsmede 4 helicopters die bombardementen
uitvoerden in de besneeuwde bossen waar de rebellen zich verscholen, in staat de
Tsjetsjeense strijders te verslaan.367
Zoals in paragraaf 4.4.2 beschreven, vond in juni 2004 een aanval plaats
gelijktijdig met het grote offensief in Ingoesjetië. Ook in augustus 2004 vond een
aanval plaats in opdracht van Basayev.
Al naar gelang de aangehaalde bron, verblijven in Dagestan tussen de 5.000 en
40.000 ontheemden uit Tsjetsjenië. Ongeveer 2.000 ontheemden wonen in dertien
spontane nederzettingen. De humanitaire situatie op deze locaties bevindt zich
onder de minimumstandaard en is zelfs slechter dan de situatie in de (inmiddels
tezamen met de aanslagen op appartementencomplexen de aanleiding voor het uitbreken van
het tweede Tsjetsjeense conflict. Hoewel destijds de meeste Dagestaanse wahabisten bij de
tegenaanval van federale zijde verslagen zijn, is het waarschijnlijk dat een aantal van hen nog
steeds actief is en door Basayev wordt aangestuurd. Volgens de Dagestaanse
veiligheidsdienst heeft een door Basayev opgerichte Dzhennet eenheid van saboteurs
opdracht aanvallen uit te voeren op politie en militairen. Zie Andrei Riskin, Maria
Bondarenko en Nadezhda Popova, "Russia's new underbelly", Nezavisimaya Gazeta (20
augustus 2004); Rajan Menon, "Russsia's quagmire", Boston Review (21 augustus 2004);
Zaira Abdullaeva, "Remembering Basayev's raid five years on", The Moscow Times (26
augustus 2004).
364 Musa Musayev, Nina Agayaeva en Umalt Dudayev, "Dagestani mountain fighters on the
run", Prague Watchdog (19 december 2003).
365 Dagestan is de op drie na armste regio van Rusland. Zie UNDP, "Human Development
Report RF 2004" (november 2004), pp. 84-86.
366 Magomedov heeft zich omringd met leden van zijn eigen minderheidsgroep, de Dargins. Er
zijn echter nog meer dan 40 andere etnische groepen in Dagestan, die het oneens zijn met de
bevoordeling van de Dargins. Yulia Latynina, "Karachayevo-Cherkessia is just the
beginning", the Moscow Times (27 oktober 2004).
367 Bron onder andere: Musa Musayev, Nina Agayaeva en Umalt Dudayev, "Dagestani mountain
fighters on the run", Prague Watchdog (19 december 2003); Swiss Agency for Development
and Cooperation, "Fast Fewer Update Dagestan/Russian Federation Quarterly Risk
Assessment, November 2003 to January 2004; Ria Novosti, "Snow slows anti-terror
operation in Dagestan" (19 december 2003).
76
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
gesloten) tentenkampen in Ingoesjetië, aangezien overheidssteun nauwelijks wordt
geboden. Tevens speelt een rol dat de internationale hulpinstellingen sinds de
ontvoering van Arjan Erkel (op 12 augustus 2002) de veiligheidssituatie ter plaatse
als onveilig beoordelen, waardoor er nauwelijks humanitaire assistentie in
Dagestan wordt verleend. Voor zover bekend, verstrekt alleen de Danish Refugee
Council basisvoedselhulp aan ontheemden. UNHCR en Artsen zonder Grenzen
hebben zich uit het gebied teruggetrokken, het internationale Rode Kruis verricht
op incidentele basis humanitaire activiteiten. De rest van de ontheemden verkeert
in een betere humanitaire situatie, doordat men bij familieleden verblijft.368
De relatie met de autochtone bevolking is gespannen, als gevolg van de diverse
activiteiten van Tsjetsjeense strijders in de deelrepubliek. In de praktijk worden
echter nauwelijks incidenten gemeld, wegens het geringe aantal ontheemden en
doordat de Tsjetsjeense ontheemden uiterlijk niet wezenlijk verschillen van de
autochtone bevolking.
Noord-Ossetië369
In de verslagperiode is Noord-Ossetië370 een paar keer het slachtoffer geworden
van terroristische aanslagen.371 Het bloedbad in Beslan heeft in Noord-Ossetië, en
zelfs in de hele Kaukasus, de spanningen doen toenemen. Met name in de
grensstreek nabij Ingoesjetië, in het Prigorodny district en in Beslan zelf is de
situatie uiterst precair.
Doordat ook 9 Ingoesjeten aan de gijzeling in Beslan deelnamen, is het oude
conflict tussen Noord-Ossetië en Ingoesjetië weer opgelaaid. Na de Tweede
Wereldoorlog werden de Tsjetsjenen en Ingoesjeten door Stalin naar Siberië en
Kazachstan gedeporteerd en werd een deel van het Ingoesjetisch grondgebied bij
Noord-Ossetië gevoegd. In 1957 mochten de gedeporteerden terugkeren naar hun
368 European Commission, ECHO, Humanitarian Aid Decision (18 november 2003); Michel
Viatteau, "Chechen refugees lot worsens since kidnapping of MSF doctor", AFP (12 oktober
2003).
369 Arkady Ostrovsky, "Ethnic tensions and rights abuses on rise in the Caucasus", Financial
Times (1 november 2004); Valery Dzutsev, "In the wake of Beslan, open debate is key", The
Moscow Times (13 oktober 2004); J.F.Q. McAllister en Paul Quinn-Judge, "Defenseless
targets", Time magazine (13 september 2004); Mosnews, "Ossetians form Ku Klux Klan to
avenge Beslan tragedy" (12 oktober 2004); UNSECOORD en EU newsletters voor de
verslagperiode; The Moscow Times, "Fears of revenge at end of 40 days" (12 oktober 2004);
Eurasia Daily Monitor, "Beslan: North Ossetians blame Moscow more than their Ingush
neighbours" (13 oktober 2004); David Jan Godfroid, "We leven niet, we bestaan alleen
maar", NRC Handelsblad (13 september 2004); Mosnews, "Ossetians vow revenge for
Beslan" (11 oktober 2004); Memorial bulletins "From the conflict region" (o.a. mei 2004);
Francis M. Deng for UN Economic and Social Council, "Mass exoduses and displaced
persons" (24 februari 2004).
370 Overigens is Noord-Ossetië de enige republiek in de Kaukasus waar de meeste inwoners
christen zijn.
371 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de voornaamste aanslagen.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
oude woonplaats, wat voor enige tienduizenden Noord-Ossetië was. Zij kregen
echter hun huizen en land niet terug. In 1991, na de val van de Sovjet-Unie, werd
een wet aangenomen die onderdrukte volkeren het recht gaf op teruggave van hun
land. In dit kader eiste Ingoesjetië de regio Vladikavkaz op. Toen Noord-Ossetië
weigerde, vielen op 31 oktober 1992 Ingoesjetische strijders Noord-Ossetië
binnen, waar zij werden versterkt door lokale Ingoesjeten. Tijdens een bloedige
vijfdaagse oolog kwamen meer dan 500 mensen om het leven. Tienduizenden
etnisch Ingoesjeten werden gedwongen naar Ingoesjetië te vluchten. 14.000 van
hen zitten nog steeds in ontheemdenkampen in Ingoesjetië, in zeer slechte sociaal-
economische omstandigheden. Een deel van de ontheemden is in de loop der jaren
naar Noord-Ossetië teruggekeerd, waar thans in totaal zo'n 21.000 Ingoesjeten
wonen.
Al vanaf de eerste dag van de gijzeling in Beslan voorzagen etnisch Ingoesjeten
problemen. Een aanzienlijk aantal van hen heeft de republiek sindsdien verlaten.
Vele Ossetiërs hebben gezworen hun doden te zullen wreken na afloop (op 12
oktober) van de 40 dagen durende rouwperiode. In de weken na Beslan hebben
zich verschillende incidenten voorgedaan. Op 4 september viel een groep jongeren
de huizen van Ingoesjeten nabij Vladikavkaz aan. Op 2 oktober werd een etnisch
Ingoesj door gewapende mannen meegevoerd uit zijn huis in een
ontheemdenkamp en ernstig mishandeld. Geprobeerd werd hem te dwingen tot een
bekentenis dat hij een van de terroristen was geweest. In september werden overal
in Noord-Ossetië pamfletten verspreid waarin Ingoesjeten werden bedreigd met
geweld indien zij voor afloop van de rouwperiode Noord-Ossetië nog niet hadden
verlaten. In september/oktober werden twee organisaties opgericht met als doel
wraakacties te plegen tegen Ingoesjeten.372 Medio oktober werden honderden
Ingoesjetische en Tsjetsjeense studenten van universiteiten in Noord-Ossetië
verwijderd.
In Noord-Ossetië verblijven ongeveer 4.000 Tsjetsjeense ontheemden373,
voornamelijk bij familieleden, waardoor de humanitaire situatie redelijk is. Tot de
actie in Beslan waren er, vooral door het relatief lage aantal ontheemden, weinig
spanningen tussen ontheemden en lokale bevolking. Thans lopen ook Tsjetsjenen
risico op wraakacties.
Al met al is echter zowel het aantal wraakacties als het aantal gerapporteerde
gevallen van discriminatie tegen Ingoesjeten en Tsjetsjenen beperkt gebleven.374
372 Het betreft de organisaties The Patriots of Ossetia en de Ossetian Ku Klux Klan.
373 Waarvan 1.146 met de FM status. UNHCR, "Operations Situation Report" (juli 2004).
374 Memorial, "Bulletin from the conflict zone: October 2004" (december 2004).
78
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Kabardino-Balkarië375
In Kabardino-Balkarië voelt een deel van de jonge moslims zich in toenemende
mate aangetrokken tot een radicalere versie van de islam.376 President Valery
Kokov heeft de gematigde oudere moslims en de Spirituele Raad van Moslims om
hulp gevraagd bij het bestrijden van het wahabisme. Kokov heeft het afgelopen
jaar verschillende moskeeën gesloten. In de hoofdstad Nalchik is er nu nog maar
een open. De autoriteiten houden een groep van 400 vermeende extremisten
nauwlettend in de gaten.
In Kabardino zijn verschillende autochtone groepen gewelddadige islamitische
extremisten actief.377 Daarnaast zijn de Tsjetsjeense rebellen er in toenemende
mate aanwezig; steeds vaker komen zij tussen acties door uitrusten in Kabardino
in plaats van Ingoesjetië. Hoewel in algemene zin de veiligheidssituatie relatief
goed is in Kabardino, vinden met enige regelmaat veiligheidsincidenten plaats. In
augustus 2004 kwamen 3 politieagenten om het leven en raakten 5 gewond toen
rebellen een granaat op hun auto afvuurden. De 8 rebellen slaagden er in te
ontsnappen uit een maisveld waarin zij omsingeld waren door 400 soldaten en 2
helicopters. Een soortgelijk incident had zich een jaar daarvoor ook voorgedaan,
toen een groep (waarschijnlijk onder leiding van Basayev zelf) wist te ontsnappen.
Twee soldaten kwamen toen om en 4 raakten gewond. Eveneens in augustus 2004
ontstond bij controleposten tweemaal een vuurgevecht met wat achteraf
moslimextremisten bleken te zijn met een auto vol explosieven. In december 2004
kwamen vier agenten om het leven bij een gewapende aanval door een groep
wahabisten op een gebouw van de `Federal Drug Control Service' in Nalchik. De
aanvallers maakten 250 wapens buit.
In Nalchik, de hoofdstad van het relatief welvarende Kabardino-Balkarië woont
reeds vele jaren een over het algemeen zeer rijke- Tsjetsjeense gemeenschap.
Voorts verblijven in Kabardino circa 10.000 Tsjetsjeense ontheemden.378 Het is
voor alle ontheemden (ongeacht etniciteit) moeilijk om (permanente)
woonregistratie te verkrijgen. De procedure voor woonregistratie is zeer
gecompliceerd en permanente registratie wordt vrijwel altijd (mondeling)
geweigerd. Een Tsjetsjeen die een rechtszaak tegen deze weigering aanspande,
375 Fatima Tlisova, "Kabardino-Balkaria fears spread of terror", IWPR (30 september 2004);
Andrei Riskin, Maria Bondarenko en Nadezhda Popova, "Russia's new underbelly",
Nezavisimaya Gazeta (20 augustus 2004); UN OCHA "Security Update" (6 oktober 2004).
376 Deze stroming wordt geleid door "emir" Mussa Mukhozhev, leider van 40 islamitische
gemeenschappen in heel de republiek, met meer dan 10.000 gelovigen.
377 Het betreft o.a. de groep Yarmuk uit het dorp Kendelen. Deze groep wordt geleid door de 30-
jarige Muslim Atayev, bijgenaamd Seifullah. Na de tragedie in Beslan hebben de autoriteiten
een beloning uitgeloofd voor informatie over deze groep. Zie Fatima Tlisova, "Kabardino-
Balkaria fears spread of terror", IWPR (30 september 2004).
378 Bryon MacWilliams, "Chechen studentsn attacked in Russia", The Chronicle of Higher
Education (17 oktober 2003);
79
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
werd door de gemeentelijke rechtbank in het ongelijk gesteld, maar verkreeg
alsnog zijn recht op woonregistratie bij het regionale Hooggerechtshof.379
Tsjetsjeense ontheemden krijgen meestal een tijdelijke registratie voor slechts 3
maanden, waardoor zij geen recht hebben op sociale zekerheid. Voor het overige
ondervinden ontheemden zonder woonregistratie in Kabardino geen grote
problemen.
Goed opgeleide Tsjetsjenen ondervinden weinig problemen bij het vinden van
werk.380 De bevolking is over het algemeen tolerant, maar racistisch geweld door
groepen jongeren komt voor. Het komt geregeld voor dat overheidsfunctionarissen
Tsjetsjenen discrimineren (doorgaans door te traineren en tal van bureaucratische
formaliteiten te eisen). Indien hiertegen beroep of bezwaar wordt gemaakt, vindt
normaalgesproken een correctie plaats door de hogere autoriteiten (gemeente of
gerechtshoven).
Na de gijzeling in Beslan nam de discriminatie van Tsjetsjenen toe. In een geval
was sprake van georganiseerd geweld tegen Tsjetsjenen: van 15 tot 17 september
2003 werden tenminste 54 Tsjetsjeense studenten van verschillende instituten in
Nalchik tijdens gecoördineerde aanvallen in elkaar geslagen. Zo brak een groep
van 100 jongemannen de campus van een college binnen en viel daar 20-25
Tsjetsjeense studenten aan. De politie arresteerde 28 mensen, maar dit waren met
name Tsjetsjeense studenten. De Tsjetsjeense arrestanten werden door de politie
onder druk gezet geen aanklacht in te dienen tegen hun aanvallers. Pas na
aandringen van de Tsjetsjeense gemeenschap in Nalchik werd strafrechtelijke
vervolging van vier daders ingesteld, die echter al snel werd beëindigd wegens
gebrek aan bewijs. Toen parlementslid Igrunov vroeg waarom vervolging was
stopgezet, kreeg hij als antwoord dat de Tsjetsjeense studenten de aanvallen
hadden geprovoceerd.381
Sinds 17 september jongstleden zijn de mensen in Kabardino en Karatsjevo bang
dat hen een herhaling van Beslan te wachten staat. De rebellenwebsite
(kavkazweb) heeft namelijk aangekondigd dat Basayev ook Kabardino en
Karatsjevo wil vernietigen. Er werd gedreigd binnenkort school nummer 2 in
Kabardino te gijzelen. Sommige ouders durfden hun kinderen niet meer naar
school te laten gaan.
379 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 42-44.
380 Norwegian Directorate of Immigration, "Chechen IDPs in the RF" (november 2003), p. 11-
13.
381 Bryon MacWilliams, "Chechen studentsn attacked in Russia", The Chronicle of Higher
Education (17 oktober 2003); Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network,
"On the situation of Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 55-56.
80
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Als gevolg van al deze gebeurtenissen, is het afgelopen jaar het aantal gevallen
van arbitraire aanhouding en detentie van moslims in het algemeen en Tsjetsjenen
in het bijzonder sterk toegenomen, evenals de maatschappelijke discriminatie.
Tegelijkertijd wakkert de toenemende discriminatie weer het moslim-extremisme
aan.
Karatsjevo-Tsjerkessië382
In Karatsjevo geldt hoewel in mindere mate- een vergelijkbare situatie: er zijn
verschillende autochtone moslim-extremistische groepen actief383 en de rebellen
komen er van tijd tot tijd schuilen. Er was in de verslagperiode één ernstig
veiligheidsincident, niet gerelateerd aan het Tsjetsjeense conflict.384
In Karatsjevo-Tsjerkessië, waar circa 23.000 Tsjetsjeense ontheemden wonen, zijn
de relaties tussen de vele verschillende bevolkingsgroepen over het algemeen
goed. 385 Identiteitscontroles waren zeldzaam. Echter, als gevolg van de gijzeling
in Beslan en het dreigement op kavkazweb is naar verwachting ook hier de
controle op en discriminatie van Tsjetsjenen, toegenomen.
4.5 Verblijf elders in de Russische Federatie
In deze paragraaf zal in algemene zin worden gesproken over de situatie voor
etnisch Tsjetsjenen verblijvend buiten de Noordelijke Kaukasus. In alle regio's
ondervinden Tsjetsjenen problemen, doorgaans samenhangend met discriminatie.
Wel verschilt de mate waarin per regio en per gemeente.
Verslechtering situatie door aanslagen
Na iedere terroristische actie gepleegd door (dan wel toegeschreven aan)
Tsjetsjeense rebellengroeperingen is de positie van de Tsjetsjeense
bevolkingsgroep als geheel verder verslechterd. Doorgaans werden aanslagen
gevolgd door sterk verscherpte controle op alle Tsjetsjeens uitziende burgers,
382 Fatima Tlisova, "Kabardino-Balkaria fears spread of terror", IWPR (30 september 2004);
Andrei Riskin, Maria Bondarenko en Nadezhda Popova, "Russia's new underbelly",
Nezavisimaya Gazeta (20 augustus 2004).
383 O.a. de groep Jamaat nummer 3.
384 Op 11 oktober werden 7 aandeelhouders van een fabriek neergeschoten toen zij een bezoek
brachten aan de president-commissaris van de fabriek (Ali Kaitov), tevens schoonzoon van
de president van Karatsjevo. Op 25 oktober werd Kaitov gearresteerd. Op 9 november (nadat
de dode lichamen van de tot dan toe vermiste mannen waren gevonden) bestormden
honderden demonstranten het regeringsgebouw. Zij eisten het aftreden van president Mustafa
Batdyev. Ria Novosti (9 november 2004); Yulia Latynina, "Karachayevo-Cherkessia is just
the beginning", the Moscow Times (27 oktober 2004).
385 O.a. Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004).
81
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
onder andere middels grootschalige identiteitscontroles en ondervragingen op het
politiebureau. Daarnaast groeiden na iedere aanslag de negatieve gevoelens van
Russische burgers jegens de Tsjetsjeense bevolkingsgroep als geheel. In het
bijzonder het gijzeldrama in Beslan heeft veel kwaad bloed gezet.
De wijdverbreide maatschappelijke discriminatie uit zich op verschillende
manieren. In de eerste plaats laten veel overheidsfunctionarissen zich in hun
handelen door hun vooroordelen en negatieve houding ten aanzien van Tsjetsjenen
leiden, waardoor zij voor Tsjetsjenen die van hun rechten gebruik willen maken,
tal van bureaucratische obstakels opwerpen. In de tweede plaats worden
Tsjetsjenen regelmatig slachtoffer van maatschappelijke discriminatie,
bijvoorbeeld doordat men hen niet als werknemer of als huurder wenst of door
intimidatie en scheldpartijen van bijvoorbeeld buurt-, dorps- of klasgenoten. Soms
worden Tsjetsjenen slachtoffer van geweld door racistische jongeren
In de verslagperiode nam het aantal gevallen waarin de politie op ernstige wijze de
rechten van Tsjetsjenen schond, aanvankelijk af. De gijzeling in Beslan leidde
echter tot een scherpe stijging. Tegelijkertijd is de afgelopen periode controle en
toezicht door de politie toegenomen; thans worden alle Tsjetsjenen nauwlettend in
de gaten gehouden en regelmatig gecontroleerd, ondervraagd, gefouilleerd et
cetera. Ook de buren, collega's, verhuurder, werkgever en andere bekenden van
Tsjetsjenen werden door de politie benaderd voor informatie.
Onder de bevolking bestaat brede steun voor een harde aanpak van het terrorisme.
Begin augustus 2004 (nog voor de golf van bloedige aanslagen) was 46% van de
Russen in 128 steden voorstander van beperking van de vestigingsmogelijkheden
van burgers uit de Kaukasus.386 Eind september zei bijna 60% van de
geënqueteerden bereid te zijn beperkingen van hun rechten en vrijheden
(waaronder monitoring van hun telefoon en internetverkeer) acceptabel te achten
in ruil voor veiligheid. 59% was het eens met sluiting van organisaties en media
die Poetins anti-terrorismebeleid bekritiseren en 89% was voorstander van extra
document- en persoonscontrole van verdacht uitziende personen (lees:
Kaukasiërs).387
386 Kim Murphy, "Civil rights suffer as fear, anger grow in Russia", in Los Angeles Times (23
september 2004).
387 Steve Gutterman, "Russians accept limitations on rights", AP (6 oktober 2004).
82
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Achtergrond maatschappelijke discriminatie388
De negatieve houding in Rusland tegenover `Kaukasiërs'389 stak reeds eind jaren
zeventig de kop op, zonder dat hiertegen actie werd ondernomen van
regeringszijde. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 kwamen grote
migratiestromen op gang, met name naar relatief welvarende steden en regio's als
Moskou en Sint Petersburg en de zuidelijke regio's. Terwijl de lokale bevolking in
die steden over het algemeen nog werkzaam was bij staatsbedrijven, waren de
nieuwkomers genoodzaakt nieuwe manieren te vinden om geld te verdienen. De
meeste van hen startten een eigen winkeltje of een klein bedrijf, reden waarom
velen van hen uiteindelijk qua welvaart een voorsprong hadden op de
oorspronkelijke stadsbevolking, omdat zij zich eerder hadden aangepast aan de
gewijzigde economische omstandigheden.390 Een ander, aanzienlijk kleiner deel
van de nieuwkomers kwam terecht in de (georganiseerde) criminaliteit.391
De jaren negentig zijn moeilijke jaren geweest voor de meerderheid van de
Russische bevolking: de levensstandaard en levensverwachting daalden392,
criminaliteit en corruptie stegen explosief, veel mensen raakten hun baan bij
staatsbedrijven kwijt en in algemene zin was sprake van maatschappelijke
ontwrichting.393 Dergelijke omstandigheden vormden een gunstige
voedingsbodem voor racisme. Bovendien was in de gehele voormalige Sovjet-
Unie sprake van groeiend nationalisme, in een poging een eigen identiteit te
herontdekken of te creëren.
388 Bronnen: Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004); Amnesty International, "RF:
statement on the situation of Chechen asylum-seekers" (maart 2004); Klaus Amman,
"Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in de RF", voor Schweizerische
Flüchtlingshilfe (24 mei 2004); US Department of State, "Country Reports of human rights
practices: Russia 2003", (februari 2004); Amnesty International, "Rough Justice: the law
and human rights in the Russian Federation", AI Index: EUR 46/077/2003 (2 oktober 2003);
Human Rights Watch, "Briefing Paper on the Situation of Ethnic Chechens in Moscow", (24
februari 2003); Moscow Helsinki Group, "Nationalism, xenophobia and intolerance in
contemporary Russia" (2002); Memorial Human Rights Center, "The internally displaced
persons from Chechnya in the Russian Federation", (juni 2002); persberichten; internationale
waarnemers.
389 De veelgebruikte term Kaukasiërs heeft een sterk negatieve connotatie.
390 De komst van de migranten leidde onder deze omstandigheden tot spanningen met de
oorspronkelijke stadsbevolking en jaloezie, waardoor vooroordelen ontstonden als zouden de
migranten over de ruggen van de Russen rijk worden door veel te hoge prijzen te rekenen in
hun winkeltjes etc.
391 Moscow Helsinki Group, "Nationalism, xenophobia and intolerance in contemporary Russia"
(2002).
392 Ongeveer 22% van de Russische bevolking leeft onder de armoedegrens. De
inkomensongelijkheid in Rusland is inmiddels groter dan in de meeste ontwikkelingslanden.
393 Sinds 2000 is eindelijk sprake van stabilisatie en zelfs verbetering: de levensverwachting is
niet verder gedaald en de economie groeit gestaag.
83
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In de Russische Federatie, waar de bevolking voor 84% uit etnisch Russen bestaat,
werden de -uiterlijk goed herkenbare- migranten uit de Kaukasus en Centraal-Azië
de meest gebruikte zondebok voor alle problemen. Alleen buitenlandse
kleurlingen (Afrikanen en Aziaten) ondervinden nog meer racisme. De
maatschappelijke discriminatie van specifiek de Tsjetsjeense bevolkingsgroep is
het afgelopen decennium gestaag gegroeid, als gevolg van problemen veroorzaakt
door de grote stroom ontheemden die niet adequaat werd opgevangen door de
autoriteiten, de terroristische acties gepleegd door Tsjetsjenen, de Russische
soldaten en agenten die zijn omgekomen in Tsjetsjenië en de inmiddels bijna een
half miljoen Russen die vaak met haatgevoelens en psychische problemen
terugkeerden na te hebben gediend bij leger en politie in Tsjetsjenië. Tsjetsjenen
worden in het algemeen beschouwd als crimineel en agressief. Deze vooroordelen
worden gevoed door diverse factoren. De achtergestelde economische positie van
Tsjetsjeense ontheemden, hun ervaring met tien jaar wetteloosheid en
grootschalige criminaliteit in Tsjetsjenië in combinatie met de van nature hechte,
gesloten en geïsoleerde Tsjetsjeense gemeenschap leidden tot een relatief
omvangrijke Tsjetsjeense maffia en andersoortige criminaliteit in de grote steden
van Rusland. Voorts schrijft de traditionele Tsjetsjeense cultuur wraak voor in
geval van belediging of aantasting van de familie-eer. Schelden leidt derhalve al
snel tot een vechtpartij.394
Tijdens een enquête in oktober van dit jaar bleek dat het aantal mensen dat de leus
"Rusland voor de (etnisch) Russen" onderschrijft, in 5 jaar tijd is verdubbeld tot
17%, met name onder jongeren. Slechts 56,1% van de ondervraagden stelt alle
mensen, ongeacht hun etniciteit, gelijk te behandelen. De meest negatieve
gevoelens zijn gericht tegen Tsjetsjenen (14,8%), Azerbeidzjanen (5,1%),
Armeniërs (4,1%), Kaukasische mannen in algemene zin (6%), zigeuners (5,1%)
en joden (2,5%). Tegelijkertijd is 70% voorstander van strengere wetgeving om
rassenhaat te bestrijden.395
Regionale verschillen
Er zijn vrijwel geen etnisch Tsjetsjenen woonachtig buiten de noordelijke
Kaukasus en de grote Russische steden. De ontheemden trekken vrijwel nooit naar
regio's waar geen Tsjetsjeense gemeenschap aanwezig is om hen te helpen een
nieuw bestaan op te bouwen. In algemene zin behoren ontheemden, ongeacht hun
etniciteit, tot de sociaal-economisch meest kwetsbaren in de Russische
maatschappij.396 Tsjetsjenen ondervinden in heel Rusland problemen verband
394 Moscow Helsinki Group, "Nationalism, xenophobia and intolerance in contemporary Russia"
(2002).
395 Mark Sandomirsky, Valery Solovei en Leonty Byzov, "Is the Kremlin training nationalists?",
Novaya Gazeta (11-13 oktober 2004).
396 De meeste van hen behoren derhalve tot de 22% van de Russische bevolking die onder de
armoedegrens leeft.
84
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
houdend met discriminatie, maar de mate waarin verschilt sterk per regio. In deze
paragraaf zal slechts in beperkte mate een onderscheid per regio gemaakt kunnen
worden, aangezien over sommige regio's weinig informatie bekend is.
In algemene zin is de positie van Tsjetsjenen die reeds voor het uitbreken van de
conflicten buiten Tsjetsjenië woonden, het beste. Vooral onder deze groep bevindt
zich een aanzienlijk aantal Tsjetsjenen die rijk zijn geworden als zakenlieden.397
De positie van Tsjetsjenen met permanente woonregistratie of een FM-status is
beter dan die van ontheemden met een tijdelijke registratie. Ontheemden zonder
enige registratie zitten in de moeilijkste positie. Het is onbekend hoeveel
Tsjetsjenen geen, dan wel slechts tijdelijke registratie hebben. Voorts bevinden
(relatief) welvarende Tsjetsjenen en hoog opgeleide Tsjetsjenen zich in een
aanmerkelijk betere positie dan ontheemden zonder enige middelen.
In Saratov, Nizhny Novgorod, Volgograd, Novgorod, Tjumen en Nizhnevartovsk
(Siberië) is de positie van Tsjetsjenen relatief goed.398
In de plaatsen Tjumen en Nizhnevartovsk woont reeds lange tijd een kleine
Tsjetsjeense gemeenschap. Door het arctische klimaat zijn het geen populaire
vestigingsplaatsen.
In Sint Petersburg en Chuvashia (hoofdstad: Cheboksary) ondervinden Tsjetsjenen
veel discriminatie. Het komt in deze regio's geregeld voor dat
overheidsfunctionarissen Tsjetsjenen discrimineren, doorgaans door te traineren en
tal van bureaucratische formaliteiten te eisen. Indien bezwaar of beroep wordt
aangetekend, worden dergelijke misstanden doorgaans rechtgezet door hogere
autoriteiten (gemeente of gerechtshoven).
In Sint Petersburg wonen naar schatting 300.000 tot 600.000 ongeregistreerde
migranten uit de gehele voormalige Sovjet-Unie. Daarnaast zijn er
honderdduizenden geregistreerde migranten.399 In de stad wonen 450 Tsjetsjenen
met de Forced Migrant status In de afgelopen twee jaar zijn circa 1.000
ontheemden vanuit Tsjetsjenië, waar zij deel uitmaakten van een etnische
minderheid (met name etnisch Russen), naar Sint Petersburg gekomen, benevens
2.000 etnisch Tsjetsjenen, voornamelijk alleenstaande moeders met 3 tot 4
kinderen. De burgemeester van Sint Petersburg heeft racisme steeds scherp
397 Moskou heeft de grootste gemeenschap van Tsjetsjenen die daar al decennia wonen, gevolgd
door Sint Petersburg en de grote steden in de Noordelijke Kaukasus. Elders bestaan slechts
kleine gemeenschappen, zoals in Nizhnevartovsk (Siberië).
398 O.a. Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004).
399 Zo staan 150.000 Azerbeidzjanen geregistreerd in St. Petersburg.
85
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
veroordeeld. Voorts kent de stad enige positieve maatregelen ten behoeve van
Tsjetsjenen, zoals een vakantiekamp voor Tsjetsjeense kinderen.400
De discriminatie van Tsjetsjenen (en andere minderheden) is het grootst in
Moskou, gevolgd door Stavropol Krai en Krasnodar Krai. Hier staan de hoogste
autoriteiten (zoals burgermeester Loezjkov van Moskou) uitgesproken negatief
tegenover Tsjetsjenen, waardoor ook in tweede instantie (na bezwaar en beroep)
de rechten van Tsjetsjenen zeker niet altijd gerespecteerd worden.401
Aangezien de regio's Moskou, Stavropol, Krasnodar en Sint Petersburg relatief
welvarend zijn en er reeds decennia een Tsjetsjeense gemeenschap woonachtig is
waarvan velen rijk zijn geworden als zakenlui, trokken veel ontheemden hier naar
toe. Zij zijn niet de enige: in de periode sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie
zijn een paar miljoen migranten uit Rusland en de voormalige Sovjetrepublieken
naar met name deze regio's getrokken in de hoop te kunnen delen in de relatieve
welvaart en dynamische economie. De lokale bevolking, die voor een aanzienlijk
deel net als zoveel andere Russen onder de armoedegrens leeft, ziet de migranten
als een bedreiging. Dit wordt versterkt door de grote aantallen waar het om gaat en
hun gebrekkige integratie, die deels het gevolg is van de negatieve houding van de
lokale autoriteiten en een deel van de bevolking. Ook speelt een rol dat in de
afgelopen jaren niet alleen het aantal migranten sterk steeg, maar ook de
criminaliteit. Volgens officiële cijfers zijn migranten verantwoordelijk voor de
helft van alle misdaad.402
In Moskou wonen in totaal circa 200.000 etnisch Tsjetsjenen.403 De meeste van
hen zijn geen ontheemden. Deze grote groep "autochtone" Tsjetsjenen ondervindt
weliswaar problemen als gevolg van discriminatie, maar kan zich doorgaans goed
handhaven, uitzonderingen daargelaten. Belangrijk verschil met het merendeel van
de ontheemden die na het uibreken van het tweede Tsjetsjeense conflict zijn
gearriveerd (circa 10.000-20.000 personen), is dat de groep die al lange tijd in
Moskou woont, vrijwel zonder uitzondering over een permanente woonregistratie
in Moskou beschikt.
In Stavropol, een regio waar zeer veel verschillende bevolkingsgroepen bij elkaar
wonen, wonen naar schatting 400.000 ontheemden uit andere delen van Rusland,
waaronder 18.000 die nog steeds een Forced Migrant-status hebben. Er verblijven
400 Dezerzijds is niet bekend of deze regeling daadwerkelijk is geïmplementeerd.
401 Zoals verderop in deze paragraaf in het onderdeel rechtsgang is beschreven, vormt bezwaar
en beroep slechts in beperkte mate een reële optie voor Tsjetsjenen.
402 The Times, "Skinheads blamed for race crimes in Russia" (18 februari 2004).
403 Schatting Tsjetsjeense vertegenwoordiging te Moskou. Sommige bronnen schatten het aantal
lager, op circa 100.000.
86
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
ongeveer 7.000 geregistreerde Tsjetsjenen, plus een onbekend aantal zonder
registratie.
In Krasnodar zijn 1 miljoen van de 5 miljoen inwoners migrant.
Woonregistratie en sociale en economische rechten404
Op basis van de grondwet en andere federale wetgeving heeft een ieder het recht
zich te vestigen waar hij wil. De registratieplicht behelst formeel niet meer dan het
informeren van de politie over het nieuwe woonadres.405 In de praktijk worden de
wetgeving alsmede de vonnissen van het Hooggerechtshof en het Constitutionele
Hof waarin de vrijheid van vestiging werd gewaarborgd, niet (geheel) door alle
regio's geïmplementeerd.406 Het verkrijgen van permanente woonregistratie vormt
derhalve een probleem voor veel migranten.407 Voor velen is dat echter op te
lossen door het betalen van steekpenningen en het inschakelen van invloedrijke
vrienden en familie. Voor Tsjetsjenen geldt dit in mindere mate, zeker sinds het
uitbreken van het tweede conflict. Voor geld is echter alles te koop; Tsjetsjenen
kunnen voor circa US$ 2.000 een permanente woonregistratie verkrijgen.
Tsjetsjenen die niet over een verhuurder beschikken om hun aanvraag te
ondersteunen, kunnen door betaling van smeergeld (US$ 300-500) alsnog
registratie voor 6 maanden verkrijgen.
Normaalgesproken kunnen Tsjetsjenen in hun nieuwe woonplaats in ieder geval
een tijdelijke woonregistratie verkrijgen (doorgaans voor 6 maanden). De
procedure is echter zeer tijdrovend, complex en vol met bureaucratische obstakels,
waarbij het veelvuldig voorkomt dat betrokken functionarissen duidelijk laten
merken dat Tsjetsjenen niet welkom zijn in hun woonplaats. Bovendien gelden in
verschillende regio's additionele voorwaarden voor Tsjetsjenen die om
404 Bronnen: Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004); Amnesty International, "RF:
statement on the situation of Chechen asylum-seekers" (maart 2004); Klaus Amman,
"Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in de RF", voor Schweizerische
Flüchtlingshilfe (24 mei 2004); Scott Peterson, "Ethnic Chechens face revenge attacks in
Moscow" , in Christian Science Monitor (1 oktober 2004); US Department of State, "Country
Reports of human rights practices: Russia 2003" (februari 2004); Amnesty International,
"Rough Justice: the law and human rights in the Russian Federation", (2 oktober 2003);
Human Rights Watch, "Briefing Paper on the Situation of Ethnic Chechens in Moscow", (24
februari 2003); persberichten; internationale waarnemers.
405 Zie paragraaf 4.2 voor meer informatie over documenten en woonregistratie.
406 Met name niet door de relatief welvarende gebieden die de grote groepen migranten
aantrekken, zoals Moskou, St. Petersburg en de zuidelijke regio's Krasnodar en Stavropol.
407 Volgens diverse bronnen (waaronder verschillende lokale autoriteiten en een onafhankelijke
wetenschapper) wil een deel van de migranten (waaronder ook Tsjetsjenen) zich niet laten
registreren, om te voorkomen dat de autoriteiten over hun woonadres beschikken. De
mensenrechten-NGO Civic Assistance spreekt dit tegen.
87
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
woonregistratie verzoeken: dikwijls worden hun vingerafdrukken afgenomen,
worden politiefoto's genomen en wordt extra achtergrondonderzoek gedaan.
In Sint Petersburg is het voor Tsjetsjenen niet eenvoudig (tijdelijke)
woonregistratie te verkrijgen, maar uiteindelijk lukt het de aanhouder voor zover
bekend altijd. Net buiten de stad (in dezelfde oblast) is het eenvoudiger registratie
te verkrijgen. Permanente woonregistratie wordt in Sint Petersburg alleen verstrekt
aan personen die daar een woning in eigendom hebben.408
De problemen met registratie zijn het grootst in Moskou, Stavropol en Krasnodar
Krai. In Stavropol wordt in strijd met federale wetgeving- als additionele
voorwaarde voor registratie gesteld dat er minimaal 9 m2 per persoon aan
woonruimte beschikbaar is.409 Zo'n 3-4% van de inwoners van Stavropol beschikt
niet over woonregistratie. Bij identiteitscontroles dienen zij steekpenningen aan de
politie te betalen om problemen te voorkomen.
In Moskou verblijven volgens Memorial tenminste 10.000 Tsjetsjenen zonder
permanente dan wel tijdelijke- woonregistratie. De betrouwbaarheid van dit cijfer
is echter onmogelijk na te gaan.
Voorts vormt het vinden van een woonadres een grote barrière voor het verkrijgen
van woonregistratie. Personen die over voldoende geld beschikken om zelf een
woning te kopen, ondervinden doorgaans geen problemen.410 Hetzelfde geldt voor
personen die (tijdelijk) bij familie kunnen intrekken. Voor de overigen blijkt het
dikwijls moeilijk een verhuurder te vinden die bereid is zijn huis aan een
Tsjetsjeen te verhuren, wegens een combinatie van maatschappelijke discriminatie
en de wens problemen met de politie te vermijden. Soms vragen verhuurders extra
huur aan Tsjetsjenen. Incidenteel zetten politieagenten een verhuurder van
woonruimte aan een Tsjetsjeen onder druk om de woonregistratie van de
Tsjetsjeen in kwestie niet langer te ondersteunen.411 Om deze redenen komt het
geregeld voor dat Tsjetsjenen op een ander adres (in dezelfde stad) geregistreerd
staan dan waar zij daadwerkelijk woonachtig zijn. Bij controles kan dit aanleiding
geven tot problemen.
Volgens de federale wetgeving en vonnissen van hogere gerechtshoven mag de
uitoefening van sociale en economische rechten niet afhankelijk gesteld worden
van het tonen van woonregistratie. In de praktijk wordt voor tal van handelingen
echter wel gevraagd om een registratiebewijs. Tsjetsjeense ontheemden die niet of
tijdelijk geregistreerd staan, kunnen derhalve beperkt worden in de uitoefening van
hun sociale en economische rechten.
408 Deze regel geldt voor alle Russen, ongeacht hun etniciteit.
409 Deze regel geldt niet voor personen met een FM-status.
410 In een aantal regio's vormt permanente woonregistratie echter een voorwaarde voor het
aankopen van onroerend goed.
411 Deze gevallen werden in Moskou gerapporteerd.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In veel regio's mogen werkgevers alleen mensen in dienst nemen die over
woonregistratie beschikken.
In Moskou geldt een regeling412 waarbij werkgevers die ongeregistreerde
werknemers in dienst hebben, een hoge boete opgelegd krijgen. Voorts zijn
gevallen bekend waarbij werkgevers door overheidsfunctionarissen onder druk
gezet werden geen Tsjetsjenen in dienst te nemen, dan wel hen te ontslaan.
Tsjetsjenen met woonregistratie ondervinden soms problemen bij het vinden van
werk doordat ze vaak bepaalde documenten, zoals het werkboekje, niet kunnen
overleggen omdat ze die niet mee hebben kunnen nemen bij hun vlucht uit
Tsjetsjenië. De grootste belemmering voor het vinden van werk is echter de
maatschappelijke discriminatie. 413 Na iedere aanslag gepleegd door Tsjetsjenen,
werden gevallen van ontslag gerapporteerd bij wijze van retaliatie tegen de
bevolkingsgroep als geheel en is de bereidheid om Tsjetsjenen in dienst te nemen,
verder afgenomen. Ook bij de overheid zijn om deze reden nauwelijks Tsjetsjenen
werkzaam (buiten Tsjetsjenië). Het komt soms voor dat werkgevers de moeilijke
situatie van Tsjetsjenen uitbuiten, door hen lagere lonen te betalen.
Voor wat betreft gezondheidszorg geldt dat overal in Rusland toegang bestaat tot
noodhulp, waarbij het niet uitmaakt of iemand in die gemeente geregistreerd
staat.414 Alleen mensen met een woonregistratie van minimaal 6 maanden voor de
regio waarin de zorginstelling zich bevindt, hebben gratis toegang tot overige
vormen van gezondheidszorg. Overigens moeten alle patiënten, ongeacht hun
etniciteit of vorm van woonregistratie, in de praktijk betalen voor gezondheidszorg
die gratis verstrekt behoort te worden. Het ziekenhuispersoneel probeert op deze
wijze, middels corruptie, hun lage salarissen aan te vullen.
Indien Tsjetsjenen problemen ondervinden wanneer zij medische zorg behoeven,
kunnen zij zich wenden tot het ministerie van Gezondheid, dat tot nu toe -voor
zover bekend- consequent, op effectieve wijze actie heeft ondernomen tegen
individuele misstanden.
Het Moskouse ministerie van Gezondheidszorg heeft in deze verslagperiode
burgers uit andere delen van Rusland, inclusief Tsjetsjenen, de mogelijkheid
gegeven zich bij een polikliniek in Moskou te laten registreren.415 Ook kan
doorverwijzing naar een ziekenhuis plaatsvinden, mits ook de Tsjetsjeense
412 Deze regeling is in strijd met de Arbeidswet.
413 Andere redenen dat Tsjetsjeense ontheemden dikwijls moeite hebben een baan te vinden, zijn
hun vaak gebrekkige beheersing van de Russische taal en hun doorgaans relatief lage
opleidingsniveau.
414 Ook in de praktijk krijgen mensen, ongeacht etniciteit of vorm van woonregistratie, altijd
toegang tot noodhulp. In een enkel geval vroegen artsen eerst om betaling of een bewijs van
verzekering voordat zij hulp wilden verlenen. In principe kunnen patiënten in het kader van
deze noodhulp maximaal 3 dagen gratis in het ziekenhuis verblijven.
415 Dergelijke registratie is meestal een jaar geldig.
89
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
vertegenwoordiging te Moskou de aanvraag ondersteunt.416 Tsjetsjenen die in
Moskou verblijven zonder enige vorm van registratie kunnen wel problemen
ondervinden bij de toegang tot gezondheidszorg.
In Sint Petersburg werd in februari 2004 gewerkt aan een speciale regeling, op
basis waarvan alle Tsjetsjenen toegang zouden krijgen tot gratis
gezondheidszorg.417
De Russische wetgeving en jurisprudentie geven iedere burger het recht onderwijs
te volgen, ook als zij niet over woonregistratie beschikken. In de praktijk is het
incidenteel, in een afgenomen aantal gevallen, voorgekomen dat scholen een kind
weigeren omdat de ouders geen registratie hebben. Na interventie door NGO's, de
gemeente of het ministerie van Onderwijs werden de kinderen altijd alsnog
toegelaten. Als gevolg van maatschappelijke discriminatie komt het voor dat
Tsjetsjeense kinderen door klasgenoten gepest worden; in het bijzonder worden zij
er mede op aangekeken wanneer Tsjetsjenen terroristische acties plegen, zoals het
gijzeldrama op de school in Beslan.418
In de vorige verslagperiode hebben de autoriteiten van de gemeente Moskou de
scholen geïnstrueerd om alle kinderen onderwijs te laten volgen. Tegelijkertijd
dient de school de politie in te lichten in gevallen waarin ouders niet over
registratie beschikken. In één opzicht is sprake van positieve discriminatie van
Tsjetsjenen: Moskou geeft jaarlijks een aantal Tsjetsjeense ontheemden de kans
gratis universitair onderwijs te volgen.
Alleen personen met een permanente woonregistratie, dan wel een tijdelijke
registratie voor minimaal 6 maanden, komen in aanmerking voor sociale
zekerheid, zoals kinderbijslag, de eenmalige uitkering bij geboorte van een kind,
bijstand, invalidenuitkering, werkloosheidsuitkering, pensioen en een gratis
ziektekostenverzekering. In enkele regio's worden uitkeringen alleen verstrekt aan
personen met een permanente woonregistratie.
416 Deze additionele voorwaarde van ondersteuning door de Tsjetsjeense vertegenwoordiging
geldt alleen voor burgers afkomstig uit de Tsjetsjeense regio; niet voor burgers uit andere
delen van Rusland. Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the
situation of Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 66-68.
417 Dezerzijds is niet bekend of deze regeling daadwerkelijk is geïmplementeerd.
418 Een niet onaanzienlijk aantal Tsjetsjeense ouders laten hun kinderen niet naar school gaan,
deels wegens de discriminatie waar hun kinderen op school aan bloot kunnen staan, deels
omdat de kinderen moeite hebben het onderwijs te volgen (ze spreken vaak slecht Russisch
en hebben in Tsjetsjenië veel onderwijs gemist), en deels omdat de ouders dikwijls zelf
slechts weinig onderwijs hebben genoten en er daardoor niet altijd evenzeer het belang van
inzien. Ook komt het voor (in ieder geval in Moskou) dat ongeregistreerde ouders hun
kinderen niet naar school durven laten gaan, omdat dan bij de politie bekend wordt waar zij
wonen.
90
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In de stad Pyatigorsk (regio Stavropol Krai) krijgen Tsjetsjeense ontheemden
meestal een tijdelijke registratie voor slechts 3 maanden, waardoor zij in die
regio's geen recht hebben op sociale zekerheid.
Ook in Moskou komt het voor dat Tsjetsjenen een woonregistratie voor meer dan
3 maanden geweigerd wordt. De meeste Tsjetsjenen in Moskou beschikken echter
over registratie voor minimaal 6 maanden, waardoor zij wel recht op sociale
zekerheid hebben. Dit geldt echter niet voor enkele speciale sociale
zekerheidsregelingen die uit de gemeentekas worden gefinancierd.419
In de praktijk wordt aan de legale koop van een woning of grond in een aantal
regio's de voorwaarde verbonden dat de kopers over permanente woonregistratie
beschikken. Zoniet, dan kunnen zij het risico lopen uit hun eigen huis gezet te
worden.
Ook komt het voor dat in de praktijk woonregistratie vereist is bij het aangaan van
een huwelijk.
De maximaal 1.000 Tsjetsjeense ontheemden die in tijdelijke
opvangvoorzieningen buiten de Noordelijke Kaukasus verblijven, zijn in de
verslagperiode in toenemende mate onder druk gezet terug te keren naar
Tsjetsjenië. Net als in de Noordelijke Kaukasus, geschiedde dit door een
combinatie van positieve en negatieve maatregelen. De druk was het grootst in de
Centraal-Russische regio's Voronezhskaya, Tambovskaya, Tverskaya en
Bryanskaya. 420
Zowel na de metrobom in Moskou in februari 2004 als na de golf van
terroristische acties in augustus/september zijn voorstellen gedaan om verblijf
zonder enige vorm van registratie veel harder aan te pakken.421 Onderzoek heeft
uitgewezen dat de terroristen doorgaans pas kort voor de door hen gepleegde
419 Alleen inwoners met een permanente woonregistratie in Moskou komen in aanmerking voor
extra bijstand voor grote gezinnen (bv. gratis eten op school). Sinds begin 2000 komen
gepensioneerden met een tijdelijke registratie niet in aanmerking voor pensioentoeslagen die
worden gefinancierd uit het gemeentelijk budget van Moskou. Hierbij wordt een uitzondering
gemaakt voor alleenstaande gepensioneerden en invaliden (met of zonder familie). In
gevallen waarin Tsjetsjenen vallend onder deze categorieën dergelijke bonussen niet
ontvangen hadden, kregen ze het geld in alle gevallen op een na alsnog, na interventie door
NGO's. Zie Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation
of Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 69-73.
420 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 48-53.
421 In februari werd door burgemeester Loezjkov wetgeving opgesteld die het mogelijk maakte
om arbitraire documentcontroles uit te voeren, boetes voor illegalen te verhogen en illegalen
uit te zetten. The Moscow Times, "Moscow mulls new migration laws" (13 februari 2004);
Zaindi Choltaev en Michaela Pohl, "Russia's `purge' of Chechens", in Boston Globe (14
maart 2004); Susan B. Glasser, "Harassment follows Moscow bombing", in Washington Post
(15 februari 2004). Dezerzijds is niet bekend of deze wet daadwerkelijk is geïmplementeerd.
91
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
aanslagen vanuit Tsjetsjenië in bijvoorbeeld Moskou zijn gearriveerd, zonder zich
daar te laten registreren. Thans verblijven naar schatting 1 miljoen mensen
(voornamelijk uit Centraal-Azië en de Zuidelijke Kaukasus) zonder registratie in
Moskou. Zowel de federale als de regionale autoriteiten zijn nu wetgeving aan het
opstellen om immigratie te beperken en registratieregels aan te scherpen. Zo heeft
burgemeester Loezjkov van Moskou voorgesteld registratie onmiddellijk na
aankomst verplicht te stellen, in plaats van alleen voor een verblijf van meer dan 3
dagen.422 De Moskouse gemeentesecretaris voor wetgeving Popov overweegt
registratie te vereenvoudigen en tegelijkertijd de boetes voor onder andere
werkgevers die "illegalen"423 in dienst nemen, te verhogen. Tevens pleitte hij voor
een verbod op toegang tot Moskou voor "bepaalde bevolkingsgroepen die
buitenproportioneel vaak bij misdaad zijn betrokken" (bedoeld werd
Tsjetsjenen).424 Zoals hieronder beschreven, wordt thans in ieder geval in Moskou
veel vaker tot uitzetting van "illegalen" besloten.425 Op 1 oktober stemde de
Doema voor 25-voudige verhoging (tot 25 keer het minimumloon) van de boete
voor personen zonder geldige identiteitspapieren of registratie. Ook werd begin
oktober het eerste uitzetcentrum voor illegale migranten in de regio Moskou
geopend.
Identiteitscontroles, huiszoekingen, detentie en mishandeling426
Op basis van de Politiewet mag een agent een burger alleen om identiteitspapieren
vragen indien er een gegronde verdenking bestaat dat de persoon in kwestie een
422 Kim Murphy, "Civil rights suffer as fear, anger grow in Russia", in Los Angeles Times (23
september 2004); Radio Free Europe (22 september 2004).
423 Het betreft zowel Russische staatsburgers die over geen enkele vorm van registratie
beschikken als buitenlandse migranten (meestal uit de Zuidelijke Kaukasus en Centraal-Azie)
zonder verblijfsvergunning.
424 Later veranderde hij dit in "iedere etnische groep die meer dan 10% van de bevolking
uitmaakt". Radio Free Europe, 8 september 2004.
425 Kim Murphy, "Civil rights suffer as fear, anger grow in Russia", in Los Angeles Times (23
september 2004).
426 Bronnen: Federal News Service, "Press conference with Human Rights Commissioner
Lukin", Ria Novosti (16 juni 2004); Scott Peterson, "Ethnic Chechens face revenge attacks in
Moscow" , in Christian Science Monitor (1 oktober 2004).; Amnesty International, "Russia:
EU policy should address human rights"" (19 maart 2004); Memorial Human Rights Center
en Migration Rights Network, "On the situation of Chechnya residents in the RF: June 2003-
May 2004" (2004); Amnesty International, "RF: statement on the situation of Chechen
asylum-seekers" (maart 2004); Klaus Amman, "Tschetschenien und die tschetschenische
Bevölkerung in de RF", voor Schweizerische Flüchtlingshilfe (24 mei 2004); US Department
of State, "Country Reports of human rights practices: Russia 2003", (februari 2004); Yulia
Latynina, "Police are at war with the Russian people", Moscow Times (11 augustus 2004);
Amnesty International, "Rough Justice: the law and human rights in the Russian Federation",
AI Index: EUR 46/077/2003 (2 oktober 2003); Human Rights Watch, "Briefing Paper on the
Situation of Ethnic Chechens in Moscow", (24 februari 2003); persberichten; internationale
waarnemers.
92
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
overtreding of misdrijf heeft begaan. Fouilleren en het doorzoeken van bagage is
alleen toegestaan indien er gerede verdenkingen bestaan dat de persoon in kwestie
wapens, explosieven of drugs bij zich heeft.427 Iemand die is aangehouden bij een
identiteitscontrole mag maximaal 48 uur worden vastgehouden. Daarna dient
voorgeleiding voor een procureur of rechter plaats te vinden.
De Moskouse autoriteiten achten het gerechtvaardigd alle Tsjetsjeens uitziende
personen aan te houden voor een identiteitscontrole, omdat de politie beschikt over
een lijst met circa 50 namen (zonder foto of beschrijving) van Tsjetsjeense
verdachten van aanslagen, waarmee aan het vereiste van "gerede verdenking" zou
zijn voldaan.428
In de praktijk worden mensen die uiterlijk herkenbaar zijn als afkomstig uit de
Kaukasus, veel vaker dan anderen aangehouden voor identiteitscontrole, wanneer
zij een agent passeren.429 Iemand die niet over de juiste papieren beschikt, kan een
boete krijgen of hetgeen veel minder vaak gebeurt- de gemeente uitgezet
worden.430 Ook worden Tsjetsjenen doorgaans gefouilleerd, worden hun tassen
doorzocht en worden zij ondervraagd over hun reden om in Moskou te zijn en
waar zij waren op het moment dat een bepaalde aanslag werd gepleegd. Daarnaast
verlangt de politie doorgaans steekpenningen. Personen die niet over registratie
beschikken, worden meegenomen naar het politiebureau voor nader verhoor, tenzij
zij de agenten voldoende steekpenningen betalen.
Het komt voor dat politieagenten in buurten of flats waarvan ze weten dat er veel
Tsjetsjenen wonen, aan huis controleren of de bewoners over de juiste registratie
beschikken. Ongeregistreerde bewoners en mensen die op een ander adres dan hun
daadwerkelijke woonadres geregistreerd staan, dienen dan steekpenningen te
betalen. Voorts wordt soms gedreigd met uitzetting.431
Gerichte huiszoekingen vinden eveneens met enige regelmaat plaats bij zowel
geregistreerde als ongeregistreerde Tsjetsjenen, geregeld ook zonder dat de politie
daartoe over de vereiste papieren beschikt. Deze huiszoekingen vinden doorgaans
op ruwe wijze plaats: het komt geregeld voor dat de bewoners agressief behandeld
worden en dat een deel van hun spullen wordt vernield of gestolen. Soms worden
bewoners meegenomen naar het politiebureau voor nader verhoor.
427 Art. 11 Politiewet van 1991.
428 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 61-62.
429 Onder andere bij de ingang van de metro en andere publieke gebouwen staan doorgaans
agenten.
430 Indien de persoon in kwestie Russisch staatsburger is, kan hij de gemeente uitgezet worden
(uitzetting van Tsjetsjenen naar hun plaats van herkomst, t.w. Tsjetsjenie, vindt niet plaats).
Buitenlanders zonder de juiste papieren kunnen naar hun land van herkomst worden uitgezet.
431 Dit geldt met name voor de regio's Moskou, Stavropol en Krasnodar.
93
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Tsjetsjenen worden regelmatig meegenomen naar het politiebureau voor nader
verhoor, zonder dat daar een duidelijke, legale aanleiding voor is.432 Dit geldt ook
voor personen die over registratie beschikken, mede doordat er veel valse
registratiebewijzen in omloop zijn.
Met name in de periode van verhoor en voorarrest op politiebureaus komt
mishandeling veelvuldig voor; bij Tsjetsjeense arrestanten nog vaker dan bij
anderen. Vaak worden de gedetineerden onder druk gezet om bepaalde misdaden
te bekennen. Volgens ombudsman Loekin, mensenrechtencommissaris Pamfilova
en lokale en internationale NGO's doet de regering nog niet genoeg om deze
excessen te bestrijden en te bestraffen.
De politiepraktijk om bewijzen te falsificeren door zogenaamd bij het fouilleren
van de gedetineerde drugs, wapens of explosieven aan te treffen, is in de
verslagperiode afgenomen en komt nog slechts incidenteel voor.433 Vaak kan de
familie door steekpenningen te betalen een aanklacht voorkomen of in ernst doen
afnemen, dan wel vroegtijdige vrijlating regelen.
In de afgelopen acht jaar heeft 50-80% van de 1,8 miljoen Russische
politieagenten minimaal een aantal maanden in Tsjetsjenië gediend. Sinds 1999
zijn 1.100 agenten daar omgekomen en is een veelvoud gewond geraakt. Veel
agenten hebben in Tsjetsjenië deelgenomen aan de grootschalige
mensenrechtenschendingen die daar ongestraft gepleegd worden. Tegelijkertijd
hebben ook zijzelf veel ellende meegemaakt en kameraden verloren. Zij keren
terug uit Tsjetsjenië vol gevoelens van haat, bitterheid, agressie en depressie. Met
name door dit zogenaamde Tsjetsjenië-syndroom heeft de politie zich in de
afgelopen jaren steeds vaker schuldig gemaakt aan corruptie, een ruwe, agressieve
behandeling van burgers, onrechtmatige huiszoekingen en detentie en
432 Overigens overkomt dit ook geregeld andere bevolkingsgroepen. Tijdens een enquête in 12
grote steden antwoordde 46% in de afgelopen 2-3 jaar wel eens onrechtmatig aangehouden
en gefouilleerd te zijn. 45% stelde dat de politie om smeergeld vroeg. 39% meldde gevallen
waarin de politie had nagelaten of geweigerd actie te ondernemen. 25% stelde wel eens te
zijn mishandeld door de politie. Alexander Kolesnichenko, "Personal experience", Novye
Izvestia (21 mei 2004).
433 Er is thans zeker geen sprake meer van aanmoediging van dergelijke praktijken door hogere
functionarissen, zoals in eerdere jaren net na grote aanslagen wel een paar keer het geval is
geweest. In geval bewijs wordt gefalsificeerd, is dit thans meestal omdat agenten niet willen
toegeven dat zij iemand ten onrechte hebben gearresteerd op verdenking van terroristische
activiteiten. De aanklachten betreffen dan relatief lichte vergrijpen, zoals drugsbezit.
Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 58-64, 75-84.
94
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
mishandeling van arrestanten. Iedere Rus kan hier slachtoffer van worden, maar
Tsjetsjenen lopen een aanzienlijk hoger risico.434
In de vorige verslagperiode waren het vooral mannen die werden gecontroleerd en
vastgehouden; in deze periode liepen daarentegen vrouwen het meeste risico,
wegens de opkomst van de vrouwelijke zelfmoordterroristen.
In augustus 2003 werd in Moskou operatie "Fatima" uitgevoerd, waarbij de politie
op systematische wijze talloze jonge, Tsjetsjeense vrouwen en hun buren,
huurbazen, werkgevers en collega's ondervroeg, teneinde te onderzoeken of zich
onder de vrouwen potentiële "zwarte weduwen" bevonden. In december 2003
vonden wederom op grote schaal ondervragingen plaats van vrouwen, op zoek
naar de vrouwelijke handlanger van de zelfmoordterrorist voor hotel National.435
Hetzelfde gebeurde in augustus 2004, toen werd gezocht naar de huisgenote van
drie zelfmoordterroristen.436
Op 26 augustus 2003 vielen in Krasnodar enkele doden bij een bomaanslag, die
volgens de autoriteiten werd gepleegd door Tsjetsjeense rebellen. Vervolgens zou
de politie geïnstrueerd zijn om alle Tsjetsjenen die ze konden vinden te arresteren
op basis van ongeacht welke beschuldigingen, zonder toegang tot een advocaat te
verlenen. In het kader van deze campagne, die duurde van 30 augutus tot 4
september 2003, werden onder andere zes Tsjetsjeense rechtenstudenten
aangehouden bij controle van identiteitspapieren, dan wel bij doorzoeking van hun
kamer op de campus.437 Zij werden beschuldigd van vandalisme volgens
Memorial zonder enige grond- en zonder voorgeleiding door de politierechter tot
5-10 dagen detentie veroordeeld. Na hun vrijlating zou dit proces zich
onmiddellijk weer herhaald hebben en werden betrokkenen wederom tot 5-10
dagen detentie veroordeeld, hetgeen zij afkochten voor 1.500 roebel per
persoon.438
In Moskou heeft de wijkpolitie opdracht alle in de wijk woonachtige Tsjetsjenen
nauwlettend in de gaten te houden en regelmatig over hen te rapporteren. Indien in
434 Susan B. Glaser, "Chechnya duty hardens Russian police", Washington Post (28 november
2003); Yulia Latynina, "Police are at war with the Russian people", Moscow Times (11
augustus 2004); Amnesty International, "Rough Justice: the law and human rights in the
Russian Federation", (2 oktober 2003).
435 Alex Fak, "Police hunt for bomb suspect", The Moscow Times (11 december 2003).
436 Zij werd echter niet tijdig gevonden: een week na de aanslagen op de vliegtuigen pleegde zij
een vierde zelfmoordaanslag. Zie paragraaf 2.4.
437 De studenten studeerden met een beurs van het Tsjetsjeense ministerie van Binnenlandse
Zaken en werden opgeleid om een aandeel te kunnen leveren in de"anti-terroristische
operatie" in Tsjetsjenie.
438 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 53-54.
95
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
een wijk ongeregistreerde Tsjetsjenen verblijven, krijgt het hoofd van de
wijkpolitie problemen met zijn superieuren.439
Begin 2004 vonden de operaties Hurricane-4 en Whirlwind Anti-Terror plaats. 440
Hierbij kreeg de politie in de grote steden van Rusland opdracht alle Tsjetsjenen in
hun district te ondervragen, informatie te verzamelen over alle inwoners afkomstig
uit de Noordelijke Kaukasus en verdachte personen te arresteren.441 Op
systematische wijze werden duizenden Tsjetsjenen op politiebureaus ondervraagd.
Tevens moesten zij vingerafdrukken laten nemen en formulieren invullen.442 Ook
ging de politie bij hun buren, collega's, verhuurder en andere bekenden langs om
informatie te verzamelen.443
Na de golf van aanslagen in augustus/september 2004444 werden overal in Rusland
Tsjetsjenen en vaak ook andere "Kaukasiërs" gearresteerd. 445 In Moskou werd op
15 en 16 september een "veegactie" gehouden waarbij iedereen met een
Kaukasisch uiterlijk bij identiteitscontroles op straat werd aangehouden. Zelfs
indien de papieren in orde leken, werden Tsjetsjenen (en vaak ook bijvoorbeeld
Ingoesjeten en Dagestanen) meegenomen naar het politiebureau voor verdere
ondervraging. Meer dan 11.000 mensen werden gearresteerd, waarvan 6.781
Russische staatsburgers (veelal afkomstig uit de Kaukasus) en 4.377 buitenlanders
(meestal uit Centraal-Azië en de Zuidelijke Kaukasus). 446 Voorts werden circa
439 Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, "On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004), p. 63-64.
440 In Moskou vonden dergelijke campagnes overigens ook daarvoor al plaats, na iedere aanslag
die daar gepleegd werd door Tsjetsjeense terroristen.
441 In het kader van operatie Whirlwind werden in Moskou op 27 februari en 3 maart ook
tientallen moskeebezoekers gearresteerd, omdat de twee moskeeën in kwestie volgens de
autoriteiten de radicale islam aanhingen. Zaindi Choltaev en Michaela Pohl, "Russia's
`purge' of Chechens", in Boston Globe (14 maart 2004).
442 In de formulieren wordt o.a. gevraagd wat betrokkene in zijn woomplaats doet, wat de namen
en adressen van al zijn familieleden (in brede zin) zijn, hoe die familieleden in hun
onderhoud voorzien, waar betrokkene was ten tijde van aanslagen en wie als getuigen dat
"alibi" kunnen bevestigen.
443 Zaindi Choltaev en Michaela Pohl, "Russia's `purge' of Chechens", in Boston Globe (14
maart 2004); Susan B. Glasser, "Harassment follows Moscow bombing", in Washington Post
(15 februari 2004).
444 De metrobom in Moskou, de aanslagen op 2 vliegtuigen en het gijzeldrama in Beslan. Zie
bijlage 1.
445 Zo werden in Moskou twintig Tsjetsjeense bouwvakkers die werkten aan de renovatie van
scholen, voor ondervraging gearresteerd (in Beslan waren tijdens de renovatie wapens en
explosieven verborgen). NRC Handelsblad, "Tsjetsjeense bouwvakkers worden verdacht" (14
september 2004).
446 Naar schatting van de FSB verblijven in Moskou ongeveer 1 miljoen ongeregistreerde
personen (vooral uit Centraal-Azië en de Zuidelijke Kaukasus). Kim Murphy, "Civil rights
suffer as fear, anger grow in Russia", in Los Angeles Times (23 september 2004); Radio Free
Europe (22 september 2004).
96
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
2.500 mensen gearresteerd in de buitenwijken van Moskou. Op 23 september
waren bijna 900 arrestanten uitgezet, onduidelijk is waarheen precies.
In enkele gevallen werden de registratiepapieren van Tsjetsjenen bij controle aan
huis ingenomen, waardoor zij risico lopen te worden gearresteerd en uitgezet.
In oktober verklaarde de procureur-generaal van de Russische Federatie, Ustinov,
dat het mogelijk zou moeten zijn familieleden van (vermeende) terroristen te
detineren. Ondanks harde kritiek van verschillende politici en
mensenrechtenorganisaties, is Ustinov voornemens hiertoe een wetsvoorstel in te
dienen. In dit kader wordt thans in ieder geval één Tsjetsjeen gedetineerd in een
Moskouse gevangenis, volgens mensenrechtenorganisaties enkel en alleen omdat
zij de vriendin is van een vermeende Tsjetsjeense rebel.447
Racistisch geweld448
De vele aanslagen in de afgelopen anderhalf jaar hebben discriminatie en racisme
sterk aangewakkerd, met name onder jongeren. Het aantal gewelddadige
incidenten is de afgelopen jaren gegroeid, evenals het aantal aanhangers van
racistische groepen als de `Kozakken'449 en skinheads450. Niet alleen Tsjetsjenen,
maar ook andere groepen worden hier slachtoffer van. Het betreft met name
andere Kaukasus-volkeren, Centraal-Aziaten, Roma en buitenlandse
kleurlingen.451
De federale regering startte in 2001 een vijfjarig programma voor de bevordering
van tolerantie.452 Het programma behelst onder andere een hotline, speciale
447 Ook werden tijdens de gijzelingscrisis in Beslan tientallen familieleden van Maskhadov
gearresteerd in Tsjetsjenië met als doel Maskhadov er toe te bewegen de gijzelnemers te
bevelen hun actie te staken. Zij zijn na afloop van de gijzeling weer vrijgelaten. Nabi
Abdullaev, "Ustinov: Detain terrorists' relatives", the Moscow Times (1 november 2004).
448 Bronnen: Russian NGOs, "An NGO report to the UN on the Russian compliance with the
Convention on the Elimination of all Forms of Racial Discrimination" (december 2002); Kim
Murphy, "Civil rights suffer as fear, anger grow in Russia", in Los Angeles Times (23
september 2004); Scott Peterson, "Ethnic Chechens face revenge attacks in Moscow" , in
Christian Science Monitor (1 oktober 2004).; Memorial Human Rights Center en Migration
Rights Network, "On the situation of Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004"
(2004); Amnesty International, "RF: statement on the situation of Chechen asylum-seekers"
(maart 2004); Klaus Amman, "Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in de
RF", voor Schweizerische Flüchtlingshilfe (24 mei 2004); US Department of State, "Country
Reports of human rights practices: Russia 2003", (februari 2004); Amnesty International,
"Rough Justice: the law and human rights in the Russian Federation", AI Index: EUR
46/077/2003 (2 oktober 2003); Human Rights Watch, "Briefing Paper on the Situation of
Ethnic Chechens in Moscow", (24 februari 2003); persberichten; internationale waarnemers.
449 Met name in het zuiden van Rusland (Stavropol en Krasnodar).
450 Met name in grote steden als Moskou en St. Petersburg.
451 In mindere mate ondervinden ook joden en in nog mindere mate- blanke buitenlanders de
gevolgen van het toenemend racisme.
452 Mensenrechtencommissaris Pamfilova en NGO's waren verbijsterd toen de regering
afgelopen juli aankondigde financiering per 1 januari 2005 te zullen beëindigen. Als gevolg
97
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
rechtshulpkantoren voor slachtoffers van discriminatie en cursussen op scholen en
universiteiten. Tot nu toe heeft het programma weinig succes, deels doordat onder
de overheidsfunctionarissen zelf racisme te wijdverbreid is om hard voor het
succes van het programma te werken.453 Herhaaldelijk hebben NGO's en de
mensenrechtencommissie van Ella Pamfilova kritiek geuit op het veelvuldig
voorkomen van discriminatoire uitspraken van hoge functionarissen en de lakse
wijze waarop de autoriteiten optreden tegen racistische misdaden.454 Overigens
heeft president Poetin herhaaldelijk opgeroepen tot verdraagzaamheid en een
harde aanpak van xenofobie.455
In Moskou is het aantal leden van racistische groeperingen als de skinheads in de
afgelopen vijf jaar met 30% gestegen tot circa 20.000.456 In heel Rusland zijn er
meer dan 35.000 skinheads, waaronder 5.500 in Moskou en 3.000 in Sint
Petersburg.457 Onder de bevolking bestaat niet veel steun voor deze extremisten:
60% is tegenstander van skinheads en 4,6% sympathiseert met hen.458
Na het gijzeldrama in Beslan vonden op vele plaatsen in Rusland incidenten plaats
waarbij mensen met een Kaukasisch uiterlijk, maar ook Aziaten en Afrikanen
werden uitgescholden, lastig gevallen en soms zelfs in elkaar geslagen of
vermoord, voornamelijk door groepen racistische jongeren.459
van de protesten werd de beslissing teruggedraaid. Het programma zal nu zelfs worden
uitgebreid en verlengd tot 2010.
453 Zo kwam geen enkele Moskouse politieagent opdagen bij een cursus in april 2004 over
etnische verdraagzaamheid. Medewerkers van de paspoortbureaus en het OM waren wel
aanwezig. (Izvestiya, 23 april 2004).
454 Uit onderzoek is gebleken dat in gevallen dat de autoriteiten vervolging instelden op grond
van wetsbepalingen die discriminatie, aanzet tot haat en racistisch of religieus geweld
verbieden, het veel vaker islamitische extremisten betrof dan etnisch Russische skinheads.
RFE/RL Newsline (17 augustus 2004).
455 O.a. Interfax van 29 september en 19 oktober 2004.
456 Mark MacKinnon, "Where are you, Mr Nigger?", The Globe and Mail (31 januari 2004).
457 The Times, "Skinheads blamed for race crimes in Russia" (18 februari 2004).
458 Mark Sandomirsky, Valery Solovei en Leonty Byzov, "Is the Kremlin training nationalists?",
Novaya Gazeta (11-13 oktober 2004).
459 Een aantal voorbeelden: Op 18 september 2004 werden 4 Kaukasische mensen in de
Moskouse metro door 50 jongeren zo erg in elkaar geslagen dat ze zwaar gewond zijn
geraakt. In oktober begon het proces tegen 7 jongeren die bij een aanval op een Romakamp in
september '04 een meisje van 6 doodden en kinderen van 5 en 1,5 ernstig verwondden. Begin
oktober werd in St. Petersburg een Vietnamese student vermoord door 14-15 jongeren,
waarvan er 6 zijn gearresteerd. In Voronezh sloegen twee tieners een Keniaanse student in
elkaar. O.a. Gert-Jan Rohmensen, "Kaukasus: een leppendeken en overal rebellen", in Trouw
(8 september 2004); EU Newsletter no. 39 (15 oktober 2004); Scott Peterson, "Ethnic
Chechens face revenge attacks in Moscow" , in Christian Science Monitor (1 oktober 2004).
98
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Rechtsgang460
De nieuwe wet inzake strafprocesrecht van 1 juli 2002 heeft een aanzienlijke
verbetering gebracht. Het strafrechtelijk stelsel is in deze verslagperiode verder
gemoderniseerd en gehumaniseerd door additionele nieuwe strafwetgeving die op
8 december 2003 door president Poetin werd ondertekend. Dankzij deze nieuwe
wetgeving kan onder andere marteling effectiever worden vervolgd.461
Ondanks enige verbeteringen, geldt in algemene zin nog steeds dat de Russische
rechters conform oude sovjetgebruiken vrijwel altijd de eis van het Openbaar
Ministerie zullen honoreren.462 Bovendien is in het afgelopen jaar de invloed van
de uitvoerende macht op de rechterlijke macht toegenomen. Verreweg de meeste
rechtszaken die door Tsjetsjenen waren aangespannen om vaak met de hulp van
lokale NGO's hun recht te halen, zijn door hen verloren, zelfs wanneer zij over
duidelijke bewijzen beschikten om hun zaak te ondersteunen. Ook in gevallen van
ernstige maatschappelijke discriminatie wordt in een meerderheid van de gevallen
geen adequate actie ondernomen door de autoriteiten. Zelfs gewelddadige
racistische aanvallen worden doorgaans afgedaan als vandalisme door een paar
dronken tieners, ook al strookt dat beeld niet met de werkelijkheid.
In de enkele zaken waren slachtoffers in staat onomstotelijk te bewijzen dat zij
door de politie waren mishandeld of dat de politie bewijs tegen hen had
gefalsificeerd. Zelfs in die gevallen werden de betrokken politieagenten echter niet
of nauwelijks bestraft. Het komt ook voor dat functionarissen weigeren een vonnis
ten uitvoer te brengen, waarbij de rechter bijvoorbeeld had geoordeeld dat aan
betrokkene alsnog woonregistratie verleend diende te worden. Er is regelmatig
460 Bronnen: Mosnews, "Less than 1% of trials in Moscow end in acquittals" (12 december
2004); PRNewswire, "Russian judges come under tighter Kremlin control" (21 oktober
2004); Federal News Service, "Press conference with Human Rights Commissioner Lukin",
Ria Novosti (16 juni 2004); Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network,
"On the situation of Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004" (2004); Amnesty
International, "RF: statement on the situation of Chechen asylum-seekers" (maart 2004);
Klaus Amman, "Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in de RF", voor
Schweizerische Flüchtlingshilfe (24 mei 2004); US Department of State, "Country Reports of
human rights practices: Russia 2003", (februari 2004); Amnesty International, "Rough
Justice: the law and human rights in the Russian Federation", AI Index: EUR 46/077/2003 (2
oktober 2003); Human Rights Watch, "Briefing Paper on the Situation of Ethnic Chechens in
Moscow", (24 februari 2003); persberichten; internationale waarnemers.
461 Olga Shepeleva, "Russian law amended to include a definition of torture", Memorial-
EHRAC Bulletin nr. 1 (zomer 2004); Yuri Kolesov, "The Duma revises the criminal law in a
liberal way" , Vremya Novostei (19 november 2004); Itar-Tass 339, "Russia humanises
criminal legislation step by step" (10 december 2003).
462 Minder dan een half procent van de strafzaken eindigt in vrijspraak of ontslag van verdere
rechtsvervolging.
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
succes geboekt bij het aanvechten van lagere, discriminerende regelgeving.463 Ook
hierbij geldt echter dat de vonnissen niet altijd (geheel) werden uitgevoerd.
In de praktijk proberen slechts weinig Tsjetsjenen hun recht te halen door een
klacht in te dienen en -indien dat geen resultaat oplevert- een rechtszaak aan te
spannen. De kans op succes is immers gering en het vereist veel moed,
doorzettingsvermogen, geld en een grote mondigheid. Vooral ongeregistreerde
Tsjetsjenen deinzen bovendien terug voor het indienen van een klacht, omdat zij
en hun familie dan extra problemen kunnen krijgen met de politie of andere
personen of instanties waartegen de klacht was gericht.
Bij politie en rechters is de corruptie nog steeds groot, waardoor het vaak mogelijk
is om door betaling van steekpenningen gerechtelijke vervolging af te kopen,
vrijgesproken te worden of een lichtere straf te krijgen.
Eén onderzoeker meldde dat rechters Tsjetsjeense criminelen altijd de zwaarst
mogelijke straf opleggen.464
463 Het betreft onder andere de lagere regelgeving waarin ongeoorloofde voorwaarden werden
verbonden aan de vestigingsvrijheid en het recht op onderwijs en gezondheidszorg.
464 Het betreft Klaus Amman, "Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in der
RF", voor Schweizerische Flüchtlingshilfe (24 mei 2004), p. 21-22.
100
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
5 Specifieke groepen
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk zal aandacht geschonken worden aan enkele specifieke groepen.
De systematiek van de militaire dienstplicht wordt uiteengezet. Tevens zullen de
etnische minderheden in Tsjetsjenië de revue passeren. Als laatste zal kort worden
ingegaan op de leefomstandigheden van minderjarigen in Tsjetsjenië.
5.2 Militaire dienstplicht in de Russische Federatie465
5.2.1 Oproepsystematiek
Alle burgers van de Russische Federatie kunnen in principe worden opgeroepen
hun militaire dienstplicht te vervullen. Persoonsgegevens worden opgenomen in
het Militair Register. Militaire Commissariaten zijn verantwoordelijk voor het
bijhouden van dit register. De vervulling van de militaire dienstplicht duurt in het
algemeen twee jaar. De regering is voornemens met ingang van 2008 de diensttijd
terug te brengen tot een jaar, maar tegelijkertijd strenger te worden met het
verlenen van uitstel of vrijstellingen.466
Jongens worden van 1 januari tot 31 maart van het jaar waarin zij 17 worden
uitgenodigd te verschijnen voor een `plaatsingscommissie'. Deze commissie
besluit of iemand om lichamelijke of geestelijke gezondheidsredenen niet in het
register wordt opgenomen. Meisjes die op school militaire vorming krijgen
worden wel in het register opgenomen maar niet opgeroepen voor dienst. Eigenlijk
zouden alle leerlingen van de middelbare scholen de laatste twee jaren een
algemene militaire vorming moeten krijgen, maar dit gebeurt, in tegenstelling tot
vroeger, lang niet overal meer.
Het besluit of mannen die zijn opgenomen in het Militair Register daadwerkelijk
worden opgeroepen, wordt genomen na het bereiken van de 18-jarige leeftijd en
verschijning voor de `Oproepcommissie'. Een medische keuring maakt onderdeel
uit van de selectie. Een aantal categorieën krijgen vrijstelling van dienstplicht,
enkele andere categorieën uitstel.467 Twee keer per jaar vindt vervolgens een
465 Bronnen: Informationsverbund Asyl / ZDWF e.V. Asylmagazin 3 / 2003; The Moscow
Times, "Legal loophole riles military" (28 januari 2003).
466 RBC, "Draftees won't be sent to Chechnya" (17 augustus 2004).
467 zie hiervoor paragraaf 5.2.3
101
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
oproep plaats voor vervulling van de dienstplicht: de voorjaarslichting, die tussen
1 april en 30 juni wordt opgeroepen, en de najaarslichting, die tussen 1 oktober en
31 december wordt opgeroepen. In de praktijk wordt slechts circa 10% van alle
dienstplichtigen opgeroepen.468 Zij die opgenomen worden in de Russische
krijgsmacht, krijgen direct te horen in welke eenheid ze zullen gaan dienen.
Tijdens de dienstperiode krijgen dienstplichtigen een zeer lage soldij en worden ze
sterk in hun bewegingsvrijheid beperkt. Nieuwe rekruten worden onderworpen aan
vernederingen en geweld door de al langer dienende soldaten en officieren.469
5.2.2 Militaire documenten
In de Russische Federatie, net als in de Sovjet-Unie, ontvangen militairen bij
indiensttreding een militair identiteitsbewijs. Dienstplichtigen ontvangen een
zogenaamd vojennij biljet, beroepsmilitairen ontvangen een zogenaamd
oedostoverenie litsjnosti.470
Tot 1 oktober 1997 diende men bij indiensttreding het binnenlands paspoort in te
leveren, waarna men in bezit werd gesteld van het militaire identiteitsbewijs. Bij
het afzwaaien van een dienstplichtige werd in het binnenlands paspoort vermeld
dat betrokkene zijn diensttijd had vervuld. Betrokkene kreeg vervolgens zijn
binnenlands paspoort weer terug. Sinds 1 oktober 1997 behoudt men bij
indiensttreding het binnenlands paspoort. Bij het afzwaaien wordt echter nog
steeds in het binnenlands paspoort vermeld dat iemand zijn militaire dienstplicht
heeft vervuld.
Het militaire identiteitsbewijs blijft in bezit van de dienstplichtige voor
mobilisatiedoeleinden en herhalingsoefeningen. In het militaire identiteitsbewijs
staan de personalia, de militaire status en de militaire specialiteit vermeld. Tevens
wordt de etniciteit vermeld. Bij pensionering levert een beroepsmilitair zijn
oedostoverenie litsjnosti in en krijgt hij een pensionnoe oedostoverenie
(pensioenbewijs).
Reservisten zijn verplicht zich in geval van verhuizing aan te melden bij het
militaire commissariaat in de nieuwe woonplaats.
468 Bij de voorjaarslichting van 2004 bijvoorbeeld, werden 166.050 dienstplichtigen opgeroepen,
9,5% van het aantal jongemannen dat naar leeftijd in dienst zou moeten.
469 Dit staat in de Russische Federatie bekend onder de term 'dedovsjtsjina'. Zie hierover Human
Rights Watch, vol. 16, no. 8D, "The wrongs of passage" (oktober 2004). Zie paragraaf 2.5
voor meer informatie over de situatie in het leger.
470 Dienstplichtigen zijn in de Russische Federatie soldaat of onderofficier, terwijl
beroepsmilitairen vrijwel altijd officier of praporsjtsjik (vergelijkbaar met de Nederlandse
adjudant) zijn.
102
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
5.2.3 Uitstel en vrijstelling
Uitstel krijgen tijdelijk medisch afgekeurden (1 jaar uitstel), zij die permanent
naaste familieleden verzorgen (onder voorwaarden), zij die een kind hebben dat
zonder moeder wordt opgevoed, zij die twee of meer kinderen hebben of een kind
jonger dan drie jaar, zij die na de studie meteen zijn gaan werken bij een
staatsinstelling die genoemd is in een lijst vastgesteld door de regering (voor de
duur van die baan), zij die na hun opleiding dienen bij organen van het ministerie
van Binnenlandse Zaken, de belastingpolitie en de douane (voor de duur van de
dienst aldaar). Verder hebben uitstel zij die in het hoger en voortgezet onderwijs
studeren (voor de duur van de studie) en zij die per presidentieel decreet uitstel
hebben gekregen. Mannen van 18 tot 27 jaar die afgestudeerd zijn aan hogere
scholen waaraan ook een militaire leerstoel verbonden is, hoeven daarna, als zij
daar lessen hebben gevolgd, meestal slechts twee maanden aan veldoefeningen
deel te nemen en zwaaien dan als reserveluitenant af.
Vrijstelling krijgen onder andere geheel of gedeeltelijk medisch afgekeurden,
beroepsmilitairen, zij die alternatieve dienstplicht hebben gedaan, zij die in een
ander land militair zijn geweest, kandidaat of doctor in de wetenschappen zijn en
zij wier ouders, broer of zuster in verband met het uitvoeren van militaire dienst is
omgekomen. Tevens worden uitgezonderd van het vervullen van dienstplicht
personen die reeds militair zijn, zij die permanent buiten de Russische Federatie
woonachtig zijn, personen tegen wie een gerechtelijk vooronderzoek loopt,
personen die een gevangenisstraf uitzitten en zij die een strafblad hebben.
Drugsverslaafden worden standaard afgekeurd.
5.2.4 Alternatieve dienstplicht471
Indien een burger gewetensbezwaren heeft tegen het dragen van wapenen, heeft
hij volgens artikel 59 van de Russische Grondwet het recht om alternatieve
dienstplicht te vervullen. Op 10 juli 2002 heeft de Doema de Wet op de
Alternatieve Dienstplicht aangenomen, waarna op 1 januari 2004 deze wet van
kracht is geworden. Op basis van de nieuwe wet hebben mannen onder bepaalde
voorwaarden het recht voor alternatieve dienstplicht te kiezen. Voor degenen die
als burgerpersoneel bij een militaire eenheid gaan werken, zal de alternatieve
dienst 36 maanden duren indien zij geen hoger onderwijs hebben gevolgd en 18
maanden indien dat wel het geval is. Voor degenen die hun dienst vervullen bij
medische, sociale of welzijnsorganisaties, zal de dienst 42 respectievelijk 21
maanden duren.472 De wet werd in mei 2004 verder uitgewerkt in een regeling,
`On the procedure for undergoing of the alternative civil service'.473
471 Interfax-berichten van 5 juli, 24 september, 30 september, 1 oktober, 5 oktober, 6 oktober
2004; Izvestiya (1 oktober 2004); Nezavisimaya Gazeta (22 juli 2004).
472 Onder andere: Informationsverbund Asyl / ZDWF e.V. Asylmagazin 3 / 2003.
473 UNHCR, "Operations Situation Report" (juni 2004).
103
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Iedereen die in aanmerking wil komen voor alternatieve dienstplicht dient dit
minimaal een half jaar voor de dienstplichtdatum kenbaar te maken bij zijn
oproepcommissie. Om deze reden kon de voorjaarslichting van 2004 formeel nog
geen beroep doen op de Wet op de Alternatieve Dienstplicht. Via de rechter heeft
een aantal dienstplichtigen van deze lichting echter alsnog alternatieve dienst
kunnen afdwingen.
Tussen 1 april en 30 juni 2004 bekeken de oproepcommissies 270 aanvragen en
rechterlijke beslissingen van de afgelopen jaren inzake alternatieve dienstplicht.
Van de 270 personen mochten er 83 alternatieve dienstplicht vervullen474, 155
personen werden vrijgesteld of kregen uitstel, en 32 personen kwamen niet
opdagen op het meldpunt.
Voor de najaarslichting 2004 hebben de oproepcommissies in totaal 1530
aanvragen voor alternatieve dienstplicht ontvangen.475
Degenen die alternatieve dienstplicht vervullen zijn in de praktijk veelal werkzaam
voor de Federale Dienst voor Speciale Constructie (militaire objecten e.d.) en bij
defensie-gerelateerde bedrijven. Daarnaast werken ze in fabrieken, als veehouder
of tractorbestuurder op boerenbedrijven, als verplegers in psychiatrische
ziekenhuizen of in bejaarden- en verpleegtehuizen.
5.2.5 Dienstplichtontduiking
Dienstplichtontduiking komt veelvuldig voor in de Russische Federatie. Uit
officiële cijfers blijkt dat het aantal ontduikers de laatste jaren fors is
toegenomen.476 Schattingen geven aan dat in de afgelopen jaren circa 30 procent
van de dienstplichtigen de dienstplicht wist te ontduiken door creatief om te gaan
met de verschillende mogelijkheden legaal uit dienst te blijven. Zo is het mogelijk
keuringsartsen om te kopen. Bedragen hiervoor variëren. Sommige ouders slagen
er in hun kinderen in te kopen477 in een instituut van hoger onderwijs met een
militaire leerstoel, waardoor slechts twee maanden hoeft te worden deelgenomen
aan veldoefeningen.478 Normaal gesproken dient men een toelatingsexamen te
doen voor een dergelijke opleiding.
474 Drie van deze 83 zijn sindsdien gedeserteerd.
475 Ter vergelijking: voor de najaarslichting 2004 werden in totaal 176.393 dienstplichtigen
opgeroepen.
476 Van 1.051 in 1999 en 2.834 in 2000 tot 7.234 in 2001. The Moscow Times, "Legal loophole
riles military" (28 januari 2003).
477 Inkopen in plaats van het afleggen van een toelatingsexamen
478 Zoals gemeld in paragraaf 5.2.3.
104
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Sinds enkele jaren wordt een maas in de wet voor politie en brandweer door vele
dienstplichtigen gebruikt teneinde dienstplicht in het leger te ontlopen.479 Indien
dienstplichtigen zich vrijwillig aanmelden bij politie of brandweer voor een
periode van twee jaar hoeft na afloop van deze periode niet meer te worden
gediend in het leger. Gezien het feit dat bij de politie een tekort aan agenten heerst,
worden dergelijke vrijwilligers door de politie verwelkomd.
Het ministerie van Defensie meent dat het zich vrijwillig aanmelden bij andere
diensten in strijd is met de Wet op de Militaire Dienstplicht. In deze wet wordt
gemeld dat het leger als eerste overheidsdienst kandidaten mag selecteren uit het
aanbod dienstplichtigen.480 Het Defensie-comité van de Doema heeft als reactie
hierop aangegeven dat gewerkt wordt aan een wetsvoorstel dat de onderlinge
tegenstrijdigheden in de huidige wetgeving moet wegnemen.
Door het vrijwillig aanmelden bij politie en brandweer, een slecht functionerend
oproepbeleid, een slechte gemiddelde gezondheid onder jongeren, zeer ruim
toegepaste uitzonderingsgronden voor vervulling van de dienstplicht, corruptie,
nepotisme en de (illegale) mogelijkheid tot afkopen van de dienstplicht vervulde in
de afgelopen jaren slechts ongeveer 10-12 procent van een jaargang
dienstplichtigen daadwerkelijk de militaire dienst.481
5.2.6 Dienstweigeraars en deserteurs
Ook in deze verslagperiode zijn, net als in de vorige periode, geen wezenlijke
veranderingen opgetreden ten aanzien van de bestraffing van dienstweigeraars en
deserteurs. Russische dienstweigeraars en deserteurs vallen onder de civiele
wetgeving van de Russische Federatie. Desertie is geregeld in het Wetboek van
Strafrecht van 1 januari 1997, sectie 10, hoofdstuk 33, art. 338, dienstweigering in
art. 328.
Bovengenoemde artikelen bepalen twee strafmaten:
1. In het geval dat een persoon een militaire eenheid of gebouw ongeoorloofd
verlaat met het doel de militaire dienstplicht te ontlopen, of als hij geen gevolg
geeft aan een oproep voor militaire dienst, staat daarop een gevangenisstraf van
maximaal 7 jaar;
2. Op desertie van personen aan wie in het kader van de militaire dienstplicht reeds
een wapen is uitgereikt, staat een gevangenisstraf variërend van 3 tot 10 jaar.
479 Werd de mogelijkheid te dienen bij de politie in 1999 nog door slechts 656 jongemannen
gebruikt, sinds 2002 zijn dit gemiddeld 4.500 dienstplichtigen per jaar.
480 The Moscow Times,"Legal loophole riles military" (28 januari 2003).
481 Vladmir Shlapentokh, "The Russians reaction to the country's demographic decline" (7
september 2004); CPCD-Moscow, "Military reform and transparency update".
105
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Met betrekking tot de eerste categorie geldt een uitzonderingsclausule voor
bijzondere gevallen waarbij mogelijk geen criminele vervolging plaats vindt.
Dienstplichtontduiking kan daarnaast tevens met geldboetes bestraft worden. Ook
komt het voor dat deserteurs en dienstweigeraars ingezet worden in strafbataljons
in plaats van een veroordeling tot een gevangenisstraf.
Er geldt geen bijzondere strafmaat voor dienstweigering en desertie in oorlogstijd,
dus ook niet voor dienstweigeraars en deserteurs die aangeven niet in Tsjetsjenië
te willen vechten. Deserteurs worden conform de wetgeving ter zake opgespoord
en bestraft. Slechts een klein deel van de personen die de dienstplicht ontduikt,
wordt echter daadwerkelijk opgespoord en bestraft.
Er zijn dezerzijds geen gevallen bekend van onevenredige of willekeurige
bestraffing of tenuitvoerlegging van de straf wegens ras, religie, nationaliteit,
lidmaatschap van een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging. Informatie
daaromtrent is echter moeilijk verkrijgbaar.
Meer dan 2.500 militairen (2.000 dienstplichtigen en 500 beroepsmilitairen)
zouden in het kader van het huidige conflict in Tsjetsjenië een plaatsing in het
gebied geweigerd hebben of gedeserteerd zijn.
5.2.7 Specifieke situatie in Tsjetsjenië
In Tsjetsjenië werden in 2003 enkele duizenden dienstplichtigen opgeroepen hun
dienstplicht te vervullen. Vervulling van de dienstplicht kon op verscheidene
plaatsten geschieden: in de eigen republiek bij genietroepen482, politiediensten of
bij enkele ministeries, of bij onderdelen van het federale leger elders in de
Russische Federatie.
In 2004 heeft in Tsjetsjenië geen oproep voor de dienstplicht plaatsgevonden. Aan
dienstplichtigen werd uitstel dan wel vrijstelling verleend.483 Het is nog niet
duidelijk of in voorjaar 2005 wel een oproep zal plaatsvinden. Zoja, zullen
Tsjetsjenen hun dienstplicht binnen de Noordelijke Kaukasus moeten vervullen
(normaalgesproken wordt de dienstplicht juist buiten de eigen regio vervuld).484
5.3 Etnische minderheden uit Tsjetsjenië
482 Etnisch Tsjetsjenen worden niet geplaatst bij gevechtseenheden in Tsjetsjenië.
483 Interfax (7 oktober 2004); Prague Watchdog: `Chechen youth will not be drafted into Russian
army this year', 17 oktober 2003, via www.watchdog.cz.
484 Ria Novosti, "Chechens excused from military duty" (28 oktober 2004).
106
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bijna de gehele etnisch Russische, etnisch Armeense en joodse bevolkingsgroepen
hebben Tsjetsjenië als gevolg van het eerste en tweede conflict verlaten.485
Volgens de `Danish Refugee Council' die voorjaar 2002 de etnische samenstelling
van inwoners van Tsjetsjenië geregistreerd heeft, verbleven in mei 2002 naast
etnisch Tsjetsjenen onder meer 11.154 etnisch Russen, 11.687 etnisch Ingoesjeten,
282 etnisch Armeniërs, 259 etnisch Azeri, 112 etnisch Kisten, 41 etnisch Duitsers,
67 etnisch Georgiërs, 17 joden, 5 etnisch Kabardiniërs (oorspronkelijk afkomstig
uit Kabardino-Balkarië), 8 etnisch Kalmukkiërs, 2 etnisch Karatsjais
(oorspronkelijk afkomstig uit Karatsjajevo-Tjerkessië), 51 etnisch Kazachen, 258
etnisch Oekraïners, 28 etnisch Ossetiërs, 569 etnisch Tataren, 1.326 etnisch
Turken en 50 etnisch Witrussen in Tsjetsjenië.486 Recente cijfers aangaande deze
minderheden zijn niet voorhanden.
De etnisch Russen zijn meestal bejaarden die al heel lang in Tsjetsjenië wonen en
de republiek niet kunnen ontvluchten wegens geldgebrek en/of omdat zij geen
familie hebben waarbij ze terecht kunnen. Deze etnisch Russen maken verhoogde
kans slachtoffer te worden van acties van de rebellen487, doch ondervinden
doorgaans minder problemen van de kant van de federale troepen. Een deel van de
Russen is goed geïntegreerd in de maatschappij; hun positie is vergelijkbaar met
die van andere inwoners van Tsjetsjenië. Een ander deel bevindt zich echter in een
aanzienlijk slechtere positie dan de etnisch Tsjetsjenen, omdat zij wegens hun
Russische etniciteit door de samenleving zijn verstoten.488
Nadere informatie over de positie van de andere hierboven genoemde groepen is
niet beschikbaar. Aangenomen wordt dat voor deze groepen dezelfde situatie geldt
als voor de rest van de Tsjetsjeense burgerbevolking.
Wanneer het gaat om de situatie van niet-etnisch Tsjetsjeense ontheemden
verblijvend buiten Tsjetsjenië, zijn er wel aanzienlijke verschillen. Zoals gezegd in
paragraaf 4.2 hebben de ontheemden uit het eerste conflict en met name de niet-
etnisch Tsjetsjenen onder hen- over het algemeen een forced migrant-status
gekregen, waardoor zij doorgaans zonder grote problemen elders een permanente
woonregistratie konden krijgen.
De ontheemden die tijdens het tweede conflict zijn gevlucht, ondervinden
aanzienlijk meer problemen. Hoewel ook een deel van de etnisch Russen en
andere etnisch Slaven problemen ondervindt met registratie en door
485 US Department of State, "Country Reports Russia 2003", (februari 2004).
486 Danish Refugee Council, "The Chechnya survey project" (mei 2002).
487 Onder andere: US Department of State, "Country Report Russia 2003" (februari 2004).
488 O.a. Scott Peterson, "Ethnic Chechens face revenge attacks in Moscow", Christian Science
Monitor (1 oktober 2004); Klaus Amman, "Tschetschenien und die tschetschenische
Bevölkerung in de RF", voor Schweizerische Flüchtlingshilfe (24 mei 2004), p. 16.
107
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
discriminatie489, zijn de problemen veel minder groot dan die van etnisch
Tsjetsjenen. De etnisch Kaukasiërs ondervinden meer problemen, maar nog steeds
significant minder dan de etnisch Tsjetsjenen, mede doordat de meeste van hen
gevlucht zijn naar gebieden waar hun etniciteit de meerderheid vormt (zoals
etnisch Ingoesj die permanente woonregistratie in Ingoesjetië hebben gekregen).490
5.4 Minderjarigen
Volgens de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal voor
Kinderen en Gewapende Conflicten zijn in het eerste en het tweede Tsjetsjeense
conflict tot aan zomer 2002 in totaal 1.300 kinderen overleden. 1.600 kinderen
werden wees. Op een kinderpopulatie van 400.000 is dit minder dan een half
procent. 20.000 kinderen verloren een van beide ouders.491 Nieuwe gegevens zijn
niet voorhanden.
In Tsjetsjenië zijn de familiebanden traditioneel zeer sterk, zodat op het moment
dat een kind alleen komt te staan, in veel gevallen niet alleen de naaste familie
(zoals ooms, tantes of grootouders) maar ook de `verre' familie (zoals
achterneven, achterooms of peettantes) en zelfs vrienden van de familie de zorg
voor het kind op zich zullen nemen.
Ondanks deze sterke familiebanden leven thans vele honderden Tsjetsjeense
kinderen op straat. Deze kinderen bevinden zich in een zeer kwetsbare positie.492
De vijf weeshuizen, die helemaal vol zitten, kunnen slechts 600 kinderen
opvangen. Voor de overige kinderen wordt naar gastgezinnen gezocht. De meeste
kinderen houden zich echter verborgen voor de hulpverleners van het ministerie
van Arbeid en Sociaal Welzijn.493
489 Normaalgesproken zijn deze etnisch Russen/Slaven niet uiterlijk herkenbaar als zijnde
afkomstig uit Tsjetsjenië. Alleen al daarom ondervinden zij veel minder discriminatie dan
etnisch Tsjetsjenen. Echter, indien Russen waarmee deze etnisch Russische/Slavische
ontheemden in contact komen vernemen dat zij afkomstig zijn uit Tsjetsjenië, ondervinden zij
soms enige discriminatie, ongeacht de gedeelde etniciteit.
490 UNHCR, "UNHCR Paper" (febrari 2003).
491 Report on Mission by the Special Representative of the Secretary-General for children and
armed conflict Olara A. Otunnu to the Russian Federation, including the North Caucasus
(17 24 juni 2002) pagina 4.
492 Veel kinderen raken verslaafd aan drugs en worden uitgebuit door o.a. criminelen en de
rebellen. Zo werd vorig jaar een jongen, die voor $100-200 per maand explosieven plantte
voor de rebellen, door veiligheidstroepen opgepakt en vermoord.
493 Institute for War and Peace Reporting, "No help for Chechnya's street kids" (11 november
2004); Timur Aliyev, "Nearly 400 homeless children in Grozny", Prague Watchdog (15
februari 2004).
108
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
In de Russische Federatie is de overheid verplicht alleenstaande minderjarigen
opvang te bieden, in weeshuizen of bij opvanggezinnen. Etnisch Tsjetsjeense
kinderen die zich in weeshuizen elders in de Russische Federatie bevinden,
kunnen problemen ondervinden als gevolg van discriminatie.
109
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
6 Vluchtelingen buiten de Russische Federatie en beleid andere
landen
6.1 Vluchtelingen buiten de Russische Federatie
6.1.1 Georgië
In Georgie verblijven 2.600 tot 3.700 Tsjetsjeense vluchtelingen, vrijwel allemaal
met een vluchtelingenstatus verschaft door de Georgische autoriteiten. Tsjetsjenen
worden in Georgië op prima facie basis als vluchteling erkend. Verreweg de
meeste Tsjetsjenen wonen in de Pankisi-vallei494. Enkele tientallen wonen in
Tbilisi; in de meeste gevallen betreft het gezinnen waarbij een van de familieleden
gespecialiseerde medische zorg behoeft. Veel Tsjetsjenen zijn in de Pankisi-vallei
opgevangen door de lokale bevolking, de Kisten, die dezelfde etnisch-culturele
achtergrond hebben als de Tsjetsjenen. UNHCR en de `Norwegian Refugee
Council' verlenen hulp ter plaatse en ook de Georgische en de Russische
autoriteiten stellen middelen ter beschikking.495 In de verslagperiode zijn
regelmatig Russische delegaties naar de Pankisivallei toegkomen om de
Tsjetsjeense vluchtelingen te proberen te overtuigen dat zij veilig kunnen
terugkeren en hulp zullen krijgen bij hun terugkeer (documenten, transport) en
reintegratie In Tsjetsjenië. Enige tientallen Tsjetsjenen hebben van dit aanbod
gebruik gemaakt.496
In de vorige verslagperiode heeft Georgië op aandringen van Rusland (en de VS)
een militaire actie uitgevoerd tegen Tsjetsjeense rebellen in de Pankisivallei. Het
was echter algemeen bekend wanneer de actie plaats zou vinden, zodat alle
Tsjetsjeense rebellen vertrokken waren tegen de tijd dat de Georgische soldaten
arriveerden. 497 Ook in deze verslagperiode stond Georgië onder grote druk harder
op te treden tegen rebellen die Georgië als uitvalsbasis gebruiken. Het liefst zou
494 De Pankisi-vallei ligt in Noordoost-Georgië, ten noorden van Akhmeta, nabij de grens met de
Russische republiek Tsjetsjenië. Zie tevens de topografische bijlagen.
495 Onder andere: United Nations Association of Georgia, Number of Chechen refugees in
Georgia decreases (28 juni 2003), TCC Migration Clips 17 23 juni 2003 (10/25) en Raad v
an Europa 29th interim report by the Secretary General: human rights, civil rights and
freedoms in the Chechen Republic (17 september 2003).
496 Norwegian Refugee Council, "Atrocities committed towards refugees in the Pankisi-gorge",
Reliefweb (13 september 2004); Mosnews, "Russian officials meet Chechen refugees in
Georgia" (8 juni 2004); Civil Georgia, "Russian delegation to discuss Chechens'
repatriation" (7 juni 2004).
497 Voor meer informatie zij verwezen naar het algemeen ambtsbericht over de situatie in de
noordelijke Kaukasus van 14 mei 2003 en het algemeen ambtsbericht over de situatie in
Georgië van 5 februari 2004.
110
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Rusland willen dat alle Tsjetsjeense vluchtelingen worden gerepatrieerd.498 Voor
zover bekend, komt het nog steeds geregeld voor dat rebellen naar de Pankisivallei
komen om hun verwondingen te laten behandelen. Ook komen jaarlijks honderden
rebellen in de vallei overwinteren. De Pankisivallei, die gelegen is in een
onherbergzaam en dunbewoond deel van Georgië, is dan vrijwel geïsoleerd van de
rest van de wereld. Bovendien vormen de Kisten, samen met de Tsjetsjenen, een
zeer gesloten gemeenschap, die wantrouwend staat tegenover de Georgische
autoriteiten.
Als gevolg van de pogingen van Sakaashvili, de nieuwe president van Georgië, om
Zuid-Ossetië en Abchazië onder effectieve Georgische controle te brengen, liepen
vanaf deze zomer de spanningen met Rusland hoog op.499 Teneinde de relatie met
Rusland niet geheel op de spits te drijven, toonde de Georgische regering zich in
toenemende mate bereid om actie te ondernemen tegen vermeende Tsjetsjeense
rebellen. Sindsdien is het een aantal keren voorgekomen dat Tsjetsjenen die
werden aangehouden bij een poging illegaal de grens over te steken, werden
overgedragen aan de Russische grenstroepen. Juridische waarborgen zijn hierbij
niet altijd nageleefd. Volgens Tsjetsjeense vluchtelingen en de `Norwegian
Refugee Council' heeft de Georgische politie bovendien een aantal keren groepen
Tsjetsjeense mannen kortstondig gedetineerd voor ondervragingen. Sommigen
meldden tijdens de ondervragingen te zijn mishandeld door de Georgische politie
en met uitzetting naar Rusland te zijn bedreigd. Ook zijn gevallen garapporteerd
waarin Tsjetsjenen werden meegenomen door gemaskerde, gewapende mannen en
een aantal uren werden vastgehouden.500 De vluchtelingen vermoeden dat de
gemaskerde mannen leden van de Georgische veiligheidsdienst waren, omdat zij
geprobeerd zouden hebben hen te recruteren.501
Internationale waarnemers kunnen bovenstaande berichten niet bevestigen. De
enige incidenten die vaststaan, zijn de volgende twee. Ongeveer een jaar geleden
werd een groep Tsjetsjenen aangehouden en gedetineerd wegens illegale
grensoverschrijding. Het Russische verzoek om uitlevering werd door de
Georgische rechtbank afgewezen. Drie van de Tsjetsjenen werden vervolgens in
februari 2004 vrijgelaten. Toen twee van hen (de derde was die dag ziek) een week
later naar het ministerie van Vluchtelingen en Opvang reden om hun
vluchtelingenpassen op te halen, werden zij uit hun auto gehaald. Een dag later
498 Onder andere: AFP,'Georgia's Sakaashvili promises to reverse "dangerous" stance on
Chechnya', 27 januari 2004.
499 O.a. NRC Handelsblad, "President Georgie voorziet oorlog met Rusland" (24 augustus
2004); David Jan Godfroid, "Georgie doet beroep op Rusland", NRC Handelsblad (10
augustus 2004).
500 Norwegian Refugee Council, "Atrocities committed towards refugees in the Pankisi-gorge",
Reliefweb (13 september 2004).
501 Ruslan Isayev, "Chechen refugee situation in Pankisi still intense", Prague Watchdog (8
augustus 2004).
---
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
bleken zij zich in gevangenschap in Rusland te bevinden. Volgens de Georgische
pers zijn er aanwijzingen dat de Georgische veiligheidsdienst hierbij betrokken is
geweest.
Het tweede incident deed zich voor in augustus 2004, toen 10 Tsjetsjeense
vluchtelingen in de Pankisivallei werden opgepakt op onduidelijke gronden. Zij
zijn gedurende een dag ondervraagd, en werden daarbij geslagen en bedreigd met
uitzetting. De groep is dezelfde dag vrijgelaten en er is geen aanklacht ingediend
tegen hen.
Van Russische zijde werd in november bekend gemaakt dat Tsjetsjenen die familie
in de Pankisivallei hadden bezocht, daar vernomen hadden dat groepen wahabisten
op agressieve wijze mensen probeerden te recruteren. De wahabisten zouden
hierbij enerzijds geld uitdelen in ruil voor bijvoorbeeld het bijwonen van een
gebedsdienst en anderzijds gebruik maken van intimidatie en bedreiging. Voorts
zou het zijn voorgekomen dat zij vrouwen dwongen de tweede of derde echtgenote
van een wahabist te worden.502
Sinds juni 2004 werken de Georgische en Russische grenstroepen wederom
samen: zij voeren gecombineerde Georgisch-Russische grenspatrouilles en
gezamenlijke inspectievluchten uit. Het plan is op termijn hiermee de OVSE
waarnemingsmissie overbodig te maken.503
Na de gijzeling in Beslan (begin september) werd de Russische grens met Georgië,
en twee weken later ook die met Azerbeidzjan en Armenië, tot 22 oktober
gesloten.504 Ook kondigde de Russische regering na het bloedbad in Beslan aan dat
het land zich serieus voorbereidt op preventieve aanvallen tegen terroristische
bases, zowel in Rusland als daarbuiten. Georgië maakt zich grote zorgen dat
hiermee gedoeld wordt op een aanval op de Pankisivallei, waar zich volgens
Rusland nog steeds rebellenbases bevinden.505
502 Ria Novosti, "Chechens create tense situation in Pankisi Gorge", in UNSECOORD Media
Monitoring (16 november 2004).
503 Op 15 december 1999 besloot de OVSE waarnemers aan de Georgisch-Russische
(Tsjetsjeense) grens te stationeren; 42 personen in de zomer en iets minder waarnemers in de
winter. Tevens wordt bij de grens met de Russische deelrepublieken Ingoesjetië en Dagestan
waargenomen. Zomer 2003 werden twaalf extra voorposten in gebruik genomen die, zolang
de weersomstandigheden het toelaten, bemand zijn. Mosnews, "Georgia's Saakashvili denies
friendly ties with Chechen rebels" (29 september 2004); RIA Novosti,'Georgian border
guards strengthen Chechen and Ingush sections of border with Russia' (4 juli 2003).
504 AP (23 oktober 2004).
505 NRC Handelsblad, "Preventieve aanvallen voorbereid" (18-19 september 2004). Maskhadov
maakte het er niet beter op voor Georgië, door te verklaren dat "zijn vertegenwoordigers en
assistenten in Georgië hem hadden geïnformeerd dat de Georgische regering geen bezwaar
had tegen de aanwezigheid van Tsjetsjeense vluchtelingen in Georgië; zelfs het tegendeel: de
regering hielp de Tsjetsjenen." Saakashvili reageerde door de afschuw onder Georgiërs van
de Tsjetsjeense rebellen, waarvan velen ook in Abchazië hebben meegevochten tegen de
112
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
6.1.2 Azerbeidzjan
Teneinde spanningen in de bilaterale relatie met Rusland te voorkomen, laat
Azerbeidzjan asielverzoeken van Tsjetsjenen door UNHCR beoordelen. Alle
andere asielverzoeken worden wel door de Azerbeidzjaanse autoriteiten zelf
afgehandeld. UNHCR Bakoe geeft Tsjetsjenen op prima facie basis een
`protection letter' die 6 maanden geldig is. Deze `protection letter' geeft toegang
tot de bescherming en faciliteiten van UNHCR, maar geldt niet als
vluchtelingenstatus. Er staan thans 8.500 Tsjetsjenen geregistreerd bij UNHCR
Bakoe. UNHCR vermoedt echter dat een groot gedeelte van deze groep (al lang)
niet meer in Azerbeidzjan verblijft. In januari 2005 zal daarom een hertelling
plaatsvinden.
In Azerbeidzjan verblijven in totaal veel meer Tsjetsjenen dan er bij UNHCR
Bakoe geregistreerd staan.506 Redenen dat lang niet iedereen zich laat registreren
bij UNHCR zijn onder meer dat een deel van de Tsjetsjenen slechts tijdelijk naar
Azerbeidzjan komt507, en dat een deel bang is dat registratie er toe kan leiden dat
de Russische veiligheidsdienst er achter komt dat zij in Azerbeidzjan verblijven.
Volgens Tsjetsjenen in Azerbeidzjan zijn zowel de Tsjetsjeense rebellen als de
Kadyrovtsi en de federale Russische autoriteiten actief in Azerbeidzjan. Zij zouden
de in Azerbeidzjan verblijvende Tsjetsjenen nauwlettend in de gaten houden om te
bezien of er Tsjetsjenen bij zijn die activiteiten ontplooien voor een van de
conflictpartijen. De rebellen zouden via Azerbeidzjan gewonde strijders naar
Turkije laten reizen om daar verpleegd te worden. De Kadyrovtsi zouden zich
schuldig maken aan intimidatie en bedreiging en een paar keer (vermeende)
Tsjetsjeense rebellen hebben ontvoerd naar Rusland.
Internationale waarnemers kunnen bovenstaande berichten niet bevestigen.508 Tot
voor kort ondervonden Tsjetsjenen die illegaal (dus zonder registratie bij UNHCR)
in Azerbeidzjan verbleven geen (substantiële) problemen van de kant van de
Azerbeidzjaanse autoriteiten; zij werden noch gedetineerd, noch uitgezet.509 Sinds
het gijzeldrama in Beslan lijkt deze houding van de Azerbeidzjaanse autoriteiten
Georgiërs, te benadrukken. Mosnews, "Georgia's Saakashvili denies friendly ties with
Chechen rebels" (29 september 2004).
506 Er verblijven tenminste 8.000 Tsjetsjenen in Azerbeidzjan. De exacte omvang van de
Tsjetsjeense gemeenschap is echter onbekend.
507 Dikwijls om even bij te komen van de moeilijke leefomstandigheden in Tsjetsjenië.
508 Het enige wat bekend is, is dat er in 2004 drie aanvallen op Tsjetsjenen zijn geweest, waarbij
deze door messteken verwond werden, maar er is geen aangifte gedaan en het is onduidelijk
wat de aanleiding voor de aanvallen is geweest.
509 Zie het algemeen ambtsbericht Azerbeidzjan van juli 2004.
113
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
gewijzigd te zijn: kort na een recent bezoek van president Aliyev aan president
Poetin, werden 40-50 Tsjetsjenen gedetineerd en zijn er 3 uitgeleverd aan Rusland.
Het is onduidelijk wat hun achtergrond is; vermoedelijk betrof het Tsjetsjenen die
illegaal in Azerbeidzjan verbleven en verdacht werden van criminele activiteiten
en/of betrokkenheid bij de rebellen.510
Tsjetsjenen die staan geregistreerd bij UNHCR hebben tot nu toe geen
veiligheidsproblemen ondervonden; er zijn in ieder geval geen gevallen bekend
van detentie, uitzetting of ontvoering van geregistreerde vluchtelingen.
Over het algemeen kan de grens tussen Rusland en Azerbeidzjan zeer gemakkelijk
overschreden worden, zowel legaal als illegaal. Na de gijzeling in Beslan (begin
september) werd de Russische grens met Georgië, en twee weken later ook die met
Azerbeidzjan en Armenië, tot 22 oktober gesloten.511
6.1.3 Jordanië
De situatie voor Tsjetsjeense vluchtelingen in Jordanië is, evenals in de vorige
verslagperiode, het afgelopen jaar niet wezenlijk veranderd. Tsjetsjeense
vluchtelingen die als verdragsvluchteling door UNHCR-Jordanië erkend zijn,
blijven tijdelijk verblijfsrecht genieten en hoeven niet in derde landen hervestigd te
worden. Andere erkende verdragsvluchtelingen dienen Jordanië binnen zes
maanden na erkenning door de UNHCR te verlaten. Ook de andere Tsjetsjeense
vluchtelingen zij die zich niet bij UNHCR Jordanië hebben aangemeld komen
voor een tijdelijk verblijfsrecht in aanmerking.
Sinds begin 2002 wordt de toegang tot Jordanië voor zowel Tsjetsjenen als andere
vluchtelingen bemoeilijkt en in groeiende mate zelfs geweigerd. Uitzonderingen
worden gemaakt in geval van familiebezoek en voor hen die valide redenen
kunnen aanvoeren voor hun reis naar Jordanië en waarbij niet het vermoeden
bestaat dat ze zich na aankomst vluchteling zullen verklaren.
Achtergrond van de handelswijze van de Jordaanse autoriteiten is de slechte
economische situatie in Jordanië en de aanwezigheid van grote groepen
vluchtelingen in het land, met name Palestijnen en Irakezen.
Het gevolg van het restrictieve toelatingsbeleid is dat in 2003 nauwelijks nieuwe
Tsjetsjeense vluchtelingen zich hebben geregistreerd bij UNHCR. Thans staan
ongeveer 80 Tsjetsjenen als erkend vluchteling bij UNHCR-Jordanië
geregistreerd. In Jordanië wonen in totaal circa 15.000 etnisch Tsjetsjenen,
510 Zie paragraaf 2.5, waarin o.a. staat vermeld dat de rebellen hun strijd voornamelijk met
criminele activiteiten financieren, zoals smokkel van drugs, olie en wapens.
511 AP (23 oktober 2004).
114
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
waarvan verreweg de meeste afstammen van de Tsjetsjenen die zo'n 150 jaar
geleden arriveerden.
6.1.4 Kazachstan
In de republiek Kazachstan bevindt zich reeds tientallen jaren een etnisch
Tsjetsjeense bevolkingsgroep.512 Bij de volkstelling in 1999 woonden er 32.000
etnisch Tsjetsjenen met Kazachstaans staatsburgerschap. Naast deze groep
bevinden zich 8.000 tot 13.000 Tsjetsjeense vluchtelingen in Kazachstan, waarvan
het merendeel gearriveerd is na het uitbreken van het tweede conflict in
Tsjetsjenië. In 2002 kwamen ongeveer 1.800 vluchtelingen uit Tsjetsjenië naar
Kazachstan, van wie de meesten in oktober. De groep bestaat grotendeels uit
bejaarden, vrouwen en kinderen. Zij verblijven doorgaans bij Tsjetsjeense
familieleden die Kazachstaans staatsburger zijn.
Onderdanen van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten kunnen Kazachstan
visumvrij inreizen. Na registratie mogen zij 3 maanden blijven. Deze verblijfsduur
kan in principe onbeperkt verlengd worden. In de praktijk wordt hierbij echter een
onderscheid gemaakt tussen Tsjetsjenen en andere Russische staatsburgers.
Tsjetsjenen wordt namelijk dikwijls registratie geweigerd, waardoor zij illegaal in
Kazachstan verblijven en in principe zouden kunnen worden uitgezet. Naar
schatting de helft van de Tsjetsjeense vluchtelingen beschikt niet over een geldige
registratie. Voor zover bekend, zijn tot nu toe een aantal "Tsjetsjeense criminelen"
uitgezet naar Rusland. Onbekend is of de personen in kwestie op Russisch verzoek
zijn uitgeleverd. Bij UNHCR Almaty zijn geen gevallen van uitzetting van door
UNHCR erkende vluchtelingen bekend.
Kazachstan is partij bij het Vluchtelingenverdrag, maar heeft nog geen
uitvoeringswetgeving aangenomen. Bovendien zijn GOS-onderdanen vooralsnog
uitgesloten van de asielprocedure.
De Tsjetsjeense vluchtelingen ontvangen geen hulp van de Kazachstaanse
autoriteiten. UNHCR verstrekt humanitaire hulp in de meest schrijnende gevallen.
Voor de reeds langer in Kazachstan gevestigde Tsjetsjeense gemeenschap bestaan
enkele speciale voorzieningen. Zo werden in 2000 -2001 met steun van het
Kazachstaanse ministerie van Cultuur verschillende speciale scholen voor
onderwijs in de Tsjetsjeense taal geopend. Kinderen van Tsjetsjeense
vluchtelingen zouden volgens een bron eveneens op deze scholen onderwijs
krijgen, al hebben zij officieel geen recht op gratis onderwijs.
512 Een overblijfsel van de door Stalin verordonneerde deportatie van etnisch Tsjetsjenen na de
Tweede Wereldoorlog. Zie paragraaaf 2.2.
115
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
6.2 Beleid van andere landen
België513
De Belgische autoriteiten bekijken ieder asielverzoek op afzonderlijke basis.
Tsjetsjenen die recent uit Tsjetsjenië zijn gevlucht (in ieder geval na 1999) en die
niet aantoonbaar over mogelijkheden 514 beschikken zich elders in de Russische
Federatie duurzaam te vestigen, maken grote kans op asiel.
Gedwongen terugkeer naar Tsjetsjenië is uitgesloten; naar de Russische Federatie
in algemene zin is het in theorie wel mogelijk, doch in de praktijk niet toegepast.
Verenigd Koninkrijk515
Er zijn geen wijzigingen opgetreden in het beleid van het Verenigd Koninkrijk ten
aanzien van asielzoekers afkomstig uit Tsjetsjenië. De Britse autoriteiten hanteren
nog steeds geen specifiek beleid ten aanzien van asielzoekers afkomstig uit
Tsjetsjenië, maar beoordelen elk asielverzoek individueel en in het licht van de
actuele situatie. In principe wordt een binnenlands vestigingsalternatief
tegengeworpen.
Terugkeer naar de Russische Federatie van afgewezen en uitgeprocedeerde
asielzoekers uit Tsjetsjenië wordt veilig geacht. Terugkeer rechtstreeks naar
Tsjetsjenië vindt echter niet plaats.
Zwitserland516
De Zwitserse autoriteiten bekijken alle asielaanvragen van Russische staatsburgers
op individuele basis. Etnisch Tsjetsjenen krijgen asiel indien zij individueel
vervolgd werden. In geval zij gevlucht waren voor de algehele situatie, wordt van
geval tot geval bekeken of een binnenlands vestigingsalternatief aanwezig is.517
Zoniet, krijgt betrokkene in principe een voorlopige verblijfsstatus in Zwitserland.
Dit geldt echter niet voor personen die zich niet aan hun plicht tot medewerking
houden, die onderduiken of die een strafbaar feit gepleegd hebben.
Gedwongen terugkeer naar Tsjetsjenië wordt niet verantwoord geacht. Na de
gijzeling in Beslan is besloten ook geen Tsjetsjenen meer uit te zetten naar de rest
van Rusland, totdat meer duidelijkheid bestaat inzake de gevolgen van de gijzeling
op de situatie van de Tsjetsjeense bevolkingsgroep.
Denemarken518
513 Informatie van 2 juli 2004.
514 Bijvoorbeeld elders in de RF verblijvende familieleden of (invloedrijke) vrienden, veel geld
of een eerder verblijf buiten Tsjetsjenië.
515 Informatie van 2 oktober 2004.
516 Informatie van 9 januari en 27 september 2004.
517 Daarbij spelen dezelfde overwegingen als in België een rol. Kinderen en bejaarden zonder
familie buiten Tsjetsjenië zijn als extra kwetsbare personen aangemerkt.
518 Informatie van 8 oktober 2004.
116
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Alle asielaanvragen van Tsjetsjenen worden op individuele basis behandeld.
Gedwongen terugkeer naar Tsjetsjenië wordt niet verantwoord geacht; wel naar de
rest van de Russische Federatie.
6.3 Visie UNHCR
UNHCR heeft eind april 2003 een rapport uitgebracht waarin is geconcludeerd dat
geen sprake is van een werkelijk binnenlands vestigingsalternatief voor etnisch
Tsjetsjeense ontheemden, als gevolg van een combinatie van lokale, restrictieve
vestigingsregels, maatschappelijke discriminatie en oprechte zorg bij de
autoriteiten om etnische spanningen en terroristische aanslagen te voorkomen.
UNHCR adviseert voorts met klem Ingoesjetië evenmin als vestigingsalternatief te
beschouwen.519 Dit geldt des te meer sinds de rebellenaanvallen van 22 juni 2004.
In maart 2004 bracht de UNHCR een nieuw rapport uit, waarin werd gesteld dat
de algehele veiligheids- en mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië nog steeds
aanleiding tot grote zorg gaf. Alle Tsjetsjeense asielzoekers met een permanente
woonregistratie in Tsjetsjenië zouden asiel moeten krijgen, aangezien zij elders in
Rusland geen reëel vestigingsalternatief hebben.520
UNHCR acht gedwongen terugkeer naar het onveilige Tsjetsjenië in strijd met
internationale normen. Uitzetting naar andere delen van Rusland zou alleen
verantwoord kunnen zijn indien betrokkene daar aantoonbaar (onder andere door
permanente woonplaatsregistratie) over een reëel verblijfsalternatief beschikt.
Na de gijzeling in Beslan publiceerde UNHCR een nieuwe position paper, waarin
UNHCR stelt dat alle Tsjetsjeense asielzoekers met een permanente
woonregistratie in Tsjetsjenië op zijn minst een tijdelijk verblijfsrecht dienen te
krijgen. De asielaanvragen van Tsjetsjenen met een permanente woonregistratie
elders in de Russische Federatie dienen op individuele basis beoordeeld te
worden.521
519 UNHCR, "UNHCR Paper on Asylum Seekers from the Russian Federation in the context of
the situation in Chechnya" (feb. 2003).
520 UNHCR, "UNHCR's position regarding the situation of Chechens" (maart 2004).
521 UNHCR, "UNHCR position regarding Asylum-Seekers and Refugees from the Chechen
Republic, Russian Federation" (22 oktober 2004); Der Standard, "UNO: Europa sollte
Flüchtlinge aus Tschetschenien nicht abweisen' (17 september 2004).
117
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
7 Samenvatting
In de verslagperiode hebben de Russische autoriteiten het `normalisatieproces'
verder gestalte gegeven door de uitwerking van amnestie- en
compensatieregelingen en de organisatie van verkiezingen. De hierbij gekozen
president Akhmad Kadyrov werd in mei van dit jaar vermoord. Hij heeft een
vacuüm achtergelaten dat niet eenvoudig gevuld zal kunnen worden. Eind
augustus werd Alu Alkhanov als nieuwe president gekozen. Geen van de
verkiezingen in Tsjetsjenië is volgens NGO's en onafhankelijke journalisten
eerlijk verlopen.
De veiligheidssituatie in Tsjetsjenië bleef onveranderd slecht. Vrijwel dagelijks
waren er veiligheidsincidenten, waarbij doden en gewonden vielen. De trend
waarbij criminele zelfverrijking in toenemende mate de belangrijkste drijfveer is
voor de voortdurende gevechten (in plaats van ideologische beweegredenen), heeft
zich in de verslagperiode doorgezet.
Vanaf juni 2004 stapten de Tsjetsjeense illegale gewapende groeperingen over op
een nieuwe strategie, te weten grootschalige militaire operaties. In dit kader
werden van 21-22 juni goed gecoördineerde en georganiseerde aanvallen
uitgevoerd op verschillende doelen in Ingoesjetië, Tsjetsjenië en Dagestan. Voorts
hebben de rebellen in toenemende mate (zelfmoord)bomaanslagen gepleegd,
zowel binnen als buiten Tsjetsjenië, met de gijzeling in een school in Beslan
(Noord-Ossetië) als gruwelijk dieptepunt. Bij de aanslagen vielen in totaal meer
dan 3.000 doden en gewonden.
In de verslagperiode hebben de federale troepen slechts een gering aantal grotere
"schoonmaakoperaties" uitgevoerd. In plaats daarvan vonden meer gerichte,
kleinschaliger acties plaats. Onrechtmatige arrestatie en detentie, ontvoering,
verdwijning, mishandeling en marteling kwamen ook deze verslagperiode
veelvuldig voor. De veiligheidsdienst van de Tsjetsjeense president (de
zogenaamde Kadyrovtsi) was verantwoordelijk voor een aanzienlijk aantal van de
mensenrechtenschendingen. Als gevolg van de zelfmoordaanslagen gepleegd door
vrouwen, liepen in de verslagperiode vrouwen bijna evenveel risico als mannen
om slachtoffer te worden van mensenrechtenschendingen.
In de verslagperiode is, door uiteenlopende omstandigheden, het aantal nationale
en internationale toezichthoudende instanties aanzienlijk afgenomen. Bovendien
wordt hun werk steeds moeilijker gemaakt, enerzijds als gevolg van door de
overheid opgeworpen belemmeringen en anderszijds door toenemende bedreiging
(en zelfs moord) van een ieder die zich sterk maakt voor bescherming van de
118
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
mensenrechten: medewerkers van NGO's, onafhankelijke journalisten, integere
overheidsfunctionarissen en politici, advocaten en mensen die het aandurfden een
aanklacht in te dienen tegen de schenders van hun mensenrechten.
De humanitaire situatie in Tsjetsjenië is nog steeds slecht. Dankzij grootschalige
voedselhulp is er geen acuut gebrek aan voedsel. Wel bestaan er grote problemen
op het gebied van huisvesting, drinkwatervoorziening, sanitaire voorzieningen,
gezondheidszorg, onderwijs en werkgelegenheid. Met name als gevolg van de
slechte veiligheidssituatie blijft het voor de (internationale) humanitaire
organisaties lastig de bevolking in Tsjetsjenië van hulp te voorzien.
In de verslagperiode is de veiligheids- en mensenrechtensituatie in Ingoesjetië
zodanig verslechterd (zowel voor Tsjetsjeense ontheemden als voor Ingoesjeten),
dat inmiddels alle vormen van geweld en mensenrechtenschendingen die in
Tsjetsjenië plaatsvinden, ook in Ingoesjetië voorkomen, hoewel op minder grote
schaal. Een groot deel van de Tsjetsjeense ontheemden die in Ingoesjetië
verbleven, is inmiddels onder (zware) druk (doch niet onder dwang) teruggekeerd
naar Tsjetsjenië.
Het conflict in Tsjetsjenië is tot op zekere hoogte niet alleen naar Ingoesjetië, maar
in mindere mate- ook naar de rest van de Noordelijke Kaukasus overgeslagen. In
Noord-Ossetië heeft de gijzeling in Beslan aanzienlijke spanningen tussen etnisch
Osseten en etnisch Ingoesj en Tsjetsjenen veroorzaakt. In Dagestan is de sociaal-
economische en veiligheidssituatie verslechterd en zijn de politieke verhoudingen
gespannen. Ook in Karatsjevo-Tsjerkessië en Kabardino-Balkarië is sprake van
toegenomen spanningen en discriminatie van Tsjetsjenen.
Tsjetsjenen die sinds het uitbreken van het tweede conflict in 1999 zijn gevlucht,
kunnen in de praktijk over het algemeen geen permanente woonregistratie
verkrijgen in andere delen van de Russische Federatie. Tsjetsjenen ondervinden
veel problemen als gevolg van discriminatie, zowel zijdens de autoriteiten (o.a.
politie, justitie) als vanuit de burgerbevolking (o.a. werkgevers, verhuurders). Dit
geldt voor alle delen van de Russische Federatie, hoewel niet overal in gelijke
mate. Met name ongeregistreerde Tsjetsjenen (en Tsjetsjenen met een tijdelijke
registratie van minder dan 6 maanden) kunnen problemen ondervinden bij het
uitoefenen van hun economische en sociale rechten.
Tot Beslan (september 2004) was sprake van een afname van het aantal
mensenrechtenschendingen door de politie. Daarna was echter sprake van een
scherpe stijging. De uiterlijk goed herkenbare Tsjetsjenen worden veelvuldig
aangehouden door de politie voor identiteitscontrole. Hierbij worden zij doorgaans
ook gefouilleerd en ondervraagd. Het kwam geregeld voor dat Tsjetsjenen zonder
legale aanleiding werden meegenomen naar een politiebureau voor nader verhoor.
119
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Met name in de periode van verhoor en voorarrest op politiebureaus komt
mishandeling veelvuldig voor. De politiepraktijk om bewijzen te falsificeren, is
nog slechts incidenteel voorgekomen. Met enige regelmaat vonden huiszoekingen
zonder de vereiste gerechtelijke toestemming plaats.
Het aantal gewelddadige aanvallen door racistische groeperingen is gestegen. De
gang naar de rechter biedt Tsjetsjenen over het algemeen geen adequate oplossing:
de kans op succes is gering (met name de lagere rechtbanken beslissen vrijwel
zonder uitzondering in het nadeel van Tsjetsjenen) en het aanspannen van een
rechtszaak vergt veel moed (klagers zijn geregeld bedreigd of aangevallen) en
doorzettingsvermogen, evenals tijd en geld.
In principe moeten mannen vanaf hun achttiende gedurende twee jaar hun
dienstplicht vervullen. In de praktijk vervult slechts zo'n tien procent van een
lichting daadwerkelijk zijn militaire dienstplicht, als gevolg van de zeer ruim
toegepaste uitzonderingsgronden en de onofficiële mogelijkheid de dienst af te
kopen of bij politie of brandweer te vervullen. Desgewenst kan thans voor
alternatieve dienstplicht gekozen worden. In 2004 vond in Tsjetsjenië geen oproep
voor het vervullen van de militaire dienstplicht plaats.
De bevolking van Tsjetsjenië bestaat op het moment voor het overgrote deel uit
personen van etnisch Tsjetsjeense origine. Aangenomen wordt dat de
leefomstandigheden voor de in Tsjetsjenië woonachtige etnische minderheden niet
significant anders zijn dan voor de etnisch Tsjetsjeense bevolking. Wel
ondervinden de niet-etnisch Tsjetsjeense ontheemden aanzienlijk minder
problemen bij verblijf buiten Tsjetsjenië dan etnisch Tsjetsjenen.
Hoewel de meeste weeskinderen door familie worden opgevangen, is het aantal
straatkinderen in Tsjetsjenië sterk gestegen.
In Georgië en Azerbeidzjan staan de autoriteiten thans, met name sinds het
gijzeldrama in Beslan, negatiever tegenover Tsjetsjenen. In Kazachstan en
Jordanië is hun positie niet wezenlijk veranderd.
Het beleid van België, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland komt er op neer
dat iedere asielaanvraag van etnisch Tsjetsjenen op zijn individuele merites wordt
beoordeeld en dat een binnenlands vestigingsalternatief niet in alle gevallen wordt
tegengeworpen. In geen enkel land vindt gedwongen terugkeer naar Tsjetsjenië
zelf plaats. Alle landen achten uitzetting naar de Russische Federatie in algemene
zin aanvaardbaar.
Volgens UNHCR dienen alle Tsjetsjeense asielzoekers met een permanente
woonregistratie in Tsjetsjenië op zijn minst een tijdelijk verblijfsrecht dienen te
krijgen, omdat van een werkelijk binnenlands vestigingsalternatief geen sprake is.
De asielaanvragen van Tsjetsjenen met een permanente woonregistratie elders in
de Russische Federatie dienen op individuele basis beoordeeld te worden.
120
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bijlage 1: Overzicht terroristische aanslagen buiten
Tsjetsjenië
Onderstaand volgt een chronologisch overzicht van de voornaamste (pogingen tot)
aanslagen in de verslagperiode. De meeste van deze aanslagen zijn opgeëist door
Basayev. Overigens meldden de Russische autoriteiten in 2004 in totaal ook meer
dan 200 aanslagen verijdeld te hebben.522
Op 5 juni 2003 kwamen zo'n 15 mensen om het leven toen een vrouwelijke
zelfmoordterroriste in Mozdok, Noord-Ossetië, een bom tot ontploffing bracht
nabij een bus met Russisch luchtmachtpersoneel. Op 5 juli bliezen twee
Tsjetsjeense vrouwen zichzelf op bij de ingang van een rockconcert in Tushino,
Moskou, resulterend in 15 doden en tientallen gewonden. Een dag later werd een
zelfmoordterroriste tijdig gearresteerd, maar kwam een agent om bij het
onschadelijk maken van de bom. Op 17 juli vielen 4 doden en 3 gewonden toen
een bom afging voor een politiebureau in Khasavyurt, Dagestan. Het is niet zeker
dat Tsjetsjenen hiervoor verantwoordelijk waren. Op 1 augustus werd een
vrachtwagen met explosieven voor het militair ziekenhuis in Mozdok, Noord-
Ossetië, tot ontploffing gebracht, resulterend in 50 doden en 80 ernstig gewonden.
Op 26 augustus vielen enkele doden bij een bomaanslag in Krasnodar. Op 15
september brachten twee zelfmoordterroristen een truck tot ontploffing voor het
FSB-gebouw in Magas, Ingoesjetië, waarmee zij 2 mensen doodden en 25-40
gewonden maakten. Eind september werd een zware anti-tank mijn onder een
spoorlijn in Dagestan gevonden. Op 5 december werden door een bom (geplaatst
door een man en 3 vrouwen) 45 passagiers van een trein in de Stavropol regio
gedood, en 184 verwond. Op 9 december vielen 6 doden en meer dan 12
gewonden, toen een vrouw zichzelf opblies voor het hotel National in Moskou.
Deze beide zelfmoordaanslagen zijn opgeëist door Basayev.
Op 6 februari 2004 vielen 41 doden en meer dan 100 gewonden als gevolg van een
bom in de metro van Moskou. Basayev veroordeelde deze aanslag en bood de
Russische autoriteiten zijn steun aan bij het beveiligen van de Moskouse metro. De
aanslag werd op de Tsjetsjeense website (kavkaz.center) opgeëist door een tot dan
toe onbekende Tsjetsjeense terreurgroep, Gazotan Moerdasj. In mei liet een
Tsjetsjeense zelfmoordterroriste tijdens een schijnbaar onvoltooide missie een
bom ontploffen voor een hotel in Moskou. Eind mei 2004 werd door onbekende
daders de Moskou-Vladikavkaz trein nabij Vladikavkaz ontspoord door twee
ontploffingen onder de rails. Op 4 juni vielen 11 doden en 70 gewonden toen een
bom tot ontploffing kwam op de markt van Samara, Ingoesjetië. Hoewel de
autoriteiten Tsjetsjenen verantwoordelijk stelden, is het waarschijnlijk dat deze
522 Ria Novosti (10 november 2004).
121
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
aanslag plaatsvond in het kader van de strijd tussen rivaliserende (criminele)
bendes.523 In juli werd een aantal politieagenten slachtoffer van een autobom in
Noord-Ossetië. Op 30 oktober explodeerden twee bommen in het centrum van
Mozdok, Noord-Ossetië.
Op 24 augustus kwamen 89 mensen om het leven toen twee Russische
passagiersvliegtuigen tijdens binnenlandse vluchten tegelijkertijd opgeblazen met
behulp van hexogeen door vrouwelijke zelfmoordterroristen. 524 Dezelfde dag blies
een vrouw zich bij een bushalte vlakbij het vliegveld. Hierbij vielen echter slechts
twee gewonden, omdat de bus vanwege een geparkeerde auto niet op de bushalte
zelf stopte. Op 31 augustus vielen 10 doden en 51 gewonden toen een vrouwelijke
zelfmoordterroriste een bom liet ontploffen bij de ingang van een metrostation.525
In beide gevallen werden de aanslagen opgeëist door de Islambouli Brigades, die
zeggen onderdeel te zijn van het netwerk van Al-Qaeda. De Islambouli Brigades
waren tot dan toe uitsluitend actief in Afghanistan, waar zij een basis zouden
hebben, en Pakistan.526 Later werden de aanslagen op de vliegtuigen eveneens
opgeëist door Basayev.527 Achteraf bleek dat de vier zelfmoordterroristen
(waaronder 2 zussen) een appartement in Grozny hadden gedeeld en een paar
weken voor de aanslagen naar Moskou waren gekomen. De vrouwen, gematigde
moslims, zouden volgens de meeste bronnen vermoorde echtgenoten en
familieleden hebben willen wreken.528
Met de gijzeling in Beslan werd een nieuw dieptepunt bereikt: dit keer waren
kinderen het doelwit van de terroristen. 529 Op 1 september, de feestelijke
523 Zie paragraaf 4.3.2 voor meer informatie hierover.
524 Nick Paton Walsh, "Terror mystery haunts jet disasters", in The Guardian (26 augustus
2004); Andrew Jack, "Double flight disasters", in The Financial Times (27 augustus 2004);
David Jan Godfroid, "Vliegrampen Rusland toch aanslagen", in De Volkskrant (27 augustus
2004).
525 De vrouw had eigenlijk het metrostation willen betreden, waar de bom nog veel meer
slachtoffers zou hebben gemaakt, maar blies zichzelf op bij de ingang toen ze zag dat daar
politieagenten paspoorten controleerden. Corine de Vries, "Weer zelfmoordaanslag
Rusland", in De Volkskrant (1 september 2004); Der Spiegel, "Moskau fürchtet neue
Selbstmortattentate" (1 september 2004).
526 David Jan Godfroid, "Claim terroristen steun voor Poetin", in NRC Handelsblad (1
september 2004).
527 ANP (17 september 2004).
528 Reformatorisch Dagblad, ""Zwarte weduwen" houden Rusland in houdgreep" (2 september
2004).
529 Bronnen: De Volkskrant, "Tsjetsjenenleider Basayev eist gijzeling Beslan op" (17 september
2004); J.FO. MacAllister en Paul Quinn-Judge, "Defenseless targets", Time Magazine (13
september 2004); NRC Handelsblad, "Gijzelingsdrama: Russen hebben steeds gelogen" (9
september 2004); NRC Handelsblad, "Ruim 200 doden bij gijzeldrama school" (4 september
2004); Het Parool, "Poetin wilde vrijgeleide aanbieden" (7 september 2004); Memorial,
"Beslan: the hostage-taking at the school" (5 september 2004); NRC Handelsblad, "In Beslan
122
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
openingsdag van het nieuwe schooljaar, waarop ouders (vooral moeders) met hun
kinderen mee naar school komen, drong een groep terroristen school nummer 1 in
het stadje Beslan, Noord-Ossetië binnen. De meeste van de 1.326 gijzelaars
werden naar de gymzaal geleid. Circa 10 mannen werden meteen vermoord. De
aanval was goed voorbereid: tijdens de renovatie van de school gedurende de
zomer, bleken wapens en explosieven verstopt te zijn. De hele school, in het
bijzonder de gymzaal, werd van explosieven voorzien. Er waren een paar bommen
bij die af zouden gaan indien de schakelaar zou worden losgelaten. Verschillende
terroristen droegen voorts explosieven op hun lichaam.
Op 2 september wist Ruslan Aushev, de voormalig president van Ingoesjetië die
als bemiddelaar was aangewezen, de vrijlating van 26 moeders en kinderen te
verzekeren. De terroristen werden steeds nerveuzer en vermoeider. Een deel leek
bereid te zijn de actie door onderhandelingen te beëindigen. Zij eisten
terugtrekking van de federale troepen uit Tsjetsjenië en vrijlating van hun
kameraden in Ingoesjetië. Aushev nam contact op met Zakayev, de in Londen
woonachtige "minister van Buitenlandse Zaken van Itsjkerië". Een dag later
antwoordde Zakayev dat zowel hij als Maskhadov bereid was naar Beslan te
komen om met de gijzelnemers te onderhandelen. President Poetin zou bereid zijn
geweest de terroristen een vrijgeleide aan te bieden. Echter, voordat
onderhandelingen uitkomst konden bieden, kwam de gijzeling onverwacht tot een
dramatisch einde.
Op 3 september werd toestemming verkregen voor het weghalen van de lijken van
degenen die tijdens het begin van de gijzeling waren gedood. Waarschijnlijk heeft
een van de terroristen toen door vermoeidheid per ongeluk een bom laten
ontploffen, waardoor een gat in de gymzaal werd geslagen. In paniek begonnen de
gijzelaars naar buiten te rennen. Toen de terroristen het vuur openden op de
vluchtende vrouwen en kinderen, zagen de Russische troepen geen andere
mogelijkheid dan in te grijpen.530 In totaal hebben de vuurgevechten en
explosieven 344 doden en meer dan 700 gewonden geëist; voor de helft
kinderen.531
De terroristen stonden onder leiding van Dokku Umarov, de "minister van
Veiligheid van de republiek Itsjkerië". Een deel waren ervaren strijders; een ander
waren 1326 gijzelaars" (21 september 2004); De Volkskrant, "Moeders moesten kizen welk
kind ze meennamen" (3 september 2004), Corine de Vries, "Mammotsjka, we gaan het
overleven!", de Volkskrant (6 september 2004); vele andere artikelen in kranten en
tijdschriften.
530 Volgens sommigen was de bestorming van de school wel gepland. O.a. het feit dat de
elitroepen op het moment van de aanval zo verrast waren dat ze niet eens kogelvrije vesten
droegen (mede hierdoor leden zij zware verliezen: 10 doden en 31 gewonden) weerspreekt
dit.
531 NRC Handelsblad, "Dodental Beslan 344" (30 september 2004).
123
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
deel (waaronder de twee vrouwen) waren zelfmoordterroristen, "shahidas". Bij de
gevechten werden 31 terroristen gedood en 1 gevangen genomen. Volgens
sommige berichten zouden maximaal 6 andere terroristen zijn ontsnapt.532 Basayev
heeft een verklaring uitgegeven waarin hij stelt dat er 33 gijzelnemers waren,
waarvan 14 Tsjetsjenen, 9 Ingoesjeten, 3 etnisch Russen, 2 Osseten, 2 Arabieren
(etnisch Tsjetsjenen uit Syrië en Jordanië533) en 3 personen van andere etniciteit.534
De gijzelingsactie is opgeëist door Basayev. Maskhadov heeft de actie van het
begin af aan scherp veroordeeld, maar volgens de Russische autoriteiten is ook hij
betrokken geweest bij de actie.535
Na afloop van het bloedbad werden de Russische autoriteiten van alle kanten
hevig bekritiseerd voor hun optreden tijdens de crisis. President Poetin kondigde
uiteindelijk, na druk van alle kanten, op 10 september aan dat hij een
onafhankelijk onderzoek naar Beslan zou gelasten.536 In reactie op alle kritiek
heeft de Noord-Ossetische president zijn voltallige regering ontslagen. Voorts is
een aantal hoge politiefunctionarissen aangeklaagd wegens criminele nalatigheid
in het beschermen van de school, omdat politieagenten tegen betaling van
steekpenningen de gewapende strijders vrijelijk lieten reizen.537
532 Nick Paton Walsh, "Ingushetian security officer implicated in Beslan massacre", in The
Guardian (4 november 2004).
533 Andere bronnen dan Basayev voegen dit detail toe. Als gevolg van de door de Russen tijdens
de Kaukasische oorlogen in de 19e eeuw uitgevoerde etnische zuivering, zijn er Tsjetsjeense
gemeenschappen in heel het Midden-Oosten. Zie ook paragraaf 2.5 (rebellen). Peter
Michielsen, "Verzet vooral nationalistisch", NRC Handelsblad (6 september 2004).
534 Verklaring Basayev op Kavkazcenter.com (17 september 2004).
535 Nick Paton Walsh, "Beslan siege plotter will be tried, vows Chechen leader", The Guardian
(25 september 2004); Herman Veenhof, "De radicalinski's van het Tsjetsjeense verzet",
Nederlands Dagblad (7 september 2004).
536 David Jan Godfroid, "Onderzoek naar Beslan komt er toch", NRC Handelsblad (11-12
september 2004); David Jan Godfroid, "Noord-Osseetse regering naar huis gestuurd", NRC
Handelsblad (9 september 2004); Peter Michielsen, "Twijfels en vragen over gijzeldrama",
NRC Handelsblad (7 september 2004)
537 Nick Paton Walsh, "Ingushetian security officer implicated in Beslan massacre", in The
Guardian (4 november 2004).
124
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
I Bijlage 2: lijst van gebruikte afkortingen
AI Amnesty International
AG Assistance Group (van de OVSE, voor Tsjetsjenië)
art. artikel
bv. bijvoorbeeld
CAP (UN) Consolidated Appeals Process
CPT Comité ter Voorkoming van Marteling
d.d. de dato
DRC Danish Refugee Council
ECHO Humanitarian Aid Office of the European Commission
EHRM Europese Hof voor de Rechten van de Mens
EU Europese Unie
FM Forced Migrant
FMS Federale Migratie Dienst
FPS Russische federale grensdienst
FSB Russische federale veiligheidsdienst (de vml. KGB)
GOS Gemenebest van Onafhankelijke Staten
HRW Human Rights Watch
ICRC International Committee of the Red Cross (het Rode Kruis)
IDP Internally Displaced Person (ontheemde)
IHF International Helsinki Federation
IO Internationale Organisatie
i.p.v. in plaats van
i.v.m. in verband met
m.n. met name
MVD Russische ministerie van Binnenlandse Zaken
NGO Non-Gouvernementele Organisatie
nr./no. nummer
o.a. onder andere
OCHA (UN) Office for the Coordination of Humanitarian Affairs
ODIHR Office for Democratic Institutions and Human Rights
OM Openbaar Ministerie
OMON speciale divisie binnen de politie
OVSE Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
OVSE-AG Assistance Group van de OVSE
p. pagina
pp. pagina's
PACE Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa
PTV Personen die tijdelijk hun vaste verblijfplaats hebben verlaten
i.v.m. terroristische acties (een bepaald soort ontheemdenstatus)
RvE Raad van Europa
125
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
RF Russische Federatie
SU Sovjet-Unie
TAC Tijdelijke Accomodatie Centrum (opvangcentrum voor
ontheemden)
t.o.v. ten opzichte van
t.w. te weten
UN United Nations
UNESCO United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization
UNHCR Office of the United Nations High Commissioner for Refugees
UNICEF United Nations Children's Fund
UNSECOORD Office of the United Nations Security Coordinator
US United States (of America)
USD US dollar
VN Verenigde Naties
vml. voormalig(e)
vwb voor wat betreft
VS Verenigde Staten (van Amerika)
126
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bijlage 3: Literatuurlijst
Action contre la Faim, Handicap International en Médecins du Monde,
Tchétchénie: retour en enfer, maart 2004.
(Klaus) Ammann, Tschetschenien und die tschetschenische Bevölkerung in de RF,
voor Schweizerische Flüchtlingshilfe, 24 mei 2004.
Amnesty International, Op weg naar de wet, mensenrechten in Rusland
(Amsterdam en Antwerpen, 2002)
Amnesty International, Denial of Justice (Londen, 2002)
Amnesty International, `Dokumenty!' (Londen, februari 2003)
Amnesty International, Rough Justice: the law and human rights in the Russian
Federation, AI Index: EUR 46/077/2003, 2 oktober 2003.
Amnesty International, Russian Federation, januari december 2003.
Amnesty International, Russian Federation: Amnesty International Statement on
the situation of Chechen asylum-seekers, maart 2004.
Amnesty International, Human Rights Watch, the Medical Foundation for the Care
of Victims of Torture and Memorial, The Situation in Chechnya and Ingushetia
Deteriorates: New Evidence of Enforced Disappearances, Rape, Torture, and
Extrajudicial Executions, 8 april 2004.
Amnesty International, Russian Federation in 2003, 26 mei 2004.
Amnesty International, Russian Federation: Chechen Republic, "Normalization" in
whose eyes?, 23 juni 2004.
Amnesty International, Russian Federation: The risk of speaking out, november
2004.
Caucasian Knot / Encyclopedia, Islam in Russia.
Commission on Human Rights under the President of the RF to Chechnya and
Ingushetia, Internally Displaced Persons from the Chechen Republic in Tent
Camps of the Republic of Ingushetia and in Places of Temporary Accomodation
upon their Return to Chechnya, 28-29 januari 2004.
127
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
CPT, Public statement concering the Chechen Republic of the Russian Federation,
10 juli 2003.
Danish Refugee Council, The Chechnya Survey Project: population surveys on
Chechnya and internally displaced persons from Chechnya in the North Caucasus,
Russian Federation as an instrument for providing targeted humanitarian
assistance (mei 2002)
Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, Concluding Observations
of the Committee on Economic, Social and Cultural Rights, 31st session, 28
november 2003.
Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties, Commission on Human
Rights, Sixtieth session, Specific Groups and Individuals: Mass Exoduses and
Displaced Persons, Report of Francis M. Deng, 24 februari 2004.
The Economist, No end to it, 4 september 2004
The Economist, Terror's new depths, 11 september 2004
The Economist, Russia's horror, 11 september 2004
Europees Parlement, Ontwerpverslag, versie 2003/2230 (INI), 19 november 2003.
Human Rights Watch, World Report 2004, 2004.
Human Rights Watch, World Report Human Rights and Armed Conflict, 2004.
Human Rights Commission under the President of the RF, IDPs from the
Chechen Republic, 9 februari 2004.
Human Rights Watch, Briefing Paper on the Situation of Ethnic Chechens in
Moscow, 24 februari 2003.
Human Rights Watch, Russia, Spreading Despair: Russian Abuses in Ingushetia,
Vol.15, No. 8(D), september 2003.
Human Rights Watch, To serve without health? Inadequate Nutrition and Health
Care in the Russian Armed Forces, Vol. 15, No. 8 (D), november 2003.
Human Rights Watch, Russia: E.U. Policy Should Address Human Rights, 19
maart 2004.
128
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Human Rights Watch, Examples of State Practice in the Council of Europe
Region, Vol. 16 No. 4(D), voorjaar 2004.
Human Rights Watch, The wrongs of passage: Inhuman and Degrading Treatment
of New Recruits in the Russian Armed Forces, oktober 2004 (Vol. 16, No. 8 D).
ICBL, Russian Federation, Landmine Monitor Report, 2003.
ICBL, Chechnya, Landmine Monitor Report, 2003.
IHF, Still in a state of terror: Chechnya after the referendum, 10 september 2003.
IHF, Chechnya and the European Court, Ethics and obligations, 2004.
IHF, Ingushetia: Enforced "Disappearances", Extrajudicial Killings and Unlawful
Detentions December 2003 - June 2004, 4 augustus 2004.
IHF, Chechnya: Enforced "Disappearances", Extrajudicial Killings and Unlawful
Detentions An Update, 4 augustus 2004.
IHF, The Situation of IDPs in Ingushetia after the Armed Incursion of 21/22 June
2004, 4 augustus 2004.
IHF, The Silencing of Human Rights Defenders in Chechnya and Ingushetia, 15
september 2004.
Medical Foundation for the Care of Victims of Torture, Rape and Other Torture in
the Chechnya Conflict: Documented evidence from asylum seekers arriving in the
United Kingdom, april 2004.
Memorial en Russian NGOs Network against Racism, Compliance of the Russian
Federation with the Convention on the Elimination of All Forms of Racial
Discrimination, An NGO report to the UN Committee on Elimination of Racial
Discrimination (62nd session, March 2003), december 2002.
Memorial Human Rights Centre, Bulletin: from the conflict zone. Alle
maandelijkse uitgaven in de verslagperiode.
Memorial Human Rights Centre, Deceptive Justice, Situation on the investigation
on crimes against civilians committed by members of the Federal Forces in the
Chechen Republic during military operations 1999-2003, mei 2003.
129
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Memorial Human Rights Centre, The Situation in the Chechen Republic and
Republic Ingushetia, januari 2004.
Memorial Human Rights Centre, The Situation in the City of Grozny on March 14,
2004, During the Presidential Elections in the Russian Federation, 14 maart 2004.
Memorial Human Rights Centre, The situation in the Chechen Republic and
Republic Ingushetia, mei 2004.
Memorial Human Rights Center en Migration Rights Network, On the situation of
Chechnya residents in the RF: June 2003-May 2004 (2004)
Memorial Human Rights Centre, Beslan: the Hostage-taking at the School, 5
september 2004.
Memorial Human Rights Centre, The Situation in the Chechen Republic and
Republic Ingushetia, april 2004.
Memorial Human Rights Centre, The Situation in the Chechen Republic and
Republic Ingushetia, juni 2004.
Memorial EHRAC, Bulletin: International Human Rights Advocacy, zomer 2004.
Moscow Helsinki Group, Nationalism, xenophobia and intolerance in
contemporary Russia (Moskou, 2002)
Moscow Helsinki Group, Presidential Elections in Chechnya, Human Rights
Monitoring, Bulletin No. 4, 6 oktober 2003.
NHC, Annual Report 2003, 2004.
Norwegian Refugee Council/Global IDP Project, Profile of Intern Displacement:
Russian Federation, 15 januari 2004.
ODIHR, PA OVSE, PACE, RF: State Duma elections, 7 december 2003.
ODIHR, RF: Presidential election 14 March 2004, 15 maart 2004.
OMCT, Chechnya: No Means to Live, An Appraisal of Violations of Economic,
Social and Cultural Rights in Chechnya, november 2003.
OMCT, FIACAT, Médecins du Monde, CCFD, Caritas France, Joint Written
Intervention 60th Session of the Commission on Human Rights, Item 11:
130
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Violations of Human Rights in the Russian Federation/Chechnya, 20 februari
2004.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Russian Federation State
Duma Elections, 7 december 2003.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Situation of refugees and
displaced persons in the Russian Federation and some other CIS countries, 25
maart 2004.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Situation of refugees and
displaced persons in the Russian Federation and some other CIS countries,
Recommendation 1667 (2004), 25 juni 2004.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, The human rights situation in
the Chechen Republic, Doc. 10283, 20 september 2004.
Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, The human rights situation in
the Chechen Republic, Resolution 1403 (2004), 7 oktober 2004.
Raad van Europa, Twenty-seventh interim report by the Secretary General: Human
rights, civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 14 mei 2003.
Raad van Europa, Addendum to the 27th interim report by the Secretary General:
Human rights, civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 19 mei 2003.
Raad van Europa, Twenty-eighth interim report by the Secretary General: Human
rights, civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 20 juni 2003.
Raad van Europa, Twenty-ninth interim report by the Secretary General: Human
rights, civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 17 september 2003.
Raad van Europa, 30th interim report by the Secretary General: Human rights,
civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 20 october 2003.
Raad van Europa, 31st interim report by the Secretary General: Human Rights,
civil rights and freedoms in the Chechen Republic, 28 november 2003.
Raad van Europa, Russian Federation: Council of Europe's response to the
situation in the Chechen Republic, 16 januari 2004.
Raad van Europa, Russian Federation: Council of Europe's response to the
situation in the Chechen Republic, 7 april 2004.
131
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Raad van Europa, The humanitarian situation of the Chechen displaced
population: Publication of a report by PACE Committee on Migration, 14
september 2004.
SwissPeace, FAST Update (early warning unit): Quarterly Risk Asessment.
Kwartaalrapporten gedurende de verslagperiode voor Tsjetsjenië, Ingoesjetië en
Dagestan.
UN, Report on Mission by the Special Representative of the Secretary-General for
children and armed conflict Olara A. Otunnu to the Russian Federation, including
the North Caucasus (17-24 juni 2002).
UN, Chechnya and neighbouring republics: CAP 2004, november 2003.
UN, Chechnya and neighbouring republics: CAP 2005, november 2004.
UNDP, Human Development Report: RF 2004, Moskou 2004.
UNHCR, Operations Situation Report. Maandelijkse rapporten gedurende de
verslagperiode.
UNHCR, Information Note: On the Implementation of Compensation for Lost
Housing and Property To the Victims of the Conflict in the Chechen Republic,
april 2004.
UNHCR, Basis of claims and background information on asylum-seekers and
refugees from the Russian Federation, mei 2004.
UNHCR, Position regarding Asylum-Seekers and Refugees from the Chechen
Republic, Russian Federation, 22 oktober 2004.
UN OCHA, Inter-Agency Standing Committee Working Group 56th meeting, IDP
Situation in the Russian Federation: IDP situation in the North Caucasus, the
Russian Federation Follow-up to the recommendations made by the RSG-IDPs
after his September 2003 mission to the Russian Federation, 4 februari 2004.
UN OCHA, Humanitarian Action in Chechnya and neighbouring republics
(Russian Federation), september 2004.
UNSECOORD, Security Advisory 001/04 , Security Situation in Russia, 9 januari
2004.
132
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
US Department of State, Country Reports of human rights practices: Russia
2003, februari 2004.
WFP, Monthly Report, augustus 2004.
Persberichten
Voor dit ambtsbericht is gebruik gemaakt van alle relevante artikelen die in de
Tsjetsjeense, Russische of internationale pers verschenen in de verslagperiode
(mits beschikbaar in Nederlands, Engels, Duits of Frans). In de noten is melding
gemaakt van de artikelen waaruit informatie is opgenomen/verwerkt; die
bronverwijzingen zullen hier niet herhaald worden.
In het bijzonder is gebruik gemaakt van de volgende persoverzichten:
· CPCD-Moscow Articles Update
· Institute for War and Peace Reporting (IWPR) Caucasus Reporting Service
(Londen, jaargang 2002 en 2003) (internet: www.iwpr.net)
· The Jamestown Foundation, Chechnya Weekly (Washington) (internet:
www.jamestown.org)
· The Jamestown Foundation, Eurasia Daily Monitor (Washington) (internet:
www.jamestown.org)
· UNSECOORD Russian Federation, Media Monitoring of reported incidents in
the North Caucasus
Daarnaast is gebruik gemaakt van o.a. de websites van:
· Interfax
· Itar-Tass
· Associated Press
· Agence France-Presse
· Algemeen Nederlands Persbureau
· Spiegel (www.spiegel.de)
· Institute for War & Peace Reporting
· Prague Watchdog
· Relief web
· alle nationale Nederlandse dagbladen
· NGO's (m.n. Amnesty International en Human Rights Watch)
· Internationale organisaties (OVSE, ODIHR, RvE, CPT, VN etc.)
133
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bijlage 4: Topografische overzichtskaart van Tsjetsjenië
134
Algemeen ambtsbericht noordelijke Kaukasus
januari 2005
Bijlage 5: Topografische kaart van de Russische Federatie
135
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken