RANDSTAD NEDERLAND

Randstad WerkMonitor: Groeiend vertrouwen in kansen baanwissel

PERSBERICHT

Diemen, 23 februari 2004

Randstad WerkMonitor: Groeiend vertrouwen in kansen baanwissel Kleine en grote zonden op de werkvloer: internetten, bellen en ten onrechte ziek melden

De mobiliteitsindex van werkenden in Nederland is voor het eerst sinds juni 2004 weer gestegen. De index van de Randstad WerkMonitor staat nu op 96 punten, een relatief grote stijging ten opzichte van de 90 punten van twee maanden terug. De stijging geeft aan dat werkenden zich weer meer verplaatsen op de arbeidsmarkt en dus vaker van baan wisselen.

Dat zijn enkele van de opvallende uitkomsten van het onderzoek van de Randstad WerkMonitor Februari onder 440 werknemers van 18 jaar en ouder. De verklaring voor het groeiende vertrouwen en de stijgende mobiliteit ligt volgens de onderzoekers in het licht verbeterende economische klimaat; dit wordt bevestigd door onderzoek van het CBS, waaruit blijkt dat het oordeel van consumenten over het economisch klimaat in januari 2005 verbeterd is ten opzichte van december 2004.

Roland Berendsen, directeur Operations van Randstad in Nederland: 'De voorspellingen over de economische groeicijfers en de koopkrachtontwikkeling zijn positief. Ook onze branche heeft een dynamische periode achter de rug en richt zich nu op groei. Wat de werkgelegenheid betreft zit de groei op dit moment in de logistieke en technische sectoren. Daarnaast is de eerste groei in administratieve functies ook al gesignaleerd.Verheugend is het dat met name jongeren meer vertrouwen hebben in het vinden van een baan. Zij zien weer kansen op de arbeidsmarkt en hebben minder het gevoel dat ze buiten de boot vallen. Opmerkelijk is wel dat met name werkenden in de productiesector en in de industrie wat somberder zijn geworden. Dit is naar mijn mening niet nodig. Juist nu de economie weer aantrekt zien wij daar een sterke vraag naar extra personeel. Niet voor niets adverteren wij op dit moment pagina groot in de kranten omdat wij ook naar medewerkers voor deze sectoren op zoek zijn.'

In Nederland denkt 69 procent van de werkenden waarschijnlijk tot zeker binnen zes maanden een andere baan te kunnen vinden. Het vertrouwen is stabiel ten opzichte van de vorige meting in december. Interessant is wel dat bij een identiek onderzoek in Duitsland (Randstad Arbeitsbarometer) blijkt dat het vertrouwen onder werkenden daar lager ligt, op circa 60 procent.

Kleine en grote zonden De onderzoekers van Blauw Research bogen zich op verzoek van Randstad ook over de kleine zonden die werknemers op de werkplek begaan. Daarbij blijkt onder meer dat gemiddeld één op de tien ontvangen en verzonden e-mails op het werk privé-gerelateerd is. Volgens werkenden wordt op de werkvloer op grote schaal privé geinternet. Ook privé bellen met de zakelijke telefoon komt veel voor. Opvallend is ook dat bijna de helft van de werkenden waarneemt dat collega's in hun organisatie zich wel eens onterecht ziek melden.

Overigens vindt ruim een derde (35%) dat het versturen van e-mails en internetten voor privé-doeleinden tijdens werktijd gewoon moet kunnen, 34% vindt juist dat het niet door de beugel kan. Slechts twintig procent van de werkenden zal collega's direct op dit gedrag aanspreken, 43 procent zal dat alleen doen als het zich vaker voordoet. Ook voor privé-doeleinden telefoneren op het werk wordt niet als 'fout' gezien. Hier zal 18 procent een collega nooit op aanspreken, nog eens 51 procent zal dit pas doen als het zich vaker voordoet. En hoe wordt er gereageerd op eventuele controle van de baas op het emailgedrag? Ook hierover zijn de meningen verdeeld. Vier op de tien (41%) vindt dat dit moet kunnen, terwijl een gelijk aandeel (42%) dit niet vindt kunnen.

Collega aangeven bij de baas? Op de vraag 'Wat zou u doen als een collega iets ten onrechte van het werk mee naar huis neemt (bijvoorbeeld een nietmachine, perforator, een computermuis, gereedschap)?' blijken maar weinig werknemers in Nederland deze collega bij de baas aan te geven. Bijna zes op de tien (58%) zou dit niet doen. Het persoonlijk aanspreken van persoon in kwestie heeft bij zeven van de tien werkenden de voorkeur. Ook blijken veel werkenden de neiging te hebben het foute gedrag van een medewerker te bespreken met collega's. Pikant detail is dat deze neiging nog veel meer bestaat bij werkenden in Duitsland. Bij de Randstad Arbeitsbarometer in Duitsland bleek maar liefst 58 procent van de Duitsers zo'n kwestie met collega's te bespreken, tegen 32 procent in Nederland.

Goed en fout op het werk Wat is geoorloofd 'lenen' en wat kan absoluut niet? Werknemers in Nederland zien het door de vingers als een collega een post-it blokje mee naar huis neemt. Maar een inkt cardrige meenemen, dat kan echt niet. Op welke vormen van 'pikwerk' zeggen werknemers hun collega's direct aan te spreken?

1. Valse declaraties (91%) 2. Overuren schrijven terwijl men die niet gemaakt heeft (86%) 3. Gereedschap meenemen (84%) 4. Inkt cartridges meenemen (84%) 5. Andere kantoorartikelen meenemen (74%) 6. Ziek melden terwijl men niet ziek is (72%) 7. Werkkleding meenemen en thuis houden (63%) 8. Muziek of films downloaden op het werk (62%) 9. Software meenemen om thuis illegaal te installeren/kopiëren (57%) 10. Voor privé-doeleinden kilometers rijden met lease auto wanneer dit niet de bedoeling is (50%)

Wat zijn de 'zonden' op de werkvloer? Vraag werknemers in Nederland wat ze tussen de bedrijven door aan zonden op de werkvloer waarnemen, dan levert dat het volgende lijstje op. Tussen haakjes staat het percentage werknemers dat dit 'wel eens' heeft gezien op de werkplek:

1. Internetten voor privé-doeleinden op het werk (53%) 2. Privé bellen met zakelijke telefoon (49%) 3. Ziek melden terwijl men niet ziek is (46%) 4. Een pen meenemen (45%) 5. Printpapier meenemen (26%) 6. Post-it blokje meenemen (25%) 7. Overuren schrijven die niet gemaakt zijn (21%) 8. Paperclips meenemen (20%) 9. Lege multomap/dossier/agenda meenemen (16%) 10. Muziek of films downloaden op het werk (15%)

Wat is verder uit het onderzoek naar voren gekomen?

- De mobiliteitsindex van de Randstad WerkMonitor staat nu op 96 punten, terwijl deze twee maanden terug nog op 90 punten stond. De index is gebaseerd op de verwachtingen van mensen ten aanzien van het elders werkzaam zijn binnen nu en zes maanden. - Onder hoogopgeleiden heeft driekwart (76%) vertrouwen in het vinden van een nieuwe baan, terwijl dit onder laagopgeleiden aanzienlijk lager is (57%). - Het vertrouwen van werkenden van 18 t/m 30 jaar in het vinden van een nieuwe baan is gestegen. Het vertrouwen van de werkenden ouder dan 30 jaar is daarentegen iets gedaald. De kloof tussen werkenden van verschillende leeftijdscategorieën in hun vertrouwen in het vinden van werk elders wordt hierdoor groter. Hoe jonger de werknemer, des te groter het vertrouwen. Na een stijging van de ontslagangst onder jongeren in december, laat deze nu weer een daling zien (34% vs 24%). - De ontslagangst is het duidelijkst afgenomen in de dienstverlenende sector. Was in december 31% in enige mate bang voor ontslag, in februari is dit nog maar een vijfde (20%).

WerkMonitor De index is gestegen van 90 naar 96 punten. Ten opzichte van december vorig jaar is werkend Nederland in februari mobieler als het gaat om het wisselen van baan. Het aandeel werkenden dat verwacht 'zeker of waarschijnlijk wel' elders werkzaam te zijn binnen nu en zes maanden is in februari 21% versus 22% in december.

Toelichting illustratie Randstad WerkMonitor: De mobiliteitsindex geeft een indicatie van het aantal werkenden dat verwacht binnen nu en 6 maanden hetzelfde of vergelijkbaar werk te doen bij een andere werkgever. De index is gebaseerd op het aantal mensen dat positief antwoordt op deze vraag. De stand van de index is te zien aan de onderzijde van de grafiek.

De mobiliteitsindex wordt voorspeld door een viertal factoren; te weten: Het vertrouwen dat men heeft in een 'baanswitch' Hoe groot men de kans inschat dat men de huidige baan verliest Het aandeel mensen dat toe is aan een nieuwe uitdaging De tevredenheid met de huidige werkgever.