VVD



Nieuws

23 feb 2005 - VVD steunt Staatsverdrag
Niederrhein

Deze week had in de Tweede Kamer het debat plaats over vluchthaven Niederrhein. Voor de VVD-Tweede-Kamerfractie nam Paul de Krom het woord. Hieronder treft u zijn inbreng.

Mijn fractie staat positief ten opzichte van het Staatsverdrag. Ik zal dat kort toelichten.

In de eerste plaats heeft Nederland voldoende invloed om naleving af te dwingen.

Ten tweede wordt Niederrhein, of Airport Dusseldorf Regional zoals het nu heet, op dezelfde wijze behandeld als binnenlandse regionale luchthavens, zoals Maastricht-Aachen Airport. Zowel de openingstijden als de openingsdagen zijn gelijk.

Ten derde ligt de vastgelegde maximale geluidszone ruim binnen de zone zoals die geldig was tijdens het militaire gebruik van Niederrhein. Nacht- en circuitvluchten zijn verboden. En als daarin wijzigingen optreden is een MER nodig met alle daaraan verbonden inspraakmogelijkheden.

Tenslotte geeft het bedrijfsleven in de regio aan veel potentie te zien in de luchthaven Niederrhein. Dit blijkt onder meer uit een onderzoek van onder andere de Kamers van Koophandel Limburg-Noord en Centraal Gelderland. Uit een enquete onder 600 bedrijven blijkt dat 40% al gebruik heeft gemaakt van de luchthaven, 74% positieve effecten voor de regio verwacht en 82% de luchthaven als een versterking van de regionale economie ziet.

Mijn fractie heeft nog op twee punten vragen. Als het wettelijk kader voor regionale vliegvelden in Nederland waaraan de Staatssecretaris werkt veranderingen tengevolge heeft voor de huidige regimes voor onze vliegvelden, zou dit ook moeten gelden voor Niederrhein. Ik neem dan dat zij dan initiatieven neemt om het Verdrag te wijzigen. Graag deze toezegging.

Tenslotte stel ik het op prijs dat de Staatssecretaris nog ingaat op de werkgelegenheidsaspecten die door het vliegveld worden geschapen, niet alleen op het vliegveld zelf - ik lees aantallen van 350 tot 2000 - maar ook bij de toeleverende industrie. Hoeveel Nederlanders zijn en zullen op het vliegveld werkzaam zijn, en zijn die effecten er ook bij de Nederlandse toeleverende industrie? En de allerlaatste vraag is hoe het staat met de Nederlandse bezwaarschriften die bij de Duitse autoriteiten zijn ingediend.