Consumentenvertrouwen stijgt opnieuw licht
Het consumentenvertrouwen is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, in februari 2005 uitgekomen op -22. Dit is vier punten hoger dan in januari. Het is de tweede lichte stijging op rij. De consument gaat 2005 met meer vertrouwen in dan hij 2004 afsloot. In de laatste vier maanden van vorig jaar was het consumentenvertrouwen telkens lager dan een maand eerder.
De stijging in februari 2005 komt doordat consumenten minder negatief zijn geworden over de algemene economische situatie. De koopbereidheid van de consument is onverminderd laag. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek van het CBS.
Consumenten minder negatief over economisch klimaat
Het oordeel over het economisch klimaat is, voor seizoen gecorrigeerd, in februari fors verbeterd ten opzichte van een maand eerder. Het steeg met 12 punten naar -23. Zowel over het economisch klimaat in de komende als in de afgelopen twaalf maanden zijn consumenten minder negatief geworden. Voor het eerst sinds augustus 2004 is het oordeel over de komende twaalf maanden positief. Dit betekent dat er per saldo meer optimisten zijn dan pessimisten
Koopbereidheid onverminderd laag
De koopbereidheid is, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, uitgekomen op -22. Dit is vrijwel gelijk aan een maand eerder. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en op de vraag of de tijd gunstig is voor het doen van grote aankopen. Consumenten zijn iets negatiever geworden over de eigen financiën in de afgelopen twaalf maanden. Deze indicator bereikte daardoor in februari de laagste seizoengecorrigeerde waarde sinds het begin van deze reeks in 1986. Over het doen van grote aankopen, zoals meubels, zijn consumenten ook iets negatiever geworden. Ze zijn daarentegen iets positiever in hun oordeel over de toekomst van hun eigen financiën.
Technische toelichting
Het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) wordt uitgevoerd in de eerste tien werkdagen van de maand.
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economisch klimaat en over de eigen financiële situatie. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens.
De geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.
Naast het CBS, stelt ook de Europese Commissie (EC) op basis van het CCO voor Nederland een indicator van het consumentenvertrouwen samen. De EC hanteert daarbij echter deels andere vragen dan het CBS. In de EC-berekening ligt de nadruk geheel op de verwachtingen voor de toekomst, waar in de indicator van het CBS ook de huidige situatie van de consument en diens oordeel over de afgelopen twaalf maanden worden meegenomen. De EC publiceert haar indicator altijd later dan het CBS waardoor de meest recente maand niet zichtbaar is in de grafiek.
PB05-023
23 februari 2005
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS