Ingezonden persbericht


Embargo tot 22 febr. 2005 14.00 uur

Uitzendbranche vindt anti-fraudeplannen van het kabinet onvoldoende

Ter bestrijding van fraude en illegale arbeid wil de regering opnieuw een vergunning voor uitzendbureaus invoeren, gekoppeld aan een waarborgsom van E 75.000. De georganiseerde uitzendbureaus menen echter dat daarmee juist de deur wordt opengezet voor malafide bureaus -terwijl de bonafide ondernemingen voor de kosten opdraaien.

De Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen NBBU, die ruim 300 uitzendbureaus in het midden- en kleinbedrijf van de uitzendsector verenigt, vreest dat de herinvoering van een vergunningenstelsel -dat in 1999 juist was afgeschaft- geen drempel zal opwerpen tegen illegale praktijken. De eisen voor de vergunning zijn veel te licht, veel lichter dan de normen die de brancheorganisaties zelf hanteren bij de regelmatige screening van hun leden. Het gevolg zal zijn dat malafide bureaus zonder veel moeite zo'n 'exploitatievergunning' kunnen verkrijgen. Bijvoorbeeld door achter de façade van een aantal legale uitzendkrachten, voor wie keurig premies en belasting worden afgedragen, een veelvoud aan illegalen uit te zenden. Maar in de optiek van de buitenwereld, zoals de afnemers (inleners) van het bureau, zal het bezit van de exploitatievergunning de indruk vestigen dat het malafide uitzendbureau getoetst en betrouwbaar bevonden is.

Door de waarborgsom wordt de achterban van de NBBU nog eens extra wordt benadeeld. "De verplichte waarborgsom van E 75.000 kan voor kleinere uitzendbureaus de nekslag betekenen", aldus NBBU-woordvoerder Bart-Jeroen Croll. "Het betekent dat veel bonafide bureaus uit de markt gedrukt worden en dat het starten van een nieuw bureau al helemaal onmogelijk is. En wat krijgen we er voor terug? Malafide uitzendbureaus die dat bedrag slechts als een investering zien om -grootschalig, want de investering moet worden terugverdiend- illegaal werknemers ter beschikking te stellen en de afdrachten aan fiscus en UWV te ontduiken". De voorstellen zijn in zijn ogen volkomen contraproductief.

In deze vorm schept het vergunningenstelsel een riskante schijnzekerheid, waarvan de inleners de dupe worden, wanneer zij voor de niet-betaalde premies en belasting worden aangeslagen of een forse boete moeten betalen.

De kabinetsplannen leveren extra kosten en administratieve belasting op, zowel voor de uitvoering, als voor de handhaving. In een tijd waarin de regering zich voortdurend op de borst klopt over verlaging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven, wordt de branche met forse verhogingen bedreigd. Bij MKB-bureaus komt dit des te harder aan. Zij missen omvang en naamsbekendheid en nemen daarom, om zich als solide en betrouwbaar te profileren, deel aan verschillende certificeringsregelingen. Zij zitten zeker niet te wachten op een extra controletraject dat niets toevoegt -integendeel, zelfs ondermijnend werkt.

Als de regering niettemin vasthoudt aan de vergunning, pleit de NBBU voor een stelsel waarin de expertise van de branche wordt benut.

De bezwaren worden breed gedeeld in werkgevend Nederland. In een gezamenlijke brief van NBBU, ABU, VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland en COV zijn deze aan de Tweede Kamer voorgelegd.

Voor nadere informatie: NBBU, Bart-Jeroen Croll, tel. nr. 030 2292219

NBBU
Jan van Eijcklaan 2-6
030 2292219
info@nbbu.nl

22 febr. '05


---- --