Nederlands standpunt voor de mid term review van de
Lissabon-strategie, Voorjaarsraad 2005, bijlage
Kamerbrief inzake Nederlands standpunt voor de mid term review van de
Lissabon-strategie, Voorjaarsraad 2005, bijlage
NEDERLANDS STANDPUNT VOOR DE VOORJAARSRAAD 2005
(de mid-term review van de Lissabon-strategie)
" focus"
INLEIDING
Halverwege de looptijd ervan is het publieke oordeel over de
Lissabon-strategie er één van teleurstelling. Om een aantal redenen
heeft zij (nog) niet aan de hooggespannen verwachtingen van de
Europese Raad van maart 2000 kunnen voldoen. De uitvoering van de
strategie door de lidstaten is onvoldoende. Het hartland van Europa
leek te zijn verworden tot een zone van structureel lage groei.
Toch is de toekomst niet zo somber als sommigen willen doen geloven.
De Europese maatschappij als geheel is zich steeds meer bewust van de
concurrentiedruk op mondiaal niveau. Het rapport van de High Level
Group onder voorzitterschap van Wim Kok heeft de relevantie en de
noodzaak van de Lissabon-strategie aangetoond. Door de toenemende
mondiale concurrentiekracht moeten wij ons Europese
sociaal-economische model aanpassen om het in de toekomst te kunnen
behouden. Overal in Europa worden -in verschillende mate en in een
verschillend tempo- structurele hervormingen doorgevoerd. De motor van
Europa, de Duitse economie, toont de eerste voorzichtige tekenen van
herstel. De mid-term review van de Lissabon-strategie tijdens de
Voorjaarsraad in 2005 biedt een uitgelezen kans om deze omslag een
nieuwe impuls te geven. Dit vereist heldere besluiten en het stellen
van prioriteiten door de Voorjaarsraad.
Dit is ook de heldere stellingname van de Commissie in haar
Voorjaarsrapport . De Unie moet haar aandacht concentreren op die
onderwerpen waar Europa op mondiaal niveau achterstand oploopt: groei
en werkgelegenheid.
De Voorzitter van de Commissie heeft deze onderwerpen tot het hart van
het beleid van zijn Commissie gemaakt. Het Voorjaarsrapport met
voorstellen voor een hernieuwd elan voor de Lissabon-strategie, een
hernieuwd 'Partnerschap voor groei en banen', is daar een uiting van.
In haar Voorjaarsrapport doet de Commissie drie aanbevelingen aan de
Voorjaarsraad:
Steun voor een nieuw Partnerschap voor Groei en Banen;
Steun voor het Lissabon Actieplan en voor het instellen
van nationale actieplannen;
Steun voor een vereenvoudigde en betere uitvoering van de
Lissabon-strategie.
Dit Nederlands standpunt geeft het Nederlandse antwoord op die vragen.
Om die reden heeft het standpunt een andere structuur dan in
voorgaande jaren. Het is deze keer toegespitst op de twee
belangrijkste onderdelen van de mid-term review van de
Lissabon-strategie. Het richt zich geheel op het aanbrengen van focus
in de inhoud van de Lissabon-strategie en op het verbeteren van het
proces van de uitvoering ervan.
Het probeert daarbij, aan de hand van het Voorjaarsrapport van de
Commissie, antwoord te geven op de centrale vragen van het rapport
Kok: waar gaat de Lissabon-strategie over (focus) en wie is
verantwoordelijk voor de Lissabon-strategie (governance) .
De boodschap is eenvoudig: minder is meer. Een slankere, meer op groei
en werkgelegenheid gefocuste strategie moet beter worden uitgevoerd.
Dit Nederlands standpunt bevat de weg daar naar toe.
I. FOCUS OP GROEI EN WERKGELEGENHEID
In navolging van de High-level Group Kok stelt de Commissie dat de
Lissabonstrategie moet worden gericht op one aim and one only: to
facilitate and speed up delivery of the reforms needed to boost growth
and employment.
Nederland juicht deze focus toe als noodzakelijke stap voor de
Europese Unie om de uitdagingen van vergrijzing en globalisering het
hoofd te bieden. Hierbij meent Nederland ook dat economische groei en
werkgelegenheid de sociale cohesie bevorderen, de technologische
ontwikkeling - ook van milieuvriendelijke productiemethoden -
stimuleren en de budgettaire middelen genereren om de kwaliteit van
het milieu te verbeteren. Op hun beurt dragen sociale cohesie en een
gezonde en veilige leefomgeving bij aan het realiseren van duurzame
economische groei voor de huidige en toekomstige generaties.
Budgettaire discipline door eerbiediging van de regels van het
Stabiliteits- en Groeipact is een cruciale randvoorwaarde voor het
slagen van de Lissabonstrategie
Steun aan beleidsprioriteiten Commissie.
De Commissie formuleert in haar Voorjaarsrapport tien prioritaire
doelstellingen, op de volgende drie beleidsterreinen:
(i) van Europa een aantrekkelijke plek maken om te
investeren en te werken;
(ii) kennis en innovatie voor groei;
(iii) creëren van meer en betere banen, die cruciaal
zijn voor het realiseren van groei en werkgelegenheid.
Voor de realisatie van deze doelstellingen stelt de Commissie een
groot aantal acties voor op zowel communautair als nationaal niveau,
met een heldere verantwoordelijkheidsverdeling.
De prioriteitsstelling van de Commissie (beleidsterreinen en
doelstellingen) toont als volgt:
Van Europa een aantrekkelijke plek maken om te investeren
en te werken
1. Uitbreiden en verdiepen van de Interne Markt
2. Verbeteren van Europese en nationale regelgeving
3. Realiseren van open en competitieve markten binnen en buiten
Europa
4. Uitbreiden en verbeteren van de Europese infrastructuur
Kennis en innovatie voor groei
5. Verhogen en verbeteren van investeringen in onderzoek en
ontwikkeling
6. Bevorderen van innovatie, de absorptie van ICT toepassingen en het
duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen
7. Bijdragen aan een sterke industriële basis
Creëren van meer en betere banen
8. Inschakelen van meer mensen op de arbeidsmarkt en modernisering
van sociale zekerheidssystemen
9. Verhogen van het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven
en van de flexibiliteit van de arbeidsmarkt
10. Investeren in menselijk kapitaal door beter onderwijs en
vaardigheden
Nederland onderschrijft de prioriteitsstelling van de Commissie. Deze
focus moet bijdragen aan de snelle realisatie van tastbare resultaten
op Europees en nationaal niveau.
Enkele Nederlandse kanttekeningen.
Nederland plaatst enkele kanttekeningen bij deelanalyses van de
Commissie:
Aanname van de Dienstenrichtlijn is noodzakelijk, zoals de
Commissie terecht constateert. Dit mag echter niet worden gerealiseerd
door verwatering van cruciale elementen, zoals het land van
oorsprongbeginsel, die essentieel zijn voor een efficiënt werkende
Interne Markt voor diensten.
De Commissie legt terecht veel nadruk op betere
regelgeving, waarbinnen het initiatief van de zes Voorzitterschappen
voor de reductie van de administratieve lasten (waaronder de
meetmethodiek en de wenselijkheid van nationale targets) een zwaarder
accent zou moeten krijgen.
De Commissie besteedt geen aandacht aan het belang van de
prestatiekracht van een efficiënte en excellente overheid als
voorwaarde voor economische groei. Het breder gebruik van ICT
toepassingen is van groot belang, niet alleen voor het bedrijfsleven,
maar ook voor de voorziening van publieke diensten.
De doelstelling van de Commissie om de industriële basis
te versterken mag niet leiden tot verstoring van de
concurrentieverhoudingen op de Interne Markt. Zo is sectorale
doorlichting van de administratieve lasten wel wenselijk. Sectoraal
steunbeleid, waaronder het creëren van 'nationale kampioenen', is dat
bijvoorbeeld niet.
De Commissie plaatst het onderwerp onderwijs vooral in het
teken van een leven lang leren. Daarbij moet worden aangetekend dat de
opdracht tot het realiseren van excellent onderwijs zich niet moet
beperken tot hoger onderwijs. Excellence moet over de volle breedte
van het onderwijs worden nagestreefd als noodzakelijke impuls voor
kennis en innovatie. Bijzondere nadruk verdient ook het realiseren van
optimale kenniscirculatie. De bijdrage van onderwijs dient ook hier
aan de orde te komen.
In tegenstelling tot de analyse van de High-level Group
Kok legt de Commissie geen nadruk op de noodzaak om het aantal
gewerkte uren per werknemer in de Europese Unie te vergroten.
Erkenning door de Commissie dat eco-efficiënte innovaties
bevorderd moeten worden vraagt, sterker dan nu uit het
Voorjaarsrapport spreekt, om concrete vertaling in het inzetten van
een brede set instrumenten en in tijdsgebonden acties, zoals
aanbevolen door de Milieuraad en het rapport Kok. In partnerschap met
het bedrijfsleven moeten die verder worden ontwikkeld.
De Commissie ziet in migratie een mogelijkheid om de
gevolgen van de vergrijzing op te vangen. In algemene zin acht
Nederland dit onjuist. De aanpak van de vergrijzingsproblematiek is
vooral gebaat bij het verhogen van de arbeidsparticipatie. Voor
deelterreinen waar een evident tekort aan arbeidskrachten bestaat
(bijvoorbeeld kenniswerkers), kan selectieve migratie worden
overwogen.
De Commissie hint vrij makkelijk op verhoging van de
Europese begroting voor de financiering van uitgaven in het kader van
de herziene Lissabon strategie. Dit verhoudt zich niet met de
Nederlandse inzet voor een reëel constant uitgavenkader. Derhalve
dient de nadruk te liggen op herallocatie van thans beschikbare
middelen.
II. BETERE GOVERNANCE
De Lissabon-strategie is voor Europa niet herkenbaar als wat zij
eigenlijk is: een aansprekende visie op de toekomst van het Europese
sociaal-economische model. Een integrale visie waarin politiek
leiderschap van de Europese Raad, een heldere prioriteitsstelling, een
duidelijke toedeling van verantwoordelijkheden en nationaal politiek
ownership hand in hand gaan.
Zichtbaarheid en publiek draagvlak
Een van de redenen waarom de Lissabon-strategie als zodanig slechts
enkele keren per jaar in het nieuws komt, is de geringe zichtbaarheid
van het integrale karakter ervan. Zij wordt jaarlijks besproken in de
Voorjaarsraad, waarna de uitvoering ervan versplintert over de
verschillende Raadsformaties in Brussel. De versplinterde behandeling
in de Raadsformaties bemoeilijkt ook de nationale parlementen het
zicht op het integrale karakter van de Lissabon-strategie. De band
tussen het optreden van de Europese Raad en het uitvoeren van
structurele hervormingen op nationaal politiek niveau ontbreekt. De
nadelen van hervormingen, die vaak neerslaan op een beperkte,
duidelijk herkenbare groep, kunnen niet worden afgezet tegen de
voordelen voor de bredere samenleving. Indien het zicht op de
samenhang van de strategie beperkt wordt, ontstaat het gevaar dat de
individuele maatregelen gezien worden als losstaande
bezuinigingsmaatregelen, met alle gevolgen van dien voor de
maatschappelijke acceptatie ervan.
Nederland steunt de gedachte in het Voorjaarsrapport van de Commissie
om de band tussen de Europese Raad en de nationale politiek te
versterken, en daarmee het integrale karakter van de strategie
zichtbaar te maken, door het instellen van nationale actieplannen.
Deze aanbeveling wordt verderop in dit standpunt nader uitgewerkt.
Politiek leiderschap en verantwoordelijkheden: het Lissabon Actieplan
Het belang dat op politiek niveau aan de Lissabon-strategie gehecht
wordt is aan de ene kant haar kracht, aan de andere kant haar zwakte.
Binnen de Commissie en binnen de Raadsformaties worden vele
afzonderlijke beleidsinitiatieven ontwikkeld die allemaal hun weg
vinden naar de jaarlijkse Voorjaarsraad. Dit heeft er toe geleid dat
tijdens iedere Voorjaarsraad nieuwe doelstellingen aan de
Lissabon-strategie worden toegevoegd. Deze proliferatie wekt licht de
indruk van een beleidsmatige vlucht naar voren is er mede de oorzaak
van dat er te weinig aandacht is voor de uitvoering van de strategie.
Naast het aanbrengen van focus wil de Commissie ook de
verantwoordelijkheden voor de totstandkoming en de uitvoering van het
prioritaire beleid duidelijk maken. In een bijlage bij het
Voorjaarrapport heeft zij het Lissabon Actieplan opgenomen. Dit
bestaat uit het EU Lissabon programma (een overzicht van de te nemen
maatregelen op communautair niveau) en uit algemene
beleidsaanbevelingen aan de lidstaten die deze kunnen opnemen in hun
nationale actieplannen. Het Lissabon Actieplan geeft voor alle
maatregelen (op Europees en nationaal niveau) de instrumenten die
kunnen worden ingezet, het tijdpad, de indicator om de voortgang te
meten en de impact van de maatregel op groei en werkgelegenheid.
Met inachtneming van de kanttekeningen van Nederland bij de
beleidsprioriteiten van de Commissie, stemt Nederland in met het
beginsel v aneenLissabonActieplan.
Het verheugt Nederland dat de Voorzitter van de Commissie de
Lissabon-strategie tot de kerntaak van zijn Commissie heeft gemaakt en
dat hijzelf de coördinatie hiervan op zich heeft genomen. Daarnaast
heeft de Commissaris voor Industrie als Vice-voorzitter een bijzondere
coördinerende rol voor alle zaken die het concurrentievermogen van
Europa raken. Dit moet er toe leiden dat binnen de Commissie een
betere synergie tot stand komt van beleidsinitiatieven, gericht op het
bevorderen van groei en werkgelegenheid.
De Europese Raad dient zijn verantwoordelijkheid te nemen bij het
bewaken van de voortgang van de Lissabon-strategie. Hij heeft een
bijzondere rol om politieke sturing te geven op die onderwerpen die
cruciaal zijn voor groei en werkgelegenheid in Europa. Dit
veronderstelt een duidelijke keuze voor een gefocuste groeistrategie.
Ook het Europees Parlement speelt een belangrijke rol in de
Lissabon-strategie, met name op het terrein van de communautaire
wetgevende agenda van het Lissabon Actieplan.
Nationale actieplannen
De Commissie heeft in haar Voorjaarsrapport de aanbevelingen van het
rapport Kok overgenomen om de uitvoering van de Lissabon-strategie te
verbeteren door het opstellen van nationale actieplannen. Deze moeten
de inbedding van de strategie in de nationale politiek vergroten en
daarmee leiden tot een betere uitvoering van de strategie. Bovendien
biedt een nationaal actieplan de lidstaten de mogelijkheid om, binnen
het raamwerk van de Europese doelstelling van groei en
werkgelegenheid, te komen tot maatwerk. De lidstaat kan prioriteiten
stellen, in overeenstemming met zijn specifieke economische situatie.
Dit komt tegemoet aan het bezwaar dat de methode van open coördinatie
in haar huidige vorm te veel uitgaat van one size fits all.
Daarnaast roept de Commissie de lidstaten op een Meneer of Mevrouw
Lissabon te benoemen. Deze moet de voortgang van de nationale
actieplannen in de lidstaten bewaken.
Nederland is voorstander van het opstellen van een nationaal
actieplan. Dit verankert de Lissabon-strategie in een brede discussie
over het te voeren beleid in Nederland en de raakvlakken daarvan met
Europa. Bespreking van het actieplan in het Nederlandse parlement
geeft de uitvoering ervan een politiek draagvlak.
Nederland zal zich buigen over de opzet en de uitvoering van een
nationaal actieplan. Dit moet leiden tot een partnerschap waarin alle
partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheden een actieve rol
spelen. Nauwe betrokkenheid van de sociale partners bij het opstellen
en uitvoeren van het Nederlandse actieplan spreekt immers voor zich.
De traditie van de sociale dialoog in Nederland biedt hiervoor goede
aanknopingspunten.
Bij de opzet van de structuren van een nationaal actieplan zal tevens
de rol van een eventueel aan te wijzen meneer of mevrouw Lissabon
bezien worden.
Stroomlijnen Lissabon-strategie: één geïntegreerde rapportagecyclus
De beleidsinhoudelijke prioriteitsstelling die de Commissie voorstelt
in haar Voorjaarsrapport heeft ook gevolgen voor de
rapportageverplichtingen binnen de Lissabon-strategie en voor het
voorbereidingstraject van de Voorjaarsraad.
De Commissie stelt voor het veelvoud aan bestaande rapportages van
lidstaten en Raadsformaties te vervangen door één geïntegreerde en
gestroomlijnde rapportagecyclus. Zij wenst de globale richtsnoeren
voor het economisch beleid en de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren
samen te voegen in één pakket van Lissabon-richtsnoeren. Deze
Lissabon-richtsnoeren zullen bestaan uit drie hoofdstukken:
macro-economisch en budgettair beleid, structuurbeleid en
arbeidsmarktbeleid. Zij vormen de basis voor de door de lidstaten op
te stellen nationale actieplannen.
Onder politieke sturing van de Europese Raad zullen de
Lissabon-richtsnoeren voorbereid en vastgesteld worden in de Ecofin
Raad, de Concurrentiekrachtraad en de Raad Werkgelegenheid, Sociaal
beleid, Volksgezondheid en Consumentenaangelegenheden.
De start van deze nieuwe, driejarige cyclus is in 2005. De Commissie
analyseert de voortgang van de uitvoering ervan aan de hand van de
nationale actieplannen van de lidstaten en aan de hand van de
voortgang van het EU Lissabon programma. Zij vat deze analyses samen
in haar geïntegreerde Voorjaarsrapport aan de Voorjaarsraad.
De eerste twee jaren van de rapportagecyclus staan in het teken van
een voortgangsverslag (light review), het derde jaar staat in het
teken van een strategische herziening (in-depth review).
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie voor de stroomlijning
van de rapportageverplichtingen in de Lissabon-strategie.
Nederland kan instemmen met de integratie van de verschillende
rapportageverplichtingen in een set richtsnoeren (de
'Lissabon-richtsnoeren'). Nederland kan tevens instemmen met de
rapportagecyclus, de politieke sturing daarvan door de Europese Raad
en de door de Commissie voorgestelde exclusieve bespreking van de
geïntegreerde nationale Lissabon-rapportages in de Ecofin-Raad, de
Raad voor het Concurrentievermogen en de WSBVC-Raad. Andere
Raadsformaties kunnen zich, indachtig de focus van de
Lissabon-strategie, in de aanloop naar de Voorjaarsraad uitspreken
over de hen regarderende beleidsonderwerpen uit het integrale rapport
aan de Voorjaarsraad dat de Commissie, mede op basis van de nationale
rapportages, opstelt.
Nederland gaat er tevens van uit dat het communautaire beleid in het
kader van het Lisbon Action Plan in de daartoe traditioneel aangewezen
Raadsformaties behandeld wordt.
Facing the challenge. The Lisbon strategy for growth and
employment. Report from the High Level group chaired by Wim Kok.
November 2004.
Communication to the Spring European Council: Working together for
growth and jobs. A new start for the Lisbon Strategy. COM(2005)24
In het rapport Kok werden als belangrijkste redenen voor het
tegenvallende resultaat van de Lissabon-strategie de volgende, elkaar
versterkende, verklaringen geformuleerd: de Lissabon-strategie gaat
over alles en dus over niets; de Lissabon-strategie is van iedereen en
dus van niemand.
Ministerie van Buitenlandse Zaken