van het lid Herben over het aantal Nederlanders dat in een
buitenlandse cel vastzit
Beantwoording kamervragen van het lid Herben over het aantal
Nederlanders dat in een buitenlandse cel vastzit
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Consulaire Zaken
Afdeling Consulair-Maatschappelijke Zaken
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
22 februari 2005
Behandeld
Jeanine de Vos
Kenmerk
DCZ/CM-JdV
Telefoon
070-348 47 70
Blad
1/5
Fax
070-348 52 56
Bijlage(n)
dcz-cm@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het Kamerlid Herben over het aantal
Nederlanders dat in een buitenlandse cel vastzit
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door Kamerlid Herben (LPF) over het aantal Nederlanders dat in
een buitenlandse cel vastzit. Deze vragen werden ingezonden op 2
februari 2005 met kenmerk 2040507450.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen
van het lid Herben (LPF) over het aantal Nederlanders dat in een
buitenlandse cel vastzit
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Meer Nederlanders vast in buitenland? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe komt het dat er een recordaantal van 2352 Nederlanders in een
buitenlandse cel vastzit? Wat bent u voornemens te doen om dit aantal
te verminderen?
Antwoord
In de jaren 90 heeft zich een grote stijging in het aantal Nederlands
gedetineerden in het buitenland voorgedaan. Was er in 1993 nog sprake
van 1000 Nederlandse gedetineerden in het buitenland, in het jaar 2000
is dit aantal verdubbeld. Daarna is de stijging enigszins afgevlakt;
van 2000 gedetineerden in 2000 naar 2362 (stand van 3 februari jl.).
Circa 80% van de Nederlandse gedetineerden in het buitenland is
gearresteerd in verband met drugsdelicten. Om potentiële
drugssmokkelaars te ontmoedigen, heeft het Ministerie van Buitenlandse
Zaken voorlichtings- en preventieactiviteiten gestart waarbij
indringend gewezen wordt op de ernstige risicos en consequenties van
drugsbezit en drugshandel.
Binnenkort zal een voorlichtingsfolder verschijnen met bijbehorende
poster. Bovendien is met diverse intermediaire organisaties (o.a.
Trans Logistiek Nederland, Delinquentie en Samenleving, Stichting
Reclassering Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten)
contact gezocht om ook via deze instellingen te waarschuwen voor de
risicos van arrestatie wegens drugssmokkel (slechte omstandigheden in
gevangenissen, lange straffen, negatieve gevolgen voor familie en de
vaak moeizame terugkeer in de maatschappij). Daarnaast zal een
voorlichtingsfilm met een soortgelijke boodschap worden gemaakt die
eveneens breed zal worden ingezet. Tenslotte werkt het ministerie aan
een speciale website met gerichte informatie over de gevaren van
drugssmokkel.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zinvol zou zijn om, alvorens de campagne
specifiek gericht op potentiële drugssmokkelaars, die vóór de zomer
gepland staat, van start te laten gaan, te onderzoeken waarom er veel
meer Nederlanders vastzitten in buitenlandse gevangenissen dan een
aantal jaar geleden en de uitkomsten van dit onderzoek te verwerken in
de campagne? Zo ja, bent u voornemens een dergelijk onderzoek in te
stellen?
Antwoord
Ter voorbereiding van de genoemde voorlichtingsactiviteiten heeft het
ministerie in de zomer van 2004 in samenwerking met een aantal
ambassades en consulaten-generaal een enquête gehouden onder een groot
aantal Nederlandse gedetineerden met als doel gegevens te verkrijgen
over de persoonlijke interesses en achtergrond van Nederlandse
drugssmokkelaars. De huidige campagne is specifiek gebaseerd op het
met behulp van de enquête opgestelde profiel van potentiële
drugssmokkelaars. Een aanvullend speciaal onderzoek naar de reden van
de stijging van het aantal gedetineerden acht ik, mede in dit licht,
overbodig.
Vraag 4
Hoeveel van het aantal Nederlandse gedetineerden in het buitenland
bezit de dubbele nationaliteit?
Antwoord
Circa 850 van de 2362 Nederlandse gedetineerden in het buitenland
bezit de dubbele nationaliteit (circa 35 %). In totaal is ongeveer de
helft van niet-Nederlandse afkomst.
Vraag 5
Is u inmiddels bekend hoeveel van de Nederlandse gedetineerden in het
buitenland al eerder met de Nederlandse justitie in aanraking zijn
geweest? Zo neen, deelt u de mening dat het zinvol zou zijn om deze
informatie door middel van een onderzoek te verkrijgen en de uitkomst
hiervan te verwerken in eerdergenoemde campagne? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hierover geen informatie.
Ik acht het ook niet mijn taak om na te gaan of de gedetineerden die
door mijn medewerkers worden begeleid al eerder in aanraking zijn
geweest met de Nederlandse Justitie. Gegevens hieromtrent zullen dan
ook niet in de voorlichtingsactiviteiten gericht op de potentiële
drugssmokkelaar worden meegenomen.
1) Algemeen Dagblad, 28 januari jl.
Ministerie van Buitenlandse Zaken