ABU

Brandbrief werkgevers aan Tweede Kamer
Grote bedenkingen over voorstel exploitatievergunning (22-2-2005)

De invoering van een exploitatievergunning voor uitzendorganisaties met een daaraan gekoppelde waarborgsom van EUR 75.000,- stuit op grote bedenkingen bij de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen), VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland, COV (Centrale Organisatie voor de Vleessector) en NBBU (Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen). In een gezamenlijke brandbrief aan de Tweede Kamer onderschrijven de organisaties het belang van een `schone' uitzendbranche, maar geven ze tevens aan dat de door het kabinet gekozen aanpak niet effectief zal zijn.

De organisaties zijn van mening dat malafide bedrijven straks op eenvoudige wijze de schijn van bonafiditeit kunnen kopen door het storten van een waarborgsom en het aanvragen van een exploitatievergunning. De eisen voor de vergunning zijn zo licht dat de vergunning niets voorstelt. Ook de pakkans is buitengewoon gering.

De meeste malafide ondernemingen zullen de vergunning niet eens aanvragen, omdat deze bedrijfjes niet geregistreerd willen zijn. Invoer van een vergunning zal derhalve slechts leiden tot toename van de administratieve lasten voor het bonafide deel van de sector, terwijl van deze ondernemingen al vaststaat dat zij wet- en regelgeving goed naleven. Zij worden daar door een onafhankelijke instantie periodiek op gecontroleerd.

Naast de bezwaren tegen de vergunning, achten de organisaties uitbreiding van de handhavingscapaciteit noodzakelijk. Deze moet worden gericht op het malafide deel van de sector en niet op het bonafide. Ook zouden inleners die bewezen hebben met bonafide gecertificeerde uitzendondernemingen samen te werken, beloond moeten worden met uitsluiting van aansprakelijkheid voor niet-betaalde belasting en premies. Samen met de overige, eerder genomen maatregelen door het kabinet moet dit voldoende zijn om het aantal malafide ondernemingen terug te kunnen dringen.

Met de brandbrief willen de organisaties de overheid ervan overtuigen dat de exploitatievergunning de illegaliteit niet oplost en bieden zij hun deskundigheid en ervaring aan bij het ontwikkelen van een alternatief. Ook de stichting VRO, een belangrijke controlerende instantie in onder meer de uitzendbranche, heeft de kamer een soortgelijke brief verzonden. Deze stichting onderschrijft de bedenkingen.

---

Op de brief is een toelichting gegeven door de voorzitters en woordvoerders van de diverse organisaties. Deze kunt u hieronder downloaden

Leaflets