Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
22 februari 2005
Ons kenmerk
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
DBS/2005/1065
Onderwerp
Stand van zaken uitvoering moties

Geachte voorzitter,

In overeenstemming met mijn voornemen om uw Kamer drie maal per jaar over de stand van zaken betreffende aangenomen moties te informeren, ontvangt u hierbij een actualisatie van de momenteel openstaande moties.

In deze brief maak ik onderscheid naar moties met betrekking tot: de begrotingsbehandeling Verkeer en Waterstaat XII en Infrastructuurfonds de MIT/SNIP-behandeling
overige openstaande moties

Moties waarvan de mate van uitvoering onveranderd is ten opzichte van mijn schrijven van 17 november (kenmerk DBS/2004/5265) dan wel 17 december (kenmerk DBS/2004/5977) en aangehouden moties zijn niet in het overzicht opgenomen.

Ad. 1: Moties begrotingsbehandeling

Motie van de leden Hijum en van Dijksma verzoekt om te komen tot een uniform boetesysteem voor zwartrijders en tot een treinverbod voor notoire zwartrijders en agressieve reizigers (29800 XII,nr. 17)

Recent is al een aantal maatregelen genomen om het zwartrijden te verminderen (landelijk reisverbod, uniforme aanpak zwartrijden bij invoering chipcard en tourniquets). Ik zal nogmaals toetsen of de regels nog uniformer kunnen, maar hier en daar is lokaal maatwerk nodig bij stad- en streekvervoer. In het voorjaar van 2005 kan ik uw Kamer de uitkomsten van het onderzoek naar zwartrijden doen toekomen. Verbreding van de inzet van reis- en verblijfsverboden, zoals recent toegepast door de rechtbank Leeuwarden, zal hiervan onderdeel uitmaken. Ik zie deze motie als ondersteuning van mijn beleid en neem deze over met de kanttekening van de mogelijkheid voor lokaal maatwerk.

Motie van de leden Van Hijum en Van der Ham verzoekt begin 2005 een concreet voorstel ter verbetering van de Kustwacht voor te leggen (29800 XII, nr. 19 herdrukt)

Dit voorjaar zal een plan van aanpak worden gestuurd ter verbetering van de aansturing van de Kustwacht. Op dit moment vindt, op basis van een taakanalyse, interdepartementaal overleg plaats over de mogelijkheden daartoe.

Motie van de leden Van Lith en Boelhouwer verzoekt het budget noodoverloop- gebieden toe voegen aan budget voor ruimte voor de rivier (29800 XII, nr. 20)

De voorkeur van uw Kamer voor duurzame oplossingen bij de bescherming tegen overstromingen wordt ondersteund. Het project Rampenbeheersing Overstromingen Rijn en Maas is gericht op het beperken van de risico's van overstromingen als gevolg van afvoeren groter dan de maatgevende. Het besluit over de optie noodoverloopgebieden binnen de rampenbeheersingsstrategie zal in samenhang met deel 1 van de PKB Ruimte voor de Rivier uiterlijk 1 mei 2005 worden genomen.

Motie van het lid Gerkens waarin gevraagd wordt om met voorstellen te komen waardoor luchtvaartmaatschappijen geprikkeld worden om te investeren in geluidsarmere vliegtuigen (29800 XII,nr. 29)
Het beleid van de overheid is gericht op beheersing van geluidsbelasting rond luchtvaartterreinen en internationaal op stillere vliegtuigen. Afspraken over geluidseisen aan vliegtuigen worden internationaal gemaakt en Nederland participeert daarin actief. Weren van de meest lawaaiige vliegtuigen kan bijdragen aan beperking van geluidsbelasting rond luchtvaartterreinen, maar daarvoor ligt ook een taak bij de luchtvaartsector zelf. Overeenkomstig mijn toezegging zal onderzoek gedaan worden naar het beleid dat andere Europese Staten voeren ten aanzien van het stimuleren van een stillere vloot en bezien of nadere stappen zinvol zijn. Uw Kamer zal hier in de loop van 2005 over worden geïnformeerd.

Ad 2. Moties MIT/SNIP behandeling

Motie Van Hijum c.s. over een uitvoeringsprogramma als onderdeel van de nota Mobiliteit (29800 A nr. 23)
Als onderdeel van deel 3 van de Nota Mobiliteit wordt een zogenaamd uitvoeringsprogramma opgesteld.

Motie Mastwijk c.s. over een financieringsplan inzake de A4 in West-Brabant

(29800 A nr. 24)
Samen met de regio wordt dit plan uitgewerkt. Ik zal uw Kamer voor 1 juli 2005 hierover informeren.

Motie Hermans c.s. over integrale verkenning van het rijkswegennet (29800 A nr. 25)
Als onderdeel van deel 3 van de Nota Mobiliteit worden in samenwerking met alle regio's de knelpuntenanalyses geactualiseerd.

Motie Hofstra c.s. over een efficiëntere aanpak inzake filebestrijding (29800 A nr. 26)
Uitvoering van de motie wordt meegenomen in Nota Mobiliteit PKB deel 3 en de uitvoeringsagenda.

Motie Hofstra c.s. over een verdubbeling van de N33 (29800 A nr. 28) De motie geeft aan om E 50 mln. uit het amendement Hofstra (nr. 19) in te zetten voor de verdubbeling van de N33. Ik heb aangegeven het oordeel aan uw Kamer te laten. De motie en het amendement zijn aangenomen. Tijdens het bestuurlijk overleg van november 2004 is met het Noorden afgesproken dat op basis van de beschikbare middelen en de inzet van privaat geld bezien zal worden of de N33 gefaseerd aangepakt kan worden. Het voortouw ligt (conform afspraak) bij de regio.

Motie Van der Ham c.s. over realisatie van het project ``Almelo verdiept`` (29800 A nr. 32)
Overleg met de gemeente Almelo en Prorail heeft ertoe geleid dat overeenstemming is bereikt over een nieuwe aanbesteding van het project, waarbij het Rijk als opdrachtgever zal gaan fungeren. Ik verwacht uw Kamer hierover rond de zomer van 2005 verder te kunnen informeren.

Motie Van der Staaij c.s. over het financieringstekort inzake de verruiming van het Wilhelminakanaal (29800 A nr. 37)
Ik ben reeds met de regio in overleg over een oplossing voor verruiming van het Wilhelminakanaal. Daarbij wordt gezocht naar een oplossing die zowel kosteneffectief is als het probleem het beste oplost. Van alle onderzochte oplossingen, inclusief de door de regio zelf aangedragen variant, lijkt alleen een nulplus-variant, waarbij het beheer op onderhoud in orde wordt gebracht in combinatie met het realiseren van een insteekhaven, het meest kosteneffectief, het meest probleemoplossend en passend binnen het taakstellende budget. De door de regio aangedragen variant lijkt minder kosteneffectief, laat het kanaal in een slechte staat van onderhoud en is, zelfs met een maximale rijksbijdrage en bijdragen van het Tilburgse bedrijfsleven, financieel niet gedekt. Ik zal op korte termijn in een bestuurlijk overleg met de regio verder praten over een effectieve oplossing.
Ten aanzien van het vóór 2007 in uitvoering nemen van dit project verwijs ik u naar de brief van 9 december 2004 met het kenmerk DGG/TB/04/006081 (motie van het lid Staaij cs (29800 XII,nr. 34) inzake het verzoek een plan van aanpak te presenteren om vijf belangrijke vaarwegprojecten, die COV heeft geselecteerd, versneld uit te voeren en dit voor MIT-behandeling naar uw Kamer te sturen).

Ad 3. Overige moties

Motie van de leden Hessels en Hofstra niet overgaan tot reactivering van het historisch trace van de IJzeren Rijn, voordat de in het ontwerp- tracébesluit omschreven aanpassingen aan het tracé zijn gerealiseerd (29579 nr. 14 (was nr. 11))
Ná uitspraak van het permanent arbitragehof zal worden bezien (of en) hoe deze motie kan worden uitgevoerd. De planning is afhankelijk van het arbitragehof.

Motie Dezentje-Hamming/De Krom over een centrum voor veiligheid en milieu op zee in Den Helder (28984 nr. 7)
De haalbaarheid van een dergelijk Europees Centrum te Den Helder wordt betwijfeld, mede gezien de inmiddels genomen besluiten over oliebestrijdingsplannen in EMSA-verband. Niettemin zal in EU-verband worden aangedrongen op het belang van kennisontwikkeling op het punt van de bestrijding van zeeverontreiniging en op een mogelijke situering van een ``kenniscentrum``in Nederland c.q. Den Helder.

Motie Van Velzen c.s. over het invoeren van een Europese heffing op het gebruik van kerosine en/of een heffing op emissies (29667 nr. 7) Deze motie zal in overleg met staatssecretaris van Geel worden opgepakt, ik verwacht u hierover in april nader te kunnen informeren.

Motie Verdaas c.s. over het voor 1 mei 2005 ontwikkelen van een concreet en budgettair neutraal voorstel voor gedifferentieerde geluidsheffing (29378 nr. 19)
Het betreft een verzoek om voor 1 mei 2005 een voorstel te presenteren met een gedifferentieerde geluidsheffing voor de dag en nacht periode. De huidige stand van zaken is dat er overleg wordt gevoerd met de luchtvaartsector. Hierbij is overeengekomen dat de ideeën verder worden uitgewerkt en in breder verband worden besproken. Ik streef er naar uw Kamer voor 1 mei een voorstel te kunnen voorleggen.

Motie Duyvendak c.s. over het beleid inzake gelijkvloerse overgangen (29 200-XII, nr. 93)
Naar aanleiding van het AO op 27 januari over de kadernota "Veiligheid op de rails" heb ik u toegezegd nog een brief te sturen over het exacte beleid (ook voor Prorail) inzake overwegen. Die brief zal ik u begin maart toesturen waarmee ik de motie als uitgevoerd beschouw.

Motie Van der Staaij c.s. over de positie van de decentrale overheden ten opzichte van de NS (27482 nr. 109)
In de motie wordt gevraagd om de positie van de decentrale overheden in een drietal artikelen van de vervoerconcessie te wijzigen; de artikelen 7, lid
1, artikel 12, lid 3 en artikel 13 lid 3 (voorheen artikel 14) zijn daartoe aangepast. Dit is gemeld in mijn brief van 28 januari 2005 aan uw Kamer over het vervoer- en beheerplan 2005 (kenmerk DGP/SPO/U.05.00106). Ik beschouw hiermee de motie als uitgevoerd.

Motie Dijksma c.s. over een systeem van prestatiebeloning voor het management van de NS (27482 nr. 110)
Uitvoering van deze motie is overgedragen aan de minister van Financiën zoals gemeld in mijn brief van 28 januari 2005 over het vervoer- en beheerplan 2005 (kenmerk DGP/SPO/U.05.00106).

Motie Hofstra c.s. over de lijn Alkmaar-Den Helder en opneming van enkele (inter)regionale spoorverbindingen in het kernnet (27482 nr. 111) Zoals gemeld in mijn de brief van 28 januari 2005 over het vervoer- en beheerplan 2005 (kenmerk DGP/SPO/U.05.00106) houd ik de uitvoering van deze motie aan tot het moment dat ik duidelijkheid heb over de decentralisatie van de treindienst Alkmaar-Den Helder. Ik verwacht die duidelijkheid medio maart 2005 te hebben.
De internationale (inter-) regionale lijnen worden illustratief opgenomen in het kaartbeeld dat behoort bij het Besluit hoofdrailnet (Stb. 2004, 742), zonder dat het gevolgen heeft voor de reikwijdte van de concessie voor het hoofdrailnet aan NS. Om praktische redenen doe ik dat op het moment dat er duidelijkheid is over opname van Alkmaar-Den Helder; dan is er één moment van wijziging van het besluit hoofdrailnet.

Motie Hofstra c.s. over tijdige en volledige realisatie van de voorgenomen bediening van de HSL voor Den Haag en Breda (22026, nr. 193) Ik zal u binnenkort, mede naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer, separaat informeren over de uitvoering van deze motie.

Motie Hofstra c.s. inzake het vrijwaren van de Rijksoverheid van exploitatieverliezen van de Betuweroute (22589, nr. 214) Op 23 februari 2004 heb ik het Havenbedrijf Rotterdam en ProRail uitgenodigd om een businesscase uit te werken voor een kostendekkende exploitatie. De businesscase is op 30 november 2004 opgeleverd. Zoals besproken in het Algemeen Overleg van
8 december 2004 zal uw Kamer dit voorjaar over de uitkomsten van de beoordeling van de businesscase worden geïnformeerd.

Motie Feenstra c.s. over de rol van het Rijk. Verzoekt het Kabinet te voorzien in een blijvende en geëigende rol voor het Rijk binnen de toekomstige organisatievorm voor de Mainport Rotterdam (24 691, nr. 35) In het kader van de Verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam heeft het Kabinet op 5 december 2003 een definitief Rijksstandpunt geformuleerd. Op 9 december 2003 heb ik een brief gestuurd aan het College van B&W van Rotterdam om dit standpunt toe te lichten. Over de nationale strategische belangen in de Mainport Rotterdam is onder meer gesteld .."dat het niet uitgesloten is dat het Rijk - bijvoorbeeld op basis van de op mijn departement in voorbereiding zijnde Havenvisie of de uitkomsten van het lopende NMA-onderzoek naar mededingingsrechtelijke aspecten - aanleiding ziet voor nadere (zonodig wettelijke) maatregelen die de continuïteit en de kwaliteit van de havenvoorzieningen borgen". Eind juni 2004 is een en ander concreter gemaakt in artikel 10 van het PMR- bestuurs-akkoord ("de Staat bevordert de totstandkoming van een publiekrechtelijk kader waarin de nationale belangen gericht op met name continuïteit en kwaliteit van de havenvoorzieningen en de uit de PKB + PMR voortvloeiende eisen aan de inrichting en exploitatie van de haven worden geborgd"). Op dit moment wordt - mede in samenhang met de uitvoering van PMR - bezien hoe genoemd publiekrechtelijk kader vorm zal worden gegeven. Op 17 november 2004 heeft er een algemeen overleg met uw Kamer plaatsgevonden over het PMR-bestuursakkoord. Bij die gelegenheid heb ik onder meer gezegd: ``........Ik laat momenteel de nut en noodzaak van een aanvullend publiekrechterlijk kader onderzoeken, dat het Rijk in de gelegenheid stelt maatregelen te nemen om de borging van nationale belangen veilig te stellen; een soort stok achter de deur. Dit uiteraard in aanvulling op de zakelijke rol die het Rijk als aandeelhouder ook moet kunnen uitoefenen. Ik geef daarbij ook uitvoering aan de door uw Kamer aanvaarde motie Feenstra". Afgesproken is dat in 2005 uw Kamer door middel van een "contourennota" over het vorenstaande wordt geïnformeerd. De inspanningen zijn er op gericht uw Kamer nog dit voorjaar een brief te doen toekomen.

Gewijzigde motie Buijs c.s. over een schaderegeling voor de visserijsector met betrekking tot PMR (24 691 nr. 44)
Aan de problematiek rond schade voor de visserijsector door infrastructurele werken in zee en daarmee samenhangende maatregelen, is vanuit het ministerie van Verkeer en Waterstaat aandacht besteed en contact onderhouden met het Productschap Vis. Uit onderzoek, in samenspraak met het Productschap Vis, blijkt dat aantoonbare schade op basis van de bestaande regeling kan worden vergoed. Op 23 juni 2004 heeft bestuurlijk overleg over PMR plaatsgevonden tussen het Productschap Vis en de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. Naar aanleiding van dit overleg is daarop intensief contact onderhouden tussen PMR en het Productschap Vis om de differentiatie in visserijmaatregelen en de nadeelcompensatie te bespreken. In maart 2005 is een volgend bestuurlijk overleg tussen het Productschap Vis en de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit gepland. Zodra er meer informatie bekend is, zal ik u deze doen toekomen.

Motie Geluk c.s. over kustuitbreiding (29 200 XII nr. 37) Op dit moment loopt in samenwerking met de provincie Zuid Holland de verkenning. De resultaten van de inventarisatie van PPS-mogelijkheden zijn in januari aan de kamer verstuurd. Hiermee is de eerste fase van de verkenning afgerond. De tweede fase wordt in nauw overleg tussen de betrokken departementen en de provincie Zuid-Holland ingevuld. Ik zal uw Kamer in november 2005 over de resultaten hiervan informeren.

Motie Hofstra c.s. om de taakstelling m.b.t. ziekteverzuim alleen door te voeren in gebieden waar het OV niet is aanbesteed en de korting te laten afhangen van het daadwerkelijke ziekteverzuim (29200 XII nr. 39) Ik heb deze motie uitgevoerd op basis van het praktische voorstel van dhr. Hofstra (gedaan tijdens de behandeling van de begroting van V&W) om de taakstelling eenmalig per 1/1/2005 te verdelen over het niet-aanbestede vervoer.

Motie Mastwijk c.s. over beschikbaarheid financiële middelen ten behoeve van Mediapark Hilversum/A1 (29200 XII nr. 60)
Ik ben bereid onder voorwaarden de gereserveerde 25 mln Rijksbijdrage beschikbaar te maken mits voor 1 juli aanstaande door de regio aan de door mij gestelde voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden, met betrekking tot verkeerskundige onderbouwing, de planning en de onderliggende bestuurlijke overeenkomst, passen bij het bestuurlijk akkoord dat de regio onlangs afsloot met een aantal Noord Hollandse partijen ten behoeve van de investering van 400 mln aan regionaal geld in infrastructuur.

Motie Mastwijk c.s. inzake de N35 in de kom van Nijverdal (29200 XII nr. 89)
In mijn brief van 10 december 2004 (kenmerk DGP/WV/U04.03631) heb ik uw Kamer de laatste stand van zaken gemeld. In overleg met de Gemeente Nijverdal wordt thans de laatste hand gelegd aan het integrale veiligheidsconcept van de tunnel waarna besluitvorming kan plaatsvinden en de bestuursovereenkomst kan worden ondertekend. Dit zal vermoedelijk in het voorjaar van 2005 plaats kunnen vinden. Het later ondertekenen van de overeenkomst heeft vooralsnog geen invloed op de einddatum (2013) van het project zoals beschreven in het MIT 2005.

Motie Hofstra c.s. inzake het project Haak om Leeuwarden (29200 XII nr. 100)
In het verlengde MIT is voorlopig een bedrag van E 151 mln gereserveerd. De gemeente Leeuwarden is trekker van de trajectnota /MER. In november 2004 is een concept van deze nota aan mijn departement voorgelegd waarvan geconstateerd is dat die nog niet aan alle eisen voldeed. Een nieuw concept wordt nu afgewacht. Naar verwachting zal de Trajectnota/MER in het voorjaar 2005 afgerond zijn, waarna deze vier maanden ter inzage wordt gelegd. Vervolgens kan dan het standpunt worden bepaald door de minister van V&W en VROM, waarover uw Kamer zal worden geïnformeerd.

Motie Hofstra c.s.over de stationsprojecten Arnhem en Breda (29200 XII nr. 101)
De motie vraagt mij eventuele vrijvallende gelden bij onderhoud en vervanging spoor in de periode 2004-2007 in te zetten voor beide stationsprojecten en tevens een versnelling vorm te geven in het MIT 2005. In de onlangs aangeboden Begroting 2005 is het stationsproject Arnhem vanuit het planstudieprogramma overgegaan naar het realisatieprogramma en zal in 2005 gestart worden met de uitvoering van dit project. Tevens is in de Begroting 2005 de gewenste, realistische financiële planning opgenomen van het project Arnhem 4e perron. Onder dit project vallen werkzaamheden welke noodzakelijk zijn en samenhangen met het stationsproject Arnhem. Ten opzichte van de begroting 2004 is er sprake van een versnelling en is hiermee voor Arnhem uitvoering gegeven aan de motie (Overigens heb ik op 1 november 2004 een deelbeschikking afgegeven voor werkzaamheden rondom Arnhem 4e perron).

De voortgang van het stationsproject Breda is afhankelijk van de planvorming, die in het kader van het sleutelproject geschiedt onder regie van de Gemeente Breda. Inmiddels heb ik de Gemeente Breda laten weten dat ik voornemens ben om de bijdrage van het Rijk op te hogen van E 18 mln naar E 35,5 mln, prijspeil 2002.
Hiervan is na herijking van de ontwerpeisen door ProRail E 29,3 mln bestemd voor een bijdrage voor een sober en doelmatig basisstation (exclusief een eventueel derde perron) en E 6,2 mln voor afstemming met de overige werkzaamheden aan de spoorinfrastructuur in Breda. Vooralsnog is in de Begroting 2005 voor het stationsproject Breda E 18 mln opgenomen in de Planstudietabel met als uitvoeringsperiode 2006-2008. Het resterende bedrag van E 17,5 mln wordt gedekt uit de aanbestedingsmeevallers van de Betuweroute. In februari wordt door de gemeente Breda en de andere betrokken partijen een start gemaakt met het Voorlopig Ontwerp van de OV- terminal. In februari wordt ook het overleg met de spoorsector afgerond over de sporenlay-out en de perroncapaciteit in 2007.

Motie Van Lith/Geluk over bekostiging waterbeheer (informatie over de te kiezen opties, verbetering van doelmatigheid en voortgang van samenwerking in de regio)
(29428 nr. 3).
Door de staatssecretaris van VROM is tijdens de Kamer behandeling van IBO bekostiging waterbeheer op 30 juni 2004 aangegeven dat hij het doel, het vergroten van de doelmatigheid, belangrijker vindt dan het middel. Het ministerie van VROM zal samen met mijn ministerie uitwerking geven aan mogelijkheden de doelmatigheid te vergroten, zonder op voorhand uit te gaan van één waterrekening en één tarief in de waterketen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs