Stichting Wakker Dier

WAKKER DIER WOEDEND: PRODUCTSCHAP ROEPT PLUIMVEEHOUDERS OP TOT WETSOVERTREDING Persbericht - 22 februari 2005

Amsterdam, 22 februari; Stichting Wakker Dier is woedend over de oproep van het Productschap Pluimvee en Eieren aan onder meer biologische boeren om hun kippen binnen te gaan houden als maatregel tegen mogelijke vogelpest. Wakker Dier vindt het schokkend dat het Productschap, die van het landbouwministerie ook wettelijke controletaken heeft, oproept om de wet te overtreden. In de wet is vastgelegd dat biologische kippen en kippen die 'uitloopeieren' leggen, naar buiten moeten kunnen. Dat is belangrijk om het hoge niveau van dierenwelzijn in de biologische sector te houden. Het landbouwministerie liet kortgeleden nog weten dat er geen enkele veterinaire noodzaak is om kippen binnen te houden om vogelpest te voorkomen. Deze oproep tot het illegaal ophokken, is dan ook vooral een politieke daad in het kader van de discussie over de financiële bijdrage van de sector aan de kosten bij een dierziekteuitbraak. Er zijn andere maatregelen mogelijk en ook nodig om de vogelpest buiten Nederland te houden. Deze kosten echter geld en daarom neemt de PPE liever maatregelen ten koste van kippen en biologische boeren dan daadwerkelijke effectieve maatregelen zoals extra monitoringsonderzoek op het voorkomen van laag pathogeen virus op pluimveebedrijven en beperking van kontakten tussen bedrijven. Kwalijk is dat het Productschap met deze oproep de vrije uitloop kippenhouders demoniseert door hen, geheel ongefundeerd, als veroorzaker van de vogelpest te bestempelen.

Vorig jaar al vroeg de PPE het ministerie om een verklaring van veterinaire noodzaak om kippen binnen te houden. Met een dergelijke verklaring kan de uitloopverplichting voor ondermeer biologische kippen tijdelijk ongeldig worden verklaard. Het ministerie vond echter terecht dat er geen enkele noodzaak was om de kippen binnen te houden. In de tussentijd is niets wezenlijks veranderd. Desondanks vroeg de PPE afgelopen maand opnieuw om een dergelijke verklaring. Gezien de ongewijzigde omstandigheden liet het antwoord van LNV zich raden: zij zien nog steeds terecht geen veterinaire noodzaak. Het kansloze verzoek van PPE kan dan ook alleen worden gezien in het licht van de lopende discussie over de bijdrage van de pluimveehouderij bij een dierziekteuitbraak. Zij willen dat de pluimveehouders zo min mogelijk kosten betalen bij een dierziekteuitbraak. Dierziektes als de varkenspest, vogelpest en BSE hebben niet alleen miljoenen dieren het leven gekost maar kostte de maatschappij miljarden. De overheid wil toe naar een situatie waarin de veehouderij zelf de kosten van dierziektes betalen. De pluimveesector 'offeren' het welzijn van de kippen en de biologische pluimveehouders op om in deze onderhandelingen sterker te staan. Zij zullen nu zeggen dat het Landbouwministerie preventiemaatregelen blokkeert en daardoor ook maar meer moet meebetalen als een dierziekte uitbreekt.

Er heerst op dit moment vogelpest in Azië. Uiteraard wil niemand dat deze over wordt gebracht naar bijvoorbeeld Nederland. Er zijn vele mogelijke logische maatregelen. Ophokken hoort daar niet toe. Ophokken zou voorkomen dat vogels tijdens de voorjaarsvogeltrek virus meenemen van Azië naar Europa en hier in de uitloop kippen besmet. Vogeltrekroutes lopen echter van Zuid naar Noord en er zijn geen vogeltrekroutes van Azië naar Europa. Daarnaast heerst in Azië het hoogpathogeen virus. Mogelijke overbrenging van virus via vogels geldt alleen voor laagpathogeen virus. Wakker Dier wil uiteraard voorkómen dat weer 30 miljoen kippen in grijpers eindigen en pleit voor effectieve preventieve maatregelen op het gebied van ontsmetten, vervoersbeperkingen, importbeperkingen, monitoring in stallen en betere naleving van de wettelijke meldingsplicht besmettelijke dierziektes. Verspreiding van vogelpest vindt vooral plaats door de vele kontakten tussen bedrijven tijdens het vervoer van bijvoorbeeld eieren, mest, veevoer en levende dieren. Daarnaast moet zo snel mogelijk preventieve vaccinatie mogelijk gemaakt worden en heeft diergezondheid de voorkeur boven de economische handelsbelangen van de bio-industrie. Zo snel mogelijk moet het grootste probleem, de enorme pluimveedichtheid in grote delen van Nederland, worden aangepakt.