Ministerie EZ

Vragen van het kamerlid Szabó (VVD)

Ministerie van Economische Zaken
Datum: 22 februari 2005
Persbericht

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als volgt beantwoordt.


1. Heeft u kennisgenomen van het artikel waarin wordt gesteld dat Nederland te weinig investeert in ICT? Heeft u tevens kennisgenomen van het "Commission staff working paper Second Implementation Report on the 2003-2005 Broad Economic Policy Guidelines" dat donderdag 27 januari is uitgegeven door de Europese Commissie en als basis gold voor het krantenartikel over ICT-uitgaven?

Ja.


2. Deelt u de stelling uit het rapport dat de teruglopende arbeidsproductiviteit in Nederland voor een belangrijk deel te wijten is aan de vertraging van de ICT-ontwikkeling in ons land? Zo ja, kunt u aangeven wat de redenen zijn van deze vertraging?

Het rapport spreekt van een vertraging in de EU van de groei van de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur ten opzichte van de VS. Volgens het rapport is in 2003 in Nederland het BBP gedaald. Het Nederlandse BBP steeg overigens in de jaren 2001, 2002 en 2004.

Het rapport geeft aan dat de vertraging in de groei van de Europese arbeidsproductiviteit mede verklaard wordt uit een lagere productiviteit van de tevens kleinere ICT producerende sector. Bovendien hebben de ICT-gebruikende sectoren in Europa een lagere productiviteitsgroei dan in de VS. Deze ontwikkeling wordt verklaard door de hoogte van de investeringen in ICT en de mate waarin we daarvan de vruchten plukken.

Nederland is één van de landen waar wel in ICT wordt geïnvesteerd (zie antwoord op vraag 3), maar Nederland plukt daar onvoldoende de vruchten van en haalt er onvoldoende rendement uit in termen van productiviteitsgroei. Om die reden legt de Rijksbrede ICT-agenda een accent op het stimuleren van toepassingen en gebruik van ICT en beziet EZ momenteel de mogelijkheden voor intensivering van zijn beleid, zowel t.a.v. de volgende generatie elektronische communicatienetwerken als voor betere toepassing van ICT.


3. Onderschrijft u de stelling in het rapport dat het Nederlandse bedrijfsleven achterblijft bij de rest van Europa op het gebied van investeringen in ICT, research en development? Beschouwt u dit als een ernstig probleem? Zo ja, hoe denkt u dit aan te gaan pakken?

De ontwikkeling in Nederland ten aanzien van R&D is de afgelopen jaren inderdaad achtergebleven. De R&D-uitgaven van bedrijven in Nederland daalden in verhouding tot het BBP van 1,14% in 1999 naar 1,02% in 2002 (2002 is het meest recente jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn). Het EU-15 gemiddelde van deze indicator steeg in die periode van 1,20% naar 1,26% van het BBP. Dit houdt in dat sprake is van een groeiende achterstand van Nederland ten opzichte van het gemiddelde van de EU-15 landen. Ook ten opzichte van het EU-25 gemiddelde (1,18% van het BBP in 2002) heeft Nederland inmiddels een ruime achterstand. De achterblijvende en verslechterende positie van Nederland is zorgelijk, omdat R&D van fundamenteel belang is voor de innovatiekracht van een land. Het innovatiebeleid van dit Kabinet is erop gericht om dit te verbeteren. Daarom is ook via BSIK door het Kabinet fors geïnvesteerd in kansrijke onderzoeksspeerpunten van publiek/private consortia en is bij het aantreden van het Kabinet extra geld vrijgemaakt voor investeringen in onderwijs en R&D (o.a. voor verruiming van de WBSO: een fiscale prikkel die private R&D stimuleert). Een overzicht van de verschillende maatregelen vindt u in de Kabinetsreactie op het recente advies van Dhr. Wijffels en in de recente Industriebrief van het Kabinet.

Ten aanzien van specifiek ICT valt het volgende op:
o Qua ICT-investeringen blijkt uit OECD onderzoek uit 2004 dat Nederland redelijk voorop loopt. Met 3,5% (als % van het BBP) zitten we boven het EU-gemiddelde van 2,9% (zie ook vraag 2). o R&D door de ICT-sector is goed voor circa 36% van de R&D-uitgaven van het Nederlandse bedrijfsleven . Hiermee is de ICT-sector een belangrijke drijver van R&D-investeringen in Nederland. Het Kabinet onderkent dit belang en zet hier via het innovatiebeleid ook zwaar op in. Zo is met de oprichting van het Regieorgaan ICT-Onderzoek en
-Innovatie recent een belangrijke stap gezet om te komen tot versterking en zwaartepuntvorming binnen het ICT-onderzoek.

Zie voor een overzicht van de acties van het Kabinet t.a.v. ICT de Rijksbrede ICT-agenda. Verder beziet EZ momenteel de mogelijkheden om, in navolging van het advies van de Impulscommissie Breedband, een garantiefonds vorm te geven voor private investeringen in de volgende generatie elektronische communicatienetwerken. Ook in Europees verband krijgt het thema ICT veel aandacht. Zo is het voor de komende Voorjaarsraad als aparte prioriteit opgenomen in de
Lissabon-strategie.

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl
Voor journalisten: mevr. J. Thompson-Sepmeijer, persvoorlichter, telefoon (070) 379 6174, e-mail: C.J.Thompson-Sepmeijer@minez.nl

22-02-2005 | Ministerie van Economische Zaken | print