Spelregels voor vinden van eerste kievitsei
Bron: Provincie Friesland (21-02-2005)
Spelregels bij het vinden van het eerste kievitsei
1. De CvdK neemt te allen tijde het eerste Friese kievitsei zelf in
ontvangst. Voor de uitreiking van het eerste kievitsei aan de CvdK
wordt ook de (loco)burgemeester van de vindgemeente uitgenodigd.
2. De vinder mag uitsluitend zoeken en rapen op een plaats en een
tijdstip waarop dat is toegestaan. Dat betekent dus niet in
ganzengedooggebieden, vóór een aangegeven tijdstip en niet op land
waar het aaisykjen door de eigenaar of de gebruiker is verboden of
verboden voor bepaalde personen. Dus een nazorger die met uitsluiting
van alle anderen mag zoeken op het land van een
grondeigenaar/gebruiker, kan niet als vinder van een eerste ei worden
erkend. De vindplaats moet dus toegankelijk zijn voor iedere daartoe
bevoegde aaisiker (zie 3).
3. De vinder moet in het bezit zijn van een geldige nazorgpas met
inlegvel. Vindt een grondeigenaar/gebruiker op eigen grond een eerste
ei dan wordt zonodig via de plaatselijke vogelwacht de vinder direct
een nazorgpas verstrekt. De grondeigenaar/gebruiker moet dan wel
nazorg op zijn landerijen toestaan.
4. De vinder meldt zich bij de (loco)burgemeester van de gemeente
binnen welk grondgebied het ei is gevonden. Is de (loco)burgemeester
niet bereikbaar dan kan de vinder het vinden van het eerste Friese
kievitsei melden bij de meldkamer van de politie via het servicenummer
0900-8844. Het tijdstip van melden aan de burgemeester dan wel de
meldkamer politie is doorslaggevend om te bepalen welk ei het eerst is
gevonden, onverlet het voldoen aan de in deze spelregels genoemde
vinderscriteria. De (loco)burgemeester of bij diens onbereikbaarheid
de dienstdoende functionaris van de meldkamer politie wendt zich tot
de provincie (piketambtenaar Bestuurszaken) bij de melding dat er
sprake is van het eerste gevonden Friese kievitsei.
5. Ten aanzien van het vaststellen of het eerste Friese kievitsei
volgens deze spelregels is gevonden geldt het voorbehoud dat de
(loco)burgemeester in samenspraak met een vertegenwoordiger van de
vogelwacht of een andere deskundige controleert en vaststelt of er
sprake is van een vers ei (lotterje).
6. Als er twee eieren (bijna) tegelijkertijd worden gevonden, geldt
het eerst gemelde ei als eerste ei. De vinder moet dus snel het veld
verlaten om de vondst te melden.
7. Als het eerste Friese ei deel uitmaakt van een legsel van meer dan
één ei, is één ei bestemd voor de Commissaris van de Koningin en het
tweede voor de burgemeester van de gemeente waarin het ei is gevonden.
8. Het tweede ei dat gevonden wordt in de gemeente waarin het eerste
Friese ei (van de provincie) is gevonden, wordt beschouwd als het
eerste ei van de gemeente en wordt als zodanig aangeboden aan de
betreffende burgemeester.
Gemeente Leeuwarden