Europees Commissaris interne markt wil minder regels
Charlie McCreevy, de nieuwe Europees Commissaris voor de interne
markt, heeft kennelijk goed geluisterd naar de aanbevelingen die
voormalig CEA-voorzitter Gijs Swalef verleden jaar tijdens het
Verbondscongres over Europa uitsprak. In zijn toespraak voor het
European Policy Forum op 24 januari in Londen legde McCreevy namelijk
uit dat hij minder regels wil en meer resultaat.
De interne markt moet naar een hogere versnelling. Er moet worden
gehakt in de overmaat aan regels en op het terrein van de financiële
dienstverlening moeten nieuwe kansen worden gecreëerd om zo de
smeerolie in de Europese economische motor te worden. Dat zijn volgens
McCreevy op dit moment de Brusselse prioriteiten.
De Europees Commissaris benadrukte dat de economische groei en de
banenmotor in Europa te laag zijn. Die moeten omhoog, willen we in
Europa onze welvaart, kwaliteit van leven en ons sociale model in
stand kunnen houden. Er is dus meer concurrentie nodig, en McCreevy
zal samen met Neelie Kroes aan de slag gaan om de markten waar te
weinig grensoverschrijdende concurrentie is, te stimuleren. Daarbij
houdt hij de sector van de financiële dienstverlening in zijn
spotlight.
Effectief
Voor nieuwe regels hoeft de financiële dienstverlening vooralsnog niet
bang te zijn, want McCreevy wil vooral dat bestaande wetgeving beter
gaat werken. Lidstaten moeten die eerst maar eens goed implementeren.
Belangrijk daarbij is dat de Europese regels effectief zijn, en geen
onnodige belasting vormen voor de ondernemingen. Fijntjes hield hij
zijn toehoorders voor zich te realiseren dat het programma van de
interne markt de grootste dereguleringsoperatie is in de recente
geschiedenis: duizenden belemmerende nationale regels en praktijken
zijn uit de weg geruimd.
Brussel de schuldige?
Ten aanzien van de regelgeving op het terrein van de financiële
dienstverlening moet, volgens McCreevy, op korte termijn veel worden
gedaan. Daarbij heeft de Europese Commissie de medewerking van het
Parlement en de Raad hard nodig. De lidstaten kunnen van hun kant
meehelpen door op te houden met Brussel de schuld te geven van alles
wat er fout is onder de zon. McCreevy gaf als voorbeeld dat in
Nederland 84 procent van de regels waaraan bedrijven moeten voldoen,
niet door Brussel, maar door de Nederlandse overheid zijn gemaakt.
Iedereen moet zijn eigen erf op orde houden, aldus McCreevy. Zijn er
op al die erven regels hervormd, vereenvoudigd, geschrapt?, vroeg hij
tamelijk retorisch.
Daarnaast moet het makkelijker worden om diensten in de interne markt
te leveren, dus grensoverschrijdend. Dienstverlening zorgt voor 70
procent van het BNP en de banen in de meeste lidstaten, terwijl ze
strikt binnen de grenzen blijven van elke staat. Dat is onzinnig
volgens McCreevy. Net als er een geïntegreerde sector van financiële
dienstverlening moet komen. Niet door nieuwe regels, maar door de
bestaande goed te implementeren in nationale wetgeving.
Prudentieel systeem
Wat verzekeringen betreft, wil McCreevy dat er conform de bankensector
een gedegen en modern prudentieel toezichtsysteem komt voor Europese
bedrijven, zodat ze wereldwijd kunnen concurreren. Ook zal de
consumentenkant voor verzekeringen aandacht krijgen, waardoor
consumenten de voordelen van één Europese markt tegemoet kunnen zien.
Denk aan betere transparantie van producten en betere regels op het
terrein van consumentenkrediet. Hypotheken kunnen bijvoorbeeld ook
grensoverschrijdend beschikbaar komen, aldus McCreevy. Daardoor worden
ze goedkoper en worden de voorwaarden beter. En met de tijdbom van de
vergrijzing is het hard nodig om ook de industrie van
oudedagsvoorzieningen meer vrijheid te geven, zodat die innovatievere,
beter passende en goedkopere producten kan leveren.
Verzekerd!, februari 2005
Verbond van Verzekeraars