HEMPFLAX MARKETING BV

OM in beroep tegen vrijspraak HempFlax

OUDE PEKELA, 21 februari 2005 - De zaaizaadzaak tegen natuurvezelbedrijf HempFlax in Oude Pekela krijgt alsnog een vervolg. Het Openbaar Ministerie tekent hoger beroep aan tegen de onvoorwaardelijke vrijspraak voor HempFlax en het management voor de Meervoudige Kamer van de Economische Rechtbank in Groningen. Op 8 februari sprak deze het bedrijf, de directeur en de bedrijfsleider vrij van de beschuldiging met de levering van zaaizaad te hebben gefraudeerd. Met de vrijspraak heeft de rechtbank HempFlax van alle blaam gezuiverd.

,,Zaaksofficier van Justitie mr. Frank is het met het vonnis niet eens', zegt woordvoerster K. Smit-Mollema maandag namens het OM in Groningen. ,,Het OM legt de zaak daarom voor aan het ressortsparket in Leeuwarden. Over de juridische gronden waarop dit gebeurt wilde de officier zich maandagmiddag niet uitlaten. Daarvoor zal het vonnis van 8 februari eerst grondig moeten worden bestudeerd. Als het ressortsparket het hoger beroep doorzet, zal het Hof in Leeuwarden de zaak vermoedelijk na de zomer behandelen,' verwacht zij.

De kwestie draait om de levering door HempFlax van niet-gecertificeerd zaaizaad aan 21 akkerbouwers in 2003. HempFlax zou valsheid in geschrifte hebben gepleegd en zo een economisch voordeel van circa 33.000 euro hebben behaald. Twee weken geleden sprak de meervoudige Economische Kamer na een justitieel onderzoek van circa anderhalf jaar de drie verdachte partijen op alle fronten vrij. Uit het ondubbelzinnige vonnis van de rechtbank Groningen blijkt dat HempFlax aan vijf van circa 90 Nederlandse akkerbouwers verkeerd zaaizaad heeft geleverd. De rechtbank concludeert dat is gebeurd door een misverstand en dat van opzet geen sprake was.

De uitspraak betekende een opluchting voor de 21 akkerbouwers die door de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV zijn gekort of beboet op hun teeltsubsidie 2003. Voor sommige boeren is deze beslissing ook van invloed op de hun subsidieaanvragen over 2004 en 2005. De dienst baseerde zich mede op de aanwijzingen die de Algemene Inspectie Dienst (AID)onder leiding van zaaksofficier mr. W.H. Frank heeft aangedragen in de strafzaak tegen HempFlax.

Voor veel akkerbouwers is het onverteerbaar dat zij worden gestraft voor een zaak waarvan zij nooit iets hebben gemerkt en waarvan zij bovendien geen enkele kennis hebben gedragen. Dat zij verkeerd zaaizaad zouden hebben gebruikt, werd hen in de meeste gevallen pas na de oogst voorgehouden door de AID.

Achteraf blijkt dit volgens de rechtbank dus voor zestien van de 21 gedupeerde boeren niet het geval te zijn geweest. Nu HempFlax en het management zijn vrijgesproken, komt de afwijzing van hun subsidieaanvraag in een ander daglicht te staan, redeneren zij. Door het hoger beroep zullen de akkerbouwbedrijven vermoedelijk nog eens enkele maanden langer in onzekerheid blijven.