Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Verlies zwavelatoom vermindert activiteit katalysator

15 februari 2005

Het verlies van zwavelatomen is mogelijk een belangrijke oorzaak voor de afnemende activiteit van chemische katalysatoren gedurende de productie van schone brandstof. Dit concludeert NWO-promovendus Bas Vogelaar. Hij onderzocht hydroprocessing-katalysatoren die zwavelhoudende verbindingen uit benzine en diesel verwijderen. Vogelaar promoveert op 21 februari aan de Technische Universiteit Delft.

Aardolie bevat zwavelhoudende verbindingen die bij verbranding zwaveloxiden vormen. Deze zwaveloxiden vormen een belangrijke veroorzaker van zure regen. Hydroprocessing-katalysatoren worden gebruikt in olieraffinaderijen voor de verwijdering van deze zwavelhoudende verbindingen, waardoor schone brandstoffen kunnen worden geproduceerd. Na twee jaar gebruik is de activiteit van de hydroprocessing-katalysatoren zo ver afgenomen dat ze moeten worden ververst. Dit verversen is een ingrijpende en kostbare operatie. Om de levensduur van katalysatoren te vergroten, stelde Vogelaar tijdens zijn promotieonderzoek de belangrijkste oorzaken voor deactivering van hydroprocessing-katalysatoren vast.

Een hydroprocessing-katalysator bestaat uit een drager van aluminiumoxide, waaraan verschillende actieve metalen worden toegevoegd. Op het oppervlak van de katalysator ontstaat zo een zogeheten actieve fase. Hier vinden de chemische reacties plaats waarbij zwavel wordt verwijderd. De actieve fase bestaat uit een combinatie van molybdeen, zwavel en nikkel of kobalt.

Zelfreinigend
Een van de oorzaken van de afname van de activiteit van de hydroprocessing-katalysatoren is dat kleine 'grafietachtige' deeltjes op de katalysator gaan zitten. Vogelaar ontdekte dat deze 'coke' vooral op de drager zelf neerslaat. De actieve fase heeft volgens Vogelaar een 'zelfreinigende' werking, die de neerslag van coke tegengaat. De promovendus ontdekte tevens dat onder modelcondities de activiteit van de katalysatoren vooral afneemt door verlies van zwavel uit de katalysator. Dit proces kan mogelijk ook een rol spelen in de deactivering van deze katalysatoren tijdens de productie van schone brandstoffen.

Ontzwaveling
Katalysatoren kunnen op twee manieren zwavelhoudende verbindingen omzetten. Het zwavelatoom wordt direct verwijderd uit de verbinding of er vindt een chemische reactie (hydrogenering) plaats waarna het atoom wordt verwijderd. De resultaten van Vogelaar weerleggen de gangbare theorie dat voor beide mechanismen eerst al een zwavelatoom van de actieve fase verwijderd moet zijn. Voor de directe zwavelverwijdering is inderdaad een zogenaamde 'vacante positie' nodig. De hydrogeneringsstap vindt echter plaats op zwavelatomen aan de rand van de actieve fase en niet op de 'vacante posities'. Op basis van deze resultaten stelde Vogelaar een gedetailleerd model op voor de structuur van de actieve fase. Daarnaast ontwikkelde hij een model voor het reactiemechanisme van de ontzwaveling.

..............................

Meer informatie bij:

* ir. B.M. (Bas) Vogelaar (TU Delft, sectie Industriële Katalyse, inmiddels werkzaam aan de Universiteit Utrecht)
* t: +31 (0)30 253 67 77, B.M.Vogelaar@chem.uu.nl
* promotie 21 februari, promotor prof. dr. J.A. (Jacob) Moulijn