1red15304
18-02-2005, NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 3, 23.00 uur
MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD,
OVER DE GEHOUDEN MINISTERRAAD, HET INTERVIEW MET PRINSES MÁXIMA EN
KERNENERGIE
- MINISTERRAAD -
VAN DE GRAAF:
Klopt het dat u vandaag heeft vergaderd met een halve ploeg?
BALKENENDE:
Een halve ploeg is misschien wat te veel gezegd, maar er waren nogal wat
ministers afwezig. Dat betekent dat sommige ministers zijn vertegenwoordigd
door hun staatssecretaris. Het is waar, het is op het ogenblik een week van
reces in de Kamer en er zijn nogal wat bewindslieden die naar het
buitenland zijn gegaan voor werkbezoek, bijvoorbeeld ministers Remkes, De
Graaf en ook minister Bot zit in de VS.
VAN DE GRAAF:
Die zijn met de burgemeesters op stap. Kan je vergaderen, besluiten nemen,
als zo een beetje de helft er niet is?
BALKENENDE:
Je kunt altijd besluiten nemen. Alleen zal een vraag kunnen zijn wanneer er
gestemd zal moeten worden. Eigenlijk stem je nooit, want je hebt een
coalitiekabinet, je bespreekt de zaken goed voor. We hebben vandaag dus wel
besluiten kunnen nemen. Het geeft geen problemen om te komen tot decision
making.
VAN DE GRAAF:
U hebt niet overwogen om de rest dan ook maar vrij te geven, om er gewoon
een prettige dag van te maken?
BALKENENDE:
Nee. Het was natuurlijk nodig om elkaar vandaag te zien. Er waren een
aantal zaken die we moesten bespreken. We hebben bovendien ook een gesprek
gehad met de Nederlandse eurocommissaris, mevrouw Kroes, over de
economische ontwikkeling van Europa.
VAN DE GRAAF:
Sneu voor haar dat die andere acht er dan niet waren.
BALKENENDE:
Het was een hele goede bespreking. En ze keek met heel veel plezier op het
gesprek terug.
- INTERVIEW MÁXIMA -
VAN DE GRAAF:
Hebt u het interview met Máxima gezien?
BALKENENDE:
Niet zelf gezien, maar wel de tekst gelezen. Ik had andere verplichtingen
maandagavond.
VAN DE GRAAF:
En leest u die tekst dan van tevoren of achteraf?
BALKENENDE:
Ik ga daar geen mededelingen over doen, maar ik heb in ieder geval de tekst
sowieso achteraf gelezen.
VAN DE GRAAF:
Wat vond u ervan?
BALKENENDE:
Goed. Wat duidelijk blijkt is dat prinses Máxima zeer is geïnteresseerd in
maatschappelijke ontwikkelingen, zich goed laat informeren. Wat dat betreft
én een mooie uitzending, maar ook een mooi beeld van een prinses die
inhoudelijk bezig wil zijn.
VAN DE GRAAF:
Zij zegt zelf: ik ben ook een allochtoon. Ze zegt: ik wil me gaan inzetten
voor de integratie van allochtonen in dit land, en met name voor de
jongeren. De vraag is: kan je dat dan? En toen zei ze: ik ga me niet
concentreren op wat ik niet kan, maar op wat ik wel kan. Ik krijg veel
ruimte en ik heb niet het idee dat ik niet vrijuit kan spreken. Klopt dat
wat u betreft?
BALKENENDE:
Ja. Natuurlijk is het zo dat prinses Máxima het nodige doet. Ze is lid van
een commissie onder leiding van Rosenmöller, de commissie PAVEM. Dat kun je
alleen doen als je een bepaalde ruimte hebt. En het mooie is dat prinses
Máxima niet zozeer de beperkingen voelt, maar gewoon uitgaat van wat kan
ik. En ze heeft een goed staatsrechtelijk gevoel om ook te weten hoever je
wel en niet kunt gaan. Maar het blijkt dus in haar functioneren dat het
heel goed mogelijk is om je bezig te houden met zaken die je bezighouden,
in het geval van haar met integratie.
VAN DE GRAAF:
U treft het, u kreeg een prachtig compliment, net als een paar van uw
voorgangers, van de koningin, die zei: opeenvolgende ministers-presidenten,
tot op de huidige, hebben mij steeds meer ruimte gegeven, waar ik dankbaar
gebruik van maak. Hebt u de indruk dat prinses Màxima meer ruimte krijgt
dan mensen in haar positie langer terug?
BALKENENDE:
Het gaat niet zozeer om enkele leden van het Koninklijk Huis, maar je ziet
wel de algemene ontwikkeling dat er meer ruimte is ontstaan. U zegt terecht
dat heeft ook de koningin gezegd toen ze het eredoctoraat in Leiden kreeg,
een prachtige dag. Ze zei inderdaad dat opeenvolgende ministers-presidenten
meer ruimte hadden geboden om ook haar opvattingen kenbaar te maken. Soms
in de ontmoetingen die je hebt, wie je wel of niet mag spreken, wat kun je
wel of niet zeggen. Het gaat ook over juridische mogelijkheden, wanneer pak
je wel of niet iets aan. En dan zie je wel in de loop van de tijd dat de
krampachtigheid wat is terug gedrongen. Dat is maar goed ook. Dat past ook
bij de dynamiek van het Koninklijk Huis. En dan prinses Máxima, zoals zij
aangeeft hoe zij bezig wil zijn met maatschappelijke ontwikkelingen, dat
zegt iets over die vernieuwing, die dynamiek, die verandering.
VAN DE GRAAF:
U zegt: die je mag spreken. Want zo ligt het hè. Als de koningin zegt: ik
ga daar op bezoek, dan overlegt ze met de minister-president of dat oké is
wat betreft het kabinet.
BALKENENDE:
Ja.
VAN DE GRAAF:
Dat is wel vrijheid in gebondenheid.
BALKENENDE:
De ministeriële verantwoordelijkheid blijft altijd gelden. U weet hoe onze
Grondwet is: de Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk.
En dat blijkt in de praktijk goed te functioneren. Maar dat is niet een
statisch iets, iets dat voor alle tijden vast hoeft te liggen.
VAN DE GRAAF:
Even terug naar het verleden. In 1970 werd prins Claus, die alom
gerespecteerd werd - van links tot recht, behalve door de Telegraaf, geloof
ik - als deskundige op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, hij werd
toen voorzitter van de NCO. In 1974 moest hij al terugtreden omdat de
politiek hem dat dringend verzocht. Omdat hij zich zo duidelijk uitsprak.
Zijn die tijden definitief voorbij?
BALKENENDE:
Er is natuurlijk veel meer ruimte ontstaan. En wanneer leden van het
Koninklijk Huis belangstelling hebben, goede opvattingen hebben, dan is het
natuurlijk wel zo dat steeds meer ruimte is gekomen. Die ruimte wordt ook
genomen. Wel steeds in goed overleg met de politiek verantwoordelijke. Er
vindt natuurlijk wel afstemming plaats. En ik ben blij dat het zo ook gaat.
Want als je lid bent van het Koninklijk Huis en je zou alleen maar een
ceremoniële functie hebben. Het is juist goed. Zeker voor iemand als
prinses Máxima, maar het geldt ook voor anderen die een goede opleiding
hebben en voor een deel een arbeidsproces achter de rug hebben en nog met
zaken bezig zijn. Het is jammer om dat talent niet te kunnen benutten. Ik
ben blij dat het zo gaat. Dat betekent dat je ook ziet dat leden actief
zijn, maatschappelijk betrokken, maar dat wel doen binnen de
staatsrechtelijke regels.
VAN DE GRAAF:
Maar waar houdt het op? Straks is prinses Máxima koningin Máxima, de
echtgenote van de dan regerende vorst. Is het dan denkbaar dat ze á la de
heer Van Vollenhoven - die staat af en toe lijnrecht tegenover sommige
ministers van het kabinet -, ziet u gebeuren dat de dan koningin Máxima op
het dossier van allochtonen of integratie in het algemeen uitspraken zou
kunnen doen die af zouden wijken van wat een betrokken minister vindt?
BALKENENDE:
De heer van Vollenhoven is recent voorzitter geworden van een
Onderzoeksraad van Veiligheid. Dan moet je onafhankelijk kunnen opereren.
Die vrijheid heeft hij. Maar dat is een andere positie dan wanneer je in
het geval van prinses Máxima koningin zal worden. En we weten allemaal dat
de ministeriele verantwoordelijk scherper wordt naarmate je dichter bij de
kroon komt. Maar ik vind het op het ogenblik nog niet het juiste moment om
daar over te gaan speculeren. Koningin Beatrix functioneert heel erg goed.
Maar het is wel goed om je daar van bewust te zijn.
VAN DE GRAAF:
U zegt dus: we mogen de toekomstige positie van Máxima niet vergelijken met
de positie van Van Vollenhoven nu.
BALKENENDE:
Het is ook zo dat wanneer je koningin wordt in Nederland, dan moet je je
wel bewust zijn van de positie die je hebt. Je zit samen met de Koning op
de troon, natuurlijk de eerste verantwoordelijkheid ligt bij de koning
zelf, maar juist omdat je zo dicht bij de troon bent, veronderstelt dat wel
dat je een goed gevoel moet hebben voor verhoudingen, voor
staatsrechtelijke zuiverheid, je bewust moet zijn van de positie die je
hebt.
VAN DE GRAAF:
Daarmee zegt u ook: de vrijheid die ze nu ervaart zal straks een beetje
minder worden op het moment dat ze koningin wordt?
BALKENENDE:
Dat zal dan moeten blijken. Waar het mij om gaat is: hebben leden van het
Koninklijk Huis een goed gevoel voor staatsrechtelijk goede verhoudingen.
En dat blijkt heel goed te gaan in de praktijk. En ik heb er alle
vertrouwen in dat dat ook het geval zal zijn wanneer prinses Máxima
koningin zal worden.
- KERNENERGIE -
VAN DE GRAAF:
Tegen die tijd zullen we nog een keer de vraag stellen die Jeroen Pauw nu
heeft gesteld. Ik wil met u praten over kernenergie. Niet over Borssele, u
wilt daar toch geen antwoord op geven, dat heb ik op de persconferentie al
gezien, maar de vraag is deze.
BALKENENDE:
Ik wil daar wel een antwoord op geven.
VAN DE GRAAF:
Ja, ik doe er geen uitspraken over, of zoiets. Maar, als je het na telt
blijkt dat één op de zeven huishoudens in Nederland gebruikt maakt van
stroom die met kernenergie is opgewekt. België gaat sluiten, Duitsland gaan
sluiten, wij misschien ook. Gaan we nu de stroom die we tekort komen straks
inkopen van andere kernenergiecentrales elders in het buitenland, of gaan
we er groene stroom of conventionele stroom voor kopen?
BALKENENDE:
U heeft gelijk, er vindt overal een debat plaats over kernenenergie. Nu
hangt dat ook samen met het feit dat sommige centrales wat ouder zijn,
misschien wat minder veilig zijn ,wat minder passen bij de eisen van deze
tijd. Dat kan een reden zijn voor stoppen. Maar u heeft ook gelijk wanneer
u zegt: er wordt veel kernenergie geïmporteerd in Nederland. En wat zie je
nu op het ogenblik, we maken ons druk, en terecht, over de
energievoorziening in de toekomst. Als je je nu alleen zou richten op de
fossiele brandstoffen, dan brengt dat risico's met zich mee, in de sfeer
van broeikaseffect, Co2-uistoot. Met andere woorden, we moeten schoner
worden, meer oog hebben voor duurzaamheid. In dit kader van aan de ene kant
de energiebehoefte, maar aan de andere kant de voorziening, dan moet je ook
kijken van wat kan kernenergie dan gaan betekenen. In het verleden zeiden
we vaak: er zijn risico's mee verbonden. En natuurlijk is het zo dat de
afvalproblematiek er is...
VAN DE GRAAF:
En nu zeggen we: we moeten er in ieder geval een debat over hebben.
BALKENENDE:
Ja, omdat er natuurlijk bepaalde bezwaren zijn bij kernenergie voor wat
betreft de afvalproblematiek, maar het is wel schoon wat betreft de
productie. En dat is weer een groot voordeel ten opzichte van de fossiele
brandstof.
VAN DE GRAAF:
Ontkomen we op termijn niet aan een heropening van het nationale debat over
kernenergie?
BALKENENDE:
Het debat zal gevoerd moeten worden, niet alleen in Nederland maar ook
elders. Binnenkort zal het ministerie EZ ook met een nota komen over die
bronnen van energie, dan komen natuurlijk de verschillende voors en tegens
naar voren.
VAN DE GRAAF:
Nog even voor de goede orde: ik las dat in India en China bij elkaar men
verwacht dat binnen een jaar of dertig honderden kernenergiecentrales
zullen moeten verrijzen. Als die Chinezen en Indiërs dat allemaal met de
traditionele methode zouden doen, dan kunnen we Kyoto wel weggooien.
BALKENENDE:
Dat is het punt. China ontwikkelt zich in een enorm tempo. En wanneer men
daar met de traditionele methode auto's zouden gaan maken en gebruik maken
van fossiele energie, dan heb je een vervuiling van jewelste. Ik heb van de
week de autoRAI bezocht, ik heb ook daar gehoord dat als je een auto neemt
uit 1980, die zijn zo vervuilend. Kortom, je moet de technologie
veranderen, naar andere, schonere motoren, nadenken over een traditionele
energiebron, maar ook kijken naar alternatieven.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, WI)
Ministerie van Algemene Zaken