Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

18 februari 2005

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Wit (SP) over kerncentrales in België.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage: Antwoorden op Kamervragen De Wit (SP); kenmerk: 2040507480


2 ARBO/M&A/2005/8738

Vraag 1: Hebt u kennisgenomen van het programma Vlaanderen NV over o.a. veiligheidsrisico's in de kerncentrales in België? 1

Antwoord 1: Ja.

Vraag 2: Hebben Nederlandse (onder)aannemers en/of Nederlandse werknemers en/of Nederlandse zelfstandigen zonder personeel in de negentiger jaren werkzaamheden verricht voor Belgische kerncentrales? Zijn zij blootgesteld aan te hoge stralingsniveaus? Zo ja, hoeveel mensen betreft het? Zijn daarbij mensen die aan kanker zijn overleden? Wat is de huidige gezondheidstoestand van de mensen die daar gewerkt hebben?

Antwoord 2: De desbetreffende werkzaamheden hebben plaatsgevonden in de nucleaire onderzoeksreactor van het Studiecentrum voor kernenergie (SCK-CEN) te Mol. De werkzaamheden waarbij mogelijk sprake zou zijn van dosisoverschrijdingen zijn verricht door bedrijven die destijds betrokken waren bij de ontmanteling van de oude kernreactor BR3. Nederland heeft geen wettelijke bevoegdheden om in het buitenland een formeel onderzoek in te stellen naar mogelijke dosisoverschrijdingen van Nederlandse werknemers en/of zelfstandigen. Afgegaan moet worden op gegevens die vanuit België zijn verstrekt.

Op basis van de Nederlandse wetgeving is de werkgever verantwoordelijk voor de stralingsbescherming van zijn werknemers. Onderdeel hiervan is de registratie van de ontvangen stralingsdosis tijdens werkzaamheden. Vanaf 1990 bestaat het Nationaal Dosisregistratie en - InformatieSysteem (NDRIS). Het registeren van stralingsdosis hierin vond voor 1994 plaats op basis van vrijwilligheid. Ik heb dan ook geen inzicht in het juiste aantal werknemers en/of zelfstandigen dat destijds werkzaamheden -laat staan in België- heeft verricht.

Vanaf 12 juli 1994 is in het toenmalige Besluit stralingenbescherming Kernenergiewet (inmiddels vervangen door het Besluit stralingsbescherming (Stb. 2001, 397)). Richtlijn 90/641/Euratom (externe werkers) geïmplementeerd. Deze richtlijn heeft tot doel het bewaken van stralingsdosis die werknemers kunnen ontvangen bij werkzaamheden in andere lidstaten. Hiertoe dient de werkgever te zorgen dat een onder zijn verantwoordelijkheid vallende werknemer voor het begin van de werkzaamheden voorzien is van een stralingspaspoort. Hierin wordt de eventueel te ontvangen dosis tijdens die werkzaamheden geregistreerd. De buitenlandse opdrachtgever is verantwoordelijk dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Bij terugkeer in Nederland dient deze dosis in het NDRIS te worden opgeslagen.
Navraag bij NDRIS leert dat er een vijftal paspoorten zijn verstrekt ten behoeve van werkzaamheden in Mol. Het betrof werknemers uit de nucleaire industrie. Deze hebben geen doses ontvangen.

Vragen 3 en 4: Is het juist dat in de negentiger jaren personeel van onderaannemers is blootgesteld aan te hoge stralingsniveaus, onvoldoende beschermende kleding ter beschikking kreeg en te lang in risicozones hebben gewerkt? Zijn de blootgestelde werknemers op de hoogte


1 Ketnet, 30 januari j.l., 22.30 uur.


3 ARBO/M&A/2005/8738

gebracht van de risico's die zij liepen en op dit moment lopen? Zo neen, bent u bereid dat alsnog te doen?

Antwoord 3 en 4: Uit informatie van de Belgische overheid (het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) blijkt dat er geen aanleiding is te veronderstellen dat de veiligheid en gezondheid van werkers in het geding is (geweest).
Epidemologische studies (2002) hebben aangetoond dat sterfte als gevolg van kanker bij werknemers en omwonenden zeker niet hoger is dan bij de overige bevolking. Daarnaast zal het FANC de tijdens het programma van 30 januari jl. geuitte beschuldigingen aan het adres van SCK-CEN opvragen en evalueren. Ook nodigt het FANC anonieme getuigen uit zich bij hen te melden. Indien nodig zou het FANC een nader onderzoek kunnen verrichten. Als daar aanleiding toe is, zal ik u hierover nader informeren.

Vraag 5: Wat gaat u doen om werknemers die gezondheidsschade hebben opgelopen of zullen oplopen, bij te staan in het verhalen van schade die zij leiden of zullen leiden?

Antwoord 5: Ik zie thans geen aanleiding te veronderstellen dat Nederlandse werknemers bij werkzaamheden in de onderzoekscentrale SCK-CEN te Mol gezondheidsschade hebben opgelopen.