Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Directie ASEA

Datum : 18 februari 2005
Onderwerp : Kabinetsreactie op Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag 2005

Inleiding

· De Lidstaten van de Europese Unie zijn in 1997 in Luxemburg de Europese Werkgelegen- heidsstrategie overeengekomen om de doelstellingen op het gebied van arbeidsparticipatie en werkgelegenheidsgroei te realiseren. In het kader daarvan wordt door de Lidstaten jaarlijks een Nationaal Actieplan Werkgelegenheid opgesteld, aan de hand waarvan de Commissie een concept van het Gezamenlijk Werkgelegenheidsverslag (Joint Employment Report, verder JER) opstelt.
· De concrete doelen op werkgelegenheidsgebied in het kader van de Lissabonagenda zijn een arbeidsparticipatie van 70%1 voor de beroepsbevolking als geheel, en een arbeidsparticipatie van vrouwen van meer dan 60%1. Er zijn ook intermediaire doelen vastgesteld; in 2005 moet de arbeidsparticipatie 67%1 bedragen, en de arbeidsparticipatie van vrouwen ten minste 57%1. Voor de arbeidsparticipatie van ouderen is een doelstelling van 50%1 afgesproken voor 2010.
· Het JER is een voortgangsverslag waarin wordt beoordeeld in hoeverre lidstaten vorderingen hebben gemaakt bij de ten uitvoerlegging van de werkgelegenheidsstrategie. Het rapport geeft zowel een algemene analyse van de werkgelegenheidssituatie in Europa als een overzicht van de voortgang van het beleid per lidstaat.

· Het concept-JER is op 28 januari door de Commissie gepubliceerd. Na behandeling in de Raad van 3 maart 2005 wordt het rapport uiteindelijk vastgesteld als een gezamenlijk rapport van de Commissie en de Raad.

· De cyclus en inhoud van de werkgelegenheidsstrategie is afgestemd met die van de globale economische richtsnoeren en de interne-marktstrategie. Begin 2003 zijn voor deze instrumenten voor de uitvoering van de Lissabon-strategie de prioriteiten vastgelegd voor een periode van drie jaar. Het zogenaamde implementatiepakket over deze instrumenten (waar het JER een onderdeel van is) vormt samen met het Voorjaarsrapport de basis voor de voorbereidingen van de Europese Voorjaarsraad op 22 en 23 maart 2005. Deze Voorjaarsraad zal in het teken staan van de mid-term review van de Lissabonstrategie (zie ook het Nederlands kabinetsstandpunt voor de Voorjaarsraad