Tussenbeslissing over toelaten verklaring van getuige in zaak tegen
Hells Angels
Amsterdam, 18 februari 2005 - De rechtbank Amsterdam heeft de
navolgende beslissing genomen over het toelaten van de verklaring van
een getuige in de zaak tegen Hells Angels:
De rechtbank is, na het verhoor van de getuige, van oordeel dat er een
nadere toets nodig is naar de betrouwbaarheid van de verklaring van de
getuige. Die toets kan niet binnen een redelijke tijd worden afgerond.
Naar de inschatting van de rechtbank zal hiermee weken, zo niet
maanden zijn gemoeid.
De officier van justitie doet geen afstand van de getuige, maar staat
er niet op â zo begrijpt de rechtbank â dat de zaak wordt aangehouden
teneinde deze betrouwbaarheidstoets te laten uitvoeren. De officier
laat het daarmee aan de rechtbank over welke beslissing moet worden
genomen met het oog op de voortgang van de zaak.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het hier
een belangrijke verklaring betreft, en daarom kan de rechtbank zich
ook voorstellen dat de officier deze verklaring als bewijsmiddel wil
inbrengen.
De rechtbank heeft echter een eigen verantwoordelijkheid met
betrekking tot de voortgang van het proces. Zoals reeds is overwogen
zal de toetsing van de betrouwbaarheid en daardoor bruikbaarheid van
de verklaring van de getuige, een aanzienlijke tijd vergen. Tijd
waarmee bij de planning van de zitting geen rekening is gehouden.
De rechtbank staat voor een afweging.
Gelet op het belang van de zaak en het grote aantal verdachten waar
het hierom gaat, alsmede gelet op de reeds verstreken tijd, is de
rechtbank van oordeel dat de belangenafweging ertoe leidt dat tot
afronding van dit proces volgens de huidige planning moet worden
overgegaan.
Dit heeft tot gevolg dat de rechtbank de verklaring van de getuige
niet als bewijsmiddel zal toelaten.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 18 februari 2005 Naar boven
Gerechtelijke organisatie