IMK INTERMEDIAIR
Persbericht 18 februari 2005
Startersregelingen geen oorzaak van prijzenslagen
Diemen - Gisteren en vandaag is in de media ruim aandacht besteed aan
de 'prijzenslagen' die in enkele branches zouden zijn ontstaan door
het optreden van zojuist gestarte ondernemers in die branches. Deze
nieuwkomers waren, zo stelt MKB Nederland, zonder enige vorm van
opleiding en met subsidies van de overheid gestart en leveren nu
diensten tegen dumpprijzen. Er zou sprake zijn van oneerlijke
concurrentie en de startersregelingen zouden fraude in de hand
werken.
De VVD geeft aan hierover vragen te stellen aan de Minister van SZW en
vraagt om een betere controle op de bedrijfsplannen.
Dit alles klinkt ernstig, maar de vraag is of de zaken zijn zoals ze
worden voorgesteld.
Het is bekend dat MKB Nederland hulpverlening bij het opstarten van
een bedrijf al gauw ziet als 'gepamperd ondernemerschap'. Dat beeld is
onjuist, maar een klacht over oneerlijke concurrentie is te serieus om
onbesproken te laten, aldus Matthieu Niehe Directeur van IMK
Intermediair.
'Als adviesorganisatie, onafhankelijk en landelijk werkzaam voor het
UWV en vele gemeenten, zijn we gespecialiseerd in de toetsing van
dergelijke bedrijfsplannen. We hebben dus een goed beeld van wat er
aan de hand is en geven daarom onze reactie.'
'Laat ik beginnen op te merken dat al weer vele jaren geleden besloten
is om allerlei vestigingseisen overboord te zetten. Je kan daar nu nog
altijd een andere mening over hebben, maar het plots stellen van
bijzondere opleidingseisen aan nieuwkomers bij branches, is wel wat
vreemd.'
Dan de bedoelde overheidsregelingen.
De bedoelde startersregelingen - het Bbz uitgevoerd door de gemeenten
en het Bsa uitgevoerd door het UWV - zijn bedoeld om het mensen, die
in een uitkeringsituatie zitten, mogelijk te maken om als zelfstandig
ondernemer te voorzien in een eigen (gezins)inkomen.
Deze regelingen passen goed in de opvatting dat het ondernemerschap in
Nederland moet worden bevorderd. Starters leveren immers een duurzame
bijdrage aan de groei van de economie, zijn een bron van innovatie,
jagen de concurrentie aan en zijn een motor voor nieuwe
werkgelegenheid.
Het kunnen starten met gebruikmaking van de startersregelingen is
echter verre van eenvoudig. Potentiële starters moeten aan allerlei
eisen voldoen en doorlopen over het algemeen een heel traject.
Centraal hierbij staan de controlemomenten als de 'intake', de
'begeleiding' van de ondernemer en de 'toetsing' van de haalbaarheid
van de ondernemersplannen. Dit laatste controlemoment is niet alleen
bedoeld om te beoordelen of het te verstrekken starterskrediet kan
worden terugbetaald. Deze beoordeling is ook bedoeld om
ondernemersplannen die zullen leiden tot oneerlijke concurrentie af te
wijzen.
Concreet houdt dit bijvoorbeeld in, dat een ondernemingsplan van een
starter die van plan is een autorijschool te starten, waarin wordt
uitgegaan van een lesuurtarief van 25 Euro door ons wordt voorzien van
een negatief advies!
Bepalend echter bij de toetsing van de plannen, waar ook de kwaliteit
van de ondernemer onderdeel van uitmaakt, is niet de vraag of de markt
het prettig vindt dat er nieuwe toetreders komen, maar de vraag of de
startende ondernemer in die branche voldoende inkomen kan verwerven.
En dat, zonder dat er met onrealistische prijzen wordt gewerkt.
Juist vanwege die strenge, maar noodzakelijke toetsing is het aantal
succesvolle starters vanuit deze regelingen groter dan de starters die
met eigen geld of bancair gefinancierd hun bedrijfje zijn begonnen.
'Een goede toetsing is dus belangrijk, daarover zijn we het met de VVD
en MKB Nederland eens. Uitvoeringsorganisaties, zoals gemeenten, die
daar te lichtvaardig over denken moeten op hun tellen passen.'
Tenslotte het 'subsidie'-aspect.
Er is geen sprake van subsidie. De startersregelingen maken het
mogelijk om startkapitaal te lenen - max 30.668 Euro. Er moet rente
worden betaald (4,5 %) en de lening heeft een looptijd van maximaal 10
jaar.
Mogelijke verklaringen voor de prijzenslagen.
De startersregelingen Bbz en Bsa bestaan al vele jaren - sinds 1987,
respectievelijk 1998 - en hebben nooit geleid tot een reactie als nu
plaats vindt. Dat pleit voor het zoeken naar een andere verklaring
voor de 'prijzenslagen'.
In het verleden is er de mogelijkheid geweest om, met behoud van
WW-uitkering, een bedrijf te starten. Gedurende de eerste zes maanden
na de start werd 70% van het inkomen uit het bedrijf in mindering
gebracht op de WW-uitkering. Dit betrof echter een experiment, welke
feitelijk al in september vorig jaar afliep.
De nu veelal gevoelde extra concurrentie zou best eens te maken kunnen
hebben met werknemers die, in hun vrije tijd, een/hun beroep, 'zwart',
'grijs', maar vaak genoeg ook gewoon 'wit' als zelfstandig ondernemer
uitoefenen.
Zij hebben al een inkomen uit loondienst of een partner met een
toereikend inkomen en kunnen op deze wijze tamelijke eenvoudig
'scherp' calculeren.
Die voorbeelden kennen wij, maar ook MKB Nederland. Ze zijn in vele
branches te vinden, maar met name in niet kapitaalintensieve branches
zoals kappers, schilders, klusbedrijven en..... rijschoolhouders,
aldus Matthieu Niehe Directeur IMK Intermediair.
---
--