Vereniging Nederlandse Gemeenten

LANDELIJK BESTUURLIJK OVERLEG WATER

In het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW) van maandag 14 februari kwamen onder andere de sturingsfilosofie voor de implementatie van de Kaderrichtlijnwater (KRW) en de Integrale Waterwet (IWW) aan de orde. De VNG heeft voor wat deze onderwerpen betreft tijdens het overleg de volgende knelpunten aangegeven.

Werkprogramma Kaderrichtlijn Water
Het Rijk werkt momenteel aan een Werkprogramma 2005-2009 om alle werkzaamheden in kaart te brengen en te sturen die de komende jaren moeten worden uitgevoerd om de KRW te implementeren. In dit werkprogramma worden tevens de werkzaamheden rondom het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de KRW geïntegreerd. De VNG heeft in het LBOW aangegeven dat de juridische basis voor het uitvoeren van beoogde werkzaamheden door gemeenten momenteel ontbreekt. In dit verband heeft de VNG benadrukt dat zij het werkprogramma niet dezelfde status toekent als dat van een nieuw bestuursakkoord. De VNG acht het daarnaast van belang om snel te focussen op het meer concrete niveau van waterlichamen of gebieden en stelt voor dat de waterschappen en provincies het voortouw nemen om de individuele gemeenten daarbij te betrekken.
Het werkprogramma gaat ervan uit dat besluiten die momenteel op landelijk niveau worden genomen zonder meer door de overheden worden uitgevoerd de komende jaren. Echter, voor gemeenten zijn de lokale consequenties momenteel nog niet allemaal te overzien. De VNG pleit, ten aanzien van lokale beleidsvrijheid, ervoor dat individuele gemeenten zeker tot en met 2007 nog kunnen terugkomen op eerder genomen besluiten in het LBOW.

Integrale Waterwet
Voor wat betreft de Integrale Waterwet heeft de VNG aandacht gevraagd voor een goede afstemming met andere wetten en regelingen die momenteel worden voorbereid.
De VNG vindt dat de IWW moet worden afgestemd met de in voorbereiding zijnde Wet ruimtelijke ordening. Met betrekking tot de sturing en het toezicht moet volgens de VNG rekening worden gehouden met de verantwoordelijkheden tussen overheden, passend in het programma Andere Overheid en de Code Interbestuurlijke Verhoudingen. Introductie van een watervergunning moet worden afgestemd op de VROM-vergunning, aldus de VNG.
De VNG heeft haar zorgen geuit over de voorgestelde projectenprocedure voor waterschappen. Waterschappen zouden met dit instrument meer zeggenschap hebben over de inrichting van de ruimte. Dit staat op gespannen voet op de integrale afweging die gemeenten moeten maken in het kader van de ruimtelijke ontwikkelingen.

Tijdens het volgende LBOW op 18 april komen deze onderwerpen wederom aan de orde. De VNG gaat ervan uit dat in de definitieve voorstellen haar standpunten worden verwerkt.