Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA `s-Gravenhage

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer UB/2004/85810 (070)

Onderwerp Datum Contactpersoon

IWI-Rapport "Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten"

Hierbij bied ik u het rapport van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) aan, getiteld "Uitvoering en effectiviteit van reïntegratievoorzieningen en -instrumenten". Het rapport sluit aan op een eerder inspectierapport over de effectiviteit van een achttal voorzieningen dat ik op 23 maart 2004 aan de Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 2003-2004 26448, nr. 123). Het huidige rapport behelst de resultaten van een onderzoek over nog eens vijf instrumenten, waaronder loondispensatie, jobcoachvoorziening, loonsuppletie, meeneembare werkvoorzieningen en no-riskpolis (artikel 29 b Ziektewet). Daarnaast geeft de inspectie op basis van in totaal dertien onderzochte reïntegratie-instrumenten en ­ voorzieningen, haar overkoepelend oordeel.

In haar totaaloordeel over beide onderzoeken is de inspectie van mening dat het inzicht in de bijdrage aan een spoedige en duurzame herinschakeling van arbeidsgehandicapten ontbreekt. Dit komt enerzijds door het gebrek aan concrete normen van de wetgever en anderzijds het ontbreken van voldoende informatie bij de uitvoering. Dit gebrek aan inzicht in de kosten en baten bemoeilijkt het maken van gefundeerde keuzes over de wijze waarop de effectiviteit van reïntegratie-instrumenten verder kan worden verbeterd. De inspectie is voorts kritisch over de uitvoering van de reïntegratie-instrumenten en ­voorzieningen en pleit voor verdere verbeteringen op het terrein van de centrale aansturing van de uitvoeringsprocessen en de kwaliteit van de managementinformatie.

In het inspectierapport is de reactie van UWV op dit onderzoek opgenomen. In zijn brief geeft UWV aan inmiddels stappen te hebben gezet dan wel te zetten ter verbetering. Zo is de voorlichting verbeterd door in september 2004 te starten met een landelijke voorlichtingscampagne gericht op werkgevers en is een servicecentrum reïntegratie ingericht waar werkgevers met vragen terecht kunnen. De opzet en werking van het primaire proces wordt verbeterd door aanscherping van de procedures en verbetering van de instructies. Daarnaast wordt de reïntegratie-coach ingevoerd, die de prioritering door de divisie Arbeidsgeschikheid van UWV bij de beoordeling van het recht op een reïntegratie- instrument of voorziening gaat bevorderen. Ook geeft UWV aan stappen te zetten ter verbetering van de managementinformatie wat betreft de uitvoering van de werkvoorziening en de jobcoachvoorziening, waaronder het in gebruik nemen van een nieuw

2

registratiesysteem in het 1e kwartaal van 2005. Tevens wordt de controle op het uitvoeringsproces verbeterd door naast de controle op de rechtmatigheid van de toekenningen, in 2005 ook een audit uit te voeren naar de uitvoering van de regeling ex art. 29b ZW (zogenaamde no-riskpolis), waarbij ook sturing en beheersing aan de orde komt.

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de inhoud van het inspectierapport. Alvorens in te gaan op de bevindingen van de inspectie wil ik het volgende melden. Het inspectierapport toont aan dat het huidige stelsel van reïntegratievoorzieningen en - instrumenten bijdraagt aan betere kansen van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt. Ik onderken dat van een aantal voorzieningen de efficiency in termen van financiële baten moeilijk aantoonbaar is, terwijl wel vaststaat dat er een maatschappelijke wens en noodzaak bestaat die middelen in te zetten. Terecht merkt de IWI op dat een instrument of voorziening in de regel wordt ingezet als onderdeel van een complex aan maatregelen gericht op reïntegratie. Het is hierdoor moeilijk meetbaar wat het afzonderlijke effect is van een voorziening, die wordt ingezet naast een reïntegratietraject op het realiseren van een duurzame plaatsing.

Met de inspectie ben ik van mening dat UWV meer inzicht moet verschaffen in de effectiviteit van reïntegratie-instrumenten. In dat kader heeft UWV gemeld om in overleg met mijn ministerie te bezien op welke wijze de effectiviteit van de diverse reïntegratiebevorderende maatregelen gemeten kan worden. Ik onderschrijf het initiatief van UWV voor een onderzoek, waarbij een onderscheid zal worden gemaakt tussen enerzijds de kosten en baten van een voorziening, anderzijds de mate waarin de voorziening de reïntegratie al dan niet bevordert. Dit kan mogelijk leiden tot verduidelijking van de normen in de (wettelijke) regelgeving. Voorts heeft UWV naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie activiteiten in gang gezet ter verbetering informatievoorziening en de controle op de uitvoering. Over de voortgang en de effecten van deze activiteiten zal worden gerapporteerd in de kwartaalverslagen en het jaarverslag.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)