Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-Gravenhage Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
1 februari 2005 SV/AL/8412
nr. 2040507260
Onderwerp Datum Contactpersoon Kamervragen van de leden De Wit en Vergeer 18 februari 2005

Hierbij zend ik u mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de antwoorden op de vragen van de leden De Wit en Vergeer (beiden SP) over de Wajong-uitkering. Hiermee beantwoord ik ook de vragen van de leden Bussemakers (PvdA) en Kaya (GL) die mondeling gesteld zijn tijdens het Algemeen Overleg over jeugdwerkloosheid op 9 februari jl.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Bijlage:

- Beantwoording Kamervragen leden De Wit en Vergeer, nr. 2040507260

2040507260

Vragen van de leden De Wit en Vergeer (beiden SP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Wajong-uitkering. (Ingezonden 31 januari 2005)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het onderzoek "de POK en de praktijk: de staat van de praktijkovereenkomst in het middelbaar beroepsonderwijs", van de jongerenorganisatie Beroepsonderwijs?'

Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat jongeren met een W-status en herplaatste voortijdige schoolverlaters, die in het jaar direct voorafgaand aan een eventueel bedrijfsongeval minder dan een half jaar onderwijs hebben gevolgd, geen beroep kunnen doen op de Wajong?

Antwoord 2
Ja. Studerende jongeren die arbeidsongeschikt raken terwijl zij in het jaar ervoor minder dan zes maanden gestudeerd hebben, hebben geen recht op een Wajong-uitkering. Jongeren met een W- status (bedoeld zal zijn jongeren die nog wachten op de uitslag van hun asielverzoek) komen nooit in aanmerking voor een Wajong-uitkering, omdat de Wajong net als andere sociale verzekeringswetten geen recht op uitkering geeft aan vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven.

Vraag 3
Is het waar dat in dat geval jongeren met een W-status en herplaatste voortijdige schoolverlaters bij een stage in het eerste jaar van een opleiding onder de
verantwoordelijkheid vallen van het leerbedrijf?

Antwoord 3
Neen. Herplaatste voortijdige schoolverlaters die in een dergelijke situatie arbeidsongeschikt worden, kunnen terugvallen op de bijstand. Er is in dat opzicht geen verschil met de periode voor zij met hun opleiding begonnen, omdat zij toen ook niet onder de doelgroep van de Wajong vielen. Zij vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf waar zij stage lopen. Dit kan alleen anders zijn als zij arbeidsongeschikt worden door een arbeidsongeval. In dat geval kan de werkgever krachtens de geldende civielrechtelijke regelgeving aansprakelijk zijn. Dit laatste geldt ook voor jongeren met een W-status. Deze groep kan echter geen beroep doen op de bijstand.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit risico voor het leerbedrijf, dat in genoemde gevallen hoofdelijk aansprakelijk is voor de gevolgen van een eventueel bedrijfsongeval gedurende de stage, de kansen verkleint voor jongeren met een W-status of herintreders om een stageplek te bemachtigen?


2

Antwoord 4
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden op hun bedrijf; dit geldt evenzeer voor werknemers als voor stagiaires. In veel gevallen is de werkgever al verzekerd voor zijn wettelijke aansprakelijkheid. Het al dan niet aannemen van stagiaires zal nauwelijks van invloed zijn op de premiekosten van die verzekering; ik denk daarom dat het
mogelijk optredende risico de kansen voor jongeren om een stageplek te krijgen niet verkleint.

Vraag 5
Is het correct dat de eis van minimaal een half jaar studie in het jaar voorafgaand aan een eventueel bedrijfsongeval als criterium geldt om eventueel recht te hebben op een Wajonguitkering, is ingevoerd om misbruik tegen te gaan? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze dergelijk misbruik plaats zou kunnen vinden?

Antwoord 5
Het is juist dat een van de voorwaarden voor het recht op Wajong-uitkering de bepaling is dat betrokkene zes maanden gestudeerd heeft in het jaar voordat hij arbeidsongeschikt werd, en dat de achtergrond hiervan is mogelijk misbruik tegen te gaan. Overigens geldt de bepaling voor alle vormen van arbeidsongeschiktheid en niet alleen voor een arbeidsongeval. Misbruik zou kunnen optreden als iemand die arbeidsongeschikt is of in een zodanige gezondheidstoestand verkeert dat arbeidsongeschiktheid binnen een half jaar is te verwachten, een opleiding gaat volgen met als enig doel als student voor de Wajong aangemerkt te worden, en na de wachttijd een Wajong-uitkering te krijgen.

Vraag 6
Is de toetsing door de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige niet een afdoende middel om misbruik van de Wajong-uitkering tegen te gaan, ook in het geval dat voorafgaand aan het mogelijke bedrijfsongeval minder dan een half jaar onderwijs is gevolgd? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6
Het is juist dat in bepaalde gevallen de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige achteraf kunnen vaststellen dat de arbeidsongeschiktheid al langer bestond. In andere gevallen zal dit echter op problemen stuiten. Door de betreffende bepaling hoeft deze beoordeling nu niet gemaakt te worden.

Vraag 7
Deelt u de mening dat ook een herintredende voortijdige schoolverlater die gedurende de stage in het eerste jaar na het herintreden een bedrijfsongeval krijgt, recht dient te hebben op de Wajong- uitkering? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wanneer zult u de toelatingscriteria wijzigen?

Antwoord 7
Deze mening deel ik niet. Ik ben van mening dat in het algemeen de Wajong voldoende mogelijkheden geeft aan jonggehandicapten en aan studenten om bij arbeidsongeschiktheid een beroep op een arbeidsongeschiktheidsuitkering te kunnen doen. In het specifieke geval van een


3

arbeidsongeval kan de werkgever aansprakelijk gesteld worden. Het al dan niet ontvangen van een Wajong-uitkering ontheft de werkgever namelijk niet van zijn
aansprakelijkheid.


4

Vraag 8
Zult u op grond van genoemde argumenten de eis van minimaal een half jaar studie voorafgaand aan een mogelijk bedrijfsongeval als criterium om mogelijk in aanmerking te komen voor de Wajong-uitkering niet langer stellen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 7.

i) Gepubliceerd op maandag 17 januari jl.
ii) Trouw, 18 januari jl., `Stagecontract mbo'r moet worden aangepast'